Vlindertje
Circusact
Jacob Dekker
Circusact
Jacob Dekker
Vlindertje
31-11-2017 – 13-04-2018
Een sprinkhaan is verliefd op een rups. Als de rups dan een vlindertje is geworden schrikt hij van de liefdes lust die ervan haar uitgaat.
Vlindertje
Circusact
Jacob Dekker
personen
Venere de Godin van de Liefde
Henry de Sprinkhaan
Suck de Rups
Euforia de Vlinder
Rochus de Raaf
Glibber de Slang
Jones de Wallevis
Pulluk de Kakkerlak
Buzz de Wesp
1e scène
Venere
Venere De mensen worden niet beter door hun verstand, want dat hebben ze niet.
Ze worden niet beter door wat ze van elkaar leren, want het goede leren ze moeizaam en ze vergeten het snel; het slechte echter leren ze snel, en ze leren het nooit meer af.
Mijn hoop is gevestigd op de vooruitgang door de opeenvolging der generaties.
De tweede zal beter zijn dan de eerste, zonder dat iemand er erg in heeft.
Daarvoor is de liefde nodig, want die dringt tot de voortplanting, en tot de dood, anders wordt het hier te druk met afgedankte modellen.
De liefde is mijn terrein, ik, die ben geboren uit het schuim der golven, aangespoeld op dit schone strand met de blonde duinen waarin het krioelt van het leven dat ik zal tuchtigen met mijn zegeningen.
2e scène
Venere, Henry
Henry Bent u daar eindelijk, lieve godin!
Venere Ziedaar, mijn getrouwe komt mij reeds tegemoet.
Henry, gezeten op het buigzaam helmgras, heb je naar mij uitgekeken?
Henry De belofte gaat eindelijk in vervulling: de liefde is geboren, en eindelijk kunnen wij er met zijn allen op los en van de wereld één groot matras maken.
Venere Aan jou zal het niet liggen, jij springt van de een op de ander, en zo zie ik het graag.
Henry Wij, insecten, zullen uw trouwste dienaren zijn.
Venere Is dat zo?
Henry Wij zijn verreweg het talrijkst, van ons zijn er de meeste soorten, wij leggen eieren per gros, wij bouwen forten die de eeuwen trotseren, wij zijn overal ter wereld te vinden, wij zijn het zwaarst bewapend, ter land, ter zee en in de lucht, wij zijn de beste, de snelste, de mooiste!
Venere Jullie, insecten, zijn een mateloze ergernis.
In elk bed huizen de luizen.
In alle plooien zitten de vlooien.
Een vrouw spreidt haar benen en een pissebed gaat het eerst naar binnen.
Geen zeer hoofd of het wemelt van de luizen.
Geen sprinkhaan of hij komt bij duizenden en duizenden en vreet het land kaal.
Elke beet brengt tyfus, pest, Lyme over op de onschuldige kindertjes.
Elke angel is gemaakt om de zachte huid van een baby te prikken en te schenden.
Mijn enige troost is dat jullie ook elkaar opvreten, als voer voor jullie larven gebruiken, uitmelken tot de laatste druppel en jullie koninginnen vermoorden.
Henry Dat hebben we allemaal met de mensen gemeen.
Venere Maar dat eieren leggen per gros spreekt mij aan. Die moeten immers worden bevrucht. Die dienst is mij een hoog genot.
Henry Ik wil niets liever dan delen in dit genot.
Venere Waar wacht je nog op, Henry, de duinen wemelen van de sprinkhanen. Eropaf!
Henry U zult mij verwijten dat ik versmacht bij de bron, lieve godin, en dat is zo.
Venere Jij houdt niet van sprinkhanen?
Henry Oh jawel, ik eet de eieren en de larven bij de vleet, en ook jonge exemplaren gaan erin als koek, daar ligt het niet aan.
Venere Kan ik je geil maken?
Henry Ik ben botergeil, lieve godin, en dat is het hem nu juist.
Venere Zal ik de sprinkhaantjes geil maken en gewillig tot de paring?
Henry Niet zozeer de sprinkhaantjes, hoewel ze me allemaal even lief zijn en me goed smaken bovendien.
Venere Een stuk of twintig is genoeg, je kunt ze niet allemaal op één dag zwanger maken.
Venere Ik dank u voor dit advies, maar mijn hart gaat uit, nou ja, naar een rups.
Venere Rusp?
Henry Rups
Venere Ken ik niet.
Henry Geen wonder, want rupsen paren niet, doen niet aan sex, hebben geen sjoege van de liefde.
Venere Wel allemachtig. Kan ik dat toestaan?
Henry Mijn hoop is op u gevestigd, dat u de rups rijp maakt voor de paring, dat ik er mijn lust op bot kan vieren.
Venere Zo waarlijk mijn naam Venere is, en ik de godin van de liefde ben en gezegend met bovennatuurlijke bekwaamheden, zo zal ik die rusp zo geil als boter maken en bezeten van de liefde, waarin zij vrijgevig zal zijn in de korte tijd dat zij leeft.
Henry Zal ik u naar haar toebrengen, dan kunt u haar met uw eigen ogen aanschouwen?
Oh, zij is mooi, mollig in haar geledingen, soepel in haar bewegingen, fraai in haar kleur met ogen die vragen om het zaad!
Maar zij heeft geen benul van de liefde. Ze is een onbeschreven blad; volmaakt onschuldig en zo kuis als de nonnetjes.
Venere Als ze zo kuis was als de nonnetjes lag ze hier met jan en alleman te naaien, en onschuld is prachtig, maar alleen de liefde is onschuldig niet degene die zich ervan onthoudt.
Henry Ik zal u eeuwig dienen, lieve godin.
Venere Je bent mijn trouwe dienaar, Henry, daarom zal ik je de heiligen tot voedsel geven.
Henry De heiligen kunnen geen brood eten?
Venere Ze eten ook wilde honing.
Henry De heiligen leven er goed van.
Venere Als jij honing toevoegt aan je dieet hoor je er zomaar bij.
Henry Smerig!
3e scène
Venere, Henry, Suck
Henry Kijk toch eens, is het niet een pracht!
Hoe die pootjes de een na de ander in het gelid zich klampen aan de halm; hoe geduldig de halm naar binnen wordt gewerkt; hoe het groen van de halm de welvingen van mijn lieveling kleurt.
Hoe de geledingen van de edele en schone aaneengeschakeld zijn; hoe de verhevene en heerlijke zich slingert om zijn voedsel als een gordel van jade; hoe de zalige en hemelse gelijk wordt met zijn voedsel en het zodoende eert als geen ander levend wezen op deze armzalige wereld.
Venere Als jij het niet zou zeggen, had ik het niet geweten, beste Henry.
Henry Oh heerlijke, o schoonste, het zet aan tot de lust, en die te bevredigen, en weer op te wekken …
Venere Als het begin er eenmaal is, misschien …
Henry Ik hou het niet meer, lieve Venere, ik sta bij de bron en ik versmacht.
Venere Zoals het minnaars wel vergaat; je kunt ze ermee hun graf in treiteren.
Henry Zo vergaat het minnaars van vrouwen en van mannen, en daarom heb ik genoeg van dat tuig.
Venere Ik zal het je niet euvel duiden, want ook mijn haat treft alles wat niet vrijwillig gebukt gaat staan.
