Sainte Pelagie
Toneelspel
Jacob Dekker
Toneelspel
Jacob Dekker
Sainte Pelagie
04-02-2017 – 04-05-2017
Pelagia is wat mannelijk uitgevallen, en noemt zich voortaan Pelagius, om aan een ongewenst huwelijk te ontkomen. Ze beheert een nonnenklooster en is gelukkig. Dan beschuldigt een nonnetje haar haar te hebben verkracht. Ze verdedigt zich met de woorden: na mijn dood zal mijn lichaam getuigen van mijn onschuld.
SAINTE PELAGIE
Toneelspel
Vrij naar La Légende Dorée, of de Levens van de Heiligen van Christus Kerk, door Jacob van Vorage
tome II p 269-70: … alors la vue de mon corps livré à la mort sera la justification de ma vie, …
Jacob Dekker
personen
Pelagia / Pelagius, heilige vrouwe
Ponte, procurator van de Keizer
Cesare
Vespa
Tullius
1e scène
Pelagia, Cesare
Pelagie Cesare, niet doen, ik ben onwel.
Cesare Pelagia, laat me toch mijn gang gaan, lieveling, dan zul je je snel beter voelen.
Pelagie Ik wil mijn maagdom bewaren …
Cesare Tot na het huwelijk!
Pelagie En daarna, want ik benijd het de heilige vrouwen.
Cesare Het huwelijk is al heilig genoeg voor een vrouw zoals jij.
Pelagie Wat is er dan met mij?
Als ik je niet aansta, waarom wil je dan die vreselijke dingen met me doen?
Cesare Je bent me beloofd, er is geen ontkomen aan, ik wil er zo gauw mogelijk werk van maken.
Pelagie Je zult snel genoeg van me hebben, dus waarom al die moeite?
Cesare Hoe langer je me weerstaat, hoe begeerlijker je wordt.
Begrijp je dan niets van mannen?
Pelagie Mannen willen mooie vrouwen.
Cesare Zie je wel, je weet het wel.
Pelagie Ik ben geen mooie vrouw.
Cesare Ik begeer je ook niet als vrouw, maar als mijn wettige aanstaande echtgenote.
Pelagie Je moet mijn wens respecteren.
Cesare En jij de mijne.
Pelagie Dan stuiten we op elkaar af.
Cesare Dat is precies wat ik wil.
Pelagie Zo een stuitende vergelijking werp ik verre van me.
Cesare Misschien ben je niet vatbaar voor de liefde van een man, zelfs niet van een man zoals ik; misschien doen de geheiligde gebruiken van de Romeinen je niets, maar je bent toch nog wel een vrouw, een met angsten, gevoelens, begeertes …
Pelagie Die zijn gebonden aan het lichaam, en daarom veracht ik ze.
Cesare Dit lichaam, zeg je, wekt je afkeer op?
Pelagie Ik ervaar het als een last.
Cesare Omdat je er als een lastdier bijloopt, zo hoog op die dunne benen, met die smalle flanken en die brede schouders – en tieten heb je ook al niet – en dat hele tanige gestel wordt bekroond met een lang, sikkeneurig porem met een zware bril met twee borrelglaasjes, en lang, dun, vlassig haar.
Nou, waar lijkt dat op, eerlijk zeggen!
Pelagie Als je het al weet, vraag het dan niet aan mij.
Cesare Op een paard! Op een godvergeten oorlogshengst waarop de gepantserde ruiters rijden als ze de vijand onder de voet lopen.
Tagadap tagadap tagadap!
Pelagie Zo vlei jij de vrouwen, dat ze met je naar bed willen? Het is toch geen wonder dat je op mij bent aangewezen.
Cesare Een vrouw zoals jij heb ik nog nooit gezien, zelfs niet onder de Britten, en foei! Die meiden zijn echt om op te schieten!
Pelagie Ik ben niet enig in mijn soort?
Cesare Dat ben je wel, lieve Pelagia, er is niemand op de wereld zoals jij.
Ik ben als de kentaur die eindelijk zijn kentaurse heeft gevonden op de grazige weiden van het heerlijke Italië, waar zij kalm het gras afgraast en wacht op mij die haar zal bespringen.
Aanstonds zijn de velden weer vol met dartele veulens, kuis geschaard rondom hun moeder, ik hou de wacht en neig mijn kop in eerbied.
Pelagie Ik ben de kentaurse niet, helaas, en mijn kinderen worden lelijke mormels.
Cesare De wereld is leeg zonder jouw kinderen.
Pelagie Dan zal de wereld nooit leeg genoeg zijn.
Cesare Vergeet jij je plicht als vrouw, Pelagia?
Pelagie Dit ellendige leven is geen geschenk, maar een straf.
Cesare Hoe kun je zoiets zeggen?
Je hebt adem in je neus, de gave van het woord, je bent een vrije burger van Rome.
En je hebt mijn liefde.
Pelagie Ik ben Onze Lieve Heer dankbaar, maar voor mij had het niet gehoeven.
Cesare De Lieve Heer staat er geheel buiten.
Pelagie Ze zeggen: Hij is liefde.
Cesare Gehoorzaam Hem dan.
Pelagie Zoals het jou uitkomt, zeker.
Cesare Ik heb geen idee waar je het over hebt.
Pelagie Ik wil helemaal van Hem zijn en Zijn werk doen in deze wereld.
Cesare Dit is contractbreuk, dit zal je duur komen te staan.
Pelagie Mijn ouders en jouw ouders sloten een contract, maar ik acht me er niet aan gebonden.
Cesare Het werd ook mij in de maag gesplitst, maar ik gehoorzaam mijn ouders.
Eert uw vader en uw moeder, ja, ik heb dat boek ook gelezen, mij kun je niks wijsmaken.
Pelagie Ik volg mijn hart.
Cesare Je weet niet eens waar het zit, lieve Pelagia, en aan mij valt de eer te beurt het je aan te wijzen en het te vullen met liefde, dankbaarheid en kuise zeden.
Pelagie Het zit hier, in mijn boezem, en het is vol angst en beven – en afkeer.
Cesare Dat is fout, dat is zó fout, zó zonde van een goed hart.
Pelagie Waarom is het goed?
Cesare Omdat je vreest, omdat je beeft, omdat je afkerig bent van het onbekende.
Cesare Wat weet ik dan niet van deze wereld?
Cesare Het respect en de liefde van je echtgenoot, die jou, verschoppeling en foeilelijke meid, beschermt en koestert.
De genegenheid die jij verdient in de geborgenheid van mijn huis en haard.
Je bent enig en uniek in je verschijning en in de goedheid van je hart.
Want een hart dat vreest, is vol van vrees voor de liefde; de liefde die de enige oorzaak is van de vrees.
Pelagie Je bepleit je zaak goed.
Cesare Dank je, ik steek er graag wat werk in.
Pelagie Maar je pleit voor de verkeerde zaak.
Cesare Oh nee, ik wil gewoon echt heel graag met je naar bed.
Pelagie De vruchten van Venus smaken mij niet.
Cesare Dat zeg ik: je weet er niets van, laat mij je onderwijzen, alsjeblieft.
Pelagie Ik heb de hengst de tochtige merrie zien dekken. Wat moet ik nog leren?
Pelagie Onder de mensen is het anders.
De tederheid, de kussen, de lieve woordjes, de verheven gevoelens van saamhorigheid, enzovoorts.
Pelagie Ik zeg er niets ten nadele van, ik prijs het genot, maar liefde is heel wat anders.
Cesare De liefde wordt bezegeld door de paring, en beloond met het nageslacht.
Pelagie De liefde wordt geschonken door de genade en beloond in de hemel.
Cesare Met jou valt niet te praten.
Pelagie Laat me dan alleen, ik ben onwel.
Cesare Ik ben de man, ik beveel, en ben je ongehoorzaam dan zal ik je dwingen.
Pelagie Geen schijn van kans.
Cesare Dat zullen we dan nog weleens zien!
Pelagie Met één hand op mijn rug maak ik je in met boter en suiker.
Doe het jezelf en mij niet aan dat dit eindigt in een handgemeen.
Cesare Lelijke hengst, lelijke oorlogshengst, hoe kun je zo verstokt en zo ondankbaar zijn!
Pelagie Je vervalt in herhaling.
Cesare Ik ben niet tegen je opgewassen, fysiek gesproken, maar ik zal niet rusten voordat ik je kapot heb gemaakt, kapot zeg ik je, en jij je halsstarrige nek hebt geknakt onder het juk van mijn wraak.
2e scène
Pelagia / Pelagius
Pelagie Een hengst. Een kentaur. Een oorlogspaard dat de aarde doet dreunen onder zijn vervaarlijke hoefslag als hij ten aanval gaat onder de sporen van Gods ridder, een man in een wit pak, een Engel die mij berijdt …
Dat lijkt me wel wat.
