FAUSTA
Toneelspel
Jacob Dekker 2012
toevoeging 5e akte 5e scène 2023
FAUSTA
Toneelspel
Jacob Dekker 2012
toevoeging 5e akte 5e scène 2023
Fausta
30-06-2012 – 31-07-2012
Toto is een anarchist die in en uit de bajes gaat, maar die een zanger, dichter en kunstenaar is, en hij houdt van Fausta, die door zijn liefde steeds in de problemen komt. Toto verkeert onder hangjongeren, die hem alcoholische versnaperingen afpersen waardoor ze in coma raken. Fausta redt de goegemeente, en bemiddelt tussen de kunstenaar en de autoriteiten.
Toevoegingen: 18-01-2023 – 20-01-2023
Personen:
Toto, randdebiel
Fausta, meisje, verweesd
Raasveld, haar voogd
Agent, agent van politie
Mevrouw Hepp, lerares Nederlands
Mevrouw Smaal, decaan
Comazuipers:
Pip le Mock
Ingerbritsen
Skpopp
Jamila, caissière
1e Akte
1e scène
Lied van Toto bij het raam van Fausta, met lier.
Toto
Hier ben ik
De bevrijder, de vrijwillige held
Hier ben ik
Die zijn lier slaat bij het raam van Fausta, schone jonge bloem in de betonnen jungle
Volg mij, Fausta
Spring uit het raam in mijn armen
Je laken als valscherm maak je een zachte landing in dromenland
Fausta,
Hier Toto
De bevrijder, de vrijwillige held
De slag op mijn lier zal je wekken uit je slapeloosheid
Zal je wekken tot de droom van de vrijheid
Ik Toto maak mij schuldig aan het geluk van Fausta
Schone Fausta
Heerlijke Fausta
Die mij vrijwillig tot held maakt
Ik Toto, held van Fausta
Die hier op straat wortel schiet en klimt met takken tegen de gevel aan
Waaraan de noten van mijn zang ontspruiten
Uit duizend bloemen
Gekraakt op straat, Fausta, de heerlijke noten van mijn zang
Oh, Fausta
Oh, Fausta
Oh, Fausta
2e scène
Toto en Fausta. Fausta uit het raam.
Fausta Toto, wat moet dat hier?
Toto Ben ik Toto?
Fausta Donder op, man, je maakt de hele straat wakker.
Toto Als jij met me meegaat.
Fausta Je bent toch niet helemaal gek?
Toto Zal jij zien wat ik kan.
Toto slaat zijn lier aan.
Fausta Daarmee wek je de doden nog.
Toto Dan ben ik hier onder de levenden, want ze slapen rustig door.
Toto slaat zijn lier aan.
Fausta Ik kom naar buiten om je op je donder te geven.
Toto Dat lijkt me heerlijk.
Fausta verschijnt in haar ondergoed.
Toto Trek wat aan, zo kun je niet over straat.
Fausta Wat bezielt jou ineens?
Toto Geef me je hand, dan rennen we weg.
Fausta Waar gaan we dan naartoe?
Toto Daar, naar de maan.
Fausta Dat kan helemaal niet.
Toto Als we rennen, rent de maan met ons mee, want de maan is een old sport.
Fausta Wat is dat raar, middenin de nacht op straat …
Toto Iedereen wil zoete dromen, maar niemand kent de nacht.
Fausta Niet zo beginnen, Toto, mijn knieën knikken alweer.
Toto Je rent de angst voor de nacht eruit, als je rent met mij.
Fausta Breng je me weer naar huis?
Toto Waar is jouw huis?
Fausta Toto!
Toto Niet zo schreeuwen, je maakt de hele straat wakker.
Fausta Ze zullen me te hulp komen.
Toto Ik ben je redder, je steun en toeverlaat.
Fausta Iedereen, behalve jij.
Toto Daarom ben ik hier nu als niemand ons kan zien of horen.
Fausta Het is niet eens donker, trouwens.
Toto De maand juni, Fausta, zegt je dat niets?
Fausta Daar trap ik niet in!
Toto Waar trap je niet in, lieve Fausta?
Fausta Dan zeg ik: 21 juni, langste dag, heksjes geen macht, rondedansje in het maanlicht, en dan lach jij me uit.
Toto Hahaha!!
Fausta Zie je wel.
Toto De maand juni maakt de regen licht, het zonlicht scherp, de schaduw mild en het briesje in de struiken doet de bijen zoemen.
Fausta Wat jij zegt is zoveel mooier.
Toto Luister dan naar mij.
Fausta Zing dan nog eens een liedje voor me.
Toto slaat zijn lier aan.
3e scène
Fausta, Toto
Toto
Volg mij, Toto, lierzanger van het eerste uur
Ontstem zijn lier niet met je weigering
Ga met hem mee op zijn zoektocht
Die een bestemming is
Volg mij, Toto, op de roep van zijn stem
Die hem vooruit is, zoals de haast de mensen vooruit ijlt
Zo ijl achter zijn stem aan
Zingend in de blijde zomeravond
Zonovergoten maanlicht zilverlicht
Eeuwig op de terugtocht
Dus altijd vooruit
En als je rent ben je er eerder in minder tijd
4e scène
Fausta, Toto
Fausta Ik kom eraan, ik trek even iets aan.
Toto Voor mij hoeft dat niet.
Fausta Omhels me, Toto, lieve Toto!
Toto Hou me vast, lieve Fausta.
Fausta Waar gaan we naartoe?
Toto Ergens waar we de openbare orde kunnen verstoren.
Fausta Dan kan ik net zo goed thuisblijven.
Toto Burengerucht? Zo saai.
Toto Naar de dijk.
Toto Rennen dan, voordat-ie breekt.
Ze rennen hand in hand.
Fausta Toto, ik ben bang in het donker.
Toto Nou je het zegt, het is donker.
Fausta Man, het is middenin de nacht.
Toto Ik dacht al, wat is het stil op straat.
Fausta Toto, waar ben je geweest?
Toto Tja, daar vraag je me wat.
Fausta Je bent maanden weggeweest, ik was ongerust.
Toto Nou ja, ik was op school.
Fausta Heb je daar de lier leren spelen?
Toto Ik heb lierspelen leren spelen, en dat was het moeilijkste wat ik ooit heb leren spelen.
Fausta Oh, het is zo mooi, zo zoet.
Toto Ik wilde je verrassen met mijn snarenspel en je een ode brengen met mijn zang.
Fausta Oh, Toto, wat moet ik spelen zonder jou?
Toto Spelen dat je met mij speelt.
Fausta Wat gaan we spelen?
Toto We rollen de dijk voor ons uit en leggen het land droog.
Fausta Hoe moet dat?
Toto Je gaat erop liggen, met je voeten naar het water en je wiebelt met je tenen.
Fausta Oh, dat is makkelijk, ik doe de hele dag niks anders.
Toto Het is zo gemakkelijk als denken dat je niet bang bent in het donker.
Fausta De slapende mensen maken me bang.
Toto Wacht maar, tot ze wakker worden, dan gaan ze aan het werk. Je snapt niet dat ze niet wijzer zijn.
5e scène
Fausta en Toto liggen in het gras op de dijk.
Fausta Waar was je nou, Toto?
Toto Nou ja, waar ze me naartoe brachten, denk ik.
Het is alweer zo lang geleden.
Ik kreeg ook wel te eten, enzo, en ze hadden een TV dan konden we naar het voetballen kijken.
Onze jongens wonnen wel, maar niet altijd.
Dat kwam mijns inziens door de gebrekkige organisatie van het juichen.
Daar staat en valt namelijk alles mee.
Ik zei: ‘Luister naar Toto! Als wij juichen maken ze een doelpunt.’
Geloofden ze niet!
Dus ik juichen: Goal! Goal! Goal!
Of zo: gol gol gol gol gol gol gol gol gol gol gol!!!!
Of zo: Goooooooooooaaaaaaaaalllllll!!!!!!!
Toen vloog er natuurlijk eentje in, dat zul je altijd zien.
Dus wij juichen, springen, hossen dat het een lieve lust had.
Vragen ze aan mij: ‘Toto, hoe doe je het toch?’
Ik zeg: ‘Het is allemaal afgesproken werk, de rest is verbeelding.’
Daarna ben ik een poosje diep in slaap geweest.
Toen ik wakker werd had ik zo’n trek in een tompouce dat ik het kalk van de wand heb gevreten.
Zo eet een man zich een weg naar de vrijheid, en eenmaal buiten braakt hij zijn gevangenis uit.
Vragen ze aan mij: ‘Toto, kun jij een wedstrijd fixen?’
Ik zeg: ‘Wie kan dat niet?’
Zeiden ze: ‘Toe nou, Toto, ah, toe nou!’
Ik zeg: ‘Het gelijkspel heeft een pacificerende werking op de getroebleerde ziel.’
Dat was een waar woord.
Ik vroeg om een knuppeltje en een bal, en ik kreeg het ook nog.
Partij A maakte 1-0 in de 3e inning, en 2 en 3-0 in de 6e.
In de gelijkmakende beurt van de 9e inning sloeg Partij B een homerun met 2 man op de honken.