Henry En deze hier, het verrukkelijke dier, gaat uit zichzelf gebukt staan en gaat kruipend voort, het hele lichaam gemaakt voor de liefde – en zoals het de liefde vergaat, zij kent zichzelve niet, en weet niet hoe enig en exclusief zij is.
Venere Daar zeg je iets, Henry, ik had het niet achter je gezocht; inderdaad, ze gooien de liefde achteloos over hun hoofd omdat ze denken dat het met de eerstvolgende precies zo zal zijn als met de vorige.
Henry Of ze doen alsof.
Venere Oh, gefakete orgasmen zijn de grootste belediging aan mijn adres.
Henry Daardoor belichaamt dit onbeschreven blad de ware liefde; het verworpene zelf, met voeten getreden kruipt het hier al etend door het gras, alleen zichtbaar voor de minnaar die door schade en schande wijs is geworden.
Venere Is het nou een haar een hij of een het?
Henry Genderneutraal, zegt men, wat het ook mag betekenen.
Venere Zit er ergens een gat in?
Henry Daar van voren, de muil, en daar van achteren, de cloaca.
Venere Meer is niet nodig.
Henry Het hele lichaam van de geliefde is mij tot lust.
Venere Je zult er toch ergens in moeten, en aan de ene kant zit het gras in de weg en de andere kant is knap van de nauwe.
Henry Venere, heilige godin, doe er wat aan, leer de rups wie zij is en help haar de juiste keuze te maken.
Venere Dwingen kan ik haar niet, ik kan haar slechts verdelgen als zij mij afwijst.
Henry Oh, verschoon haar, verdelg de edele niet, ontneem mij niet alle hoop.
Venere Ik zal wel effe met haar praten, want jouw zaak is tenslotte de mijne.
4e scène
Venere, Suck
Venere Moet jij niet vragen wie ik ben en wat ik kom doen?
Suck Jawel.
Venere Nou, vraag het dan eens.
Suck Ik wil niet nieuwsgierig lijken.
Venere Ben je dat dan niet?
Suck Nee.
Venere Ik ga het toch zeggen.
Suck Denk je dat ik luister?
Venere Je hoort me toch.
Suck Dat is niet hetzelfde.
Venere Ik ben een kwelgeest.
Suck Och arme, waarin kwel je jezelf?
Venere Ik kwel jou.
Suck Nee, heus niet.
Venere Ik zal je de ergste kwelling aandoen.
Suck Opschepper.
Venere Wil je niet weten welke kwelling het is?
Suck Wie is er nu benieuwd naar zijn kwelling?
Venere Het is de zoetste van alle kwellingen.
Suck Van teveel stroop krijg je de strop.
Venere Ze is bitter als gal.
Suck Bitter in de mond maakt het hart gezond.
Venere Ze is het zout der aarde, het zuur dat komt na het zoet; zij verstoort de nachtrust; zij doet verlangen naar de dood, terwijl zij het leven schenkt, en de aarde bevrucht met haar dauw.
Suck Zo, dat is niet niks, ik ben best een beetje onder de indruk, maar niet heus.
Venere De liefde lost het wezen op, en brengt de massa aan de kook, totdat zij uitbreekt en vleugels geeft aan allen die haar zullen dienen.
Suck Opgelost. Opgekookt. Gevleugeld. Dat zijn inderdaad rampen waar de toeristen van zullen smullen.
Venere De liefde, zeg ik, ik, haar godin die liefde ben.
Suck Ik dacht al, waar gaat het naartoe?
Venere Ik kom niet als gebiedster, zo is de liefde niet, ik kom als smekelinge.
Suck Doet u dat toch niet. Het misstaat en zo grote godin – van wat ook alweer?
Venere De liefde.
Ieder levend wezen onderwerpt zich vrijwillig aan haar, zij dwingt niemand.
En zij geeft met gulle hand; alle genoegens van lichaam en ziel, en nageslacht en vrede onder de volkeren, zijn haar geschenken.
En over wie wordt gezongen, gedicht; voor wie wordt gespeeld en gedanst?
Alleen voor haar, die heerlijke vrouwe.
Maar er wordt ook steen en been over haar geklaagd. Men beweert dat ik de schepselen verwond, vang in mijn net, laat smachten op de bodem van een kerker!
En dat terwijl ik slechts de natuur inspireer zich te verbeteren van geslacht op geslacht.
Suck De klacht van een godin is bitter om aan te horen.
Venere En men zegt dat ik niemand nodig heb, en genoeg heb aan mijzelve, terwijl ik toch slechts leef van wat er voor heerlijks geschiedt tussen twee levende wezens.
Suck Dat is heel mooi, ook al kun je het niet eten.
Venere En jij, wat doe jij voor mij?
Suck Ik heb eerlijk gezegd niet aan u gedacht.
Venere Voordat ik in toorn ontsteek: zeg wat je voor mij doet!
Suck Niet onder dwang.
Venere Wil je wedden dat ik je de baas ben?
Suck Je bent kennelijk niet zo zeker van je zaak.
Venere Jij natuurlijk wel.
Suck Ik eet mijn grasspriet, ik knaag een groen blaadje door en in ben content, en zoiets vreselijks als de liefde kan er op de wereld niet zijn.
Venere Liefde is niet van deze wereld.
Suck Er is nog een andere wereld? Laat me niet lachen.
Venere Een wereld waarin eten en liefde zijn verwisseld.
Suck Dat is dan toch precies dezelfde wereld.
Venere Jij eet jezelf ernaartoe, of je nu wilt of niet.
Suck Ik wil niets liever dan eten.
Venere Er is daarginds een minnaar die je verwacht.
Suck Wie is de ongelukkige?
Venere Ongelukkig is hij zeker, alleen jij kunt hem redden door slechts mij te dienen.
Suck Wat koop ik daarvoor?
Venere Wie mij eert, leeft eeuwig voort.
Suck Mmm, eeuwig gras eten, eeuwig een blaadje doorknagen. Waarom zegt u dat niet meteen?
Venere Ik wilde je op redelijke gronden overtuigen.
Suck Wat redelijk is voor de goden is dwaasheid hier op aarde.
Venere Dat er zoveel verstand kan zitten in een groene worm!
Suck En zo weinig in een godin.
Venere Ik leer er snel het een en ander bij, dus geef mij die voorste poot van je, opdat ik je in kan spinnen in de fijnste zijde die een godin kan spinnen, want ook ik heb de middelen om mijn heiligen te kleden.
Suck Als ik maar van dat gezanik af ben.
Venere Ik zal je herscheppen tot het heerlijkste wezen dat ooit ter wereld werd gezien.
Suck Het zal mij benieuwen.
Venere Ik zal je maken tot het heerlijkste gras op aarde.
Suck Oh ja, heerlijk gras, dat wil ik zijn.
5e scène
Venere, Suck, Henry
Venere Ik heb hier een door Ariadne zelf gesponnen draadje, waarin ik je exemplarische zijnswijze als in een zoet gevang zal insnoeren, maar dan als tabaksrot, zodat je lichamelijk en zielkundig verankerd kunt worden in je bewuste paradox.
Suck Als ik geweten had dat het zo ingewikkeld was.
Venere Je bent aan handen en voeten gebonden, sukkel, en je hebt het zelf gewild.
Suck Het is behoorlijk pijnlijk, mevrouw.