Als de Engel mij niet berijdt, word ik bereden door die ellendeling van een Cesare.
Er zit niets anders op dan als een wilde hengst het halster af te smijten en over de heg te springen het vrije veld in.
Ik heb zo vaak gehoord dat ik een paard ben dat het met mijn verbeelding aan de haal is gegaan.
Maar ik moet zelf aan de haal, want mijn gelofte aan de Heer onze Verlosser bindt me.
Gebonden aan Hem ben ik verplicht dit huis te ontvluchten, en het valt mij zwaar, want ik haat het onbekende en ik vrees de eenzaamheid.
Ik ben groot en sterk.
Ik sta mijn mannetje.
Ik zal me verkleden als man, me voor man uitgeven.
Dat biedt in deze wereld nogal wat voordelen, zoals te heersen over mijn eigen lot.
Mijn eigen lot, namelijk, te boeten voor de zonde van mijn ouders die mij verwekten.
Ik hoor dat de jonge dochters van Rome bescherming zoeken in kloosters. De wet schrijft voor dat die door mannen worden geleid; in dat edele werk ligt mij toekomst.
3e scène
Pelagius, Tullius, Ponte
Tullius Ik ben een zwakke, oude man, mijn beste Pelagius, en de vluchtelingen stromen mij toe van alle kanten.
Waar laat ik ze? Hoe bescherm ik ze?
Pelagie Gods hand zal ze bewaren.
Tullius Ja, natuurlijk, Gods hand, die zou ik haast vergeten in tijden dat die hand kennelijk wel wat beters te doen heeft dan hordes jonge vrouwen te beschermen tegen rovers en verkrachters.
Pelagie Wij zullen voor Hem strijden, beste Tullius.
Tullius Ja, jij, met je sterke armen en je slagzwaard. Ik doe toch niet tevergeefs een beroep op je?
Pelagie Waar komen ze vandaan? Waarom zijn het er zoveel?
Tullius Ze worden uitgehuwelijkt als ze nog niet hebben gewisseld, aan kerels die ze haten, voor een leven van dienstbaarheid, geweld en sterven in het kraambed.
Ze kiezen een ander bestaan.
Huw ze aan Onze Lieve Heer en ze hebben een beter leven.
Pelagie Dit is de ondergang van Rome.
Tullius Het is jammer, maar het zal ook nog wel even op zich laten wachten, vrees ik, als alle hoeren nog steeds aan de lopende band slaven baren en de meesters ze met oorlog en honger in toom houden.
Pelagie We gaan een beter leven tegemoet.
Tullius Geloof dat maar niet! Als we de huidige nood kunnen lenigen doen we al genoeg.
In mijn erfgoed heb ik nog een versterkt huis, daarginds aan de rand van de kloof, daar moet je ze onderbrengen.
We hebben de toestemming van de procurator van de Keizer nodig, en die geeft hij alleen als er een man aan het hoofd van het klooster staat.
Pelagie Wat zei ik? Man zijn heeft voordelen.
Tullius Oude man zijn nadelen. Laat het je gezegd zijn.
Daar komt hij al aan, Ponte, een rakker. Hij trekt de ongelogen waarheid uit een zwerfkei die tienduizend jaar onder het pakijs heeft gelegen, en hij heeft gloeiend de pest aan de Christenen.
Hij komt hierheen om ons te dwarsbomen.
Ponte Ben ik nog op tijd?
Tullius Wat bedoelt u, procurator?
Ponte Om te voorkomen dat een hele horde dochters van Rome aan hun wettige echtgenoten wordt onttrokken, meneer Tullius.
Tullius Ik dacht misschien komt u ze ontslaan van de tirannie die van oudsher het bestaan van onze dochters tot een kwelling maakt.
Ponte De bescherming van ouders en echtgenoot in het door de Goden gesanctioneerde huwelijk is geen tirannie, meneer Tullius, het is de weg die voor een vrouw in deze wereld openstaat.
Ik zal degene die haar aan mijn gezag onttrekt eigenhandig een kopje kleiner maken, begrijpt u wel.
Tullius Ik wijs u erop dat het onze Keizer heeft behaagd de vervolgingen op te schorten.
Ponte Opgeschort, niet afgeschaft, en zeer tegen zijn zin, en hij rekent erop dat ik, zijn procurator, dat begrijp, en derhalve moet ik vrezen voor het leven van de man die u hebt meegenomen.
Meneer, wie bent u.
Pelagie Pelagius, procurator, tot uw dienst.
Ponte Donder op hier, maak dat je wegkomt, voordat het je spijt.
Pelagie U dreigt een Christen met geweld, is dat het werk van de wet van de Keizer?
Ponte U hebt een hoge stem voor een zo robuust heerschap, is dat soms uw christelijke verhevenheid?
Pelagie Het is mijn aangeboren eerbied voor het vrouwelijke.
Ponte U werpt zich natuurlijk op als abt, of zo, hoe heet het, van de voortvluchtige jongedames?
Pelagie Dat is mijn innigste wens.
Ponte Ik kan het u niet weigeren, meneer Pelagius, maar wel van harte afraden.
Pelagie Hoe dat zo, procurator?
Ponte Het is ongehoorzaam tuig. Ze lopen weg bij hun ouders, straks lopen ze weg bij u, en dan zijn ze vogelvrij.
U moet moeite voor ze doen, en wat meer is, mijn zwaard ligt in uw nek, roerig en opstandig, klaar om te hakken – als onze Keizer het beveelt.
Belijd uw geloof in rust en afzondering, overleef, herstel de aloude Romeinse orde.
Pelagie De Romeinse orde is één ding, God is een ander.
Ponte Tullius, waar heb je deze onaardse gek vandaan gehaald?
Tullius Een Romeins burger, procurator, voortgekomen uit de ridderstand.
Ponte En waar komt u vandaan?
Pelagie Ik heb mijn afkomst vaarwel gezegd om de Heer te dienen.
Ponte Weggelopen meiden opsluiten in een versterkt huis is de Heer dienen?
Pelagie Jongedames de gelegenheid geven naar eigen inzicht te leven en dat is in hun geval de Heer dienen.
Ponte Hun motivatie is onzuiver, meneer Pelagius, ze zien het als een kunstje om onder het huwelijk uit te komen en kerels uit te proberen.
Pelagie Die kerel is Onze Lieve Heer.
Ponte Een vervolgde, een gekruisigde, wat heeft Hij ze te bieden dat ze niet in een of ander schennig bed kunnen genieten met een potente baviaan?
Pelagie De hemelse zaligheid.
Ponte Ik waarschuw u niet voor niets.
Pelagie Ik neem uw waarschuwing ter harte.
Ponte Voor zover u verstand hebt, maar u hebt geen ervaring met deze zaak opgedaan en uw geloof komt me weliswaar oprecht, toch niet heel diep voor.
Ponte Ik zoek het te verdiepen.
Ponte Besef goed dat u verantwoordelijk bent voor deze ellende, en als het verkeerd loopt hou ik u aansprakelijk.
Pelagie Ik neem het op me.
Ponte Tullius, hoe kun je, zo'n fijne vent hierin te mengen, jij, die de vervolgingen hebt meegemaakt, en overleefd?
Tullius De Heer zal hem hoeden.
Ponte En hem leren hoeveel hij lijden moet in Zijn Naam, ja, ik heb het allemaal eerder gehoord.
Tullius U kunt het tij niet keren, procurator.
Ponte Ik sta hier en nu om jullie voor deze dwaling te behoeden.
Tullius Doe geen moeite, wij stellen ons vertrouwen niet meer in de wet van Rome.
Ponte Waar zijn de vrouwen?
Tullius Ik heb ze zolang ondergebracht in het versterkte huis.
Ponte Uw huis?
Tullius Mijn huis.
Ponte Dan hebt u onderdak verleend aan voortvluchtige misdadigers.
Tullius U kunt de toestand normaliseren.
Ponte Kunnen, omdat ik moet, vergeet dat niet.
Pelagius, breng me naar ze toe, want ik wil eerst met ze praten.
Tullius Een redelijk verlangen procurator, u zult ze aleens gezind en wel getroost vinden de wereld af te zweren.
Ponte Ik ben redelijk, u bent dat niet.
Tullius Zo zijn de wegen van Onze Lieve Heer.
Ponte Jouw Heer, laat mij erbuiten.
Ga ons voor, ik wil nog even onder vier ogen met Pelagius praten.
4e scène
Ponte, Pelagius
Ponte Pelagius, beste jongen, wat heeft Rome jou gedaan dat je je van haar afkeert?
Pelagie Dit is een keuze vóór Rome.