De wedstrijd duurde vier uur, en moest wegens de invallende duisternis worden gestaakt.
Zelden in ons leven zijn we zo gelukkig gaan slapen.
Fausta Oh, Toto.
Toto Oh, Fausta.
6e scène
Fausta, Toto
Fausta Kijk, de maan komt achter de wolken vandaan …
Toto Hij zoekt ons.
Fausta Hij is helemaal vol.
Toto Hij spuwt het licht weer uit.
Fausta Straks wordt hij weer kleiner.
Toto Hij wringt zich het donker in.
Fausta Kan hij ons zien?
Toto Wij zien hem toch ook.
Fausta Het maanlicht maakt je zo mooi bleek.
Toto Omdat ik schrik van jouw schoonheid.
Fausta Ik wist niet hoe eenzaam ik was.
Toto Oh, het spijt me dat ik ben teruggekomen.
Fausta Nee, nee, blijf bij me.
Toto Je was beter af zonder mij.
Fausta Zonder dat ik het wist.
Toto Zonder Toto zijn, is zonder kennis zijn.
Fausta Maar ik ben je vriend.
Toto Ik bedoel kennis als weten, snap je.
Fausta Oh, gelukkig.
Toto Ik ben de onbekende, ik ben Toto.
Fausta Kijk, het maanlicht speelt over het water.
Toto Het water rimpelt, zie je, omdat het licht zo ontzettend kietelt.
Fausta Dan krijgen we alleen rust als het donker is.
Toto Maar we worden weer wakker van de klap waarmee het valt.
Fausta Oh, ik voel me geraakt door het donker!
Toto Waren wij niet bang in het donker?
Fausta Oh ja, dat is waar ook, heel erg bang.
Toto Ik voel anders niks.
Fausta Wat gek, ik ook niet.
Toto Zouden we het ons hebben verbeeld?
Fausta Angst is toch verbeelding.
Toto Zolang je je iets verbeeldt ben je niet bang.
Fausta Oh, Toto.
Toto Oh, Fausta.
Fausta Als Raasveld ons ziet dan zwaait er wat.
Toto Ik was hem even vergeten zeg.
Fausta Laten we hem vergeten.
Toto Ik heb hem vergeten.
Fausta Wie?
Toto Weet ik het?
Fausta Kun je de maan overal zien?
Toto Men hoort van verre dat het stormt …
Fausta Als ik er niet ben, maar jij wel, of omgekeerd …
Toto Als jij er niet bent, maar ik wel.
Fausta Eh, ja, zoiets, dan kijk je naar de maan en ik ook, en dan zijn we er allebei weer.
Toto Of niet.
Fausta Dat is hetzelfde.
Toto Hé, dat wist ik niet.
7e scène
Fausta, Toto
Fausta Lieve Toto, daar ben je dan weer, opeens, en je weet niet eens waar je bent geweest …
Toto Dat verklaart waarom je me niet hebt gemist.
Fausta Je hebt leiding gegeven aan een juichact.
Toto Een fanclub vormende.
Fausta Je hebt lang geslapen.
Toto En vreemd gedroomd.
Fausta Vertel eens.
Toto Wat ik streef te zijn, was ik in mijn droom.
Fausta Wanneer was je droom?
Toto In de voltooid verleden tijd, die als een heerlijke toekomst mijn hart geheel vervulde.
Fausta Je herinnert je deze droom?
Toto Ik droomde haar omdat ik haar nog kende, maar toen ik weer wakker was, moest ik toegeven dat ik van niets wist.
Fausta Je werd één met verleden en toekomst, oh, wat is dat heerlijk.
Toto Alleen jij weet het.
Fausta Ik weet niets.
Toto Jij kent jouw Toto.
Fausta Je bent teruggekeerd bij nacht en ontij, als een toekomst die ik verleden was vergeten.
Toto De herinnering is een op de toekomst gerichte, menselijke functie.
Fausta Dat klinkt als een geleerd boek, Toto.
8e scène
Fausta, Toto
Fausta Oh, de maan gaat onder en de glans van de sterren gaat op.
Toto Zie je de Melkweg?
Fausta Zij raast en tiert langs de hemel als het rad van fortuin.
Toto Zo ken ik je weer!
Fausta En nu rijd ik bovenop, met jou.
Toto Ik had zo’n honger.
Fausta Maar je kreeg te eten.
Toto Apies en barrekiekies, elke dag.
Fausta Hè, gadverdamme.
Toto Regelmaat, rust, reinheid.
Fausta Je bent gehersenspoeld, nu snap ik het.
Toto Ik zeg nog: ‘Ik ben een hopeloos geval, jongens,’ en ze zieden: ‘Jij werkt niet mee,’ nou, wat moest ik? Ze tegenspreken was niet netjes, dus ik werkte maar niet mee.
Fausta Was er geen patat?
Toto Eén keer in de week.
Fausta Wat een hel.
Toto Je hoeft de mensen niet te bewaken zolang ze elkaar maar wantrouwen. En honger hebben.
Fausta Daar is toch reden voor?
Toto Je moet de wedstrijd fixen.
Fausta Maar ze willen toch winnen?
Toto Ze willen spelen.
Fausta Jij leerde ze spelen, oh Toto, ik begrijp het helemaal.
Toto Toen wilden ze blijven, maar om de verkeerde reden.
Fausta En jou gooiden ze eruit.
Toto Ik verpestte echt alles voor ze.
Fausta Wat moet ervan ze worden?
Toto Ze weten het nu wel zo’n beetje.
Fausta Oh Toto, ik was het immers ook vergeten.
Fausta Oh Fausta, ik ben teruggekomen.
Fausta Laten we dansen.
Toto en Fausta dansen.
Toto slaat zijn lier aan en Fausta danst.
Ze dansen weer samen.
9e scène
Fausta, Toto
Toto
Zingt
Als ik dichter ben
Wil ik dichter zijn
En dichter bij jou zijn
Liefde is het gestolen goed
Geheeld door het hart
Dat anders niet breken zou
Je wordt ten dans gevraagd
En je staat op van de muur
Je buigt je hooft
Je kijkt in de diepte
…
Toto huilt
10e scène
Fausta, Toto
Fausta Dit gaat verkeerd.
Toto We moeten spelen.
Fausta Ik verdraag het niet dat je huilt.
Toto Het is mijn eigen schuld.
Fausta Laten we een wedstrijd fixen.
Toto Ik vraag me af wat er eerder was; de wedstrijd of het fixen.
Fausta Je moet kijken naar wat het is.
Toto Het is handjeklap.
Fausta Ik bied 1.
Toto Ik wil er 2
Fausta Hou mijn hand vast bij 3.
Toto Dan draaien we rond.
Ze draaien rond aan elkaars hand.
Fausta Zo wordt de wind geboren.
Toto Ze is een klein kind dat haar eigen speelgoed stukslaat.
Fausta Ik word wanhopig van het spelen.
Toto Laten we gaan zitten.
Fausta Straks wordt het weer dag.
Toto Gaan ze weer naar hun werk.
Fausta Wil jij geen werk?
Toto Ik wil spelen.
Fausta Daar is een boel werk in.
Toto Nou, als jij het zegt.
Fausta Bezigheidstherapie, om maar iets te noemen.
Toto Fixen?
Fausta Van spelletjes.
Toto Dat lijkt me wel wat. Schuift het een beetje?
Fausta Kan alleen niet ’s nachts.
Toto Daar ga je alweer.
Fausta Waar ben je geweest, Toto?
Toto Als ik het wist dan zei ik het je wel.
Fausta Vertrouw je mij, Toto?
Toto Zolang je me niet belazert.
Fausta Ik ben zo bang dat ik dat wel zal doen.
Toto Laten we elkaar beloven.
Fausta Wat beloven?
Toto Dat belazeren, daar zie ik wel wat in.
Fausta Elkaar niet belazeren.
Toto Tenzij het niet anders kan.
Fausta Nee, nee, nee, niet belazeren.
Toto Totdat we elkaar belazeren, want dan houdt het op.
Fausta Dat zal nooit zijn.
Toto Het zal nooit zijn, want daar ben ik graag.
2e Akte
1e scène
Raasveld, Fausta
Raasveld Je bent middenin de nacht weggelopen van huis en dat neem ik je zeer kwalijk.
Fausta Ik was niet alleen.
Raasveld Erger nog, je was met Toto.
Fausta Niemand mag hem Toto noemen, behalve ik.
Raasveld Ik hoorde zijn naam van jou.
Fausta Toto doet mij niets.
Raasveld Als dat eens waar was.
Fausta Hij beschermt me.
Raasveld Tegen zichzelf, zeker.
Fausta Bij hem ben ik niet bang, ook al is het stikdonkere nacht.
Raasveld In de stikdonkere nacht ben je veilig als je in je bed ligt.
Fausta Maar daar voel ik me niet veilig.
Raasveld Bescherm ik je niet, doe ik niet alles voor je?
Fausta Ik waardeer wat u doet, ook al heb ik er geen waardering voor, maar u bent niet mijn vriend.