Venere Hier, een rooie gag voor in je bek, dat je me niet meer aan mijn kop kunt zeuren.
Suck Mmblmmblmmbl.
Venere Een een vette butplug in je achterste zodat je niet meer om de haverklap een potje uit je reet gaat zitten teroesten.
En dan rol ik je thans in deze banden die staan voor de slavernij waaraan je bent onderworpen als koelie en gebruiksvoorwerp, niet alleen symbolisch gesproken, maar ook praktisch, zodat je nu eindelijk jezelf herkent.
En waaraan danken wij het genot van ons bestaan, dan aan slachter en slachtoffer te spelen.
Henry Blijft er nog wat van hem over?
Venere Genoeg om je lust erop te botvieren.
Kijk dan, ingesnoerd en half gewurgd, wat is er nou lekkerder dan om ze zo te grazen te nemen?
Henry U begint een beetje door te slaan, lieve godin.
Venere Zanik niet zo! Ik ontbind de ene stof en meng een andere.
Er gaat niets verloren.
Boet er je schennige lust mee, Henry, want dit heb ik voor jou gedaan!
Henry De lust is mij vergaan.
Venere Ik zal het je gemakkelijk maken. Zie je dit mes, daarmee maak ik een opening, ruim genoeg voor de penetratie, nauw genoeg voor het genot.
Henry Maar dat wordt zijn dood.
Venere En wat dan nog? Het wemelt hier van het ongedierte.
Henry Deze is mij lief.
Venere Dat gaat wel over als je hem een keer goed hebt genaaid.
Henry Deze is mij lief, al is het misschien slechts hier en nu.
Venere Henry, wat ben jij een softie!
Henry Pas nu ben ik hard.
Venere Jij hoort niet bij de slachters, Henry, en het zal je daarom slecht vergaan.
Henry Pas nu weet ik dat ik op de goede weg ben.
Venere Opzij, Henry, opdat ik de cocon aan flarden snij, als straf voor je ongehoorzaamheid.
Henry Straf mij, maar laat hem gaan.
Venere Dit is geen lust meer, Henry.
Henry Dan maar geen lust.
Venere En als ik je dwing.
Henry Dan ben ik gedwongen, en ga ik niet uit vrije wil.
Venere Ach, altijd weer die vrijheid, is daar dan geen ontkomen aan?
Henry Nee, want dan zeg ik hem: 'De godin dwong mij in haar almacht, en ik was bang, en hij zal zeggen: Daar ben je een mens voor.'
Venere Zoek het maar uit, meneer de filosoof, ik trek mijn handen hiervan af.
Henry Maak hem los.
Venere Hij komt er zelf wel uit, maak je daar maar eens zorgen om.
Henry Dat doe ik ook.
6e scène
Suck, Henry
Henry Kun je spreken, toe, zeg iets, ik ben het, Henry.
Suck Mmblmmblmmbl.
Henry Oh ja, je hebt een rooie gag in je mond die je het spreken onmogelijk maakt, laat ik die er eerst eens uithalen.
Suck Ik voel me lang niet goed.
Henry Het spijt me zo vreselijk, lieve Suck, dit was echt niet de bedoeling.
Suck Ik ben helemaal tot moes gedrukt, ze heeft een papje van me gemaakt.
Henry Ik haal je hier uit, Suck, al is het het laatste wat ik doe.
Suck In ieder geval het laatste wat er met mij wordt gedaan.
Henry Wanhoop niet, ik ben vindingrijk en een handige sodemieter.
Suck Als je deze banden breekt, vloei ik weg, als sap uit een overrijpe druif.
Henry Dit ziet er inderdaad uit als een druif waarvan een heerlijke wijn kan worden geschonken.
Suck Ach, ik zwijm, ik sterf, hou mij vast. Nooit zal ik de sappige halmen meer vreten: erbarmen, erbarmen, ontferm je over mijn cocon opdat hetgeen prooi worde voor het vraatzuchtige vlokje met de malende kaken.
Henry Ik zal je met mijn leven bewaken.
Suck Heb dank, nobele vriend. Er gebeurt iets met me, en ik ben heel erg bang.
Henry Ik heb ervan afgezien me aan je te vergrijpen, en daarom zal ik niets en niemand toestaan zich aan jou tegoed te doen.
7e scène
Henry, Suck als cocon, Rochus de Raaf
Henry Hoe roerloos is het zijn van mijn geliefde nu ik deze wacht betrek.
Wat zei hij nou?
Het vraatzuchtige volkje met de malende kaken!
Daar was hij er zelf één van, ook al at hij geen poppen.
En als er niemand van het vraatzuchtige volkje met de malende kaken op komt dagen wordt het hier een saaie bedoening.
Rochus Saai, zeg je, zal ik eens wat voor je zingen?
Henry Rochus de Raaf, ellendig beest! Donder op hier.
Rochus Ik zit al een tijdje naar je te kijken, Henry, en ik vroeg me af waarom zo een spring in het veld als jij daar zo roerloos zit te niksten op het buigzaam helmgras.
Henry Ik zit niet te wachten tot ik word opgevreten, als je dat soms denkt.
Rochus Oh, voordat je wordt opgevreten staat het je vrij rond te struinen en dingen te doen.
Henry Fijn, bedankt.
Rochus Ondertussen heb ik natuurlijk best een beetje trek, dus, wat heb je daar aan die halm hangen dat zij topzwaar ter aarde buigt, is het sappig, is het smoutig en een beetje zoutig, want daar hou ik namelijk van?
Henry Afblijven met je graftengels, dit is van mij.
Rochus Mag ik jou dan opeten?
Henry Goed idee, maar morgen heb je weer honger, want zo gaat dat, en dan ben ik er niet meer om mijn bezit te verdedigen.
Rochus Je hebt een punt.
Henry Zo hou ik je niet voor niets voor een redelijk wezen.
Rochus Moet ik je daarvoor soms erkentelijk zijn?
Henry Het zou je sieren.
Rochus Een redelijke vergelijking tussen jou en mij toont dat ik groter ben, zwaarder bewapend en dus kan doen en laten was ik wil, zoals vandaag jou eten en morgen die bal gehakt.
Henry Daar ben je zeker van?
Rochus Zie je die snavel, middenin mijn ponem; zie je die poten met de sporen eraan; zie je die vleugelen waarmee ik een stierkalf de oren van zijn kop kan slaan?
Henry Het is zeker een aardige snavel, jammer dat je er zo'n maffe kop door krijgt en er niet omheen kunt kijken.
Die poten mag je weleens wassen.
Dat van die vleugels is bluf.
Rochus Staat die snavel me niet?
Henry Voor geen meter.
Rochus Dat wist ik niet.
Henry Je steekt hem overal in, daar ziet-ie naar uit.
Rochus Ach, lazer op! Ik heb daar nooit wat van gemerkt.
Henry Dat is dan knap stom.
Rochus En ik mankeer niks aan mijn poten.
Henry Loop je daarom waggelend rond alsof je straalbezopen bent.
Rochus Zo loop ik ook als ik straalbezopen ben.
Henry Ben je soms straalbezopen?
Rochus Op mijn nuchtere maag, zeker!
Henry Je vliegt anders overal tegenop.
Rochus Zal ik eens tegen jou opvliegen?
Blijf staan, zeg ik je, blijf staan!
Waar zit-ie nou?