Ponte Jonge vrouwen steriel maken, huwelijksbeloften verbreken, je ouders trotseren, je levend begraven omwille van een terechtgestelde Jood?
Pelagie Rome heeft haar eigen wet gebroken toen zij een onschuldige veroordeelde en ter dood bracht.
Pelagie En dat gaan de christenen niet doen?
Pelagie Wij zetten ons in om het te voorkomen.
Ponte Ik help het je hopen, maar ik geloof er geen snars van. Jullie zijn onverdraagzaam.
Pelagie Dat hebben we dan van Rome geleerd.
Ponte Het is wijvengepraat. Ze maken van stoere Romeinen wijven met hun medelijden en hun zogenaamde naastenliefde.
Ze willen allemaal eerst zelf heilig worden, en hier op aarde de hemel verdienen.
De hemel die ze niet met hun eigen ogen hebben gezien.
Pelagie Daarom is de hemel er nog wel.
Ponte Hoe weet je dat allemaal?
Pelagie Onder het kruis heeft iedereen zijn geloof verloren. Hij was alleen met God. Zo ben ik ook, en toen ik zo was geworden zag ik Hem.
Ponte Hij openbaarde Zich?
Pelagie U zegt het.
Pelagie Maar nu ben je niet meer alleen, want je hebt geloofsgenoten gevonden.
Pelagie Ja, God zij dank.
Ponte Je wilde niet alleen blijven en Hem zien?
Pelagie Dat is slechts voor eventjes, heel eventjes, want het is niet te dragen.
Ponte Zoals een kruis.
Pelagie De dag van uw bekering is nabij.
Ponte Vergeet het maar. Het christelijk geloof is een pest die zich langs onze heerwegen verspreidt, en Rome tot in haar wortels verziekt.
Pelagie Rome is verziekt door geweld, corruptie en haat, het christendom is haar medicijn.
Ponte Ik moet het nog zien.
Pelagie Rome gaat voorbij, de hemel niet.
Ponte Je projecteert een oplossing voor onze problemen hier in een wereld waar die niet kunnen bestaan, en dat is een denkfout.
Pelagie Het heeft niets met denken te maken.
Ponte Des te erger. Wat is een mens als hij niet denkt?
Pelagie Dan maakt hij geen denkfouten.
Ponte Je pakt me op mijn eigen woorden, en daarom zeg ik dat jouw geloof ondiep is, en eertijds zal dat je berouwen.
Pelagie Integendeel, het geloof is overal zichtbaar, het ligt als het zonlicht op het water.
Ponte Ik spreek je nog wel.
Daar zijn de dames, zich noemende bekeerlingen.
Laat mij eens met ze betijen.
5e scène
Pelagius, Ponte, Tullius, Vespa
Ponte Jij daar, ja, jij, wat bezielt jou om je af te geven met dit lage volk, deze afvallige Romeinse slaven en bandieten, ben je dan niet wijzer of lijk je maar zo stom?
Vespa Mag ik beleefd informeren wie u bedoelt?
Ponte Hou je niet van den domme.
Vespa Meneer de procurator weet niet wie hij voor zich heeft?
Ponte Meneer de procurator ziet een bevallige, welopgevoede dochter van een vooraanstaand Romeins geslacht voor zich, die zich heeft overgegeven aan een weerzinwekkende en wanstaltige cultus, en die een keer goed over knie moet worden geleegd om mores te leren.
Vespa Ik ben Vespa, van de Flavii, die de hen onwelgevallige procurators voor de leeuwen gooiden in het circus, dat ben ik.
Ponte Die grote bek van je dank je aan het aanzien van je geslacht in Rome.
Vespa Ik heb ontzag voor Rome, maar ik verwerp haar wreedheid, haar corruptie, het circus met die bloederige rot spelletjes waar men zich verheugt over de dood van onschuldige mensen.
Is dan de juichende menigte op de tribunes Rome, of zijn het de slachtoffers in de arena?
Zijn het de leeuwen?
Spreek me niet tegen!
Nu ben ik, een vrouw, een vervolgde, een gejaagde aan het woord.
U bent slechts een werktuig van de Keizer, die de ene dag dit en de volgende dat dag wil.
En vandaag of morgen bekeert hij zich, en wat doet u dan? U beschermt het ware geloof.
Ponte Komt niks van in.
Vespa Wat u ervan vindt is onbelangrijk.
Wij staan hier, arme en berooide vrouwen, door onze families verstoten, zonder bescherming van de overheid, en u probeert ons nog te intimideren op de koop toe.
Ponte Jullie hadden geld en land, jullie hadden je familie, en daarmee de overheid.
Vespa De overheid die ons niet toestaat dat wij ons hart volgen, die ons haar wetten en haar geloof opdringt, want die weet immers wat Romeins is, en wij Romeinsen weten dat niet.
Ponte U zegt het.
Vespa Scheer u weg, stik in geld en vreet het land maar op, gebruik de wet om de argelozen te beroven en de rijken rijk te maken, en laat ons met rust.
Ponte De Keizer draagt mij op uw geloof te beproeven.
Is het echt? Of is het voos?
Ik hoor alleen maar een stelletje querulanten, met alle respect voor uw afkomst, en geen inhoudelijk argument.
Vespa Ik kan u het geloof niet schenken.
Ponte Ik kan u gevankelijk laten wegvoeren.
Dus, laat maar eens horen wat hier de grond van de zaak is.
Vespa Het is niet aan u besteed.
Ponte Neem er eens de proef van, ik ben een en al oor.
Vespa Meneer de procurator, u staat onder de mensen als één van velen, maar u bent ook alleen en in de openbaring zult u zien dat u alleen staat tegenover God, die ook alleen, enig en uniek is.
Ponte Wanneer beleven we het?
Vespa Dat bepaalt u zelf.
Ponte Goed, ik ben tevreden. Al wat kort wordt gezegd is waar gezegd.
Vespa Dank u.
Ponte Maar u zegt het nu, u, een jonge vrouw in de bloei van haar jeugd.
Dit één keer te beleven en er dan inderhaast voor kiezen is een ding, er de rest van je leven in blijven geloven is een ander ding.
En als ik merk dat jullie er een potje van maken dan ben ik hier als de wiedeweerga terug, met de slopers en de sloopkogel, ik maak dit ellendige oord met de grond gelijk en ik sluit jullie op in de donkerste kerker waar jullie het daglicht niet meer zullen zien.
Vespa Wat u ook doet, het licht van het geloof zal ons altijd vergezellen.
Ponte Praatjes voor de vaak!
Tullius! Voer dat tuig af.
Jullie vallen nog steeds onder de Romeinse wet.
Vespa Ik zal voor u bidden.
Ponte Bid jij nou maar voor jezelf.
6e scène
Pelagius, Vespa
Pelagie Mevrouw, u sprak mooi.
Vespa Ik ben zuster Vespa, en laat dat mevrouw achterwege alstublieft.
Pelagie Je woorden hebben mij geraakt, Vespa.
Vespa De liefde gaf mij de woorden in, ik ben slechts haar spreekbuis.
Pelagie Dan ben je een uitverkorene.
Vespa Ik was liever een gewone vrouw.
Pelagie Dat willen de uitverkorenen.
Vespa Kan ik eraan ontkomen?
Pelagie Niet op de weg die je bent gegaan.
Vespa Juist op de weg die ik ben gegaan.
Pelagie Het geloof stelt me steeds voor raadsels.
Vespa Ik ben je dienares, Pelagius, en om jou ben ik hier.
Pelagie Dan zullen we samen de Heer dienen.
Vespa Als de Heer liefde is.
Pelagie Dat is Hij.
Vespa Wat let ons Zijn weg te gaan?
Pelagie Vespa, wat bedoel je, waarvan ken je mij?
Vespa De edele Tullius wees mij een man aan.
'Daar gaat Pelagius,' zei hij, 'zie je hem niet?'
Ik was met stomheid geslagen, hoe kon ik zo een man niet zien?
Is er iets op de wereld met hem te vergelijken?
Ik stond op het punt deze popenkast de rug toe te keren, maar de aanblik van jouw gestalte gaf mij nieuwe moed en nieuwe energie.
'Wie is hij?' vroeg ik.
'Dat is de man die Rome heeft overwonnen,' zei de edele Tullius, en ik geloofde hem.
Jij bent de man die Rome overwint alleen maar door je ogen te openen en mij te zien, en dat hele akelige Rome teniet te doen en te vernietigen.
Pelagie De wegen des Heeren zijn ondoorgrondelijk.
Vespa Ik zie anders mijn weg naar Hem duidelijk voor me.
Pelagie Daarom ben je een lichtend voorbeeld voor alle vrouwen die je volgen.
