Hufter
Toneelspel
Jacob Dekker
Toneelspel
Jacob Dekker
Hufter
09-09-2016 – -5-11-2016
Doorrijden na een aanrijding en vrijuit gaan.
Hufter
toneelspel
Jacob Dekker
personen:
Jacques, de doodrijder
Thomas, de bijrijder
Blauw, agent van politie
Pet, agent van politie
Kool, Openbaar Ministerie
Pleit, advocaat
Hooft, rechter
1e scène
Jacques, Thomas
Jacques Wie rijdt hier nou eigenlijk!
En blijf van dat stuur af, of ik doe je wat!
Thomas Je rijdt als een wilde.
Jacques Ik heb alles onder controle.
Thomas Behalve die stoep die je meenam.
Jacques Er liep niemand op die stoep.
Thomas Rij dan te water, daar loopt ook niemand.
Jacques Doe nou eens effe rustig, ik kan zo niet rijden.
Thomas Zet die wagen aan de kant.
Jacques Ik zeg: blijf van dat stuur af.
Thomas Dit is de bebouwde kom, je mindert vaart tot 50 km/u.
Jacques Dit dingetje rijdt echt als een tiet.
Thomas Dat is nou net het probleem.
Jacques Je wijst naar het gaspedaal en je gaat meteen 100.
Thomas 50! Ik zei: 50!
Jacques Er staat toch echt 110 op de teller.
Thomas Neem me niet in de maling!
Jacques Jij bent bang! Jij bent een schijtluis! Dit is gewoonweg niet aan je besteed.
Thomas Stoplicht! Remmen!
Jacques Dat haal ik makkelijk.
Thomas Stop! Stop! Stop!
Jacques Te laat, ik scheur er even doorheen.
Thomas Geen gas geven!
Jacques Anders haal ik het niet.
Thomas Er steekt iemand over!
Jacques Waar?
2e scène
als tevoren
(aanrijding op het zebrapad met dodelijke afloop)
Jacques Tjonge, dat geeft een klap!
Thomas Zet die wagen stil.
Jacques Effe kijken wat de schade is.
Thomas Het is een jonge vrouw.
Jacques Moet je nou kijken, allemaal bloed en botten aan mijn bumper.
Thomas Ze is over het dak geslingerd.
Jacques En mijn dak! Een deuk in mijn dak!
Thomas Ze trekt nog met haar been.
Jacques Dan loopt het wel los.
Thomas Ik bel 112.
Jacques Kan iemand anders dat niet doen?
Thomas Ze is misschien nog te redden.
Jacques Ik heb hier even helemaal geen zin in.
Thomas Je reed door rood en iemand dood.
Jacques Niks meer aan te doen, zie je wel, ze trekt al niet meer met haar been.
Thomas Mijn handen beven zo, bel jij even.
Jacques Mooie meid, toch zonde. Ken je die foto's van verkeersongevallen, van Warhol? Dit had-ie moeten zien. Het ziet er echt heel realistisch uit.
Thomas Het is ook echt.
Jacques Dat ontken ik toch niet.
Thomas Pak je telefoon, bel 112.
Jacques Ik heb te weinig beltegoed.
Thomas Wat doe je nou?
Jacques Ik maak de pleiterik. Ik heb een afspraak en ik ben een beetje laat. Nou, stap in, dan gaan we ervandoor. We kunnen hier niks meer doen.
Thomas Dat is doorrijden na een aanrijding.
Jacques Het zal wel. Ga je nou nog mee, of niet?
Thomas Aan me nooit niet.
Jacques Zoals je wilt.
3e scène
Thomas, Blauw
Blauw Mijn God, wat is hier gebeurd?
Thomas Ze stak over en is geschept door een auto.
Blauw Waar is die auto?
Thomas De automobilist is doorgereden.
Blauw En wie bent u?
Thomas Ik zat naast de chauffeur.
Blauw Dan zullen we hem wel vinden.
Thomas Mijn handen beven zo, kunt u alstublieft 112 bellen?
Blauw Onmiddellijk.
Aanrijding van Baerlestraat, voor het Concertgebouw, jonge vrouw, geeft geen teken van leven meer, spoed.
Ze komen eraan.
Thomas Het is te laat.
Blauw Dat vrees ik ook.
Het kenteken van de auto, alstublieft, dan kan ik een aanhoudingsbevel laten uitgaan.
Thomas LL 00 KK.
Blauw Centrale, aanhouding verzocht van een …
Thomas Mercedes, rood.
Blauw Mercedes, rood, kenteken LL 00 KK. Automobilist in hechtenis nemen wegens doorrijden na een aanrijding.
Thomas We reden ruim 100, agent, het licht stond allang op rood.
Zij stak over en werd vol geraakt, ze ketste tegen de voorruit en viel over de kap.
Ik zie haar weer op me af komen, en ik, ik sloeg mijn handen voor mijn ogen.
Blauw U hebt niet ingegrepen.
Thomas Ik heb het geprobeerd, maar durfde niet aan het stuur te komen.
Ik maande hem snelheid te minderen, wat niet hielp.
Ik waarschuwde hem voor het stoplicht, en toen gaf hij nog een dot gas.
Blauw Om haar aan te rijden?
Thomas Om … om dat juist voor te zijn.
Blauw Maar hij reed te hard en het was te laat om te remmen.
Thomas Dat vond hij.
Blauw U bent uitgestapt.
Thomas Om het slachtoffer te zien.
Blauw U hebt haar bijgestaan?
Thomas Ik kon niets meer te doen.
Blauw En de chauffeur?
Thomas Had enkel oog voor de schade aan zijn wagen.
Blauw Wacht, ik word gebeld.
Ze hebben hem aangehouden op het Stadionplein, hij wordt nu ingerekend.
4e scène
Jacques, Pet
Jacques Zeg, wat is dit?
Pet Dit is nou een aanhouding. Uitstappen, alstublieft, benen uit elkaar en handen op de motorkap.
Jacques Ben jij etnisch aan het profileren?
Pet Ik hou alle kaaskoppen aan.
Jacques Op grond waarvan word ik aangehouden en gefouilleerd?
Pet Wat dacht je van het bloed en de botten die aan je bumper kleven?
Jacques Ik ben onderweg naar de wasstraat.
Thomas Wat dacht je van doorrijden na een aanrijding?
Jacques Wie, ik ?
Pet Ja, jij.
Jacques Oh, maar dat is een misverstand.
Pet Help dat dan even uit de wereld, als je toch bezig bent.
Jacques Ik zat naast mijn vriend Thomas in de wagen, hij reed.
Er ging iemand over de motorkap, en hij bekommerde zich om het slachtoffer en zei tegen mij dat ik de wagen moest laten wassen.
Rij jij maar door, zei hij.
Zo zit het in elkaar.
Dus als u nu even opzij gaat, dan ga ik ervandoor.
Pet U weet niet dat u dat absoluut niet mag doen?
Jacques Er mag zoveel niet.
Pet Uw wagen?
Jacques Mijn wagen.
En moet je nou eens kijken. Deuken, krassen, smerigheid. Er is wel wat meer nodig dan water en zeep om dit varkentje te wassen.
Pet U bent gearresteerd op verdenking van dood door schuld subsidiair moord en doorrijden na een aanrijding.
Jacques Is het meisje dan dood?
Pet Zo dood als een pier.
Jacques Maar ze was nog springlevend toen ik wegreed, een paar schaafwonden, dat was alles, ze trok met haar been.
Pet U hebt een niet onaanzienlijk deel van haar meegenomen, mochelijk is dat het.
Jacques Onmogelijk! Onmogelijk!
Pet U gaat mee naar bureau Lijenberglaan, en u houdt uw rotkop dicht, want ik ben het spuugzat.
Jacques Zijn dat onze manieren.
Ik heb zojuist een vreselijk ongeluk meegemaakt.
Ik ben er kapot van.
U hoeft niet zo tegen me tekeer te gaan.
Pet Weet u hoe de rechter ertegenaan kijkt, tegen doorrijden na een aanrijding?
Jacques Ik wil een advocaat.
Pet U krijgt er een.
Jacques Die zal u mores leren.
Pet Ik kijk ernaar uit.
Jacques Ik zeg verder niks meer.
Pet Mooi, dan hebt u adem om even te blazen.
Jacques Zeg, lazer op, wat is dit voor onzin!
Pet Standaard procedure bij arrestatie.
Jacques Ik heb hooguit drie biertjes op.
Pet Blazen, en snel een beetje.
Jacques Ik wil behoorlijk worden behandeld.
Pet Ik behandel u behoorlijk.
Jacques (blaast)
Pet Drie biertjes, zegt u?