Raasveld Daar kan ik niets aan doen.
Fausta En u kunt mijn vriendschap voor Toto niet verbieden.
Raasveld Wat doet hij met je?
Fausta Hij maakt de fantasie in me wakker. Toto zegt: ‘Dat kan alleen middenin de nacht.’ Ik wil net zo praten als hij, want dan voel ik dat ik leef.
Raasveld Heeft hij aan je gezeten?
Fausta Hij beroert mijn hart.
Raasveld Heeft hij je betast?
Fausta Zoals sociaal werkers en artsen dat doen, en gynaecologen?
Raasveld Ik bedoel niet beroepshalve betast.
Fausta Toto is beroepshalve een held, maar in zijn hart is hij mijn vriend.
Raasveld Waar was hij dan al die tijd?
Fausta Toto leeft nu, hij kan zich dingen van gisteren alleen te binnen brengen door te spelen.
Raasveld Hij is een idioot.
Fausta Ik ben van mening dat hij in een psychiatrische inrichting heeft gezeten.
Raasveld Waar hij thuishoort.
Fausta Dat hij zich daar wanordelijk heeft gedragen.
Raasveld Zoals te verwachten valt.
Fausta Dat ze hem hebben platgespoten.
Raasveld Voor zijn eigen bestwil.
Fausta Hij heeft een lier leren bespelen.
Raasveld Therapietje.
Fausta En hij is weggelopen vanwege het slechte eten.
Raasveld Daar heeft hij dan groot gelijk in, maar als hij moet vreten van de straat is hij zo weer terug.
Fausta Dan wil ik tenminste weten waar hij is, want ik kan niet zonder hem.
Raasveld Je bent verweesd en daardoor gevoelig voor de suggestie van vriendschap. Toto is als het ware je verloren gewaande broertje, maar geloof mij maar, dat is echt een illusie.
2e scène
Agent, Fausta
Agent Jij kunt een klacht indienen, of anders doe ik het voor je.
Fausta Ik ben vrijwillig met hem meegegaan.
Agent Je hebt je moedwillig aan het gezag van je voogd onttrokken en je in een potentieel levensgevaarlijke situatie gestort.
Fausta Zo heb ik het niet ervaren.
Agent Het wordt je ook niet aangerekend, maar je wist wel dat je met een gek te maken had.
Fausta Toto is niet gek.
Agent Ik zeg: hij is een gek.
Fausta Waarom?
Agent Omdat hij gek is.
Fausta Is hij daarom gevaarlijk?
Agent Voor een jong grietje, verweesd bovendien, is een gek een gevaar.
Fausta Voor grietjes met een papa niet?
Agent We zullen hem vinden en terugbrengen naar de inrichting.
Fausta Ze hebben hem eruit gegooid wegens bezuinigingen.
Agent Gelukkig heeft hij nu een strafbaar feit gepleegd en kunnen ze hem weer opnemen.
Fausta Zodat hij weer vergeten kan worden.
Agent Net als normale mensen.
Fausta Ik weet niet waar hij is.
Agent Als je hem vindt, meld je dat aan ons.
Fausta Ik vind hem niet.
Agent Of als hij jou vindt.
Fausta Dan zal ik hem waarschuwen.
Agent Dan ben je in overtreding.
Fausta Net als Toto.
Agent Doe nou maar niet alsof dat een band schept.
Fausta De band is er al.
Agent Fausta, je bent verweesd, en ik voel voor je, maar deze vriendschap kan niet bestaan.
3e scène
Mevrouw Hepp, Fausta
Mevrouw Hepp Er is maar één manier om het te zeggen, Fausta, er is dus maar één manier de juiste.
Fausta Ja, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp En als de dichter een zaak binnenste buiten keert dan kan dat alleen maar omdat die zaak bestaat in een normale toestand.
Fausta Goed, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp Als de dichter zegt: ‘Het zal nooit zijn, want daar ben ik graag,’ dan zijn wij lezers en toehoorders gecharmeerd door de bondige formulering, door de omkering van het nooit zijn dat we doen, en nog wel graag, terwijl dat niet kan bestaan behalve doordat nooit wil zeggen: in geen geval, en je nooit dus niet als een plaats kunt kiezen of zelfs maar aanwijzen waar je graag zou willen zijn, omdat het een tijdsaanduiding is.
Fausta Nee, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp Waar heb je die onzin vandaan?
Fausta Het is een ready made, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp Maar daarmee nog geen fragment van de Voor-Sokratische filosofie, Fausta, daar is meer voor nodig.
Fausta Zoals, mevrouw Hepp?
Mevrouw Hepp Een sluitende verklaring.
Fausta Het zal nooit zijn, want daar ben ik graag, is een volzin die op verschillende manieren kan worden gelezen, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp Ik ben benieuwd, Fausta.
Fausta De context is die van de moedwillige omkering van de betekenis van het woord nooit.
Nooit wil zeggen: het zal in de toekomst niet gebeuren, een bepaalde toestand of gebeurtenis zal zich niet voordoen, niet hier, niet elders, kortom nergens.
In deze toekomende tijd waarin een bepaalde toestand of gebeurtenis zich niet zal voordoen, wil degene die deze uitspraak doet graag zijn, wat wil zeggen: het verheugt hem dat dit zich niet zal voordoen, het is de toekomst waarnaar hij verlangt, anders dan de toekomst waarin die toestand zich wel voordoet.
Mevrouw Hepp Goed. Lezing één, graag.
Fausta De spreker zegt dat hij niet verwacht dat er niet zal gebeuren wat hij vreest, hoe graag hij het ook anders zou hebben gezien.
Mevrouw Hepp Lezing twéé, aub.
Fausta De spreker zegt dat hij de huidige toestand verkiest boven een toestand in de toekomst waarin die geheel anders is dan de huidige, namelijk een waarin is geschied hetgeen hij vreest.
Mevrouw Hepp Lezing dríe.
Fausta De spreker bezweert de toekomst door middel van een magische, want in dit geval opzettelijk ongrammaticale en duistere formulering van zijn wens.
Mevrouw Hepp Lezing víer.
Fausta De spreker spreekt als dichter.
Mevrouw Hepp Lezing víjf.
Fausta De spreker neemt de boel in de maling.
Mevrouw Hepp Lezing zés.
Fausta Een lezing waarin de eerste vijf lezingen plus de context gelijktijdig bestaan, en waarin de uitleg opgaat in de uitspraak.
Mevrouw Hepp Fausta, je verbaast me.
Fausta Dank u, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp Maar niet in positieve zin.
Fausta Oh, dat spijt me.
Mevrouw Hepp Waarom zegt hij niet: ‘Ik hoop dat het niet zal gebeuren?’
Fausta Het mist de kracht van de geciteerde woorden, mevrouw Hepp, want daarin zegt de dichter dat hij in een wereld waarin bepaalde dingen niet zijn beter kan leven, omdat daarin de beperkingen van het bestaan geringer zijn.
Mevrouw Hepp Je staat onder een zeer verkeerde invloed. Je investeert je verstand, je kundigheid en je welsprekendheid in een totaal verkeerde zaak, en dat neem ik je kwalijk, want ik weet dat je beter kunt.
Fausta Ja, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp Je krijgt hiervoor een dikke onvoldoende.
Fausta Ja, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp En dan nog iets. Ready made, zeg je, waar heb je die vandaan?
Fausta Opgetekend uit de mond van een vriend.
Mevrouw Hepp Wat had hij gedronken?
Fausta Toto is geheelonthouder, maar een grote dropliefhebber.
Mevrouw Hepp Zijn er getuigen, is er een schriftelijke vastlegging van zijn uitspraak, anders dan in jouw opstel?
Fausta Nee, mevrouw Hepp.
Mevrouw Hepp Dan is het als bron gediskwalificeerd.
4e scène
Mevrouw Hepp, Fausta
Fausta Mevrouw Hepp, is het toegestaan mij te verdedigen?
Mevrouw Hepp Waartegen, lieve Fausta?
Fausta Een dikke onvoldoende.
Mevrouw Hepp Dat zal slechts bewijzen dat je die dik hebt verdiend.
Fausta Ik heb een dichtregel gevonden in de massa en naar voren gehaald.
Ik heb de regel uitgelegd.
Ik heb de uitleg kunnen verdedigen.
In dat proces is toch de betekenis van de dichtregel niet tenietgedaan.
Mevrouw Hepp Je hebt precies gedaan wat de andere leerlingen hebben gedaan, maar je hebt verzuimd van dichterlijke wartaal begrijpelijk Nederlands te maken.
Mevrouw Hepp Het is volgens mij de bedoeling de dichterlijke wartaal te sublimeren tot begrijpelijk Nederlands.
Mevrouw Hepp Het is niet aan jou de bedoeling van lessen te bepalen, noch om mijn beoordelingscriteria ter discussie te stellen.
Fausta Mevrouw, het spijt me.
Mevrouw Hepp Het spijt je alleen maar van je dikke onvoldoende, lieve Fausta, en je hebt me diep teleurgesteld.