Vespa Alle vrouwen kunnen mij gestolen worden, ik wil jou, Pelagius, en ik zal je krijgen.
Pelagie Ik ben geheel de jouwe, Vespa, en samen zullen wij het koninkrijk beërven, zoals het staat geschreven in het evangelie.
Vespa Ik zou het niet weten.
Pelagie Dan heeft je hart het je ingegeven.
Vespa En het is vol van jou.
Pelagie Ik heb toch moeite je precies te volgen, lieve Vespa.
Vespa Ik heb je lief, Pelagius, voor jou wil ik Rome weerstaan.
Pelagie Je hebt een verkeerde voorstelling van het leven in het klooster.
Vespa We zullen het leven in het klooster inrichten naar onze verlangens.
Pelagie Het wordt ingericht naar de verlangens van Onze Lieve Heer.
Vespa Die niet in het klooster is, dus wat heeft Hij ermee te maken?
Pelagie Wij wijden ons aan Zijn liefde.
Vespa Dat bedoel ik, Zijn liefde zullen wij bedrijven, met ijver, toewijding en verloochening van al onze wereldse zaken.
Pelagie Daartoe behoort geduld, berusting, kuisheid en onthouding.
Vespa Geduld, berusting, dat wel, want Rome verandert niet, zelfs niet als het valt door ons toedoen.
Maar kuisheid en onthouding hebben Rome niet groot gemaakt – en op die manier zal zij nooit voorbijgaan.
Pelagie Je verwarring is begrijpelijk, lieve Vespa.
Rome beheerst nog onze gedachten en onze omgangsvormen.
Het wrede Rome doet ons beven.
Het grote Rome is nog steeds ons voorbeeld.
Maar wij zullen anders leven, zonder wreedheid, zonder veroveringen, massamoorden en vervolgingen.
Vespa Dat zeg ik toch: wij zullen leven van liefde, beantwoorde liefde – en genot.
Pelagie Beantwoorde liefde, ja; genot, nee.
Vespa Laat mij het je leren. Ik ben van liefde en genot gemaakt.
Pelagie Dat is onmogelijk.
Vespa Jij bent ook van vlees en bloed, schone Pelagius, laat mijn handen je zinnen tot leven wekken, laat mijn kussen je leren wat liefde is, laat mijn schoot je tot een man maken, laat mij voelen dat je een man bent, hier en nu onder jouw ogen voel ik mij een vrouw.
Pelagie Je bent niet alleen met mij, je bent alleen met Onze Lieve Heer.
Hij zal je alle liefde geven en je alle genot verschaffen, en blijf van mij af.
Vespa Je kunt beter hier en nu toegeven, in plaats van een dor en saai en lang leven te wachten op het helemaal niets dat ons wacht in onze ouderdom en na onze dood.
Pelagie In onze ouderdom wacht ons rust, na de dood de hemel.
Vespa Dat zijn bakerpraatjes, niemand weet iets van het toekomende leven, en de heiligen zijn dood en kunnen niets meer.
Pelagie Behalve misschien ons het goede voorbeeld geven.
Vespa Van hoe het niet moet!
Ze waren gemaakt om lief te hebben, en in een rustig bestaan met hun vrouwen en mannen te leven, in liefde en genot, en met hun gezin.
Wat zijn ze nu?
Stof en as, afgehouwen koppen, jonge rozen gebroken in de knop, hun lieflijke geur vergaan tot stank en bederf.
Pelagie Dit vlees is voos.
Vespa Dit vlees is heerlijk.
Pelagie Voor zolang het duurt.
Vespa Vandaag is eeuwig, want nu schijnt de zon en zij onthult onze schoonheid en onze jeugd.
Pelagie Ik wil niet.
Vespa Ik zal je dwingen.
Pelagie Ik ben onwel, Vespa, door je avances. Je bent jong, je bent mooi, maar ik wil niet wat jij wilt, nooit, je moet me met rust laten.
Vespa Je hebt mijn gevoelens gewekt, je bent verplicht ze te beantwoorden.
Pelagie Je spreekt als een Romein.
Vespa Dat ben ik.
Pelagie Je bent een bruid van Christus.
Vespa Komt Hij mij bevredigen?
Pelagie Dat ligt aan jou.
Vespa Dan nooit.
Hij stierf, lang geleden, toen iedereen Hem in de steek liet, bang als ze waren voor Rome en haar wrede macht.
Wat kan die arme man nog voor ons doen?
We bewenen Hem, en dan kiezen we voor het leven.
Pelagie Dan kun je beter weggaan, en iedereen meenemen die er net zo over denkt als jij.
Vespa Iedereen denkt er zo over als ik, en wij blijven waar we zijn.
Pelagie Je bent onredelijk, Vespa.
Vespa Ik spreek met de stem van de rede.
Pelagie Het geloof is niet redelijk.
Vespa Hoor, hoe je jezelf tegenspreekt.
Pelagie Ik hoor het, en mijn ziel draagt er rouw om.
Vespa Met één kus verdrijf je die.
Pelagie Ik koester mijn rouw als mijn grootste schat.
Vespa Weet je wel wat het is om een vrouw als ik te versmaden?
Pelagie Zoiets als de wraak van een Romein bij het verbreken van een huwelijksbelofte?
Vespa Maar dan erger, want ik ben een Romeinse, en mij staat een leven van onthouding niet aan, noch jong te sterven onder de handen van de beul.
Pelagie Je hebt beloofd in het klooster te gaan, Vespa, en denk aan wat Ponte heeft beloofd als je die gelofte breekt.
Vespa Dreig jij mij met de procurator?
Pelagie Ik herinner aan zijn woorden, en je had je toen moeten bedenken.
Vespa Ik zal je krijgen, nu of later, en Ponte kan de hik krijgen met zijn dreigementen.
Rome wordt christelijk, en verder is er niks aan de hand; de stad moet worden bevolkt, want de paus is tegen geboortebeperking.
Pelagie Niet met mij, Vespa, niet met mij.
Vespa Alleen met jou, een ander moet ik niet, daarvoor ben ik nou weer echt een Romeinse.
Pelagie Je staat onder mijn gezag, en hiervoor zal ik je boete opleggen.
Vespa Wat jij mij oplegt is mij van harte welkom.
Pelagie Het zal onaangenaam zijn.
Vespa Wat van jou komt is voor mij een genot.
Pelagie Je gaat naar je cel, je krijgt de Heilige Schrift mee, en daar blijf je tot je tot inkeer komt.
Vespa Oh, te wachten op jouw liefde zal mij zwaar vallen, maar mijn dagen licht en zorgeloos maken.
Pelagie Het is voor je eigen bestwil.
Vespa Dat geloof ik graag.
Pelagie Was er maar iemand zo goed het mij op te leggen.
7e scène
Vespa, Cesare
Cesare Vespa. Vespa? Vespa!
Ik weet dat je hier bent, je hoeft je voor mij niet te verbergen.
Vespa Vespa?
Cesare Ja, jij, Vespa.
Vespa Ik ben mijn naam vergeten.
Cesare Ik ben Cesare, jij bent Vespa.
Vespa Cesare … Vespa …
Cesare Is het zover met je gekomen?
Vespa Mijn naam is een reddende hand die zich in deze woelige zee van verlatenheid naar mij uitgestrekt.
Jouw naam beweegt mijn hart als de zuidenwind en beroert mijn oren als de stem van mijn moeder.
Cesare Nu hoorde ik van de procurator dat hier jonge vrouwen eenzaam zitten opgesloten, voor hun eigen bestwil, ik dacht, dat moet ik zien.
Vespa Zie je mij dan nu?
Cesare Je cel is donker, kom eens bij het venster staan.
Vespa Het tocht zo akelig uit het venster.
Cesare Het is ook op het noorden.
Vespa Het licht verblindt me.
Cesare Kom, kom, steek je gezicht naar buiten en adem de vrije lucht in.
Vespa Wat kom je doen?
Cesare Ik wil een heilige vrouwe zien met mijn eigen ogen.
Vespa Dan ben je hier verkeerd.
Cesare De heilige vrouwen laten zich inmetselen en verkeren in hun celletjes met God, zeggen ze, en zo vind ik jou, ingemetseld en wel.
Vespa Ik heb de schijn niet tegen, maar God is hier zeker niet bij.
Cesare Hij schijnt pas na jaren te komen.
Vespa Hij zal nooit komen, want ik wil Hem niet.
Cesare Jammer. Maar wat doe je hier dan?
Vespa Er is een man in mijn leven en op deze manier dien ik hem.
Cesare Wat voor een man is dat die een jonge vrouw levend begraaft?
Vespa De beste man ter wereld, Pelagius, gezegend zij zijn heerlijke naam.
Cesare Pelagius?