Jacques Hooguit drie biertjes.
Pet In 2-liter glazen?
5e scène
Kool. Thomas
Kool U verklaart dat meneer Jacques achter het stuur zat toen het ongeval plaatsvond.
Thomas Ja. Waarom vraagt u dat?
Kool Zijn daar getuigen van?
Thomas Niet dat ik weet.
Kool Mag ik uw rijbewijs zien?
Thomas Nee.
Kool Waarom niet?
Thomas Ik heb geen rijbewijs.
Kool Aha, u zat niet achter het stuur want u hebt geen rijbewijs.
Thomas Zo is het.
Kool Er zitten nogal wat mensen achter het stuur die geen rijbewijs hebben.
Thomas Er zitten er ook achter het stuur die wel een rijbewijs hebben en toch ongelukken veroorzaken.
Kool We zullen dit moeten onderzoeken.
Thomas Wacht eens eventjes, Jacques reed, het is zijn wagen. Hoe komt u erbij dat ik zou hebben gereden?
Thomas Dat zegt Jacques.
Thomas Maar die reed zelf!
Kool Dat zeg jij. Jullie zijn een fraai stelletje! Denken jullie zo onder deze zaak uit te kunnen komen?
Thomas Ik sta perplex.
Kool Als jullie elkaar aanwijzen en er zijn geen getuigen kan niet worden bewezen wie er heeft gereden.
Thomas Ik ben niet van dat soort linkigheidjes.
Kool Jacques is uw vriend?
Thomas Jacques was mijn vriend.
Kool Totdat dit geregeld is en dan zijn jullie weer vriendjes?
Thomas Nooit meer!
Kool Jullie gaan voor schut, of ik ben Kool niet.
Er ligt een jonge vrouw in het lijkenhuis, besef jij dat wel, in het ijs, naar oud vaderlands gebruik, en jullie zijn daarvoor verantwoordelijk.
Thomas Jacques is daarvoor verantwoordelijk.
Kool Misselijke vent dat je bent.
6e scène
Jacques, Thomas, Blauw, Pet, Kool
Kool Jullie gaan mij hier en nu de waarheid vertellen, en ik heb tot sint Juttemis de tijd.
Blauw Hier is het rapport van de forensen, meneer.
Pet Ze hebben allebei in de auto gereden, hetgeen blijkt uit de vingerafdrukken op het stuur.
Thomas Maar dat is ongelofelijk!
Pet Het zijn er niet veel, maar genoeg.
Blauw Er zijn meer vingerafdrukken van Jacques, maar het is tenslotte zijn auto.
Kool Jullie weten dat de wet bepaalt dat de eigenaar verantwoordelijk is voor schade en letsel veroorzaakt door degene aan wie het voertuig is uitgeleend?
Blauw Wet van 1988.
Jacques Weet ik veel.
Blauw U wordt geacht de wet te kennen.
Jacques En als ik de wet ken, sta ik derden dan toe om met mijn voertuig jonge vrouwen overhoop te rijden?
Kool Zat jij in de wagen toen Thomas de vrouw aanreed?
Thomas Ik reed de vrouw niet aan.
Jacques Ik zat naast hem.
Kool Zat je aan het stuur, bedoel ik.
Jacques Thomas zat aan het stuur.
Kool Op de plaats van de bestuurder?
Jacques Zeg, waar slaat dit op?
Kool Geef maar gewoon antwoord.
Jacques Ik wil een advocaat.
Kool Is dat niet een beetje voorbarig?
Jacques Ik word valselijk beschuldigd van een zaak waarvan ik geen weet heb.
Kool Je hebt toch gezien dat ze over de motorkap ging?
Jacques Ja, nou en of! Herinner me er niet aan, het is het vreselijkste dat ik ooit heb gezien.
Thomas Ik zei: 'Het licht staat op rood! Minder vaart! Sta stil!'
Jacques Zo'n leugenaar, die verzint het toch waar je bijstaat!
Kool Thomas, zat jij aan het stuur?
Thomas Nee, ik zat op de dodemansplek.
Kool Hoe komen jouw vingerafdrukken dan op het stuur?
Thomas Nou, dat weet ik niet.
Jacques Voer hem af! Valse beschuldigingen, zogenaamd een slecht geheugen, zijn beste vriend incrimineren!
Thomas Wacht, nee, ja, ik heb wel aan het stuur gezeten.
Jacques Aha, mooi, dat valt me dan 100 0/0 mee van je, Thomas. Als je een karaktergetuige nodig hebt, dan sta ik voor je klaar.
Kan ik gaan? Ik heb nog van alles te doen.
Thomas Ik probeerde hem te corrigeren, en zat toen heel even aan het stuur.
Ik was in paniek. Hij reed als een wilde, ik hield het niet meer uit.
Kool Is door je vermeende rukken aan het stuur het ongeval veroorzaakt?
Thomas Nee, want toen was ik er allang alweer mee opgehouden.
Jacques Thomas, je geeft tegenstrijdige verklaringen af.
Je zat aan het stuur, maar je reed niet. Dat is toch niet te rijmen, zeg nu zelf.
Thomas Ik zat met mijn handen aan het stuur; ik zat niet aan het stuur zoals men zegt dat men een auto bestuurt.
Ik reed dus niet, hoewel ik meereed, met jou, die reed als een wilde.
Jacques Wat een weerzinwekkende haarkloverij.
Kool Je weet toch Thomas dat je de bestuurder niet mag hinderen.
Thomas Ik weet het.
Jacques Daarvan is helemaal geen sprake. Thomas bestuurde de wagen, en door een minder vergrijp zo grif toe te geven denkt hij onder een groter uit te kunnen komen.
Waar ben jij mee bezig?
Kool Eens kijken wat er in het archief van Justitie allemaal voor fraais zit.
Thomas. Geen strafblad, geen verkeersovertredingen, geen bezwaar.
Jacques. Zo zo, veroordelingen wegens rijden onder invloed, voorwaardelijke ontheffing van de rijbevoegdheid, uitstaande boetes, ter hoogte van – dat regelen we straks wel – een onderzoek wegens burengerucht loopt al een jaar, waarvan dossier is opgebouwd, schulden bij diverse verzekeraars …
Jacques Dat heeft hier allemaal niets mee te maken!
Kool Diefstal, heling, bezit van narcotica, bezit van een niet geregistreerd vuurwapen zonder vergunning.
Het is een hele waslijst, Jacques.
Jacques Het zijn kwesties tussen mij en andere mensen die ik allemaal aan het oplossen ben.
Kool Zoals de kwestie tussen jou en Thomas?
Jacques Precies, nou, precies!
Ik weet niet wat er met mij is, maar ik heb kennelijk een magneet voor dit soort gestoorde personen en hun moeilijkheden.
De ene keer moet ik iemand naar de 1e Hulp brengen. En potverdorie heb ik een glaasje teveel op.
De andere keer geef ik een fuifje en om half tien staat de prinsemarij voor de deur.
Kool En nu zit je prinsheerlijk in je eigen gestroomlijnde bolide en rij je een jonge vrouw dood.
Jacques Niet ik, dat was Thomas.
Kool Je hebt de schijn tegen je, Jacques.
Jacques Zelfs mijn eigen vingerafdrukken keren zich tegen me.
Kool Jij reed, Jacques, je hebt je niet om het slachtoffer bekommerd, je schuift het af op je vriend.
Jacques Mijn vriend? Met zulke vrienden heb ik geen vijanden nodig.
Kool Je hebt er hier anders genoeg.
Jacques U bent bevooroordeeld.
Kool Dan wil ik nu juist worden geïnformeerd.
Jacques Oké, dan zal ik maar zeggen dat ik achter het stuur zat, want jullie willen mij toch niet geloven.
Thomas Je hebt mij geïncrimineerd!
Hoe denk je dat ik mij voel?
Jacques Hoe jij je voelt? Denk jij dan alleen maar aan jezelf? Ben jij dan echt te stom om voor de duvel te dansen?
Thomas Ik zie niet in wat dit voor een slimmigheidje is.
Jacques Als wij mekaar beschuldigen kan niet worden vastgesteld wie er heeft gereden en gaan we allebei vrijuit, onnozele.
Thomas En aan zo'n achterlijk spelletje moet ik meewerken?
Jacques Ik ben toch je vriend, je staat toch aan mijn kant?
Thomas Als jij me beschuldigt van een gruwelijke misdaad, die je bovendien zelf hebt gepleegd, kan ik dat moeilijk in verband brengen met een vriendschappelijke betrekking.
Jacques Jij bent toch onschuldig, jongen, wat had jij nou te vrezen van het gerecht?