Welke kant sprong-ie nou op?
Waar is die bal?
Waar ben ik?
8e scène
Henry, Suck als cocon, Glibber de Slang
Henry Opdat niemand deze tombe schende, zal ik haar bewaken tot de wederopstanding waarop mijn hoop is gevestigd.
Wat zal er dan een euforisch gejuich opsteken, in heel de wereld.
Glibber Alle rotzooi zal worden opgeruimd.
Henry Er zal geen kruimel vuiligheid rondslingeren op de dag van onze bevrijding.
Glibber Ik ben van de gemeentelijke reiniging, dus laat ik maar beginnen met dat stofballetje hier.
Henry Glibber de Slang, jij gemeen onderkruipsel, donder op hier!
Glibber Ik recycle het afval, Henry, je kent me toch?
Henry Ik zal jou recyclen en een condoom van je kop maken.
Glibber Dat lijkt me wel wat.
Henry Dit is toevallig geen afval, dit is het stoffelijk overschot van mijn geliefde.
Glibber Die is dan slecht aan zijn einde gekomen.
Henry Ik draag mede schuld aan zijn toestand.
Glibber Jij, laat me niet lachen.
Henry Ik zette de liefde aan hem voor mij te vangen.
Glibber Dat doet de liefde, wie wordt er niet door bezoedeld?
Henry Zijn bezoedeling is ook een zegen.
Glibber Vindt hij dat ook?
Henry We kunnen het hem niet meer vragen.
Glibber Hmm, weet je dat zeker?
Henry Er komt geen enkel teken van leven uit de cocon, als je dat soms bedoelt.
Glibber Ik eet geen dode waar, en als mijn uiterst verfijnde reukorgaan mij niet bedriegt, dan is alles in dit balletje springlevend.
Henry Maar het ademt niet.
Glibber Het gist, beste Henry, jij weet echt niets van koolstofchemie.
Henry Ademen? Gisten?
Glibber Gezien heb ik het niet, ik heb het ook maar van horen zeggen.
Henry Dit weet je zeker?
Glibber De proef of de pudding is in de eting, dus als je mij toestaat er even een hapje van te nemen, dan kan ik je meer zeggen.
Henry Blijf eraf met je glibberige rotkop!
Glibber Je vat alles persoonlijk op, doe dat toch niet. Het gaat hier om de wetenschap, we moeten weten wat zich roert in dit binnenste ei.
Welke belofte houdt het in?
Wat geloven we?
Wat hopen we?
Wat weten we?
Henry Het is in zichzelf onvoltooid, en uit hoofde daarvan een zelfstandige entiteit, en een zijn is geen zijn zonder enige verwachting van wat het worden zal.
Glibber Er is geen enkele noodzaak af te wachten wat het zal worden als het nu kan worden gegeten.
Henry Jij hebt niks te willen, je vreet me hillen!
Glibber Ik heb trek in dit nieuwe, dit ongewone, dit wat mij van alles belooft aan culinaire genoegens, aan vezels en vitaminen en mineralen.
Henry Eet mij, maar laat mijn cocon ongemoeid.
Glibber Sprinkhanen breken me op, het zijn allemaal blaaskaken en ze houden me des nachts wakker met dat ellendige gerasp in mijn endeldarm.
Henry Ik beloof je dat ik mij koest zal houden.
Glibber Henry, je bent te goed, maar ik heb wat beters dan een sprinkhaan op het menu staan, dus effe opzij, dan ben je van me af.
9e scène
Henry, Suck als cocon, Glibber, Rochus
Rochus Dáár zit-ie. Kip ik heb je!
Glibber Ik was hier eerst, die bal gehakt is van mij.
Rochus Dat had je gedacht, slome palingboer, ik eet jou en ik eet die bal gehakt.
Glibber Kom maar op, zwartvleugelig secreet, ik lust je rauw.
Rochus en Glibber vechten
Henry Dat die raaf nog eens als geroepen zou komen!
Dus er zit leven in de cocon?
Hoe moet dat eruit komen?
Het klotst. Het golft. Het bubbelt.
Naar zee, naar zee, daar in het water liggen de mogelijkheden, ach, mijn hart klopt in mijn keel.
Glibber heeft Rochus ingeslikt, Rochus vreet Glibber van binnenuit op
Henry Die ondieren vreten elkaar op. Dan wintert het fel. Ik wil niet zien wat hieruit voortkomt.
10e scène
Henry, Suck als cocon, Jones de Wallevis
Henry Hé, daar ligt reeds een cocon op het strand! Oei, wat is dat groot – en wat stinkt-ie! Is dat ons voorland?
Jones Zeg, tegen wie heb jij het?
Henry Tegen een stinkende cocon die ergens uit praat, al weet ik niet of het uit zijn kop of uit zijn kont is.
Jones Mijn naam is Jones, ik ben een wallevis. Cocon? Nooit van gehoord.
Henry Kijk, dit is een cocon. Het klotst. Het golft. Het bubbelt. Dus moet het naar zee.
Jones Kan ik hem een hand geven, als-ie er een had, want daar moet ik ook naartoe.
Henry Nou, wat let je?
Jones Ik ben zwaar, meneer, zo zwaar voelt een man zich als hij aan de galg hangt. Als het water mij niet draagt, ben ik verloren.
Henry Dat komt ervan als je de elementen trotseert.
Jones Alsof ik een keuze had.
Henry Je bent een mooi stukje biefstuk, je gaat aardig wat opleveren.
Jones Leidse professoren snijden me in mootjes, ze koken mijn skelet op en ze vriezen mijn pik in.
Henry Je kon toch zwemmen, zwem dan niet het land op.
Jones Ik sloeg uit de koers toen mijn geliefde geen antwoord meer gaf. Ik zing voor de diepzee, en ik luister naar haar ruis, maar haar ruis verstomde. Het laatste wat ik hoorde was een akelige kreet, en dat sloeg me uit het lood. Ik wil terug, maar ik ben te zwaar, ik lig vast in het zand, ik raak buiten adem, ik zak in elkaar onder mijn eigen gewicht.
Henry Het is verrekte jammer voor je, Jones, maar ik kan niks voor je doen.
Jones Geef me eens een duwtje, slampamper, je draagt toch ook een bal gehakt van een keer of twintig je eigen lichaamsgewicht.
Henry Dat is een liefdesdienst, voor de liefde is niets zwaar.
Jones Je bent een landrot zonder drijfvermogen, je hebt geeneens geen zwemvliezen. Wil jij naar zee met je cocon dan kan alleen ik je helpen.
Henry Ik gooi de cocon gewoon in zee, en dan zien we wel verder.
Jones Onverantwoordelijk, typisch sprinkhanen gedrag. Iemand zal het moeten dragen.
Henry Dragen? Waarop?
Jones De fontein des levens.
Henry En die heb jij?
Jones Zodra ik te water ga, spuit ik een fontein omhoog uit mijn neus en daarop wordt jouw – wat is het ook alweer? – gedragen, uit dank voor de dienst die je me hebt bewezen.
Henry Ik zie het niet voor me.
Jones Er is een precedent. Homunculus zat in een glazen kolf en werd gedragen op de rug van een dolfijn.
Henry Die klote dolfijn botste de kolf kapot tegen een rots.
Jones Dolfijnen zijn stomme idioten, dat is algemeen bekend, maar ik ben Jones, een wallevis, ik zal jou ding dragen tot eruit komt wat erin zit.