Vespa Je kent hem?
Cesare Ik zoek hem al enige tijd.
Vespa Hij is hier. Ergens. Ik voel zijn aanwezigheid, maar ik zie hem nooit. Vind hem. Breng hem bij me. Ik wil hem dienen, maar niet op deze manier.
Cesare Wat dan?
Vespa Ik wil een hond zijn aan zijn leiband.
Ik wil mijn benen voor hem spreiden.
Ik wil hem elke dag liefhebben en zijn kracht voelen in mijn buik, zijn liefde voelen in mijn hart.
Ik wil hem, hem, hem.
Cesare Dat moet wel een uitzonderlijke man zijn.
Vespa Oh, dat is hij, dat is hij!
Hij maakt mij welsprekend, hij maakt mij tot een vrouw, hij beweegt mij tot onmogelijke dingen, hij …
Cesare Maar niet tot het geloof.
Vespa Wat kan mij het geloof schelen?
Cesare Dat is de weg naar zijn hart.
Vespa Ik wil de weg naar zijn bed.
Cesare Dat is dezelfde weg, linksom of rechtsom. Aan jou de keuze.
Vespa Dat geloof van hem moest ik eerst onder woorden brengen, hij is er zelf nauwelijks toe in staat.
Cesare Wie zegt dat-ie het weet, weet het niet. Zo is dat met het geloof.
Vespa Het zal wel.
Ik bestudeer het, maar dat ene boek is in het Grieks en dat heb ik laten sloffen, en het ander is in het Hebreeuws, dat schrijft de hele andere kant op en de lettertjes zijn niet van elkaar te onderscheiden.
Ik verveel me gewoon te pletter.
Cesare Pelagius is wreed, oppervlakkig en dom.
Je zult je op hem moeten wreken voor jouw liefde die hij versmaadt.
Vespa Hem iets aandoen, hoe zou ik dat kunnen?
Cesare Zie wat hij jou aandoet: eenzame opsluiting in een kamertje op het noorden.
Vespa De eenzaamheid, zeiden ze, brengt mij bij God, en uit het noorden schijnt het ware licht.
Cesare Ik ben het die je nadert nu jij hier wacht en ik nader je uit het noorden.
Vespa Raak mijn hand eens aan, opdat ik weet dat ik niet hallucineer.
Cesare Hier is mijn hand.
Vespa Ik kus deze hand met heel mijn hart en mijn lippen, want daarvoor ben ik gemaakt.
Cesare Ik ben Pelagius niet, hij is verhinderd, maar ik kom in zijn naam, want dat recht heb ik.
Vespa Je spreekt in raadselen, verklaar je nader.
Cesare Ik heb van oudsher een band met Pelagius.
Vespa Ben je zijn broer dan?
Cesare Pelagius was mij beloofd.
Vespa Is hij dan een aan jou nagelaten slaaf?
Cesare Zoiets. Pelagius zou mijn vrouw zijn.
Vespa Donder op! Maak dat je wegkomt!
Cesare Haar ware naam is Pelagia. Zij verbrak haar huwelijksbelofte, zij vluchtte voor mij, haar man, en om zich te verbergen gaf zij zich uit voor een man.
Vespa Gadverdamme, een wijf, ik was verliefd op een wijf!
Cesare Ze heeft een wat hoge stem, maar overigens de bouw van een kerel.
Vespa Hoe kon ik zo blind zijn?
Cesare Iedereen trapt erin.
Vespa Ik ben zelf een vrouw; een vrouw ziet zoiets.
Cesare Een verliefde vrouw niet.
Vespa Pelagius: Pelagia. Een vrouw. Vandaar dat haar geloof zo ondiep is, een vrouw heeft wel wat anders aan haar hoofd.
Cesare Zoals de liefde, Vespa.
Vespa Hoe weet jij het eigenlijk? Heb je gerammeld?
Cesare Geschud, en dan sneeuwt het op Rome.
Vespa Heb je haar naakt gezien?
Cesare Ze is door de vroedvrouwen gekeurd en vruchtbaar bevonden, en virgo in tacta.
Vespa Je liegt het! Waarom kom je mij kwellen met deze verzinsels?
Cesare Zij verbrak haar huwelijksbelofte, ik ben een Romein, ik eis genoegdoening.
Vespa Ga naar hem, naar haar, bedoel ik … naar het, rijg haar aan je zwaard, en laat mij met rust.
Cesare Ik wil jou helpen, als jij mij helpt.
Vespa Ik, jou helpen? Ik zit hier voor eeuwig ingesloten en ingemetseld, ik kan mezelf niet eens helpen.
Cesare Ik heb een sluw plan bedacht.
Vespa Je bent niet goed wijs. Ik ben verplicht aan mijn eed, als ik die verbreek gooit Ponte me levend op de brandstapel.
Cesare Een zwangere vrouw, die werd verkracht door haar abt zal men ontslaan van haar eed, en dan trouw ik met je.
Vespa Pelagia gaat mij niet zwanger maken.
Cesare Maar ik wel.
Vespa En je trouwt met me?
Cesare Zweer ik.
Vespa Zeg je nu.
Cesare Graag of niet.
Vespa Hoe ga je mij zwanger maken? Door de muur heen? Je bent de Heilige Geest niet.
Cesare Steek je kont uit het raam, zodat ik je kan naaien.
Vespa Het licht uit het noorden …
Cesare … is het ware licht.
Vespa Is dit romantisch?
Cesare Jazeker, want we koppelen de lust aan de wraak, die Ponte vreselijk zal laten neerdalen op het vervloekte hoofd van Pelagia.
Vespa Dat smerige, leugenachtige wijf, een verliefde vrouw zo te misleiden, wat een kolere streek.
Voor hem heb ik me laten inmetselen met Grieks en Hebreeuws en een venster op het noorden.
Maar ik zal hem krijgen, haar, bedoel ik.
Ik zal haar laten roosteren op een laag vuurtje, want hier is mijn kont, en de gedachte aan haar gegil op de brandstapel maakt mij nat en gewillig.
Cesare Wat een heerlijke kont, wat is de willekeur van de macht toch een geil instrument, dat zich verlengt aan mezelf, zodat ik je stoot op stoot kan geven met het vooruitzicht van de heerlijke wraak op de vrouw die het lef had mij af te wijzen.
Vespa Als dit de liefde is, dan wil ik daarvoor leven. Stoot op stoot, en pleng je zaad tot de laatste droppel in mijn verlangende schoot.
Cesare Wat is de misdaad heerlijk, lieve Vespa.
We zullen Pelagia nog dankbaar zijn dat zij ons aanzet alles wat heilig is met voeten te treden.
8e scène
Tullius, Ponte
Tullius Procurator, een van de heilige vrouwen in het klooster van Pelagius wenst u dringend te spreken.
Ponte Nou al?
Tullius Het is Vespa.
Ponte Die met die grote bek!
Tullius Zij die haar woorden zo wel kiest, inderdaad.
Ponte Dat belooft wat.
Tullius Ik heb geen idee wat er aan de hand is, maar de consternatie daarginds is groot.
Ponte Ik verwijt het mezelf.
Ik had dit nooit mogen toestaan, maar ze pleitte als een rechtsgeleerde, en daar ben ik nou eenmaal gevoelig voor.
Straks worden er een paar levend geroosterd alleen maar omdat ik te zwak was om ze naar hun moeder terug te sturen.
Waar is ze?
Tullius Zij is ingemetseld in haar cel.
Ponte Dat is toch zeker niet te geloven!
Een jonge vrouw in de bloei van haar leven opsluiten en levend begraven.
Wat zijn dat voor misdadigers?
Tullius Zij willen alleen zijn met God.
Ponte En God wil alleen zijn met hen?
Tullius Ze hebben Hem inderdaad niks gevraagd.
Ponte Ik neem een koevoetje mee, want dit tolereer ik niet.
Tullius Het is een vrij land, procurator.
Ponte Naar het blijkt, en ik zal die vrijheid door dik en dun verdedigen.
9e scène
Pelagius, Vespa, Ponte, Tullius
Ponte Vespa, ben jij in deze cel?
Vespa Ik ben hier.
Ponte Kom bij het venster, dat ik je kan zien.
Vespa Oh, haal mij hieruit, nobele procurator.
Ponte Men zegt dat je hier uit eigen vrije wil zit, Vespa, en je zei tegen mij nog dat je niet anders wilde.
Vespa Ik wil ook niets anders.
Ponte Waarom dan roep je mij bij je, en zie ik je met behuilde ogen en gescheurde kleren, zeg op, wat is er met je aan de hand?
Vespa Ik kan niet spreken, nu ik gevangen zit en aan de willekeur van de macht ben overgeleverd.