Thomas Schuldig worden bevonden aan een misdaad die ik niet heb gepleegd.
Jacques Dat maakt toch geen enkel verschil.
Thomas In de bak zitten maakt geen verschil?
Jacques Niet in de bak zitten, dat is het verschil! Ik had nu al vrijuit kunnen gaan.
Kool Maar dat ga je niet.
Je bent officieel en staat van beschuldiging gesteld, je wordt voorgeleid aan de officier van justitie en in voorlopige hechtenis genomen.
Jacques U moet doen wat u niet laten kunt, maar mij krijgen jullie niet klein.
Kool Thomas, ik bied je mijn excuses aan.
Thomas Dank u.
Kool Je zult moeten getuigen, dus, zoals Baantjer dan zeg: 'Houdt u zich beschikbaar.'
7e scène
Jacques, Pleit
Pleit Verrekte jammer, dat je vriend roomser moest zijn dan de paus, verrekte jammer.
Jacques Onschuldigen worden niet veroordeeld, dat snapt-ie gewoon niet.
Pleit Nou, het komt wel voor, maar er gaan meer schuldigen vrijuit.
Jacques Hoe doen we dat?
Pleit Thomas moet niet getuigen.
Jacques Praat jij maar met hem, naar mij luistert hij niet meer.
Pleit Geen wonder, maar hij zal inmiddels wel een beetje tot zichzelf zijn gekomen.
Vertel me nu eerst eens precies en geheel naar waarheid wat er is gebeurd.
Jacques Dat wordt moeilijk.
Pleit Geheel naar waarheid vertellen wat er is gebeurd?
Jacques Nee, precies vertellen, want er gebeurde zoveel tegelijk.
Pleit Je hoeft niet tegen me te doen alsof je geheugen je in de steek laat.
Jacques Zo kan ik me bijvoorbeeld niet herinneren dat ik om een advocaat heb gevraagd.
Pleit Ik ben je van verzekeringswege toegevoegd.
Jacques De verzekering wil niet betalen?
Pleit De verzekering gaat niet betalen.
Die betaalt alleen als het ongeval de schuld was van het slachtoffer.
En dat is als jij vrijuit gaat.
Jacques Fijn. Ik heb geen ervaring met deze dingen, het is pas de eerste keer dat ik iemand doodrij.
Pleit Goed zo, that's the spirit. Het is meestal nogal een gedoe om mijn cliënten dit te doen inzien, zie je, want ze rijden er een dood en ze voel zich schuldig.
Jacques Dat is niet de bedoeling.
Pleit Maar jij hebt natuurlijk net zo vrolijk een jonge vrouw doodgereden.
Jacques Ze werd niet gedood door de aanrijding, ze overleed aan haar verwondingen.
Pleit Letsels door jou toegebracht.
Jacques Wat een haarkloverij.
Pleit Als ik er ergens een vinger achter weet te krijgen dan winnen we, maar daarom moet jij mij nu alles vertellen, alles wat je weet.
Jacques Ik scheurde in me wagen, het mag van de minister-president, om eens te kijken wat dat wagentje presteert.
Nou, Thomas zat aan mijn kop te zeuren.
Je gaat te hard, je rijdt als een wilde.
Pleit Wat zei hij precies?
Jacques Je rijdt als een wilde.
Pleit En, was dat zo?
Jacques Nee, natuurlijk niet.
Pleit Hij zegt het toch niet zomaar.
Jacques Het is een schijtluis.
Pleit Verplaats je in hem, de schijtluis, waar is hij bang voor?
Jacques Nou, als ik door de bocht ga en ik neem de helft van de stoep mee.
Pleit Dan vreest hij niet voor zichzelf, maar voor de voetgangers.
Jacques En hij zei: 'Je gaat afremmen tot 50 km/u.'
Pleit Heel redelijk verlangen, met name in de bebouwde kom.
Jacques Er stond een kleine 110 op de teller, je remt niet zomaar af naar 50, dat is link.
Pleit Jazeker, maar het is nog veel linker om tot 110 te versnellen.
Jacques Dat was al gebeurd!
Pleit Oké. Hij zat ook met zijn tengels aan je stuur.
Jacques Dat is echt bloedlink.
Pleit Ja, dat mag hij niet doen. Maar hij deed het met een reden. Was je onder invloed?
Jacques Drie bier, één jonge klare, het mag geen naam hebben.
Pleit Is toch niet niks.
Jacques Ja, en toen doemde daar opeens een stoplicht op.
Pleit Doemde op, een stoplicht? Het is hier de Sahara niet, Jacques, de hele stad staat vol met stoplichten.
Jacques Ik werd afgeleid door mijn passagier.
Pleit Hoe deed hij dat?
Jacques Hij waarschuwde me voor het stoplicht.
Pleit Dat heet opmerkzaam maken en is het tegenovergestelde van afleiden.
Jacques Aan jou heb ik ook niks!
Pleit Ik heb daarentegen veel aan jou, want voor een gestoorde halve gare kun je aardig de waarheid spreken.
Jacques Als het aan jou ligt, ben ik al veroordeeld.
Pleit Dat lag aan jou toen je het stoplicht negeerde, en daarmee heb je jezelf veroordeeld.
Jacques En jij moet hier ergens een vinger achter krijgen?
Pleit Een hele hand, op zijn minst.
Jacques Ik heb de schijn van de objectiviteit tegen me.
Pleit Daarom kan men in wezen nog wel schuldig zijn.
Jacques Dit is echt een kwelling. Waar heb ik het aan verdiend?
Pleit Het mooiste komt nog.
Dit is het levensbericht van het slachtoffer.
Jacques Levensbericht? Ze is zo dood als een pier!
Pleit Noem het een in memoriam.
Jacques Moet dit echt?
Pleit Tijdens de terechtzitting wordt dit voorgelezen en dan moet jij adequaat reageren.
Jacques Daarmee krijgen we haar toch niet terug?
Pleit Als dat kon, zaten we hier niet.
Jacques Moet ik dan een potje gaan zitten te janken?
Pleit Wacht maar tot ik hiermee klaar ben.
Luister en huiver.
De jongedame in kwestie, oud 21 jaar, jongste dochter uit een gezin van ouders en 4 kinderen, Charlotte, roepnaam Charlie, studente artificiële intelligentie aan de Universiteit van Amsterdam, groot 1,78 meter, blond krullend haar, blauwe ogen, begaafd celliste, linksbuiten van de senioren 2 van SDZ, dit seizoen 6 goals en 9 assists, die haar zakgeld verdiende met het geven van bijles aan, en studiebegeleiding van 1e jaars studentjes, en – zonder neerbuigend te worden – een schattig meisje van 21 lentes, hier is een recente foto, paardestaartje, brilletje.
Dit individu, oogappel van haar ouders, haar broers en haar zuster, onwaarschijnlijk intelligent en getalenteerd – en muzikaal – de hoogste belofte van de wetenschappelijke gemeenschap, eerste vertegenwoordigster van de jeugd in ons geliefde vaderland, aan wie ons belastinggeld is besteed, hoop van de natie, ik zeg: dit individu lag op het zebrapad uitgestrekt als een geslacht schaap, bloedend als een rund, met al haar botten gebroken haar ziel onvoorbereid op het einde, trillend, lidderend en trekkend met haar benen in haar doodsstrijd, dit individu heb jij in de onachtzaamheid van je walgelijke beschonkenheid doodgereden.
Jacques Ik was niet onachtzaam! Ik was niet dronken!
Pleit Waarvan akte.
Jacques Doe maar niet zo uit de hoogte, ik weet heus wel wat ik gedaan heb.
Pleit Ik zou graag zien dat dat ergens uit blijkt.
Jacques Wat nou, ergens uit blijken? Dat stomme wijf moet oversteken als ik even niet oplet, dat kan ze toch ook laten als ze zo slim is, wat nou slim, als je een beetje slim ben laat je je eigen toch niet doodrijden, en nou zit ik ermee, met dat afzichtelijke lijk dat ik de hele tijd op mijn netvlies heb en voor me zie misschien wel voor de rest van mijn leven, wie weet wat dat betekent voor mijn sexuele leven, lig ik nou de rest van mijn leven zieltogende meisjes op een zebrapad te naaien, of zo, en iedere keer als ik een kleinburgerlijk gezinnetje zie dan zie ik er de geest van een doodgereden kind naast lopen, zoals er altijd een 3e schijnt mee te lopen met twee mensen, zelfs als die eendrachtig naar de hoeren gaan, zo'n stom kind waarvan we er in Holland toch al teveel hebben, hele hogescholen, hele universiteiten vol met paardestaartjes en brilletjes en laptopjes en algoritmes, één meer of minder, honderd meer of minder, wat maakt het in vredesnaam uit, en dood is dood of je erop ligt te wachten of dat het hier en nu is, en als jij soms weet wat de dood is dan mag je het zeggen, zeg het maar dan weet ik het ook, maar hou alsjeblieft je kop dicht want het interesseert me echt helemaal geen ruk.