Fausta Als u zo over mij denkt, mevrouw Hepp …
Mevrouw Hepp Zo denk ik erover, Fausta …
Fausta Dan ga ik in beroep bij de decaan.
5e scène
Mevrouw Smaal, Fausta
Mevrouw Smaal Fausta, de criteria waren van tevoren bekend, je hebt je eraan verplicht door aan de les deel te nemen en de opdracht in te leveren, hoe kun je dan zo dom zijn om wat anders in te leveren dan er wordt gevraagd?
Fausta De criteria zijn eenzijdig vastgelegd, de docent is niet door mij uitgekozen en mijn werkstuk voldoet aan alle eisen, zelfs aan die van het geven van een persoonlijke mening.
Mevrouw Smaal Het steekt naar mijn smaak met kop en schouders boven het werk van de anderen uit, maar mijn smaak telt hier niet. Wat wil je, Fausta?
Fausta De persoonlijke mening die ik heb gegeven wijkt af van die van de docent en op grond daarvan heb ik een dikke onvoldoende gekregen. Daar teken ik protest tegen aan.
Mevrouw Smaal Ik verzoek je dat protest in te trekken.
Fausta Waarom?
Mevrouw Smaal Het zou weleens kunnen worden toegewezen.
Fausta Daar reken ik op.
Mevrouw Smaal Ik ook, en daarom moet je het intrekken.
Fausta Ik ben u kwijt, mevrouw Smaal.
Mevrouw Smaal Ten eerste, mevrouw Hepp is je docent, ze kan je maken en breken.
Je weet hoe die lui in het onderwijs zijn. Ze weten alles beter, kijken op iedereen neer en zijn derhalve overgevoelig voor iedere aantasting van hun autoriteit.
Ten tweede, mevrouw Hepp heeft je nu al één keer gebroken, en het zal moeilijk genoeg zijn je goede verstandhouding met haar te herstellen.
Ten derde, als het protest wordt toegewezen staat een van mijn beste docenten er gekleurd op. Dat kan ik in mijn schooltje niet gebruiken. Ik moet leerlingen werven, en ik doe dat met de goede naam en faam van mijn docenten.
Ten vierde, denk aan je relatie met de overige docenten. Ze zullen je wantrouwen, je gaan mijden en geen poot meer voor je uitsteken.
Denk eraan dat mevrouw Hepp en de anderen, en ikzelf, hier nog jaren zitten, terwijl jij over een jaartje of wat uit deze ellende bent verlost en de wereld aan je voeten ligt.
Fausta Mevrouw Smaal, dank u voor deze welgemeende raad. Ik zal het in overweging nemen.
Mevrouw Smaal Doe dat, beste Fausta. Ga alsjeblieft niet naar een andere school, want ik wil mensen zoals jij niet missen.
Fausta Dank u, mevrouw Smaal.
6e scène
Agent, Fausta
Agent Jij weet waar hij is.
Fausta Ik weet het niet.
Agent Als je dat wel wist, zou je dan ook zeggen dat je het niet wist?
Fausta De vraag doet zich niet voor.
Agent Hoezo niet.
Fausta Ik niet waar hij is.
Agent Ik vind hem zo ook wel.
Fausta Waarom zeurt u mij dan aan mijn kop?
Agent Om je te waarschuwen.
Fausta Waartegen?
Agent Je staat op het punt strafbare feiten te plegen.
Fausta U drijft me ertoe.
Agent Het zij verre van me.
Fausta U zoekt mijn vriend, want u wilt hem kwaad doen, en daarom zal ik hem beschermen.
Agent Daar heb ik je!
Fausta Dit is uitlokking.
Agent Speurzin, mejuffrouw Fausta, van de speurneus.
Fausta Die een hulpeloze randdebiel die zonder middelen van bestaan op straat rondzwerft, die aan zijn afwijkende gedrag en uiterlijk voor iedereen herkenbaar is, niet kan opsporen en in veiligheid brengen.
Agent Je zult nog weleens zien wat ik kan.
Fausta Als u hem kwaad doet of mishandelt dan zal ik u eens wat laten zien.
Agent Jij bedreigt mij, snotmeid, vertel op, waar is-ie!
Fausta Ik weet het niet. Ik weet het niet.
7e scène
Raasveld, Fausta
Raasveld Het is mooi van je dat je het voor de misdeelde medemens opneemt, Fausta, maar dit is de verkeerde.
Fausta Er zijn geen verkeerde misdeelden.
Raasveld Er zijn misdeelden die zich gedwee in hun lot van minderwaardige schikken en zo hun bescheiden rol in de samenleving vervullen, als afhankelijke, zodat de anderen hun plicht aan ze kunnen vervullen en geen last van ze hebben.
Fausta Zoals van weduwen en wezen.
Raasveld Je begrijpt het uitstekend.
Fausta Ik begrijp er helemaal niets van.
Raasveld Je wilt teveel, alleen maar voor jezelf, en je mist daardoor iets wat je anders niet zou hoeven missen.
Fausta Ik heb wel degelijk een vader en een moeder.
Raasveld Gehad.
Fausta En ik heb ook een vriend.
Raasveld Ik dacht, dat gaat wel over, nadat je in dat zeilkamp met die mongooltjes bent geweest, ik dacht, die meid gaat zien dat ze er helemaal niet zo beroerd aan toe is.
Fausta Dat heb ik nooit gevonden.
Raasveld Toch ben je dat, want je bent een beklagenswaardige wees, en een meisje op de koop toe.
Fausta Ik heb zelf een vriend gevonden, die voor mij onvervangbaar is.
Raasveld Die hulpeloos en zonder middelen van bestaan over straat zwerft en de openbare orde verstoort met zijn aanstootgevende gedrag, nou, geef mij zo’n vriend.
Fausta Hij heeft mij gekozen, ik ben daar trots op.
Raasveld Schei toch uit! De eerste de beste randdebiel die zich aandient en die spreekt van vriendschap het hoge woord, en dan denk jij: ik heb een vriend. Fausta, je kunt toch wel op je vingers narekenen dat je daarmee niet bent gediend.
Fausta Als hij nou de enige is die zich aandient?
Raasveld Dan is dat een vingerwijzing, dat vriendschap voor jou niet is weggelegd.
Fausta Ik doe het ermee.
Raasveld Je zult van een koude kermis thuiskomen.
Fausta Op die kermis ben ik al.
Raasveld Maar jij haalt de dorpsgek er ook nog eens bij.
Fausta Weet u waar hij is?
Raasveld Is hij niet op de kermis?
Fausta Een normaal antwoord, graag.
Raasveld Hij is her en der gesignaleerd. Overal waar rottigheid is duikt hij op.
De viering van het kampioenschap van Ajax, bijvoorbeeld. Hij was een van de weinige arrestanten, maar de politie moest zo om hem lachen dat ze hem hebben laten lopen. Er zijn disciplinaire straffen uitgedeeld.
Hij speelt op een instrument en zamelt daarmee kleingeld in, waarvan hij zich bedrinkt.
Hij is gesignaleerd bij de Haarlemse honkbalweek, want hij schijnt zich voor dat spel te interesseren.
Een opsporingsbevel heeft niets uitgehaald. Hij wordt wel verklikt, gelukkig zijn er nog verantwoordelijke burgers in dit land, maar de vogel is telkens gevlogen als de prinsemarij uitrukt om het te grijpen.
Fausta Dus hij heeft middelen van bestaan, bezigheden en liefhebberijen, en hij drinkt alcohol, het lijkend wel een normaal mens! Waar slaapt hij?
Raasveld Als we dat eens wisten …
Fausta Kon ik zijn stem maar horen …
Raasveld Fausta, dit gaat de verkeerde kant op, meisje.
Fausta Als hij mij zoekt breng ik hem in gevaar.
Raasveld Als hij netjes is ingerekend kun je hem bezoeken in de inrichting, hoewel ik dat met alle middelen zal proberen te verhinderen.
Fausta Toto is een ander woord voor de vrijheid, in een inrichting is hij niet zichzelf.
Raasveld Je keert je tegen hem als je niet wilt wat het beste voor hem is.
Fausta Dat bepaalt hij zelf wel.
Raasveld Daar weet hij niets van, en als jij zijn vrijheid wenst zoals hij die nu invult, dan wens je zijn ondergang.
3e Akte
1e scène
Toto, op de hangplek met Pip le Mock, Ingerbritsen en Skpopp.
Zij dansen op zijn muziek en begeleiden hem met dartel handgeklap en ritmisch gestamp op de grond.
Toto (zingt)
Voor die wegloopt van huis
En die alleen is
Met de wind en de regen
En het wil nog maar niet donkeren
Het licht wordt grijs
De bladeren keren zich om en om
De wolken jachten laag over zijn hoofd
Voor die zwerft en droomt
En die alleen is
Die zijn leermiddelen meedraagt
Zijn voetbal, zijn gele trui en zijn kwartjes
Die droomt van het zusje
Die de weg niet kent en waar hij slapen zal
En die omhoog kijkt naar omhoog
Voor die speelt met de dieren
En met ze alleen is
Samen jagen achter de bal aan
In een eindeloos heen en weer op en neer
Rennend in een dolle jacht
Denkend aan het zusje dat mee spelen moest
Die hij zoekt, maar niet kent
2e scène
Toto, Pip le Mock, Ingerbritsen, Skpopp
Pip le Mock Je zingt te landerig, Toto, en je sleept je lied voort, zo ben je jezelf niet.