Ponte Hé, dat is vreemd, dat verwijt krijg ik altijd naar mijn hoofd geslingerd.
Vespa Ten onrechte, goede procurator, en ik herinner mij uw wijze woorden en uw waarschuwingen maar al te goed, en ik heb er spijt van dat ik niet naar u heb geluisterd.
Ponte Jij hebt spijt van je geloof?
Vespa Dat nooit, maar spijt dat ik mijn lot in handen van een misdadiger legde.
Ponte Wie is de misdadiger en wat is de aanklacht tegen hem?
Vespa Kunt u het niet raden?
Zeg zijn naam slechts, zodat ik dat niet hoef te doen.
Ponte Pelagius?
Vespa Geen ander, geen ander dan die leugenaar, die misdadiger, die verkrachter.
Ponte Pelagius, wat raaskalt dat meisje?
Pelagie De opsluiting is haar misschien slecht bekomen.
Ponte Ik weet het wel zeker.
Ik breek nu deze cel open, want ik laat dit niet meer over mijn kant gaan.
Pelagie Ik verbied het u.
Deze vrouw is aan mij toevertrouwd, en ik heb haar behandeld precies zoals ze zelf wilde.
Ponte Zij herroept het.
Pelagie Dat is niet mogelijk.
Ponte Zie je dit koevoetje, daarmee is alles mogelijk.
Pelagie Zij heeft haar ziel verpacht aan haar eed, als u het zegel van haar cel verbreekt is zij voor eeuwig verloren.
Ponte Wat weet ik daarvan?
Ik zie een vrouw die moet worden gered.
Pelagie Zij is al gered.
Ponte Pelagius, dat je zo diep bent gezonken is onbegrijpelijk, maar dat komt waarschijnlijk omdat jij dat geloof van jou niet kent.
Pelagie En als dat zo is, dan weet zij het misschien wel.
Ponte Ze wil ervan af.
Pelagie Hier met dat koevoetje! Ik zal het zegel van haar cel verdedigen met mijn leven.
Ponte Geweld gebruiken tegen de magistraat van de Keizer?
Pelagie Om mij te verweren tegen uw geweld.
Ponte Ik kom met een cohort Pretorianen, Pelagius, wil je dat soms?
Pelagie Ik wil met Vespa spreken voor het zover komt, zij zal tot bezinning komen.
Ponte Ik wil er getuige van zijn.
Pelagie Iedereen mag er getuige van zijn.
Ponte Spreek met haar en ik zal niet tussenbeide komen.
Pelagie Vespa, waarom roep jij de procurator, waarom roep je mij niet?
Vespa Procurator, edele procurator, red mij toch, doe die man weg van mij.
Ponte Ik ben hier, Vespa, ik hoor alles wat jullie zeggen.
Vespa Zeg tegen hem dat ik hem haat, zeg tegen hem dat hij een verkrachter is.
Ponte Zeg het hem zelf.
Vespa Hij hoort mij toch!
Ponte Praat dan tegen hem.
Vespa Zijn aanblik herinnert mij aan de vreselijkste ogenblikken van mijn leven.
Pelagie Dat is mogelijk, maar je wilde zelf; je liet je gedwee je cel inleiden, je zei dat je het wilde, en je liet je inmetselen.
Vespa Je weet heel goed wat ik bedoel, gemene man, je praatjes zullen je niet helpen.
Pelagie Je mag er altijd uit, Vespa, maar daarmee lever je je ziel uit aan de duivel, want de Heere zal Zich van je afwenden.
Vespa Zoals Hij Zich van jou heeft afgewend.
Pelagie Dat is tussen Hem en mij, en ik weet daar niets van – en jij al helemaal niet.
Vespa Oh jawel, want je hebt misbruik gemaakt van mijn afhankelijke positie, van mijn maagdelijke onschuld, en je hebt mij verkracht.
Pelagie Je raaskalt, Vespa, dat kan helemaal niet.
Ponte Zijn er getuigen?
Vespa Ziehier, mijn buik als de welsprekendste getuige.
Ponte Dat doet de deur dicht, ik bedoel nu is het genoeg, hier met dat koevoetje!
Pelagie Ik ben met stomheid geslagen.
Ponte Ik eerlijk gezegd ook.
Hoe heb je hem dat geflikt?
Door het venster heen, of zo, heb je soms een stuk tuinslang aan je plot bungelen?
Vespa Die man is inderdaad geen normale man.
Ponte Vespa, je bent vrij van inmetseling, en je hoeft niet in details te treden over je verkrachting.
Ik ben de procurator des Keizers, bij mij is een zwangere vrouw veilig.
Vespa Dank, oh edele procurator.
Ponte Pelagius, beken!
Pelagie Wat, beken?
Ponte Dat je deze vrouw hebt misleid en haar voor je eigen genoegen hebt misbruikt.
Pelagie Misbruiken is altijd tot genoegen?
Ponte In dit geval wel. Vespa is zwanger. Kom op, verdedig je als een normaal mens.
Wat heb je te zeggen?
Pelagie Ik heb niets te zeggen.
Ponte Dat kan toch niet!
Moet ik je dan voor een verkrachter houden?
Pelagie Omdat zij het zegt?
Ponte Haar woord tegen het jouwe.
Ik zal je niet veroordelen zonder je te horen, ik ben geen barbaar, en ik ben geen Christen, wat denk je wel, dit is Rome.
Zijn er getuigen?
Vespa De smeerlap deed het in het holst van de nacht, alleen de duivel is getuige geweest van zijn wandaad.
Ponte Kan ik die oproepen?
Pelagie Dat raad ik af.
Ponte Jij hebt hier niets te raden.
Vespa, de duivel, roep hem tevoorschijn dat hij getuige.
Vespa Hij is onbetrouwbaar en zal het erop aanleggen mij in het verderf te storten.
Ponte Laat mij dat beoordelen, vooruit, roep hem hier.
Vespa De duivel schiep behagen in mijn ongeluk.
Ponte Als er een meinedige getuige is dan is er ook een die de waarheid spreekt.
Dat is toch jullie God, roep Hem er ook bij, we zullen hun verklaringen tegen elkaar afwegen.
Vespa De Heere verheugt Zich in het onrecht Zijn heiligen aangedaan.
Ponte Dan is Hij niet goed wijs.
Vespa Zodat zij vervreemden van deze wereld en op gaan in de Zijne.
Ponte Met dat stelletje imbecielen zit ik opgescheept.
Pelagius, ik geef je nog één kans, spreek, verdedig je, want ik heb moeite dat kreng hier met haar grote bek te geloven.
Zwijg je in alle talen?
Drijf me niet tot wanhoop.
Moet ik je dan overleveren aan de beul?
En dat op grond van wat de eerste de beste slet zegt?
Vespa Gooi hem op de brandstapel, laat hem boeten voor zijn misdaad.
Ponte Dat is christelijke naastenliefde?
Vespa Dat is gerechtigheid.
Ponte Dat is niet aan jou.
Vespa Maar aan u, meneer de procurator, veroordeel hem, verdelg hem.
Ponte Veroordelen, zeer tegen mijn zin, want hier zit iets achter.
Maar verdelgen, mooi niet, niet op grond van de getuigenis van het vermeende slachtoffer alleen, van een aangeklaagde die zich niet wenst te verdedigen.
Vespa Omdat hij schuldig is.
Ponte Aangenomen dat hij schuldig is, dan is er nog de omstandigheid van jouw inmetseling, Vespa.
Het zegel heb ik zojuist verbroken, maar het was intact.
Dus hoe is Pelagius hier jouw binnengekomen?
Vespa Vraag het aan hem.
Ponte Ik vraag het aan jou.
Wat heb je gemerkt?
Er zijn geen sporen van braak, of heb jij je geile gat soms uit het raam gestoken?
Vespa Dat ik dit aan moet horen, Heere Jezus, sta mij bij!
Ponte Je begrijpt toch wel dat dit onvoldoende is om iemand levend te laten verbranden?
Vespa En mijn zwangerschap? Zegt u dat niets?
Ponte Alleen dat Pelagius tekort is geschoten in zijn taak je op te voeden in het geloof en je te beschermen.
Pelagie Ik vraag daarom om de hoogste straf.
Ponte Die ik je zal onthouden, Pelagius, want dit doet me veel verdriet.
Ik hef het klooster op.
Alle vrouwen worden naar het spinhuis gestuurd, dan hebben we nog eens wat aan ze.
Jij, Vespa, gaat naar het cachot in Rome, tot je bent bevallen, of tot een of andere gek je ten huwelijk vraagt.
Dat moet wel een wanhopige kerel zijn.
Pelagius, jij gaat hier in deze spelonk zitten, geketend aan de wand.
Als je wat wilt zeggen, laat het me dan als eerste weten.