Pleit Ook als je het niet wilt horen, en voor het geval je het niet wist, zal ik je vertellen wat de dood is.
Jacques Wat weet jij nou, jij hebt nog nooit een jonge meid doodgereden.
Pleit Dat doen anderen voor me.
Jacques Advocatentuig, bloedzuigers, vampieren.
Pleit Daarom weet ik waarover ik praat als ik zeg dat ik weet wat de dood is.
Jacques Doe wat je niet laten kunt.
Pleit De dood is de bloem van de natie nooit meer te zien, nooit meer haar stem te horen en haar kinderen nooit te zullen zien.
Jacques Ik had haar nooit eerder gezien, dus ik mis haar niet.
Pleit Het is ook een zaak van de levenden.
Jacques Is dat soms een steek onder water?
Pleit Ik mag je niet mishandelen, dus dan maar zo.
Jacques Wat breng je daarvoor mee?
Pleit Om een lang verhaal kort te maken, je zult in de rechtszaal uit een ander vaatje moeten tappen, dat snap jij toch zelfs wel?
Jacques Ik ben mijn emoties ook niet de baas.
Pleit Je betreurt de dood van dat door en door goede meisje; je denkt aan haar familie; je draagt een last met je mee; je ziet de Heere Jezus Christus overal met je meelopen; je hebt haar niet gekend, maar je mist haar toch.
Jacques Ik spreek liever de waarheid.
Pleit Dan ga je de bak in.
Jacques Dat is niet de bedoeling.
Pleit Dan hou je je aan mijn richtlijnen.
Jacques Natuurlijk, geen probleem.
Ik zie alleen het verschil niet tussen de richtlijnen en wat ik eerder uitkraamde.
Pleit Je hebt een punt, maar je kwam ongunstig over.
Rest ons nog de kwestie van de getuige.
Jacques Ga jij die ook even bewerken?
Pleit Dat is jouw werk.
Ten eerste moet je hem weer overtuigen van je warme vriendschap.
Jacques Voor die vervelende etter?
Pleit Jij hebt hem geïncrimineerd, dat is geen kattenpis.
Jacques Nee, daar zeg je wat.
Pleit Je betuigt je spijt dat je niet naar hem hebt geluisterd.
Je geeft hem de heldenrol.
Als hij die heeft geaccepteerd rol je het tapijt helemaal voor hem uit; je zegt dat jij hem hebt achtergelaten om voor het slachtoffer te zorgen.
Jacques Ergo, ik ben niet doorgereden na een aanrijding.
Pleit Doe je best.
Jacques Jij bent toch slimmer dan ik dacht.
8e scène
Jacques, Thomas
Jacques Thomas, wat ben ik blij dat ik je zie!
Thomas Wacht maar, tot ik klaar ben met je.
Jacques Het is zo tof, dat je bent gekomen.
Thomas Daar heb ik persoonlijke redenen voor.
Jacques Vergeet die persoonlijke redenen, die zijn nu onbelangrijk, want ik zit in de penarie.
Thomas Inderdaad, een zeer aangenaam schouwspel.
Jacques Het is je plicht als christenmens de gevangenen te bezoeken.
Thomas Daarom ben ik hier, en mijn hart zit erin.
Jacques Ik ben zo blij dat te horen.
Thomas Je hoort wat je wilt horen, Jacques.
Jacques Je gaat toch niet weer beginnen, Thomas, jongen, daar ben je toch te goed voor.
Thomas Dat dacht ik ook, maar wie met pek omgaat wordt ermee besmet.
Jacques Als jij hier soms komt om mij met hoon en sarcasme te overladen, dan kun je beter meteen weer opdonderen.
Thomas Daar zeg je wat, ik heb gezien wat er te zien is, ajuus.
Jacques Dat gaat zomaar niet, zeg, ik zie hier geen verstandig mens, en ik zit diep, diep in de moeilijkheden, heel diep, kom blijf nog even en praat met me.
Thomas Maar slechts om mij te koesteren in de aanblik van jouw ellende.
Jacques Mijn ellende, ja, geniet ervan zolang als het duurt, ik heb ook niet beter verdiend, ik ben de ellendigste mens ter wereld, dit gun je je ergste vijand niet.
Thomas Je was er anders op uit om mij hier te laten zitten.
Jacques Als ik een beetje medewerking en begrip had ondervonden van jouw kant dan zaten we nu aan de pils in De Kat in de Wijngaerd, zo vrij als vogeltjes in de lucht.
Thomas Een dergelijke vrijheid heeft voor mij geen betekenis.
Jacques Vrij is vrij.
Thomas Gebouwd op de lijken langs de kant van de weg.
Jacques Onze maatschappij is zo ingericht, je ziet het in een te eng verband.
Thomas Dat is een collectieve last, maar jij hebt echt iemand overhoop gereden, met je eigen wagen.
Jacques Het is zo, ja, het is de pijnlijke waarheid, en het valt me zwaar ermee te leven, heel zwaar, en vooral hier, in het gevang drukt het elke minuut op me.
Thomas Ik waarschuwde je.
Jacques Ja, Thomas, dat deed je. Je zei: 'Je rijdt als een wilde, en je zei: 'Zet die wagen aan de kant,' en: 'Minder vaart tot 50 km/u.' Dat zei je. Maar ik luisterde niet.
Thomas Ik zat ook met mijn tengels aan het stuur.
Jacques Dat deed je omdat ik niet wilde luisteren.
Thomas Ik had het niet moeten doen.
Jacques Nee, nee, je deed er goed aan.
Thomas Als ik je gewoon je gang had laten gaan, had je misschien beter gereden, en was het allemaal niet gebeurd.
Jacques Het was mijn eigen stomme rotschuld, en te erger omdat ik werd gewaarschuwd door mijn beste vriend.
Thomas Dat zeg je nu, toen was je anders.
Jacques Ik was in hoge nood, ik had een ernstig misdrijf gepleegd, wist ik veel wat ik moest doen, zoiets overkomt je juist als je er niet op rekent.
Thomas Op andere momenten reken je er wel op dat je een jonge vrouw doodrijdt?
Jacques Op andere momenten let je op het verkeer, omdat je rekening houdt met je medeweggebruikers.
Thomas Dat is zo, en ik leidde je af, daarvan.
Jacques Ik moet mij niet laten afleiden, dat besef ik nu, nu het te laat is.
Thomas Zo gaat dat, helaas.
Jacques En ik ontvluchtte de verantwoordelijkheid, want die was te zwaar voor me. Op dat moment, en nu nog steeds.
Thomas En mij liet je achter, bij het zieltogende lichaam.
Jacques Ik liet jou achter om voor haar te zorgen, jij, als verantwoordelijk individu, jij, die altijd weet wat er gedaan moet worden, want aan mij, de doodrijder had je niks, echt helemaal niks.
Thomas Het was inderdaad verschrikkelijk.
Dat jonge meisje, aan flarden gereden, al haar botten gebroken, en bloedend, het bloed kwam in fonteinen uit haar armen en benen, ze trilde en ze rilde en ze schreeuwde nog met haar mond maar ze had geen adem meer om geluid te maken, en haar ogen braken, als een lam op de slachtbank …
Jacques Thomas! Kwel me niet, doe me deze hel niet aan.
Denk je in: dat heb ik gedaan en teweeggebracht, door mijn eigen nonchalance met het leven van een ander, oh, hel en verdoemenis, dit is toch niet te dragen.
Wat een straf, wat een vreselijke straf.
Thomas Wat kan, wordt gedaan.
Jacques Maar ik, juist ik!
Thomas Ik stond daar, bij dat meisje, met mijn handen naar haar uitgestrekt en zonder haar aan te raken, of te troosten, want ze boezemde me een geweldige angst in, vooral toen ze nog net niet dood was, net voordat ze – als het ware – ineen zeeg, en wegzakte in de aarde waaraan ze zich nog tot het laatst aan toe probeerde te ontworstelen, en ik liet haar verzinken, ik greep haar hand die zijn naar mij uitstrekte niet beet, want ik vond dat die zo eng, zo vreselijk trilde …
Jacques Ach, ook dat heb ik je aangedaan, omdat ik vluchtte en je alleen liet.
Thomas Je liet ons alleen.