Toto Ik ga de weg van de vernieuwing, tegen beter weten in.
Ingerbritsen Ben jij dan een weglopertje, Toto, moet jij je huis dan niet zoeken?
Skpopp Als je wegloopt, Toto, wie neem je dan mee waarvoor je vlucht?
Toto Ik kan niet alle vragen tegelijk beantwoorden.
Pip le Mock Ben ik niet je zusje, Toto?
Toto Als je maar wilt.
Pip le Mock Ik wil wel, maar ik ben het gewoon niet.
Toto Hier stuiten we op grote problemen.
Ingerbritsen We spelen het weg.
Skpopp Onze dorst gaat nog over van al dat gepraat.
Toto De dorst vernieuwt zich na de bevrediging.
Pip le Mock Dat is een hele geruststelling.
Ingerbritsen Wil jij niet even wat voor ons halen, Toto?
Skpopp Toe nou, Toto, ik heb zo’n dorst.
Toto Ik ben ouder en behoor dus verstandiger te zijn.
Pip le Mock Ik ben al verstandiger, maar niet ouder.
Ingerbritsen Wij zijn wel verstandiger dan jij, alleen niet meerderjarig.
Skpopp Je kunt niet het een en het ander tegelijk zijn.
Toto Ik persoonlijk inderdaad niet, maar, en nou komt het, het een is onafhankelijk van het ander, want je kunt noch oud zijn noch verstandig.
Pip le Mock Heb je wat verdiend vandaag?
Toto Het houdt niet over.
Pip le Mock Omdat je zo lijzig zingt, Toto, daar verdien je niet aan.
Toto Het welt me uit de boezem.
Ingerbritsen Uit je droge keel, zul je bedoelen.
Skpopp Die moet worden gesmeerd.
Ingerbritsen Dan welt er wel een dranklied uit je op.
Skpopp Waarvan de mensen vrolijk worden.
Ingerbritsen Zodat de cashflow gaat stromen.
Skpopp En het bier rijkelijk vloeit.
Pip le Mock Het is toch nog aardig wat, hoor, Toto, hier kun je een paar kratjes bier voor halen.
Toto Ik kan er maar één dragen.
Pip le Mock Als ik je lier vasthoud, kun je er wel twee dragen.
Toto Mijn lier, geef hier!
Pip le Mock Ik heb hem niet.
Ingerbritsen Ik ook niet.
Skpopp Dan heb ik hem.
Toto Geef mijn lier terug!
Pip le Mock, Ingerbritsen en Skpopp gooien elkaar het instrument toe, terwijl Toto erachteraan jaagt.
Toto Oké. Bier. Eén kratje.
Pip le Mock Twee kratjes.
Toto Twee kratjes.
Ingerbritsen En een flesje aqua vit.
Skpopp We willen in coma raken, namelijk.
Toto Flesje aqua vit.
3e scène
Jamila, Toto, in de supermarkt aan de kassa.
Jamila Twee kratjes pils, Toto, geef je een feestje?
Toto Je bent uitgenodigd.
Jamila La ashraboe alchamr.
Toto Dat is jammer, maar ik heb ook een flesje Spa meegenomen.
Jamila Ik moet werken Toto, werken, werken, werken.
Toto Dat doet me verdriet.
Jamila Ik wilde niet deugen op school en nou zit ik hier.
Toto Dat maken ze je wijs.
Jamila Waar is je lier, Toto?
Toto Ze bewaren hem zolang even voor me.
Jamila Je bent een slechte leugenaar, weet je dat.
Toto Ik krijg hem weer terug.
Jamila Voor twee kratjes pils.
Toto Er zijn heilsgoederen duurder gekocht.
Jamila Dus je bekent.
Toto Ik krijg hem heus weer terug.
Jamila Heb je wat kleingeld voor me, ik zit weer eens zonder.
Toto Plenty, en als je doortelt is het altijd genoeg.
Jamila Als jij speelt en zingt geef ik jou mijn muntjes, en dan geef jij de muntjes uit in de supermarkt, en een paar van die muntjes verdien ik daarmee weer terug.
Toto Dus zit ik ook in het complot.
Jamila Maar ik zit in de val.
Toto Kom met mij mee, Jamila.
Jamila En leven van de straat?
Toto Beter dan hier.
Jamila Ik ben bang, lieve Toto, jij bent zo lief, maar je hebt verkeerde vrienden.
Toto De verkeerde vriend dat ben ik.
Jamila Dat maken ze je wijs.
Toto Ik haal bier voor minderjarige schooluitvallers die een hulpeloze dakloze musicus zijn instrument in gijzeling nemen.
Jamila Ik ben bang van die lui, maar ik ga ze toch een pak op hun sodemieter slaan.
Jamila en Toto gaan de straat op.
4e scène
Jamila, Toto, Pip le Mock, Ingerbritsen, Skpopp
Pip le Mock Ha, daar is het bier!
Ingerbritsen Hoera, hoera, hoera voor onze Toto!
Skpopp Er zijn een paar snaren van je lier gebroken, Toto, maar verder is-ie nog heel.
Toto Mijn lier!
Skpopp Het is ook zo’n fragiel dingetje …
Jamila Hier, jij, jij en jij, allemaal een biertje, en even met beide handen vasthouden, ja, goed zo, even stilstaan.
Jamila slaat ze één voor één tegen de vlakte
Toto Jamila, je vermoordt ze nog!
Jamila Als dat even zou kunnen.
Pip le Mock Genade!
Ingerbritsen Niet meer slaan, aub.
Skpopp Waar hebben we dit aan verdiend?
Jamila Aan jullie schandelijke gedrag jegens mijn vriend Toto, voor het aanzetten tot het verstrekken van alcohol houdende dranken aan minderjarigen, het in gijzeling nemen van zijn persoonlijke bezittingen ten einde hem daartoe te dwingen en het vernielen van derzelve door moedwillige onachtzaamheid.
Skpopp Wij hebben ook dorst, en we vroegen het hem vriendelijk, bij wijze van vriendendienst, die hij vrijwillig deed en wij hebben zijn lier zolang voor hem bewaard, waarbij ongelukkigerwijze een paar snaren zijn gesneuveld.
Jamila Ik heb met jouw asociale smoesjes niks te maken, schooluitvaller.
Pip le Mock Ben jij ook, Jamila, jou ken ik, je bent net zo goed achter de kassa terechtgekomen met je mooie universitaire graad.
Skpopp Jou hebben ze net zo goed uitgekakt, omdat je een Marokkaan bent en de cliënten dat niet willen!
Ingerbritsen Verrek, het is Jamila, je herkent haar niet zonder haar supermarktduster. Ik vroeg me af of ze daar nu iets onder draagt of niet.
Toto Jamila, ik sta versteld van je, ik dacht dat jij niet wilde deugen op school.
Jamila Waarom ga ik anders rechten studeren?
Toto Daar heb je een punt.
Ingerbritsen Nou, draag je er wat ander, ja of nee?
Skpopp Laten we eens kijken wat ze in huis heeft, behalve halve gare praatjes over gijzelen en onachtzaamheid.
Pip le Mock Is het wel een meisje?
Jamila Afblijven! Afblijven!
Pip le Mock, Ingerbritsen en Skpopp gooien Jamila tussen zich heen en weer en sjorren aan haar kleren.
Jamila Een andere keer, dan naai ik jullie allemaal plat, maar nu moet ik naar mijn werk.
Pip le Mock Jij hoort nu bij ons.
Ingerbritsen Wij zullen je inwijden.
Skpopp Dan kunnen we naaien zoveel als we willen.
Jamila Ik zit niet zo goed in het ontslagrecht, ik ben een strafpleiter.
Toto Genoeg! Zo is het genoeg. Jamila, kom hier.
Pip le Mock Flauw hoor, we zaten al bijna in haar broekje.
Ingerbritsen In het grote niets.
Skpopp Waarvan men hoopt dat het heel nauw is.
Jamila Vuile smeerlappen.
Toto Jamila, blijf je met ons spelen?
Jamila Ik moet naar mijn werk.
Toto Blijf alsjeblieft bij ons. Met zijn vijven hebben we een pitcher, alle honken bezet en een slagman.
Jamila Lieverd, ik kan niet blijven.
Toto Je doet me veel verdriet.
Jamila Oh, dat spijt me, dat spijt me.
Pip le Mock Laat die plichtsgetrouwe trut naar haar kassa gaan, dan kan ze geld verdienen waarvan wij bier kopen.
Jamila Als ik het maar niet hoef te drinken.
Ingerbritsen Laat haar gaan, Toto, met die trut is niets te beginnen.
Skpopp Als je klaar bent, dan ben ik hier, Jamila.
Jamila Dan ben ik nooit klaar. Dag Toto, lieve Toto.
Toto Dag, lieve Jamila.