Ik laat je om de twee dagen water en brood brengen.
Pelagie Dank u, edele procurator.
Ponte Niks te danken.
Tullius, voer die ellendige meiden af, hun aanblik is me een gruwel.
Vespa Procurator, u stelt mij diep teleur.
Ponte Wie een beroep doet op de Keizer moet weten wat hij doet.
En nou opdonderen.
10e scène
Cesare, Vespa
Cesare Vespa. Vespa? Vespa!
Vespa Cesare? Cesare! Ben je daar eindelijk, Cesare!
Cesare Beetje rustig, graag, niet zo schreeuwen.
Vespa Waar zat je nou? Waar bleef je nou?
Cesare Ik was, eh, op zoek naar jou.
Vespa Iedereen weet toch wat Ponte mij heeft geflikt!
Cesare En ook dat hij je nogal streng bewaakt.
Vespa Die duivel vermoedt iets.
Cesare Als hij erachter komt worden we levend geroosterd, dat is zeker, en jij over een zacht vuurtje.
Vespa Niks aan de hand, je vraagt me ten huwelijk en ik ga vrijuit.
Vespa Ten huwelijk? Waar is dat goed voor?
Vespa Dat heb je beloofd, Cesare, dat was het hele plan!
Die smerige hoer van een Pelagia in eenzame opsluiting, en wij getrouwd.
Cesare Pelagia terechtgesteld, dat was het hele plan.
Vespa Wat maakt het uit? Zij rot weg in regen en wind, dat is eigenlijk nog veel mooier.
Cesare Nou, het was gewoon niet het hele plan.
Vespa Het is Ponte zijn schuld.
Cesare Jij hebt het verknoeid, met je gladde smoesjes, jij hebt Pelagia laten ontsnappen, en nu komt de zaak natuurlijk uit.
Vespa Maar hoe dan?
Cesare Pelagia moest onherkenbaar worden verast, dus niet meer herkenbaar als dame.
En nu?
Ze is springlevend en vandaag of morgen bezwijkt ze onder de last van regen en wind, ze laat haar broek zakken en jij hangt, jij hangt, Vespa, als de rotte mispel die je bent.
Vespa Laten we er dan maar gauw vandoor gaan.
Cesare Met wie? Waarheen?
Vespa Met mij, naar het einde van de wereld, je bent het aan mij verplicht.
Cesare Omdat ik mijn lul aan je hebt afgeveegd?
Vespa Omdat je het hebt beloofd.
Cesare Jij hebt je niet aan je woord gehouden.
Vespa Maar ik draag je kind, Cesare.
Cesare Vandaag steek je je kont uit het raam voor een ander, gisteren voor mij en morgen voor deze of gene.
Vespa Ik deed het alleen voor jou.
Cesare Ik naaide je om Pelagia een hak te zetten, snap je dan helemaal niks?
Vespa Oh, haal me hier uit, ik verdraag de opsluiting niet meer.
Cesare Je verpandde er je ziel aan, en die was je niks waard.
De duivel mag hem hebben, als hij er nog wat aan vindt, want je bent wel een heel gewillige prooi.
Vespa Oh, Pelagia, wat heb ik gedaan?
Cesare Ik hoor dat ze onophoudelijk voor je bidt.
Vespa Wie zegt dat?
Cesare De mannen die haar haar water en brood brengen.
Vespa Kan het zijn?
Cesare Ze ziet jou als de oorzaak van haar verlossing.
Ze is je dankbaar, maar wil daarom dat je ziel worde gered.
Vespa Dat is niet meer mogelijk.
Alleen jij kunt me nog redden.
Cesare Ik kijk wel uit.
Zie je Ponte al voor je, zie je zijn blik die alles doorgrondt?
Vespa Hij doorgrondde Pelagia niet.
Cesare Ik begin er niet aan.
Vespa En mijn kind dan, jouw kind?
Cesare Je baart het, want zo gaat dat, Ponte neemt het op in zijn huishouden en jij hoort er nooit meer wat van.
Vespa Oh, wreed, duizendmaal duizendmaal wreed lot dat mij treft door het Christelijk geloof.
Cesare Eertijds zal men moeten toegeven dat het Christelijk geloof een schandvlek is in de geschiedenis.
Vespa En mijn ondergang.
Cesare Dan is het nog ergens goed voor, want je verdient niet beter, smerige, leugenachtige slet die je bent.
11e scène
Cesare, Pelagia
Cesare Pelagia, ben je daar?
Pelagie Wat er van mij over is …
Cesare Dat doet me genoegen.
Pelagie Het duurt nu niet lang meer.
Wat ruik ik?
Cesare Pelagia, een zo sterke, zo grote vrouw zoals jij bent, kan toch wel tegen een stootje?
Pelagie De zon schijnt hier niet, de kloof ligt precies op de overheersende wind die helaas nooit uit het zuiden waait, en het regent wel erg vaak als je buiten bent.
Cesare Het is zo overdreven van Ponte, hij is echt te ver gegaan deze keer.
Pelagie Hij ging lang niet ver genoeg.
Cesare Dan was je nu al dood geweest, Pelagia.
Pelagie Dan was ik nu al in de hemel geweest.
Wat ruik ik toch?
Cesare Misschien, maar misschien moest je die eerst nog even verdienen.
Pelagie Dat zal wel, ja, zo zal het wel zijn, want nu ik gestraft ben en een vreemde ben geworden voor deze wereld voel ik de verlossing steeds nader tot mij komen, en het is bijna gedaan.
Cesare Pelagia, nu zie ik je pas goed!
Ik schrik van je.
Wat ben je mager geworden.
Je benen zijn zo dun, ze kunnen met een boerenwagen onder je kruis doorrijden; je huid spant over je ribben en die lange paardenkop van je is totaal ingevallen.
Een mager, afgeleefd paard ben je.
Cesare Het paard waarop de dood rijdt is een merrie.
Cesare Ik zie het in, en daarom heb ik een flesje witte wijn met bubbels en een paar spinazie pasteitjes met gerookte zalm voor je meegenomen.
Cesare Waar is het? Geef hier! Ik dacht al: wat ruik ik, wat is dat voor een hemelse geur?
Cesare De geur van kostelijk voedsel uit de gaarkeuken van Rome, lieve Pelagia, eet ervan en worde gesterkt.
Kom in het zonlicht, voor je vitamine D, zoek de zuidenwind en baad je in de warme wateren van de thermen van Caracalla.
Pelagie De spinazie pasteitjes met gerookte zalm, geef me de spinazie pasteitjes met gerookte zalm.
Cesare Dan ben ik in overtreding, Ponte heeft je op water en brood gezet.
Pelagie Je ziet de gevolgen!
Geef me de witte wijn met bubbels, geef me de spinazie pasteitjes met gerookte zalm, geef ze hier.
Cesare Het doet me genoegen te merken dat je zo menselijk bent gebleven, hoewel je nu al zolang alleen bent met Onze Lieve Heer.
Pelagie Niets menselijks was Hem vreemd.
Cesare Jullie hebben echt overal een smoesje voor.
Pelagie Cesare, ik heb honger, honger, honger.
Cesare Roep de procurator erbij, laat je broek zakken en hij laat je los.
Pelagie Dat doe ik niet.
Cesare Waarom verdedig jij jezelf niet?
Pelagie Voor jou een vraag, voor mij een weet.
Cesare Je liet je honen, uitlachen, mishandelen door misdadigers en leugenaars.
Pelagie Zoals de Heere mijn Verlosser deed, toen Hij voor Pilatus stond, en ik volg Hem na.
Cesare Maar nu heb je honger.
Pelagie Ja, ik heb honger, ja.
Cesare Neem het, en eet.
Pelagie Ik leef niet bij witte wijn met bubbels en spinazie pasteitjes met gerookte zalm alleen.
Cesare Maar ook niet zonder.
Pelagie Als dit straks gedaan is wel.
Cesare Je bent sterk, het is nog een lange weg.
Pelagie Het zal zo gedaan zijn.
Cesare Als ik nou eens naar de procurator stap, en zeg: 'Beste procurator, ik moet u iets verklappen, het betreft Pelagius. En dan zegt hij: 'Wat is er met Pelagius?' en dan zeg ik: 'De kleren vielen van haar lijf, en u weet niet wat ik toen zag!'
Pelagie Waarom heb je dat niet meteen gezegd?
Cesare Jij was onwillig, jij moest murw worden gemaakt.
Nou, het is gelukt.
Pelagie Ik ben je dankbaar.
Cesare Niks te danken.
Pelagie Hier ben ik op mijn plaats, er is hier niets en niemand, behalve Mijn Heer, en jouw hoon ervaar ik als de hoogste lof.