Jacques Thomas, het is waar wat je zegt, zo vreselijk waar.
Thomas En toen was ze dood. Ze was zo klein. Ze was zo jong. En ze wordt nu geen dag ouder meer. Ze is eeuwig jong. Wat moest zij nog doen? Wie moest zij nog kussen? Mij soms?
Er lag een haarspeldje op de grond. Haar haarspeldje. Haar paardestaartje was losgeraakt, en haar haar was in bloed gedrenkt. Ik raapte het speldje op, en ik heb het hier nog, ik heb het in mijn zak.
Jacques Wat, is dat van haar?
Thomas Een haarspeldje.
Jacques Je weet toch dat dat niet mag?
Thomas Wat niet?
Jacques Dingen ontvreemden van de plaats delict.
Thomas Ik deed het zonder erg.
Jacques Je hebt niet voor het slachtoffer gezorgd, je hebt haar hand niet gegrepen, je hebt haar alleen laten sterven? Kun jij dan helemaal niks? Ik had beter moeten weten dan jou daar achter te laten.
Thomas Het spijt me, het spijt me vreselijk.
Jacques Het was ook een onmogelijke opdracht.
Thomas Dat was het.
Jacques Je kon er niets aan doen.
Thomas Nee, niets.
Jacques Maar dan nog iets.
Thomas Hou het kort, want ik ben helemaal kapot.
Jacques Reden wij door rood?
Thomas Jij reed door rood.
Jacques Durf jij daar een eed op te zweren?
Thomas Daar durf ik een eed op te zweren.
Jacques Is het nodig dat je daar een eed op zweert?
Thomas Ik ben de enige getuige.
Jacques Precies.
Thomas Dat is meineed.
Jacques Je ziet het weer veel te eng.
Thomas Jij kunt je verantwoordelijkheid niet ontlopen.
Jacques Maar mijn straf wel.
Thomas Je straf is wat je verdient en wat je ondergaat.
Jacques Dat heeft toch geen enkel nut.
Thomas Ik voel een innerlijke noodzaak mijn verdiende straf te ondergaan.
Jacques Omdat je je schuldig voelt.
Thomas En ik heb geeneens wat gedaan.
Jacques Ik wel, en ik voel geen enkele noodzaak een straf te ondergaan.
Thomas Als mij wordt gevraagd of jij door rood reed kan ik alleen maar naar waarheid antwoorden.
Jacques Als dat meisje overstak toen het voetgangerslicht op rood stond, ga ik vrijuit.
Thomas Maar dat stond op groen.
Jacques Dat kun jij niet hebben gezien.
Thomas Als het verkeerslicht op rood staat, staat het voetgangerslicht op groen.
Jacques Dat is helemaal niet gezegd.
Je getuigenverklaring is niets waard, Thomas, en je kunt dus beter je mond houden, of alleen maar zeggen dat je het niet weet.
Thomas Ik weet het wel.
Jacques Ga je gang. Maak mij kapot. We leven in twee verschillende werelden, maar in de jouwe moet ik worden gestraft.
Thomas Omdat het ook de wereld is van het slachtoffer.
Jacques Zij is dood, haar stem telt niet.
Thomas Dan zal de rechter oordelen.
Jacques Je zult ervan lusten, Thomas.
Thomas We zullen zien, Jacques.
9e scène
Pleit, Jacques
Jacques Dat ging van een leien dakje!
Pleit Zijn geheugen is aangetast?
Jacques Hij herinnert zich tenminste niet dat ik hem heb aangespoord met mij mee te gaan. Hij denkt dat ik hem heb achtergelaten om voor dat stuk ellende te zorgen, en hij vindt dat hij daarin ernstig te kort is geschoten.
Pleit En dat rode verkeerslicht?
Jacques Heikel puntje.
Pleit Ik heb mij door de verkeerspolitie laten inlichten omtrent het betreffende verkeerslicht.
Het voetgangerslicht springt op groen als het verkeerslicht nog net op oranje staat.
Er zijn klachten over deze toestand op archief te vinden, en er is daarop geen actie ondernemen, hetgeen de overheid tenminste gedeeltelijk verantwoordelijk maakt.
Jacques Dacht ik het niet!
Pleit Het scheelt maar een fractie.
Jacques Het verkeerslicht stond allang op rood.
Pleit Er heeft niemand met een stopwatch gestaan, het slachtoffer legt geen verklaring meer af.
Jacques De getuige wel.
Pleit Laat dat maar aan mij over.
Jacques Nou, ik ben benieuwd, hoor.
Pleit Het zou lachwekkend zijn als het niet zou droevig was.
Luister, de getuige verklaart met enige nadruk dat het verkeerslicht op rood stond toen jij daar met 110 km/u aan kwam raggen, en dat je weigerde vaart te minderen, hoewel hij je herhaaldelijk waarschuwde.
De kleur rood, de snelheid, de waarschuwing, de weigering, die vormen een eenheid en die hangen noodzakelijk met elkaar samen.
Als het verkeerslicht niet op rood stond dan doet de hele rest er niet meer toe. En dat geldt precies zo voor de snelheid, de waarschuwing, de weigering; met het één valt al het andere.
Je getuigt niet tegen jezelf.
Jij herinnert je alles niet zo precies.
Dus komt het op hem aan.
Hebt u de snelheid zelf gezien?
Waarom waarschuwde u, als u de precieze snelheid niet kende?
Was u bevreesd voor uw veiligheid?
Als dat zo is, waarom rijdt u dan met meneer Jacques mee?
Jacques Het is inderdaad geestig!
Pleit Dit werk kent zijn goede kanten.
Jacques Ik verheug me op de terechtzitting.
10e scène
Blauw, Kool, Pet, Thomas
Kool Opletten allemaal, deze zaak is weliswaar zo klaar als een klontje, maar het is een verzekeringskwestie geworden en dan is de uitkomst onzeker.
Blauw Hij gaat voor schut!
Pet Hij hangt!
Kool Dat is precies waarvoor ik jullie dien te waarschuwen.
De advocaat dient het belang van de verzekering en niet dat van de cliënt, hoewel die oppervlakkig gezien met elkaar samenhangen.
Het slachtoffer had een ongevallen verzekering, premie netjes betaald, maar een uitkering aan de nabestaanden zou moeten worden gekort op het dividend dat de maatschappij uitkeert aan haar aandeelhouders.
De cliënt mag dus geen schuld bekennen en loopt daardoor het gevaar zwaarder gestraft te worden dan wanneer hij bekent.
Jullie van de politie zijn een gemakkelijk doelwit, want jullie hebben het altijd gedaan omdat dat stoplicht niet goed stond afgesteld.
De getuige zat in de auto en is daarom kwetsbaar.
Thomas, ben je opgewassen tegen deze zaak?
Thomas Ik zal mijn plicht doen.
Kool Je zult dwars doormidden worden gezaagd. Je zult niet meer weten wat boven en onder is.
Thomas Dat moet dan maar. De nabestaanden rekenen op mij dat er gerechtigheid geschiedt.
Kool Ik zeg het je nog één keer.
Je waarschuwde voor een rood licht toen je merkte dat de auto te snel reed, de chauffeur sloeg de waarschuwing in de wind.
Thomas Zo klaar als een klontje.
Kool En je laat je door niets van de wijs brengen.
Dat geldt ook voor jullie, kort en bondig, gedecideerd.
Dan wordt het een hamerstuk.
Doorrijden na een aanrijding mag geen gewoonte worden.
Blauw Volgens de statistieken is het anders heel normaal.
Kool Daar komt dan nu verandering in.
11e scène
allen
Kool De Rechtbank!
Hooft Gaat u zitten, gaat u zitten allemaal.
Meneer Jacques, wat fijn dat ik u eindelijk in levende lijve zie.
Jacques Het genoegen is wederzijds edelachtbare.
Hooft U bent hier voor uw genoegen?
Jacques Om het hele misverstand voor eens en altijd uit de wereld te helpen, edelachtbare.
Hooft Aha! Dus het gebeurde niet dat u met een kalm vaartje van pak hem beet 110 km/u door de bebouwde kom scheurde met een stevige slok op, een rood verkeerslicht negeerde, een jonge vrouw doodreed en daarna doodleuk doorreed?
Jacques U moet niet doen alsof het hier om een grap gaat.
Hooft Als dit een misverstand is dan is dit beslist niet grappig.
Als u zo vriendelijk wilt zijn even te luisteren.