5e scène
Pip le Mock, Ingerbritsen, Skpopp
Pip le Mock Als er een school was waar je kon leren drinken, dan was ik van mijn leven niet gesjeesd.
Ingerbritsen Dan zou ik wel naar de avondschool gaan, want na een lesdagje ben je ’s morgens geen half mens.
Skpopp Ik ga soms dagen zonder drank, terwijl ik toch zó graag alcoholist wil worden om anoniem door het leven te kunnen gaan.
Pip le Mock Stil drinken, gestaag en zonder haast, van het ene glas naar het andere.
Ingerbritsen Aangepast gedrag, heet dat, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen.
Skpopp Ik moet doorzetten, ik moet volhouden, ik moet vergeten waar ik mee bezig ben.
Pip le Mock Je denkt teveel na, je denkt aan de gevolgen, maar je moet denken aan de drank.
Ingerbritsen Ze zeggen dat je drinkt om te kunnen vergeten, terwijl drinken toch eigenlijk je grootste zorg is.
Skpopp Ik wil oud zijn voor mijn tijd, terwijl je op sterk water juist eeuwig jong blijft.
Pip le Mock Als een geest in een fles.
Ingerbritsen Als een preparaat in een kolf.
Skpopp Als een dode in zijn graf.
6e scène
Fausta, Pip le Mock, Ingerbritsen, Skpopp
Pip le Mock Hé, jij, Fausta, brave meid, dit is onze hangplek, weet je wel.
Fausta Ik dacht dat dat in Amsterdam Noord was.
Pip le Mock Wij verhangen ons waar we maar willen.
Fausta Jullie drinken je vast in.
Pip le Mock Ik heb geen zin in jouw bijdehante opmerkingen.
Fausta Waar is Toto?
Pip le Mock Dat moet je hem zelf vragen.
Fausta Dit is een snaar van zijn lier.
Pip le Mock Hij is misschien een nieuwe halen.
Fausta Jullie hebben zijn lier vernield?
Pip le Mock Dat ding is zo fijnbesnaard.
Fausta Heeft hij zich bedronken?
Pip le Mock Hij is er vandoor met een caissière.
Fausta Dus hij heeft bier voor jullie gehaald!
Pip le Mock En het is best lekker bier.
Pip le Mock valt neer in coma.
Fausta Wat is er met haar?
Ingerbritsen Coma’tje, schat ik.
Fausta Van een beetje bier?
Ingerbritsen Dat Spa water was aquavit, en we hebben uit de fles gedronken, voor we er erg in hadden.
Fausta Maar ze lalde niet eens.
Ingerbritsen Dat is het voorrecht van de jeugd; we merken niks totdat we neervallen.
Fausta Moet je haar niet helpen?
Ingerbritsen Hoe, als ik vragen mag?
Fausta Een coma’tje, dat weet je toch zo goed, nou, doe er wat aan.
Ingerbritsen Ik kijk wel uit, zeg, straks heb ik een strafblad aan mijn broek.
Fausta Stoere hangjongere ben jij, zeg.
Ingerbritsen Ik zal jou eens laten zien hoe stoer, kelerelijer.
Ingerbritsen wil uithalen, maar valt voorover in coma neer.
Fausta Dat is de tweede.
Skpopp Stelletje slapjanussen, ze kunnen er gewoon niet tegen.
Fausta Ik ga een ambulance bellen.
Skpopp Sloof je niet zo uit, zeg.
Fausta Straks liggen ze hier dood in de goot.
Skpopp En, wat kan jou dat schelen?
Fausta Skpopp, dit zijn mijn vriendjes.
Skpopp Je bewijst ze geen dienst door ze bij te brengen. Ik wil ook in coma liggen en niets meer weten.
Fausta Zonder drank weet je ook al niks.
Skpopp Maar zonder drank is dat een kwelling.
Fausta Ik zal ze helpen.
Skpopp Als je dat maar laat!
Skpopp wil uithalen en valt voorover neer in coma.
Fausta Hier ligt nog een snaar, en nog een, oh, wat zal de lier ontstemd zijn, wat zal hij vals klinken, wat is dat ontzettend verdrietig.
7e scène
Fausta, Agent, de comazuipers liggen op een hoop
Agent Zo, een fraai gezelschap, Fausta.
Fausta Waar blijft de ambulance?
Agent Dus jij belt pas als ze in coma liggen?
Fausta Ze vielen plotseling neer.
Agent Herkenbaar patroon.
Fausta Waar blijft de ambulance?
Agent Dat heeft geen haast.
Fausta Iedere seconde gaan er hier miljoenen hersencellen verloren, meneer.
Agent Ze zullen ze niet missen.
Fausta Hun toekomst gaat hier naar de maan.
Agent Jij moet denken aan jouw toekomst.
Fausta Zonder deze mensen heb ik die niet.
Agent Van deze lui moet jij het niet hebben, Fausta.
Fausta Misschien zij wel van mij.
Agent Dit is nu even confronterend, maar het gebeurt elke dag met een of andere stomme idioot zonder dat jij er ooit van hoort.
Fausta Ik heb mijn leven gebeterd.
Agent Dat geloof ik, maar op de verkeerde manier.
Fausta Ik blijf bij deze mensen.
Agent Wat heb je daar in je hand?
Fausta Wat?
Agent Snaren. Van een lier? Van Toto. Was Toto hier?
Fausta Ze hebben zijn lier vernield.
Agent Waar is de lier?
Fausta Ik vond alleen de snaren.
Agent Dan is de lier bij Toto.
Fausta Ik hoop het maar.
Agent Hoe komen die kids aan die blauwe koplampen?
Fausta Ze hebben gevochten.
Agent Heb jij ze knock out geslagen?
Fausta Dan zou ik een ambulance bellen?
Agent Je hebt ze drank gegeven?
Fausta Ze hebben het van een caissière, zei Pip le Mock, want Toto is er met haar vandoor.
Agent Oké, eens even denken, mijn intuïtie als opsporingsambtenaar zegt mij dat dit platgelegde, vernielzuchtige tuig Toto heeft aangezet om drank voor ze te kopen, en dat ze daarvoor hebben gedreigd zijn lier kapot te maken, dat Toto hulp heeft gekregen van een kordate caissière, en dat deze kranige dame een paar rake klappen heeft uitgedeeld, hetgeen het intreden van de comateuze toestand van deze weerzinwekkende individuen heeft verhaast. Rudimentair, lieve Fausta, want voor een man van de wet blijft niets verborgen, en dit comateuze tuig hoeft niet eens wakker te worden om het mij te vertellen.
Fausta Ik hoor de sirenes, eindelijk!
Agent Opgeruimd staat netjes.
8e scène
Fausta, Agent, Jamila
Jamila Ik ontken.
Agent Je bent medeplichtig aan het verstrekken van alcoholhoudende dranken aan minderjarigen.
Jamila Getuigen?
Agent Met een beetje geluk wordt er binnenkort nog wel eentje wakker.
Jamila Onbetrouwbare getuigen, want onder invloed.
Agent Als jij zo doorgaat blijf jij hier achter de kassa zitten.
Jamila Ik zit hier goed.
Agent Kranig gesproken, Jamila, maar dit helpt allemaal niets.
Jamila En wie ben jij?
Fausta Ik ben Fausta, en ik ben Toto’s vriendin.
Jamila Toto?
Fausta De jongen die de drank bij je is komen kopen.
Jamila Natuurlijk ken ik Toto.
Fausta Waarom hielp je hem?
Jamila Ze hadden zijn lier in gijzeling genomen, en dat is zijn lust en zijn leven.
Agent Zie je wel! Ik had gelijk. Oh, wat heb ik dat even goed uitgedacht.
Jamila Ik heb erop geslagen.
Agent Precies, goed gedaan!
Jamila Maar tegen drie was ik niet opgewassen.
Fausta Je bent geslagen!
Jamila Ik liep tegen een rechtse hoek aan.
Fausta Wat een tuig!
Jamila Het was voor Toto.
Fausta Waar is Toto?
Jamila Hij zoekt naar snaren voor zijn lier.
Agent Hij is een weglopertje, Jamila, die niet voor zichzelf kan zorgen en daardoor heel stomme dingen doet.
Jamila Oh, ik wou dat ik voor hem kon zorgen.
Fausta En ik, ik ook, laten we het samen doen.
Agent Dat is heel goed mogelijk, lieve meisjes, jullie zijn je gewicht in goud waard, maar we moeten hem eerst vinden.
Fausta Om hem op te sluiten, plat te spuiten en uit te buiten!
Agent Voor zijn eigen bestwil.
Jamila Wat zegt hij er zelf van?
Agent Voor deze keer wil ik zijn overtreding door de vingers zien, en hij is er nog goed vanaf gekomen dankzij jullie hulp, maar dat blijft niet zo, aanstonds herhaalt zich dit en de gevolgen zijn niet te overzien.
Jamila Wat heeft hij dan gedaan?
Agent Drie jongelui liggen in coma op de intensive care, juist ja, de drie die jij hebt gemolesteerd en die Toto van drank heeft voorzien.