Henry Eruit komt wat erin zit?
Jones Tenzij jij daarvoor vreest, dan kun je het beter meteen aan flarden scheuren en vertrappen en …
Henry Wat erin zit!
Jones Wat dacht je van liefde?
Henry Jouw smoesjes zijn mij te mooi, ik tuin er niet in.
Jones Ik kan je het geloof niet schenken, maar ga nou eens na waarom jij met dat onooglijke voorwerp loopt te slepen alsof het het hoogste goed op aarde is.
Henry Dat is het.
Jones Dus wat kan er anders inzitten dan de liefde in haar ware gedaante?
Henry Ik zou het niet weten.
Jones Ik ben aan het eind van mijn Latijn, sprinkhaan, neem een kloek besluit en rol me naar zee.
Henry Daar gaat-ie dan, vetkwab. Man wat heb jij een blubberkont, als ik erin knijp schiet je scheetsgewijs naar voren.
Jones Ach, zeewater omspoelt mijn lendenen, mijn plot is weer vederlicht, oh, ik hoor de roepende stilte van de diepzee die mij lokt met haar zoet gezang …
Henry Ik gooi de cocon op. Vangen!
Jones Sprrrttt!!!
Henry Het is waarachtig nog waar ook, hij jongleert hem op die fontein die uit zijn neus komt.
Ik kijk nergens meer van op.
Jones Het rolt, het tolt, de dolt, het neemt vormen aan fragiel en zijdedun als de gedachte zelf, oh, zij is in alles anders dan ik, zij wordt gedragen door de lucht, wat is zij schoon, verheven en hemels.
Ik geef haar nu in je armen, sprinkhaan, als kwijting voor het leven dat je hebt gegeven. Vaarwel!
Henry Vaarwel, meneer Jones, vaarwel!
11e scène
Henry, Euforia
Henry Er zit inderdaad wat in, maar anders dan eerst.
Het klotst en botst niet meer, het bolt en rolt – alsof het eruit wil.
Zou het eruit willen?
En wat heb ik dan?
Een lege huls, en ik ben mijn lieve cocon, waar ik zoveel voor het gegeven, helemaal kwijt.
Eerst mijn rups, nu mijn cocon.
Wat moet hiervan worden?
Euforia Zeg mij, edele, wat praat je in jezelf? Dat doen zij die de toekomst vrezen, want zij schamen zich voor hun verleden.
Henry Wat weet een die volledig van gedaante is veranderd van het verleden?
Euforia Dat het moet zijn vergeten is de hoge kennis die ik thans belichaam. Wees getroost, edele, want ik ben geschonken doorheen de meteloze tijd.
Henry U spreekt als een profetes, uw stem is honingzoet en uw woord opent mijn hart.
Euforia Dan doe ik mijn werk goed, edele. Noem mij slechts je naam.
Henry Henry van Helmgras tot Duinroos, om u te dienen, edele vrouwe.
Euforia Wie ben ik dan, uit welke kracht spreek ik, en, oh, wat is dat op mijn rug?
Henry Twee of drie, oh nee, vier in slagorde geschaarde schubben vleugelen ter aerodynamische ontplooiing van het luchtruim, vrouwe, is mijn eerste en voorlopige oordeel.
Euforia Aerodynamische ontplooiing …
Henry Het voortvarend uitslaan van uw vleugelen, vrouwe, als door wieken gedragen, het luchtruim kiezen, de keuze is aan u.
Euforia Hou mij vast, want ik vlieg van je weg, edele vriend, volg mij toch op mijn vlucht.
Henry Ik ben slechts een sprinkhaan, ik spring in het veld waarover u heerst.
Euforia Van Helmgras tot Duinroos, stel je niet aan, neem mijn hand, en vlieg eens een eindje met me mee.
Henry Wat heerlijk, oh vrouwe, waarom doet u dit voor mij?
Euforia Ik voel dat ik wat ik ben aan jou te danken heb.
Henry Ik heb níets gedaan!
Euforia Zegt de liefde in haar eenvoudige taal, leer mij die te spreken.
Henry Ik kan het slechts stamelen.
Euforia Dan gaan we samen stamelend door het leven.
Henry Er is ook geen zinnig woord over te zeggen.
Euforia Wees mijn geheugen, ik zal je toekomst zijn, dan hoeft er niets te worden gezegd.
Henry U hebt een plan voor de toekomst?
Euforia Van de ene bloem naar de andere te gaan.
Henry Ik volg waar u gaat, schone vrouwe, want de wereld was woest en ledig en wordt nu bezield door uw schoonheid.
Euforia Zie toch daar, Henry, de eerste bloem, zeg mij, wat voor een bloem is dat?
Henry Het is een duinroosje, Euforia, rijkgeschakeerd, zo rijkgeschakeerd dat het oog zich verliest in duizelingen wanneer zij de kern ervan zoekt.
Euforia Kralen die draaien voor spiegeltjes …
Henry Het licht dat alles samenbalt in stralend rood en helder groen.
Euforia Kom laat ons neerliggen in haar lommerrijke schaduw en het spel van de wind volgen dat zij speelt met deze roos op haar steeltje zodat het ons kan duizelen zonder dat wij struikelen over onze eigen benen.
Henry Vlei u neder in dit mos, schone vrouwe, en zeg me maar waar u me hebben wilt.
Euforia Vlei je maar neer op je rug, beste vriend, zodat ik op je kan landen alsof je de eerste bloem bent op de eerste dag van de schepping.
Henry Het is de eerste en de laatste dag, oh Euforia, wees toch voorzichtig met me.
Euforia Ik brand. Ik brand. Ik brand van de aanblik van de duinroos, en van je heerlijke lichaam, jouw sterke imago; alles draait voor mijn ogen, en ik wil je in mij voelen, Henry, ik ben de jouwe, ik laat je niet meer los voordat je de zoete dood onder mijn vleugelen sterft, en weer opstaat in een nieuwe wereld van liefde en vreugde.
Henry Ben ik het waard?
Euforia Jij niet, dan niemand.
Henry Ik weet niet meer wie ik ben.
Euforia Stort je uit, maar stort je uit in mij.
Henry Vreet mij maar op, maak mij maar af, ik wil nergens meer zijn.
Euforia Nergens meer, maar met mij, van tijd tot tijd in alle eieren die we leggen, per gros!
Henry Laat mij ze besproeien, Euforia.
Euforia Ik werk eraan, Henry, zie slechts mijn vleugelen fladderen en de duinroos draaien en mijn ogen stuiteren voor je ogen, voor je oren, voor je mond, en laat alles lopen.
Henry Voordat ik zink in de grote slaap, schreeuw dan voor me, vlinder, schreeuw dan voor me.
Euforia Oh Henry, ik voel je, au au au, is het zo hard genoeg?
Henry Zo hard als ik ben, zo hard moet je schreeuwen.
Euforia Au au au!!
Henry Zo hard dat je me verscheurt.
Euforia Zo zacht dat je klaarkomt, liever, kom maar, kom dan maar, kom dan maar.
Henry Dit is niet te harden! Het stoomt in mijn hersenen, het stroomt door mijn ruggenmerg, het besproeit de dorstige akker met het levende water.
Euforia Het geeft niet, lieve van Helmgras tot Duinroos, je moet het niet tegenhouden met je woorden, maar uitstoten met je adem.