Er is een slachtoffer te betreuren in de persoon van een vrouw, eenentwintig jaren oud, studente artificiële intelligentie, wat dat ook moge zijn, jongste van vier kinderen, Charlotte, bekend op het sportveld als Charlie, die door uw wagen midden op het zebrapad werd geschept, over de motorkap en het dak werd geslingerd, waarbij zij al haar botten in haar lichaam brak, en eenmaal achter het voertuig beland op het asfalt is zij kort daarop aan haar verwondingen bezweken.
Jacques Excuseer, edelachtbare, het wordt me echt teveel.
Pleit Ik vraag een korte schorsing, edelachtbare, mijn cliënt is onwel geworden bij het aanhoren van dit levensbericht.
Jacques Ik vind het heel erg jammer dat het zo is gelopen.
Hooft Het zal wel. Als uw wilt blijven staan dan mag dat.
Jacques Ik kan me nauwelijks staande houden.
Hooft Ga dan zitten.
Pleit Dit is onmenselijk!
Hooft Daar ben ik het roerend mee eens.
Pleit U ziet toch hoe mijn cliënt eraan toe is.
Hooft Uw cliënt kiest een goed moment uit om zijn gevoelens de vrije loop te laten.
Jacques U hoeft niet met deze kwestie te leven.
Hooft Maar wel met u.
Voortgang!
Agent Pet, vertelt u eens over de aanhouding van de aangeklaagde en de toestand van het voertuig op dat moment.
Pet Edelachtbare, ik heb de aangeklaagde staande gehouden op het Stadionplein te Amsterdam. Hij was onder invloed van alcohol, hoewel hij beweerde dat het slechts om drie biertjes ging.
Hij beledigde mij door de veronderstellen dat ik etnisch profileerde, excusez le mot.
Hooft En dat deed u natuurlijk niet.
Pet Absoluut niet.
Jacques Dat was een lolletje. U ziet toch wel dat ik een rozige, blozende kaaskop ben.
Hooft U was in de stemming om lolletjes te maken, nog wel tegen een overheidsdienaar in uniform?
Jacques Ik had drie biertjes op.
Pet Hij was onderweg naar de wasstraat, hij gaf dat nochtans te kennen, en de toestand waarin het voertuig zich bevond doet vermoeden dat hij dat voornemen daadwerkelijk koesterde.
Hooft Laat maar eens horen.
Pet De wagen was van voor tot achter besmeurd met bloed, huidresten en botschilfers.
Analyse van de resten duiden ook op deeltjes en delen van organen, te weten: de longen, hersenen, een deel van de milt en de maag, en de gehele blaas.
Hooft Daarmee reed u door de stad?
Jacques Ik zat in de wagen, ik kon het niet zien.
Pet Het forensisch instituut heeft berekend hoe hard je moet rijden om een menselijk lichaam zo grondig te kunnen vernietigen.
Hooft Laat mij eens raden. 110 km/u?
Pet Bij benadering, edelachtbare.
Hooft U zat in de wagen, zegt u, dus u kon dat allemaal niet waarnemen, maar u bent toch tenminste één keer uitgestapt om de schade op te nemen.
Jacques Ben is het forensisch instituut? Wat weet ik er nou van?
Hooft Bloed. Botten. Organen. Moet u toch zijn opgevallen, want u wilde naar de wasstraat.
Jacques Dat zei ik zomaar, om ervan af te zijn.
Hooft Kan ik inkomen.
Er was iets met de verkeerslichten dat niet deugde.
Agent Blauw, kunt u daar iets over zeggen.
Blauw Het vermoeden bestond dat de verkeerslichten niet goed waren afgesteld, en dat dientengevolge het voetgangerslicht al op groen sprong als het verkeerslicht nog niet op oranje stond.
Ik heb ter plaatse metingen verricht en mij is van een dergelijke ongewenste overlapping niets gebleken.
Het voetgangerslicht springt op groen precies op het moment dat het verkeerslicht op rood springt.
Als het slachtoffer zich midden op het zebrapad bevond, stond het voetgangerslicht al enige tijd op groen.
Zij is niet onverhoopt te vroeg overgestoken.
Pleit Dit doet niet ter zake.
Jacques Het verkeerslicht stond op groen.
Hooft Getuige Thomas verklaart dat het op rood stond, en dat u bijgevolg door rood bent gereden.
Jacques Ik ontken het.
Hooft Waarvan akte.
Pleit Ik wil de getuige horen.
Hooft Zo meteen. Meneer Jacques, ik moet u eerst even wat vragen.
12e scène
als tevoren
Hooft Jacques, u verklaarde dat Thomas reed.
Jacques Is dat zo?
Hooft Het is opgenomen in het proces verbaal.
Jacques Mag ik dat eens zien.
Hooft Het ligt voor uw neus.
Jacques Moet ik dat allemaal gaan lezen?
Hooft U kunt me ook op mijn woord geloven.
Jacques Ik weet precies wat ik heb verklaard.
Hooft Dus, waarom verklaarde u dat Thomas reed?
Jacques Ik kon, en kan tot op heden, niet geloven dat ik zoiets vreselijks op mijn geweten heb.
Hooft Daarom had een ander het gedaan?
Jacques Precies, u zegt het, precies.
Hooft Later trok u deze verklaring in.
Jacques Thomas ontkende.
Hooft Want Thomas reed niet.
Jacques Welnee, ik reed, dat is toch bekend.
Hooft Het is niet zo, bijvoorbeeld, dat door tegenstrijdige verklaringen af te leggen de schuld onmogelijk meer kan worden vastgesteld?
Jacques Dat zijn advocaten trucs, daarmee laat ik mij niet in. Bovendien snapte Thomas niet hoe het werkte.
Hooft U verklaarde dat Thomas reed. Ik wil daarvoor een explicatie horen, en wel onmiddellijk.
Jacques Thomas zat met zijn jatten aan mijn stuur, ik had daardoor geen controle meer over het voertuig.
Hooft Het voertuig werd door niemand bestuurd?
Jacques Dat is mijn uiteindelijke conclusie, en daarom heb ik mijn verklaring ingetrokken.
Hooft Hoe waardeert u het gehalte van uw eigen verklaring?
Jacques Als volkomen zuiver, nu ik erover nadenk.
Hooft Leg me dat eens haarfijn uit.
Jacques Nadat ik mijn eerste indrukken had neergelegd in mijn verklaring ben ik na ampele overweging tot een ander inzicht gekomen.
Hooft Bewonderenswaardig! Uw eerste indrukken waren dat u niet reed, of dat de wagen onbestuurbaar was, en daarom bent u doorgereden?
Jacques Ik ben niet doorgereden! Hoe vaak moet ik het nog zeggen?
Ik heb de wagen tot stilstand gebracht, zo goed en zo kwaad als dat ging, en ben uitgestapt.
Thomas en ik hebben het slachtoffer in ogenschouw genomen en in goed overleg met hem ben ik doorgereden.
Hooft U acht dat wezenlijk anders dan doorrijden na een aanrijding?
Jacques Het is niet met elkaar te vergelijken!
Hooft Er wordt vrij vaak doorgereden na een aanrijding, al dan niet met achterlating van een vertrouwenspersoon om het sterven van het slachtoffer in goede banen te leiden.
Jacques Het zal de schrik zijn.
Hooft Juist opgemerkt. En als de schrik over is, komt men meestal tot inkeer, men keert terug naar de plaats van het ongeval, of men geeft zich aan bij de bevoegde autoriteiten.
Jacques Ik begrijp dat heel goed.
Hooft Maar u niet.
Jacques Had ik tijd om tot inkeer te komen? Ik was pas op het Stadionplein! Als die agent me nou eerst even naar de wasstraat had laten gaan, dan was het een ander verhaal geweest.
Hooft Ik maak uit een en ander op dat u het toch beschouwt als doorrijden na een aanrijding.
Jacques Dat is dan een misverstand, en u moet mij geen woorden in de mond leggen.
13e scène
als tevoren
Hooft Meester Pleit, u mag de getuige horen.
Pleit Dank u, edelachtbare.
Thomas, waar was je toen het ongeluk plaatsvond?
Thomas Ik bevond mij in de auto van Jacques, op de plaats rechts van de bestuurder.
Pleit Je reed niet zelf.
Thomas Ik heb geen rijbewijs.
Pleit Dat is origineel.
Thomas Het komt nochtans voor, en daarom zat ik rechts van de bestuurder.
Pleit Maar je zat wel aan het stuur.
Thomas Inderdaad. Dat had ik niet moeten doen.
Pleit Ik ben blij dat je het inziet.
Je bemoeilijkte het besturen van de wagen?
Thomas Het kon moeilijk slechter. We zwalkten over de weg, we namen een stoep mee, we zaten tegen elkaar te schreeuwen, en Jacques luisterde niet naar mijn waarschuwingen.
Pleit Wat gebeurde er precies?