Jamila Ik hiep hem voor zijn lier …
9e scène
Fausta, Jamila
Jamila Hij komt elke dag zijn brood en zijn pap halen. We hoeven hem alleen maar op te wachten.
Fausta Misschien is hij kopschuw geworden.
Jamila Hij hecht sterk aan gewoontes, en aan mensen. Wat er ook voor een rij staat, hij komt altijd bij mijn kassa.
Fausta Maar wat zeggen we dan?
Jamila Dat de smeris hem zoekt.
Fausta Dan wordt hij panisch.
Jamila Dat wij hem willen helpen.
Fausta Hoe dan, Jamila?
Jamila We brengen hem naar de inrichting en we bezoeken hem elke dag.
Fausta Hij is juist uit de inrichting gevlucht.
Jamila Hij moet ergens wonen.
Fausta Mijn voogd haat hem.
Jamila Mijn ouders willen geen kazen over de vloer.
Fausta We kunnen hem moeilijk onderhouden terwijl hij over straat zwerft.
Jamila We staan machteloos.
Fausta Ze zeggen dat wij, die ons met hem inlaten, daardoor worden getekend.
Jamila Ik heb niets te verliezen.
Fausta Het schijnt dat ik dat wel heb.
Jamila Dan moet je kiezen.
4e Akte
1e scène
Toto, Fausta
Toto komt op, hij draagt Fausta in zijn armen.
Toto Ik ging hierheen, en nu ben ik hier.
Fausta ontwaakt
Fausta Waar ben je dan, Toto?
Toto Bij jou, lieve Fausta.
Fausta Toto, je lijkt King Kong wel!
Toto Ik heb inderdaad veel met de stoute aap gemeen.
Fausta springt uit zijn armen.
Fausta Waar ben ik?
Toto Ik haalde je uit bed.
Fausta Hoe heb je dat gedaan?
Toto Tja, een open raam, zie je, zo uitnodigend, en toen ben ik door de voordeur weer naar buiten gelopen, wel zo gemakkelijk.
Fausta Dat moet je niet doen, Toto!
Toto Nee, ik moet aanbellen en Raasveld vragen of Fausta buiten komt spelen.
Fausta Als je nou zo eens begonnen was, dan zaten we nu niet in de penarie.
Toto Fausta, ik verdien mijn brood door mijn hooggestemde lier te bespelen van de dageraad tot de valavond, ik ga voor je zorgen, dan kun jij fijn naar school en ik kom je elke dag halen en brengen.
Fausta Oh, Toto! Wat een heerlijk plan.
Toto Vond ik zelf ook, als ik maar niet naar school moet.
Fausta School is voor meisjes.
Toto Voor lieve meisjes.
Fausta Waar zullen we wonen, Toto?
Toto Niet alles tegelijk, graag.
Fausta Alles is zo onmogelijk.
Toto Er dient zich wel een oplossing aan.
Fausta Jij hebt er veel bijgeleerd, Toto.
Toto De straat is een nuchtere leermeester.
Fausta Ik hoor dat je niet altijd even nuchter was.
Toto De leermeester geeft het voorbeeld, maar de leerling volgt het niet altijd na.
Fausta De straat is daar waar je aan je lot bent overgelaten.
Toto En als iemand je iets geeft pak je het aan, ook al is het een flesje bier. Dat zegt de leermeester.
Fausta Oh, Toto, ik ben zo verdrietig.
Toto Ik zal je tranen drogen.
2e scène
Toto, Fausta
Fausta Waar is je lier?
Toto Hier is mijn lier.
Fausta Je snaren, ik heb ze gevonden.
Toto Hoe is dat mogelijk?
Fausta Ik vond Pip le Mock, Ingerbritsen en Skpopp.
Toto Zij gaven je zomaar de snaren?
Fausta Ze lagen in coma, ik kon het ze niet vragen, maar ik heb ze toch genomen.
Toto Comazuipers. Daar heb ik over gehoord.
Fausta Jij hebt ze drank gegeven, Toto.
Toto Maar de snaren heb ik niet genomen.
Fausta Ze zijn van jou.
Toto Motief, mijnerzijds, hand- en spandiensten, jouwerzijds.
Fausta Toto, van wie heb je dat?
Toto Van haar die afrekent met de dieven, ten koste van haar duster, die mij mijn brood geeft, en mijn pap.
Fausta Jamila!
Toto Jamila, want die heeft ervoor geleerd.
Fausta Maar hoe heb je nou kunnen spelen?
Toto Ik ben de éénsnarige lierzanger, na mij is de zondvloed.
Fausta Hier zijn je snaren.
Toto Aha, dan zetten we de tijd een tijdje achteruit, want je neemt het woord zondvloed nog niet in de mond of het begint te regenen.
Fausta Waar ben je geweest, Toto, en wat heb je gedaan?
3e scène
Toto, Fausta
Toto Daar, waar ik lang geleden naartoe ging.
De bomen hingen vol appels, de vijvers wemelden van de visjes, en ik ving een eendje die ik oppeuzelde.
Nou, dat was lekker.
Toen wonnen onze jongens zonder ze van te voren toe te juichen.
Wat zeg je me daarvan?
Ik leerde juichen, want dat was me een feest!
We speelden geeneens, maar we juichten zo hard dat de lucht ervan trilde.
Ik sliep als een os, want niets ter wereld is zo vermoeiend als juichen.
Ik lag op mijn rug in het struweel, en de regen trommelde op de klankkast van mijn lier.
’s Morgens had ik best een beetje trek, en ik at oudbakken gebakjes, voor half geld.
Vandaar dat ik er zo welvarend uitzie vandaag de dag.
Ik speelde mijn muziek en ik zong mijn chansons, en de jonge mensen dansten voor me dat het een lust had, en de opbrengst verdeelden we oneerlijk.
We speelden honkbal, en ik fixte de wedstrijd.
Werper, slagman, catcher, korte stop.
We zijn allemaal een keer uitgevangen en we sloegen allemaal een homerun.
4e scène
Toto, Fausta
Fausta Je opvoeding heeft ze weinig gebaat.
Toto Ze konden zelf kiezen.
Fausta Om zich lam te zuipen?
Toto Het was niet mijn keuze.
Fausta Als ik ze niet had gevonden waren ze nu dood geweest.
Toto Waarom heb je ze niet laten slapen?
Fausta Toto, dat is moord!
Toto Jij dwong ze toch niet zich lam te zuipen?
Fausta Ik gaf ze geen drank.
Toto Oh, ik heb spijt van wat ik heb aangericht …
Fausta Je moet je zuurverdiende geld niet weggeven aan een stel idioten, Toto.
Toto En mijn lier dan?
Fausta Het is ook hun eigen stomme rotschuld.
Toto Toch ben ik verantwoordelijk.
Fausta Je bent zo lief, Toto, speel een liedje voor me, want ik ben heel erg droevig.
Toto Hoe heb je ze gevonden?
Fausta Ik zocht jou.
Toto Dan heb ik ze toch nog gered.
Fausta Als ik jou had gehad, had ik me nergens om bekommerd.
Toto Nee, Fausta, je deed het werk dat je voor de voet kwam, dat kun je niet zoeken, tenzij de bij Artsen zonder Grenzen gaat, dan zou het toch jammer zijn als je ze niet stervend langs de kant van de weg vond.
Fausta Toto, je slaat door, zing eens wat voor me.
5e scène
Toto, Fausta
Toto (zingt)
Toto, strijder voor de lierzang
Lekkere jongen
Die pas echt geniet
Als het geld in de basket trommelt
Steeds zie ik uit zijn ooghoek
Hoeveel het is
En hoe meer het is
Hoe zuiverder munt
Hoe zuiverder mijn stemmetje klinkt
Ik, Toto
Die voorop gaat in de strijd
Ach, waar is het chanson gebleven?
Ik jaag het na
Naar alle vier de windstreken
Waarin de klank van mijn stem verwaait
Die tussen ijspegeltjes zingt
En onder druppeltjes in de woestijn
Opgeslokt door het zand
Daar gaat Toto
Voor eeuwig verdwaald
In de hitte des daags en de koude des nachts
Je hoort hem van verre
Zo nabij is hij
Zo roepend in de wildernis
Zie ik je van verre
Zo klein onder de wolken
Zo groot in mijn hart
6e scène
Toto, Fausta
Fausta Toto, ik moet weg voordat Raasveld merkt dat ik weg ben.
Toto Eer hij dat merkt zijn wij al ver weg.
Fausta Je komt in de gevangenis als het zo doorgaat.
Toto Gehuisvest vanwege dakloosheid?
Fausta Vanwege ontvoering.
Toto Ik dacht dat je misschien wel vrijwillig met me mee was gegaan.
Fausta Dan had je me moeten wekken om het me te vragen.
Toto Wat moet er van mij worden als jij nee zegt?
Fausta Een vrij mens.
Toto Dat ben ik al, alleen jij nog niet.
Fausta Als dat waar is, welke vrijheid is dat dan?
Toto De eindeloze ruimte, de volstrekte zorgeloosheid, de weet ik veel.
Fausta Vrijheid van welke banden, dat bedoel ik, dat is toch de logische vraag.