Henry Stoten. Stoten. Stoten. Het is branden. Branden. Branden.
Euforia Het is als het blussen van het vuur dat je in mij hebt ontstoken.
Henry Het minnespel kent regels, maar niemand kan ze schrijven, niemand kan ze uitspreken, want ze zijn slechts adem, vandaar al deze omslag van woorden.
Euforia Vandaar al deze adem die waait over de velden vol papavers die roes brengende bloesems in wolken van stuifmeel blaast over de wereld tot in onze neuzen, waarop onze adem stokt eerst, dan begint te stromen tot wij het gezamenlijk uitschreeuwen van genot die onze innigheid bezegelt met de kus waarmee we haar opvangen.
Henry Het is het ware en enige ceremonieel waarvan al het andere is afgeleid.
Euforia Het is het wanhopige spelen volgens regels die ontstaan en vergaan in het ritme en de cadans in een eeuwigdurende schemering waarin de goden glimlachen om de wereld.
Henry Omdat die openbaart, naakt en eerlijk en daarmee het voortbestaan in nieuw leven verdient.
Euforia Alle geliefden weten deze dingen.
Henry De enige wijsheid, het enige goede.
Euforia Wat is dat een zalig gevoel als jij klaarkomt. Je hele lichaam verandert alsof het radioactief wordt en slechts gamma-straling is.
Je stoot nu helemaal vanzelf; het is met je aan de haal gegaan.
En zo is het genoeg, want zo kun je niet blijven.
Oh, hou mij vast, want ik ben er zelf hoogst eigenaardig aan toe.
Henry Euforia, je vloeit weg, terwijl je van onderen klemt.
Hoe is het mogelijk?
Ik hou je vast, zodat je niet vervloeit in de aarde.
De liefde werkt wonderen.
Euforia Wij dienen haar.
Henry Wij aanbidden haar.
Euforia De dienst is gedaan, edele, laar ons rusten nu in het helmgras.
Henry Rusten na de strijd met de godin, de veldslag met de wilde beesten, na de liefdesdienst te hebben volbracht, rusten, rusten …
12e scène
Euforia, Pulluk, Henry die slaapt
Pulluk W-w-wat is dat voor een bende, mevrouw.
Euforia Hou je stil, er ligt er hier een te slapen.
Pulluk Slaapt-ie? Het lijkt wel alsof hij slaapt.
Euforia Hij slaapt de slaap der rechtvaardigen.
Pulluk U vreet hem niet o-o-op?
Euforia Dat heb ik al gedaan.
Pulluk U hebt hem l-l-leeggezogen?
Euforia Zo zou je dat wel kunnen noemen.
Pulluk Hij r-r-ronkt anders nog.
Euforia Hij vult zich met nieuwe kracht.
Pulluk En dan z-z-zuigt u hem weer leeg?
Euforia Ik kan niet wachten, maat het schijnt dat het smachten het genot verhoogd.
Pulluk En de m-m-maag vergroot.
Euforia Daarop is al mijn hoop gevestigd.
Pulluk U maakt z-z-ich afhankelijk van een fukking s-s-sprinkhaan?
Euforia Ik heb hem lief; ik wil hem de hele wereld geven.
Pulluk Dat is wel een b-b-beetje veel.
Euforia Hij neemt voorlopig genoegen met mij.
Pulluk Dan is-ie v-v-verstandig.
Euforia Ook daarom heb ik hem lief.
Pulluk M-m-maar u, mevrouw, u waakt, u bent waakzaam, verstandig, u bent wijs, en u hebt meer l-l-liefde dan hij, die daar zijn g-g-genot ligt te verslapen in zijn w-w-waan van rechtvaardigheid.
Euforia Hij zal ontwaken en het werk van de liefde met hernieuwde kracht aanvatten.
Pulluk Met u, neem ik aan.
Euforia Ik laat hem niet los.
Pulluk Is de liefde éénkennig?
Euforia Het woord éénkennig komt mij niet bekend voor.
Pulluk Er zijn er meer die v-v-versmachten, sommigen bij de b-b-bron.
Euforia Ik herinner me dat ooit eens te hebben gehoord, maar waar was het?
Pulluk Het is algemeen b-b-bekend, en wordt door geen mens b-b-betwijfeld, die een beetje bij zijn v-v-verstand is.
Euforia Dat betwijfel ik ook niet, tenzij ik niet goed bij mijn verstand ben.
Pulluk Toch schijnt de l-l-liefde dat niet te zijn.
Euforia Ik moet nog zoveel leren.
Pulluk Er is maar één manier, en p-p-praten is niet de manier, daarvoor is het u-u-universum te groot.
Euforia Waar is het universum van de liefde?
Pulluk Spreidt slechts uw benen, en het toont zich.
Euforia Doe ik het goed?
Pulluk Ik wist niet dat het u-u-universum zo groot was. En dit is er nog maar één.
Euforia Wat ben jij groot! Doet het pijn? Oh, dat moet wel vreselijke pijn doen, zo groot te zijn.
Pulluk Het is schrikbarend, maar je hebt er niks aan, het wordt zowat niet stijf en eenmaal stijf verslapt het weer, en een goed lid verslapt niet.
Euforia Ga maar effe op je rug liggen, dan maak ik hem stijf, dat-ie niet verslapt, zoals het een goed lid betaamt.
Pulluk Ik kom niet met lege handen, liefste, ik ben maar Pulluk de kakkerlak, niemand wil mij, daarom geef ik je iets dat mijn binnenste weergeeft.
Euforia Wat is dat dan, lieve vriend?
Pulluk Potje acacia honing, van die dure, goudgele, weet je wel, maar het gaat om het gebaar, niet om de stuff.
Euforia Je bent fijngevoelig. We zullen er straks samen van genieten, als we van de liefde hebben genoten.
Pulluk Ik, Pulluk, met zo een schoon en verheven wezen als u bent, m-m-mevrouw, is dat geen s-s-schande?
Euforia Daarom het is liefde, want de Pulluk die is versmaad en veracht bedrijft de liefde met Euforia die door de hele wereld wordt begeerd.
Pulluk Oh, ik ben b-b-bang.
Euforia Je bent nog niet half bang genoeg, want je zult je grootste been helemaal in mij verliezen en ik zal je volkomen leegzuigen.
Pulluk G-g-genade, lieve Euforia.
Euforia Je geschenk kan niet worden teruggenomen, het moet worden beantwoord, ik zal je met gelijke munt betalen.
Pulluk U l-l-leert snel.
Euforia Ik ben een natuurtalent.
Pulluk Wat g-g-gebeurt er?
Euforia Ik heb je opgepompt en ik koester je in mijn buik, snap je dan niks? En nu gaan we op en neer als in het ritme van de muziek der sferen.
Pulluk Ik hoor het reeds, de p-p-planeten draaien rond en rond voor mijn ogen, en de manen cirkelen als bezetenen om de gas nevelen, en gindse ster zet alles in l-l-lichterlaaie.
Euforia Haast je niet, ik wil alles voelen, alles horen en de hele weg afleggen.
Pulluk Naar het einde van de wereld en weer terug.
Euforia Maak maar pas op de plaats, dan gaat het hard genoeg.
Pulluk Doordringen is niks, maar erin blijven is vers twee, Euforia, help me, want het ontbreekt me aan de macht.