Thomas We reden in volle vaart op een rood verkeerslicht af, ik zei het, we moeten stoppen, Jacques zei we halen het nog, en het volgende moment ging het meisje over de motorkap.
Pleit Hoe heb je het ervaren?
Thomas Het ging te snel om van ervaren te kunnen spreken, maar ik beleef het telkens opnieuw, ziet u, en dan ervaar ik het als de grootste ramp die me ooit is overkomen.
Pleit Je trekt je het persoonlijk aan?
Thomas Ja, wat dacht u?
Pleit Had jij ook een paar biertjes gedronken?
Thomas Net zoveel als Jacques.
Pleit Hoeveel is dat?
Thomas Zes bier, twee jenever.
Pleit Heb je daar een bewijs van, een bon of zo.
Thomas Ik rekende contant af en kreeg geen bonnetje.
Pleit Geen bonnetje?
Thomas Geen bonnetje.
Pleit Je was onder invloed, je maakte ruzie met de bestuurder, het gebeurde allemaal nogal snel, zeg je, dus hoe weet jij nou hoe hard jullie reden, of dat het licht op rood stond?
Thomas Ik weet het gewoon.
Pleit Gewoon weten, of zeker weten?
Thomas Zeker weten.
Pleit Dat is niet hetzelfde.
Thomas Ik weet het zeker, Het woord gewoon ontglipte me.
Pleit Leugenaars zetten hun woorden kracht bij met dergelijke stopwoordjes.
Thomas Als u het zegt.
Pleit Hoe is het mogelijk dat de ene persoon ziet dat het verkeerslicht op rood staat, en de andere dat het op groen staat?
Thomas We zagen dat het op rood stond. Anders had ik hem niet hoeven te waarschuwen.
Jacques gaf extra gas, juist om er zo snel mogelijk doorheen te rijden.
Pleit Gaf hij niet juist extra gas om het groene licht te halen?
Thomas Hij nam bewust het risico dat hij iemand aan zou rijden.
Pleit Waaruit blijkt dat?
Thomas Het meenemen van een stoep, bijvoorbeeld, het rijden van 110 km/u in de bebouwde kom, gas geven als je op een rood licht aanrijdt.
Pleit Een stoep meenemen kan gebeuren, de hoge snelheid op zich veroorzaakt nog geen ongeluk en over de kleur van het verkeerslicht wijkt uw waarneming af van die van de bestuurder.
Thomas Als je een stoep meeneemt kun je niet rijden, als je 1110 km/u rijdt in de bebouwde kom overtreed je de wet, en het licht stond op rood.
Als u vindt dat een en ander geen risico met zich meebrengt voor medeweggebruikers, dan moet u de verkeersregels maar herschrijven.
Pleit Je hebt geen rijbewijs?
Thomas Nee, meneer, ik heb geen rijbewijs.
Pleit Wat weet je dan van autorijden?
Thomas Genoeg om te weten dat het levensgevaarlijk is.
Pleit U was ook onder invloed.
Thomas Ik was onder invloed.
Pleit Alcohol beïnvloedt de waarneming.
Thomas Nou en of, je ziet gevaarlijke individuen opeens aan voor normale mensen.
Pleit U kunt zich hebben vergist in de kleur van het verkeerslicht.
Thomas Mij vergissen tussen rood en groen? Niet waarschijnlijk.
Pleit Je stapte in, met zes bier en nogal wat jonge klare.
Thomas Dat is juist.
Pleit Jacques had evenveel gedronken.
Thomas Dat is juist.
Pleit Toch hield u hem niet tegen toen hij achter het stuur kroop.
Je zei niet: 'Ho eens eventjes, je bent bezopen, Jacques, we nemen de bus.'
Thomas Jacques vindt zichzelf de beste chauffeur ter wereld.
Pleit Toch ging je mee, hoewel de chauffeur onder invloed was en leed aan zelfoverschatting.
Thomas Ja, ik ging mee.
Pleit En tijdens de rit hinderde je de bestuurder.
Thomas Jacques was door het dolle heen, ik kon niet werkeloos toekijken.
Pleit Moest je daarom aan het stuur zitten?
Thomas Dat was zeer fout van me.
Pleit Zeer fout, zeg je.
Thomas Daar zit geen stopwoordje bij.
Pleit Heeft je interventie niet bijgedragen aan het ongeval?
Thomas Ik zie niet in hoe.
Pleit Door de chauffeur meer dan gepast is te prikkelen, en sterker nog, af te leiden van het besturen van de auto?
Thomas Ik kan geen autorijden, dus dat kan ik niet beoordelen.
Pleit Je verschuilt je achter je onkunde?
De vraag is: werd de bestuurder afgeleid door je gedrag?
Thomas Mijn interventie heeft hem gesterkt in zijn wangedrag, ja, dat mag ik zo wel stellen.
Pleit Kan ik stellen dat je hem hebt aangezet tot zijn gedrag.
Thomas Dat gaat weer te ver.
Pleit Hoe dat zo?
Thomas Hij reed eerst de stoep op, en 110 km/u voordat ik hem begon te waarschuwen.
Pleit Maar je was al bezig hem te hinderen voordat je zag dat het verkeerslicht op rood stond.
Thomas Omdat hij een stoep meenam en 110 km/u reed.
Pleit Dat gaf dan toch de doorslag, u sterkte hem in zijn gedrag, u hinderde bij het besturen van de wagen, uw waarneming was getroebleerd.
Thomas Niet de mijne, maar de zijne, als hij een verkeerslicht op groen zag staan toen het op rood stond.
Pleit Geen vragen meer, edelachtbare.
14e scène
als tevoren
Hooft Meester Kool, hebt u nog iets in te brengen?
Kool De zaak is duidelijk, edelachtbare.
De aangeklaagde reed door rood, met een te hoge snelheid, en hij was bovendien onder invloed.
Hij heeft zich niet om het slachtoffer bekommerd, en is doorgereden om zijn auto te gaan wassen, alsof dat het enige in deze zaak was waar het om ging.
De verklaring van de getuige, het forensisch onderzoek, het technische onderzoek pleiten hem geenszins vrij, integendeel, het Openbaar Ministerie acht dood door schuld onomstotelijk bewezen.
Wij eisen de maximale straf.
Hooft Meester Pleit.
Pleit Ik vraag de rechtbank het volgende in overweging te nemen.
Mijn cliënt werd in zijn vermogen de wagen te besturen gehinderd door de getuige.
In feite was het voertuig onbestuurbaar.
In die zin kan hem niets worden aangerekend.
Mijn cliënt verklaart uitdrukkelijk dat het verkeerslicht op groen stond.
De getuige verklaart dat het op rood stond.
Het is zijn woord tegen dat van de getuige, en de aangeklaagde dient ten alle tijden het voordeel van de twijfel te krijgen.
Mijn cliënt is niet doorgereden. Hij heeft zijn voertuig weer onder controle gekregen en tot stilstand gebracht.
Vervolgens is hij uitgestapt en heeft het slachtoffer in ogenschouw genomen.
De gruwelen die hij heeft gezien hebben hem geheel verblind, en ook nu nog wordt hij onwel bij het gedenken ervan.
Hij heeft het slachtoffer vervolgens overgelaten aan de zorgen van Thomas, en is weggereden.
Uit hoofde daarvan en ten gevolge heeft mijn cliënt een verklaring afgelegd die hij nu niet meer wenst te verdedigen, en waarvoor hij zijn excuses aanbiedt.
Ik eis vrijspraak.
15e scène
als tevoren
Hooft Ik wil nog met Jacques spreken.
Jacques Edelachtbare, ik ben zeer vermoeid en buitengewoon aangegrepen.
Pleit Ik vraag u dit niet te doen.
Hooft Jacques, u vindt dat u heel behoorlijk hebt gehandeld door Thomas achter te laten bij het slachtoffer?
Jacques Ja, ziet u, ik had tot dan toe geen ervaring met dergelijke ongevallen.
Hooft En toen deed u wat erbij u opkwam?
Jacques Ik handelde naar bevind van zaken.
Hooft Wat vond u van het slachtoffer?
Jacques Een zieltogend meisje, zonde van zo'n jonge meid. Wat kan ik er meer van zeggen?
Hooft Daarnet was je nogal geëmotioneerd.
Jacques Ik moet mezelf afschermen tegen die gevoelens.
Hooft Heel verstandig. En uw overige verklaringen zijn verstandig en begrijpelijk, maar ik zit met de vraag van het verkeerslicht.
Het is nogal een verschil: rood of groen, dat bent u toch met me eens?
Jacques Een hemelsbreed verschil.