Cesare Ik heb je lief, Pelagia, ik begeer je, ik vind dat magere lijf geil.
Kom eruit, trouw met me en samen beleven we de hoogste lust.
Pelagie Waar is Vespa?
Cesare Wie?
Pelagie Mijn non, die zwanger werd afgevoerd, waar is ze?
Cesare Weet ik het.
Pelagie Jij hebt haar zwanger gemaakt en tegen mij opgezet.
Cesare Ik maak er zoveel zwanger, dat is mijn missie in deze wereld.
Pelagie Zit ze nog vast?
Cesare Natuurlijk, denk je dat Ponte de waarheid niet uit haar kan slaan?
Cesare Toch niet, want ik ben nog steeds gevangen.
Cesare Vespa is een verloren vrouw, ze ligt met jan en alleman te naaien langs de Via Appia Antica, maak je om haar geen zorgen.
Pelagie Zij heeft veel lief, er zal haar veel worden vergeven.
Cesare Ga jij nu zelf een beetje voor verlosser spelen?
Pelagie Hem navolgen, dat is heerlijk.
Cesare Je ziet wat ervan komt als je de wetten van Rome overtreedt.
Jij, Vespa, en al die andere stomme wijven, jullie hadden alles, en nu hebben jullie niets.
Pelagie Geef me de witte wijn met bubbels, en de spinazie pasteitjes met gerookte zalm, Cesare, want ik heb honger!
Cesare Is dat de Heer navolgen?
Pelagie Heb ik gevraagd om een maag?
Cesare Ik ook niet, maar er moet wel wat in, mjamm mjamm mjamm, wat een heerlijke pasteitjes.
Pelagie Cesare, alsjeblieft, geef mij ook wat, ga nou niet weg, laat me niet alleen.
Laat me niet alleen.
Cesare En dan dit heerlijke, verfrissende landwijntje met bubbeltjes, licht zoet en ietsje bitter in de afdronk, echt een traktatie.
Pelagie Donder op, Cesare, donder op alsjeblieft.
Cesare Jij bent me nog een verklaring schuldig, Pelagia, over dat achterlijke geloof van je.
Daar heb je nu toch wel over kunnen nadenken, neem ik aan, of heb je alleen maar aan eten, drinken en neuken kunnen denken?
Pelagie Dat heb ik gedaan, ja, maar de wens om mijn honger te stillen is nu samengevallen met de wens ervan te worden verlost.
Dat is leven van Zijn vlees en van Zijn bloed.
Pelagie Gadverdamme, Pelagia, kannibalisme en vampirisme, en dat noem jij een geloof?
Pelagie Ik weet niet of ik het letterlijk moet nemen, hier en nu, maar wel als ik aan het einde ben en daaraan voorbij is het allemaal overdrachtelijk geworden.
Cesare Bewaar wat voor mij.
Pelagie Het wacht op je.
Cesare Gun me toch het genoegen je te zien creperen, afzichtelijk kreng dat je bent.
Pelagie Ik sta gereed om je te bevredigen.
Cesare Duurt het nog lang.
Pelagie Nog even, nog even.
12e scène
Tullius, Ponte
Tullius Procurator, de mannen die Pelagius zijn water en brood brengen melden ons zijn dood.
Ponte Ik kom eraan. Hoe lang is hij al dood?
Tullius Het is moeilijk te zeggen, zoals hij erbij ligt kan het gisteren zijn gebeurd, maar voor hetzelfde geld verleden week.
Ponte Ik ben hier niet gerust op.
Tullius Er waait een ik weet niet wat voor hemelse geur uit de kloof.
Ponte Waar het stinkt naar de luizen, de muizen en de ratten. Ik ben hier niet gerust op.
Tullius Hij is dood, wat kan er nog meer gebeuren?
Ponte Het heeft me al die tijd uit de slaap gehouden, beste Tullius, die arme man daar in de kloof, blootgesteld aan regen en wind, en dat hij al die tijd niets heeft gezegd.
Tullius Hij heeft gebeden, voor u, voor Vespa.
Ponte Ook dat nog.
Tullius Hij dankte u.
Ponte Ik ben in alles tekortgeschoten, maar dat is te veel om te overzien, zelfs in zovele slapeloze nachten.
Wat is er met die vent?
Waarom zegt hij niets?
Het is toch wel duidelijk dat Vespa een leugenaarster is en dat ze maar voor één ding deugt.
Als hij alleen maar had ontkend was het zijn woord geweest tegen het hare.
Tullius Zo is de Christenmens, edele procurator.
Ponte Zo is een idioot, die ook nog eens bij zijn volle verstand is, mijn beste Tullius.
Tullius ruikt u het al?
Ponte Nou je het zegt. Wat is dat?
Tullius De geur van heiligheid.
Ponte Dat is ook in spuitbussen te krijgen.
Tullius Ziet u het licht niet?
Ponte Ik zie het.
Tullius Het komt uit de kloof.
Ponte Dit is niet natuurlijk. Tullius, wat is dit?
Tullius Dit is de ere die de heilige Pelagius van hogerhand wordt toegezwaaid in een baaierd van licht.
Ponte Nu pas?
Tullius Dit is altijd.
Ponte Waar is hij?
Tullius Hier ligt hij, op zijn rug.
Ponte Wat heeft hij in zijn handen?
Tullius Het kruis van Onze Lieve Heer.
Ponte Oh, Pelagius, als je wist hoezeer mij dit spijt, ach, ik schrei bittere tranen om je om de bitterheid van dit gerecht.
Tullius Hij was onschuldig.
Ponte Dat is uit niets gebleken.
Waar zijn de wachters, het lichaam moet netjes worden begraven.
Tullius Ze zijn gillend op de vlucht geslagen.
Ponte Zo ken ik mijn jongens niet.
Tullius De heiligheid heeft hen verjaagd.
Ponte Ik zeg je dat dit niet deugt.
Ach, de arme Pelagius, de kleren vallen als vodden van zijn lijf.
Wat is hij mager.
Kom, Tullius, we strippen hem en kleden hem in onze toga's, dan dragen we hem samen ver weg van deze ellendige plek.
Tullius Maar, procurator, kijk toch eens, ik heb me afgevraagd waarmee hij Vespa dan zwanger heeft gemaakt, maar nu zie ik zijn onschuld als bewezen voor mijn ogen.
Ponte Ga eens effe opzij, wat zeg je allemaal!
Tullius Een vrouw maakt een andere vrouw niet zwanger.
Ponte Zo.
Zo simpel is het dus.
Tullius Zij is gerechtvaardigd in de dood.
Ponte Een Romeins trekje, Tullius. Is het echt waar?
Tullius Zij is het, zij is Pelagia.
Ponte Zo simpel kan een raadsel zijn, en toch niet worden opgelost.
Tullius Zij is in de hemel, ter rechterhand van de Heere.
Ponte Dit heeft zij mij geflikt, dit leugenachtige stuk ellende, zij, hij, wat het ook moge zijn, heeft het Romeinse recht te schande gemaakt.
En wat hebben wij haar ooit gedaan?
Ze heeft haar leven vergooid alsof het van nul en generlei waarde is.
Dan moet je toch wel stapelgek zijn.
Tullius Ik vermoed dat ook zij het huwelijk en daarmee de Romeinse wet vreesde.
Het was haar eigen keuze.
Ponte Dat ze eruit zag als een pakpaard in een tredmolen?
Dat ze werd afgebracht van het heilige huwelijk onder auspiciën van de goden van Rome?
Dat ze met zichzelf een hele kudde jonge meiden in het verderf heeft gestort?
Dat er een God is die tegen Rome is?
Dat ik jarenlang gebukt ben gegaan onder het juk van een kermisvermomming?
Tullius God heeft op deze wereld geen goede zaak, maar Hij heeft de hemel.
Ponte Laat Hem de hemel houden en Zich niet bemoeien onze zaken.
Tullius Het is ook Zijn wereld.
Ponte Hij wordt bedankt.
Een wereld zonder Pelagius, Pelagia, is leeg en ellendig.
Tullius Wees getroost, edele procurator, zij bidt voor ons in den hoge.
Ponte Dat had ze altijd nog kunnen doen, vanwaar deze haast?
Tullius Het is niet uw schuld, procurator.
Ponte Dat weet ik wel.
Het is haar eigen stomme rotschuld.
Maar dit is toch geen manier om over je vrijehid te beschikken.
Dit is ziek.
Ik ben vol zelfverwijt, ik had dit moeten doorzien, dit abc'tje, maar ik zag het niet.
Tullius Kom, laten we haar wegdragen.
Ponte Ik help je, als dit het laatste is dat ik voor haar kan doen.
Laat me niet alleen.
Tullius Ik laat u niet alleen.