Euforia Hou je vast, het gaat allemaal vanzelf.
Pulluk Ik m-m-merk het en ik v-v-voel het, want het s-s-stroomt door me heen vanuit mijn a-a-achterhoofd door mijn r-r-ruggemerg en het k-k-krijgt vaart en door de vaart g-g-gestalte …
Euforia Ik vang hem op, ik koester hem in mijn schoot in de hoop dat de zoon is als de vader.
13e scène
Euforia, Pulluk, Henry die slaapt, Buzz
Buzz Wat moet dat hier!
Valt die smerige kakkerlak u lastig, mevrouw?
Wat let me of ik rijg hem aan mijn sabel!
Pulluk Dat cocktailprikkertje dat uit je reet steekt, zeker, laat me niet lachen.
Buzz Zal ik hem eens bijslijpen in jouw darmen, dan laat ik je de scharensliep zingen tot je tien keer de hoge C haalt, opschepper.
Pulluk Zie je dit schaartje, daarmee knip ik houw strak ingesnoerde taille doormidden, dan kun jij jezelf ongeslachtelijk voortplanten.
Buzz Ik verdraag deze hoon niet, stuk ellende, maak je klaar voor de strijd.
Euforia Zo is het genoeg.
Meneer, ik gaf mij uit eigen vrije wil aan deze man, en hij is mijn vriend.
Buzz U kiest uw vrienden slecht.
Euforia Waar vind ik betere?
Buzz Aan mijn hand, mevrouw, een heel nest vol.
Euforia Dat lijkt me heerlijk.
Pulluk Een wespennest, Euforia, steek je er niet in.
Buzz Word jou wat gevraagd, laag schepsel?
Pulluk Neem haar mee, ze komt er wel achter.
Euforia Je wilt me nu al kwijt?
Pulluk Ze het bed inpraten is makkelijk, ze er weer uit krijgen is steeds een heel werk.
Buzz Zal ik hem overhoop steken?
Euforia Blijf van hem af, hij is maar een man.
Buzz Vlieg dan mee met mij, en vervul het wespennest met vreugde en deel in onze bittere honing.
Pulluk Het is toch geen wonder dat jullie algemeen gehaat zijn.
Buzz Het is beter dan algemeen geminacht.
Euforia U hebt van die grappige vliezen op uw rug, meneer, is dat voor uw aerodynamische ontplooiing van het luchtruim?
Buzz Wij noemen het vliegen.
Euforia Zoals u wilt, ik zelf fladder maar zo'n beetje op, van de een naar de ander.
Buzz U zult uw doel niet missen, mevrouw.
Euforia Kom op, dan gaan we naar het wespennest, want ik koester een groot verlangen mij daarin te steken, nu ik er zoveel slechts over heb gehoord.
Buzz Wij zullen met gejubel worden onthaald, want zo een prooi bracht ik nog nooit mee naar huis.
Euforia Ik deed het op het helmgras, ik deed het op de blote aarde, laten wij het doen in de lucht.
Buzz Daarvoor zijn wij de gevleugelden en bevolken wij het luchtruim metterdaad van onze liefde.
Euforia Ach, liefde, daarvoor ben ik geboren.
Buzz Bij ons zult u geborgen zijn als wij u van alle kanten bespringen.
Euforia Vlieg tegen me aan, dan fladder ik met je op en neer.
Buzz De liefde geeft een nieuw perspectief en het zet mijn hele wereld op zijn kop in deze wanordelijke vlucht.
Euforia Het is de wereld die schots en scheef is, mijn beste wesp, wij echter, als geliefden, hebben ons doel bereikt en zijn het middelpunt van het universum, tenminste van dit hier.
Buzz De bewegingloze as, waaromheen de sterren dansen, alleen maar omdat wij ze in beweging zetten.
Euforia Hoor de muziek in het zoemen van je vleugelen, in het klapwieken van de mijne; een melodie, een harmonie in twee tempi, zoals de ware mythe ons leert over het mannelijke en het vrouwelijke.
Buzz Ja, zeker, want ziet men de vrouw naast de man, dan gelooft men toch niet dat deze wezens in hun aard en manifestatie zo hemelsbreed van elkaar verschillend, tot dezelfde soort behoren.
Euforia Ach, hoe klein en teer ben je, wat geniet ik van je, lieve wesp, want ook in mannen is een oneindige variëteit, en ik wil ze allemaal liefhebben.
Buzz Dat is een vrouw naar mijn hart, in mij hebt u alle mannen tegelijk.
Euforia Zo gaat het telkens en iedere keer, en mijn leven is één dans, één muziek, één vreugde.
Buzz Ik duw u zachtjes voort, al hortend en stortend in het wespennest waar er al eeuwen met smart op u wordt gewacht, met het lid in het gelid, schouder aan schouder.
14e scène
Henry, Pulluk
Pulluk Zeg, word eens wakker, makker, ze gaan er met je vriendinnetje vandoor.
Henry Mijn vriendinnetje is hier, zij waakt getrouw over me, mijn liefste, nu ik op krachten lig te komen om haar in de liefde te dienen.
Pulluk Zo, dat is heel mooi van haar. Waar vind je zo'n meid?
Henry Het vereist de hele man, een heel leven lang, om een intieme relatie op te bouwen, vanuit de rups tot de cocon om tot de vlinder te worden die door je inspanning is gekomen tot de verkorpering van de liefde zelf, die exclusief is gebonden aan de persoon van de verheerlijkte minnaar.
Pulluk De liefde geeft je schone woorden in.
Pulluk Het is het Hooglied van mijn hart.
Pulluk Zolang je het zingt is het ongetwijfeld waar, beste vriend, maar als de klanken van de keelzang verklinken, waar is dan de liefde?
Henry Zij waakt over mij en zij hoort de zoete tonen zich herhalen in haar hart.
Pulluk Ze is er anders met het snerpen van de wespen mee vandoor gegaan.
Henry Man, klets niet! Wie wil er nou wat met de wespen te maken hebben, die smerige benden halve en hele criminelen, die het in hun nesten de hele dag met elkaar doen.
Pulluk Ze doen het nu met een ander, eentje weliswaar, maar die tante weet van wanten.
Henry Wat weet jij daar nou van, kakkerlak; jij hebt niet eens een nest vol kakkerlakken om het de hele dag mee te doen.
Pulluk Ze heeft mij genaaid, hier in het zand, toen jij de slaap der rechtvaardigen sliep, want ze brandde, ze zei, ze brandde, ze brandde.
Henry Leugenaar! Zij, der schepping schoonste schepsel, het liefste wezen, de zachtste ziel sedert de zon begon te schijnen, zij zou het met een vuilnisman, een putjesschepper, een kleurling zoals jij doen? Met jou, lelijke oorkruiper in harige oren, brooddronken vuilspuiter, lichtschuw, werkschuw, langharig tuig!
Pulluk Nou ja, dan geloof je het niet. Ze vond mijn harige piemel best lekker. Maar zo'n kleine, harde van een wesp is ook goed.
Met haar kun je alle kanten op.
Henry Wat hoor ik?
Wat is dat voor een gerucht?
Welke pestilente wind waait dit jammeren aan over de velden?
Wat voel ik?
Wat is dat voor gestampt?