Hooft Dus, twee mannen die even bezopen zijn en even geagiteerd, die hetzelfde verkeersbeeld voor ogen hebben zien twee verschijnselen die in beginsel hemelsbreed van elkaar verschillen.
De een ziet een groen licht, de ander een rood.
Welnu, ervan afgezien dat u de aanklaagde bent, waarom zou ik u het voordeel van de twijfel geven?
Jacques Omdat ik de waarheid spreek, edelachtbare.
Hooft En Thomas liegt?
Jacques Wat Thomas bezielt weet ik echt niet.
Hooft Toen u Thomas nog de schuld van het ongeval gaf verklaarde u dat het verkeerslicht op rood stond.
Jacques Die verklaring heb ik in zijn geheel teruggenomen.
Hooft U hebt teruggenomen dat Thomas reed, en daardoor blijven we zitten met het licht dat volgens u op rood stond toen hij reed en op groen toen u reed. De logica verdraagt een en ander niet, Jacques.
De vraag is: hoe komt u erbij?
Jacques Ik beroep me op mijn zwijgrecht.
Hooft Ik heb je de hele tijd horen praten, dus dat recht heb je verspeeld.
Jacques Ik kan hier niets over zeggen.
Pleit Ik eis dat u mijn cliënt verschoont.
Hooft Meeste Pleit, het stinkt hier, ruikt u dat dan niet?
Pleit De zaal leidt toch onherroepelijk tot vrijspraak, edelachtbare, laat dit alstublieft rusten.
Hooft Geen denken aan, het begint nu pas leuk te worden.
Jacques, u kunt het mij gerust vertellen, als dit toch al in kannen en kruiken is, zoals uw geachte verdediging verklaart.
Pleit Waarom doet u dit?
Hooft Omdat ik dit gesodemieter spuugzat ben.
Jacques, zeg het maar.
Jacques Meester Pleit hier heeft gezegd dat ik moest verklaren dat het licht op groen stond.
Hooft En het stond op groen.
Jacques Welnee, het stond op rood.
Hooft Dit geef ik aan bij de deken, Pleit, je gaat voor schut, ik laat geen spaan van je heel.
Jacques Jullie vechten een zaak uit, over mijn hoofd heen?
Hoe kan ik mijzelf nu verdedigen als ik een grote leugenaar als advocaat heb?
Hij deed het zelfs voor hoe ik moest reageren als er over de dode werd gesproken. Zijn dat manieren?
Hoe kan ik vrijuit gaan als een rechter een advocaat een hak wil zetten.
Hooft Het is niet alleen de advocaat, mijn beste Jacques, maar het feit dat u wordt verdedigd door een advocaat van de verzekeringsmaatschappij die de nabestaanden van het slachtoffer een uitkering moet geven.
Jacques Is dat gerechtigheid in ons land?
Hooft De vraag komt uit verdachte hoek, maar, inderdaad, dit is gerechtigheid in dit land.
En u hebt gelogen voor de rechtbank.
Jacques Ik was mij van geen kwaad bewust, ik ben opgestookt.
Hooft Ik weet het.
Meester Kool, hoe staan we ervoor?
16e scène
als tevoren
Kool Het Openbaar Ministerie blijft bij haar eis, hoewel het volkomen zinloos is geworden.
Thomas Maar hij is schuldig, edelachtbare!
Hooft Het gaat om schuld in juridische zin, meneer Thomas, maar als meneer Jacques zich schuldig voelt mag hij zich op eigen kosten tien jaar eenzaam laten opsluiten, met aftrek van voorarrest.
Thomas Dus wordt hij vrijgesproken?
Hooft Ontslagen van rechtsvervolging.
Thomas Op welke grond?
Hooft Omdat de zaak haar grond heeft verloren, en hij kan niet nog eens voor hetzelfde terechtstaan. Zijn advocaat heeft zijn verklaringen voor de rechtbank beïnvloed, en die zijn dus van nul en generlei waarde.
De zitting is gesloten.
17e scène
Jacques, Thomas, Blauw, Pet, Pleit
Jacques Nou, meester Pleit, gefeliciteerd, je hebt je zaakje glansrijk gewonnen; je baas zal wel zeer tevreden over je zijn.
Pleit De deken gaat me schorsen, mijn baas gaat me ontslaan, je wordt feestelijk bedankt.
Jacques Graag gedaan. Je kunt vanaf heden een eerlijk beroep gaan uitoefenen.
Meneer Kool, uw optreden was weinig overtuigend, zo kent het grote publiek haar Openbaar Ministerie niet.
Gaat er weer een misdadiger vrijuit omdat de gerechtsdienaren incompetent zijn?
Niet zo fraai!
Kool Dus jij bent een misdadiger?
Jacques Wis en waarachtig, en u ziet het, je kunt overal mee wegkomen als je je koppie er maar bij houdt.
Kool De rechter laat je gaan, dat ligt niet aan mij.
Jacques De rechter heeft het voortreffelijk gedaan, een kranige vent hoor, mag ik wel zeggen, zoals die man de waarheid boven tafel wist te krijgen. Die laat zich mooi niks wijsmaken.
En ik heb ook lof voor onze dienders.
Dank, hartelijk dank, jullie hebben niets verkeerd gedaan, het is hoog tijd dat jullie promotie maken.
Blauw Als deze zaak dan maar snel wordt vergeten.
Pet Wat nogal moeilijk wordt.
Jacques Ach, welnee, wie kan het nou wat schelen? Jonge meiden zat, eentje meer of minder maakt geen verschil. Maar heren, ik zit nog met een bepaalde vraag.
Blauw Kan er nog wel bij.
Pet Je gaat je gang maar.
Jacques Waar zijn de nabestaanden?
Blauw Er zaten familieleden op de publieke tribune, maar ze zijn voor het einde van de zitting vertrokken.
Jacques Dat is nou jammer, ik had ze graag even willen spreken.
Pet Dan had je politiebescherming nodig gehad.
Blauw Wat had je dan willen bespreken?
Jacques Ach, zoveel verdriet, en dan geen gerechtigheid, dat moet toch aantrekkelijke, laat ik zeggen aanstekelijke emoties teweegbrengen, heerlijk om te zien en het mee te voelen.
Thomas Hoe kun je die mensen nu onder ogen komen?
Jacques Jij voelt je schuldig, voor wat je niet hebt gedaan.
Ik voel me niet schuldig, voor wat ik wel heb gedaan.
Jij kunt niet worden gestraft; ik word niet gestraft.
Dat gaat zo niet langer.
Het Wetboek van Strafrecht moet worden herschreven. Voortaan moet iedereen die een ongeval niet heeft kunnen voorkomen zich vrijwillig op eigen kosten laten opsluiten, totdat hun schuldgevoelens zijn gedelgd.
Wat dachten jullie ervan?
Zijn jullie soms helemaal gek geworden?
De schuldige lacht, de onschuldige huilt.
Dachten jullie soms dat ik niet wist wat hier gebeurt?
Juridische schuld? Laat me niet lachen!
Schuldgevoel? Een farce!
Fictie van de wet, dat staat op het niveau van de Boeketreeks, en dat is voor de wet een hoogst vleiende vergelijking.
Thomas Denk je dan helemaal niet aan het slachtoffer?
Kool Zegt de dood van een jonge vrouw je dan niets?
Pet Dat je de mensen die je steunen in de maling neemt?
Blauw En de nabestaanden hoont?
Jacques Wat jammeren jullie over het slachtoffer?
Niemand heeft het toch over haar, behalve wat gratuite kreten her en der.
Waarom moeten jullie mij hebben?
Ik wilde de nabestaanden spreken, maar die lopen voor me weg.
Laat me er even door, alsjeblieft.
18e scène
als tevoren
Pleit Ik ga die lul op zijn bek slaan.
Kool Opzij, want ik wil de eerste klap uitdelen.
Thomas Wacht! Hij is voor mij. Ik stamp hem in elkaar.
Blauw Ho ha! Dat gaat zo miet.
Pet Dit kunnen wij niet toestaan.
Thomas Jullie nemen hem in bescherming?
Blauw Dat schrijft onze plicht ons voor, meneer.
Pet Wij kunnen niet werkeloos toekijken als er burgers worden gemolesteerd.
Thomas Kijk dan maar effe de andere kant op.
Blauw Dat zou plichtsverzuim zijn.
Pet Ik verzoek u om op ordelijke wijze het gerechtsgebouw te verlaten.
Blauw Jacques, je kunt je persoonlijke bezittingen afhalen bij de balie. Je bent vrij om te gaan.
Jacques Bedankt! En denk nog eens aan mij als jullie die welverdiende promotie maken.