Welke wilde beesten dragonderen over de indruk gevoelige aarde zodat zij in beweging komt als de golven van een door de westenwind voort gejakkerde zee?
Pulluk Ze gaan er ritmisch overheen, denk ik.
Henry Mijn arme Euforia, dit overleeft ze niet.
Pulluk Ik vrees eerder voor de wespen.
Het zijn toch levende wezens, hoe je het ook wendt of keert.
Henry We moeten haar bevrijden. We moeten haar redden.
Pulluk We moeten er een einde aan maken, want ze moordt dat hele wespennest nog uit.
15e scène
Henry, Pulluk, Buzz, Euforia
Henry Euforia! Euforia! Euforia! Hoor je me. Kom eruit voor het te laat is!
Pulluk Buzz! Buzz! Buzz! Maak hier in vredesnaam een eind aan. Hoor je me?
Henry Euforia, red jezelf, schone vrouwe!
Pulluk Buzz, beste jongen, het is voor je eigen bestwil.
Buzz Hier ben ik al zelf. Nochtans wat ervan mij over is, want ik weet effe niet meer wat boven en onder is.
Henry Wat is daarbinnen allemaal gaande?
Pulluk Je zou zweren dat er een roedel wilde honden levend wordt geroosterd.
Buzz Ach, wij zijn een verloren geslacht. Ach, dat een tere vlinder ons zou vernietigen, louter met wat zij tussen haar benen met zich meedraagt.
Henry Ja, het is een machtig ding.
Pulluk Het is strikt genomen geen ding, dat maakt het des te schrikwekkender.
Henry Worden jullie dan uitgemoord?
Buzz We sterven een zoete dood.
Pulluk Dood is dood.
Henry Euforia?
Buzz Zij, die ons slaat met de gesel van onze eigen wapenen.
Henry Zij is mij dus ontrouw.
Buzz Tot in de 1.000e macht, beste vriend, en ze is er nog lang niet klaar mee.
Pulluk Dit gaat niet goed, hier moet paal en perk aan worden gesteld.
Henry Euforia is een, is een, is een …
Pulluk Zeg dat lelijke woord niet, alsjeblieft.
Henry Het woord geselt mij, het slaat me met stomheid, mijn hart breekt in 1.000 stukken, ik ben een gebroken man.
Buzz Zij sloopt de hele wereld met haar godvergeten lust.
Pulluk Wat is het opeens stil.
Euforia is hier klaar met haar vernietigingswerk, en zij maakt zich op om nieuwe slachtoffers te zoeken, nieuwe wandaden te begaan.
Buzz Wij kunnen slechts één ding doen.
Henry De hand aan onszelf slaan!
Buzz Eerst aan haar.
Henry Wat zeg je? Je doet me huiveren.
Buzz Op ons rust de taak de wereld van deze plaag te verlossen.
Henry Dood? Euforia, dood?
Buzz Euforia dood. Dood. Dood.
De blanke sabel uit de schede, ze mag niet ontkomen.
En garde!
Euforia Ach, jongens, wat schattig, een erehaag, voor mij, dat moeten jullie niet doen!
Henry Bereid je voor, Euforia, gemene meid, want je laatste uurtje heeft geslagen.
Buzz Je zult boeten voor je wandaden.
Pulluk Het is beter zo, Euforia, je kunt ze toch niet tegenhouden.
Henry Henry. Buzz. Pulluk. Lieve jongens, heeft de bevrediging jullie moordlustig gemaakt?
Henry Je bent ontrouw.
Buzz Je bent een crimineel.
Pulluk Helaas, je hebt verdeeldheid gezaaid.
Euforia Mijn dood heelt de verdeeldheid?
Henry Jouw dood boet de verdeeldheid.
Buzz Jij boet voor de verdeeldheid.
Pulluk Het is anders een goede vraag.
Henry Sta jij soms aan haar kant, aasvreter?
Buzz Jij kocht haar met geschonken honing, jouw stem telt niet.
Henry Ze gaf zich voor een potje honing?
Euforia Dat potje honing stond voor zijn ziel, zonder zijn ziel zelf te zijn.
Buzz De ziel van een ondier.
Euforia De ziel van een levend wezen,
Jullie hoeven niet te oordelen over de redenen waarom ik mij geef aan deze of gene, want ik ben niet van jullie, ik dien slechts de liefde, ik ben slechts onderworpen aan haar als ik ga van bloem tot bloem.
Henry Maar onze intieme relatie, Euforia, heb je teniet gedaan met je overspelige gefladder.
Euforia Dat spijt me wel, want het was erg mooi, maar mij daarom vermoorden is weer iets heel anders.
Henry Deze misdaad schreeuwt om bloed!
Buzz Jij hebt overspel bedreven en masse, een heel wespennest platgenaaid, en dat is een vernedering van onze martiale reputatie, en dat schreeuwt om bloed.
Euforia De weerloze heeft slechts haar woord. Daarin huist de waarheid, niet in jullie wapens.
Pulluk Wat is dat woord dan, Euforia, want ik ben zeer verlangend het te horen.
Euforia Er is niets op deze wereld dan de liefde, zij spreekt door de lust naar het lichamelijke, maar de lust bezoedelt haar niet als zij dat niet wil.
Henry Dood haar, dood deze misdadigster.
Buzz Reeds blinkt mijn rapier in het zonlicht.
Pulluk Euforia, vlucht, vlucht nu het nog kan.
Euforia Mijn minnaars keren zich tegen mij, dus wat heb ik nog om voor te leven?
Deus ex machina
Venere Genoeg!
Weg met die wapens, zij ontsieren het veld waar de liefde is bedreven en bezoedelen het bed van de minnaars met bloed.
Euforia, liefste, wat heb je mooi geleefd, wat heb je mooi gesproken.
Ik onderwerp mij nu aan jou, die mij de weg wijst van de loutere lust waar ik al deze voorgaande eeuwen van was bezield, tot het rijk van de liefde die liefheeft zonder aanzien des persoons, alle schepselen uit de hemel of uit de vuilnisbak, uit het verre oosten of uit de wilde west.
Je leven is kort, doch schoon en verheven, en het zal van geslacht op geslacht worden vernieuwd in steeds meer een grotere vleugelen in steeds meer en bontere kleurenpracht.
Voer mij mee in je vlucht als je triomfeert op aarde zowel als in de hemelen.
Jij, lieve Henry, die volhardde toen anderen hun geloof verloren, ook al ben je gekwetst en heb je gedwaald, jou geef ik een rasp waarmee je de sprinhaantjes die je begeert aanzet tot de liefde.
Jou, beste Buzz, die zich opwierp als haar beschermer, die haar al je vriendjes gaf om zich eens op uit te leven, die zich tenslotte opwierp als haar beul, jou kleed ik als kwijting in een rok van zwart en geel, zodat ik je altijd herken en altijd eer.
Ook jij, Pulluk, je bent een kwibus, maar jij hebt als enige je verstand gebruikt en het voor mijn liefste opgenomen toen de anderen zich tegen haar keerden, en daarom zul jij eeuwig het vuilnis van deze wereld je erfelijk eigendom mogen noemen.
Ach, ik roer mijzelf in mijn oneindige goedheid tot tranen.
Neem mijn hand, Euforia, dat ik je opneme in de rangen der goden, als de verrezene, als de zaligste der vrouwen
En, jullie, vrienden, gaat en vermenigvuldigt u.