Toto Van de band die jou bindt in je onderworpenheid, Fausta, jij onderaan de voedselketen van de maatschappij, jij verweesde die brood eet van de liefdadigheid, jij afhankelijke van de waardering van anderen, jij Fausta, die een beter leven verdient, want je bent beter dan de rest.
Fausta Mijn tijd komt nog, Toto.
Toto Je tijd is nu.
Fausta Je wilt mij voor jezelf.
Toto Is dat niet heerlijk, gewild te zijn?
Fausta Nu ik word verleid, ziet dat er toch anders uit dan ik me had voorgesteld.
Toto Jij denkt dat je nog zult stijgen, lieve Fausta, en je laat je kans lopen.
Fausta De kans op wat?
Toto Broederschap.
Fausta Dus als ik nu niet ogenblikkelijk met jou meega mijn ondergang tegemoet verspeel ik jouw broederschap?
Toto Mijn tijd is nog maar kort.
Fausta We kunnen een ander leven leiden, Toto, dan het leven van de straat.
Toto Een ander leven, maar geen eerlijk leven.
Fausta We moeten het eerlijke leven nastreven met de hulp van anderen, voor zover ze in staat zijn die te geven, en op hun manier.
Toto Ik weet wel wat ze met me gaan doen, en zonder jou ben ik weerloos aan ze overgeleverd.
Fausta Ik zal het niet toestaan, ik zal je beschermen.
Toto De mensen leven toch in kuddes, een uitvallertje meer of minder, daar bekommeren ze zich niet om.
Fausta We moeten ze te slim af zijn.
Toto Ik ben niet slim?
Fausta Je rent je noodlot tegemoet, Toto.
Toto Daar hoef ik niets voor te doen.
Fausta Leg dat eens uit, Toto.
7e scène
Toto, Fausta
Toto Neem deze steen.
Verplaats ik hem, als ik hem optil en ergens anders neerleg?
De steen weet van niets.
Hij lag hier, nu ligt hij daar, en ik denk ik heb hem verplaatst?
Dat is niet zo.
In de eerste plaats draait hij met een geweldige snelheid rond om de as van de aarde.
De aarde draait met een duizelingwekkende vaart om de zon heen.
Het zonnestelsel schiet door de wereldruimte rondom het centrum van de Melkweg, en des te harder omdat we tegen de buitenste rand aanschurken.
De Melkweg beweegt zich met een onmeetbare snelheid door de oneindige ruimte.
De ruimte die met de snelheid van het licht groter wordt.
Dan leg ik mijn steen even ergens anders neer, dan denk ik aan deze dingen, en ik vraag me af:
Waar ben ik mee bezig?
8e scène
Toto, Fausta
Fausta Je schept een probleem en je reduceert het tot kosmische proporties.
Alsof het van geen belang is de steen des aanstoots te verplaatsen, of een berg te verzetten.
Ben je dan alle hoop verloren?
Het verdriet van de wereld zie jij verbeeldt in een steen in je hand, en daarom weegt hij zo zwaar.
Je kunt hem zover wegwerpen als je kracht reikt.
Je liedjes klinken zover als je stem reikt.
Maar niet verder.
Kijk nou eens waar je bent.
Ben je niet bij mij?
Dan hebben de kosmische krachten ons samengebracht, als ze dat tenminste kunnen, want ze kunnen alleen maar draaien en om elkaar heen slingeren.
De muziek der sferen die maak jij, Toto.
In de oneindige ruimte hoor ik jouw liedje, daarmee ben je nu bezig.
Wil alsjeblieft getroost zijn.
9e scène
Toto, Fausta
Toto Ik hang mijn lier aan de wilgen, want de kunst is mijn ondergang.
Fausta Het is juist je toekomst.
Toto Door mijn toedoen liggen er jongelui in ijltempo hun hersencellen te verliezen.
Fausta Ze zijn jong, ze komen er weer overheen.
Toto Het kwaad is geschied.
Fausta Toto, ik wil niet dat jij wanhoopt.
Toto Ik offer alles, ook de kunst.
Fausta Dat kun je niet eens, dat zit in je.
Toto Dan offer ik mezelf en haal het eruit.
Fausta Dit is Weltschmerz, Toto, daar hebben we in Holland Goddank geen woord voor, want zo zijn we niet.
Toto Het is anders best een lekker gevoel.
Fausta Kop op, Toto, met dat gejammer bereik je niets.
Toto Ik wil niets bereiken.
Fausta Je wilde mij anders overtuigen om met jou te gaan zwerven over straat.
Toto Jij versmaadt mijn liefde.
Fausta Je stelt eisen, dat kan niet.
Toto En jij hebt onwerkelijke idealen.
Fausta Ik wil je vrouw zijn, nu, maar ook in de toekomst, en als we zo doorgaan halen we morgen niet eens.
Toto Zuiver, belangeloos, helemaal vrijwillig, zonder enige bijbedoeling, vrij van eigendunk, niet om te vleien, volkomen gelijkwaardige uitwisseling …
Fausta Toto, waar heb je het over?
Toto Over de liefde in dit tijdsgewricht, Fausta, waarin opoffering en overgave geen rol meer spelen.
Fausta Dat is cultuurpessimistisch gezwets, Toto, dat horen we al eeuwen en eeuwen, maar er worden nog iedere dag kindertjes geboren.
Toto Ik zal je niet meer storen, Fausta.
Fausta Toto, laat me niet in de steek.
Toto slaat zijn lier aan diggelen.
Fausta Toto, wat doe je?
Toto Ik breng een offer. En ik wens je goedenacht, Fausta.
Fausta Goedenacht, Toto, goedenacht.
Fausta raapt de brokstukken van de lier op en koestert ze aan haar hart.
Fausta Wat is het opeens donker.
5e Akte
1e scène
Raasveld, Fausta
Raasveld Dat stuk ellende heeft ingebroken in mijn huis en heeft jou ontvreemd.
Fausta Als hij had aangebeld was ik gewoon met hem meegegaan.
Raasveld Dus er is geen verschil tussen ontvoeren en samen een ommetje maken?
Fausta Niet in dit geval.
Raasveld Als hij had aangebeld had ik hem vierkant de deur gewezen.
Fausta U hebt hem dus tot extreme daden aangezet.
Raasveld Hij kan ze evengoed laten.
Fausta Ik heb hem trouwens zelf al terechtgewezen.
Raasveld Jij hebt dat muziekding van hem kapotgemaakt?
Fausta Dat heeft hij zelf gedaan.
Raasveld Dan ben je wel heel ver gegaan.
Fausta Toto gaat altijd verder dan een ander.
Raasveld Jij bent mijn verantwoordelijkheid, Fausta, en daarom ben ik blij dat het goed is afgelopen.
Fausta Het is helemaal niet goed afgelopen.
Raasveld Je hebt onderscheid gemaakt tussen jezelf en een idioot.
Fausta Dat wilde ik niet.
Raasveld Gelet op het resultaat is dat moeilijk te geloven.
Fausta Het gebeurde gewoon.
Raasveld Je hebt de conclusie van de dialectische verhouding gevonden, en daarmee heb je je ego gekwetst, want je wilde een zorgzame, beschermende jongedame zijn voor de o zo zuivere, muzikale en dichterlijke held Toto, die jou ook alleen maar voor zichzelf wilde hebben om van te genieten.
Fausta Eigenlijk gunde ik hem dat.
Raasveld Dat is nu eenmaal niet weggelegd voor het maatschappelijk stuk wrakhout dat hij is.
Fausta Dat ben ik toch ook.
Raasveld Ik ben blij dat je dat nu eindelijk inziet.
Fausta In plaats van me aan hem over te geven ben ik alleen gelaten.
Raasveld Hij is beter af zo.
Fausta Zijn liefde, zijn bewondering, zijn liedjes neemt hij mee en niemand komt mij meer ’s nachts als King Kong uit mijn bedje halen.
Raasveld Vanaf heden is alles eenvoudig, Fausta, ik voorspel je een gouden toekomst.
2e scène
Agent, Fausta
Fausta Ik dien geen klacht tegen hem in.
Agent Hoeft niet, je bent minderjarig, dus dat doen wij wel voor je.
Fausta Ik ontken alles.
Agent Dus dat hij mij vertelt dat hij je middenin de nacht van je bed heeft gelicht heeft hij verzonnen?
Fausta Hij fabuleert over zijn relatie met mij, en het is nergens op gebaseerd.
Agent Dat is een pak van mijn hart.
Fausta Waar is hij?
Agent In het Huis van Bewaring.
Fausta Waarvoor?
Agent Het verstrekken van alcoholhoudende dranken aan minderjarigen, die nog steeds niet wakker zijn geworden, overigens, huisvredebreuk, ontvoering en het maken van muziek langs de openbare weg zonder schriftelijke toestemming daartoe strekkende van de burgemeester.
Fausta De comazuipers hebben misbruik gemaakt van zijn kwetsbare positie en danken hun toestand aan zichzelf, en de ontvoering heeft niet plaatsgevonden, want ik, het vermeende slachtoffer, heb de hele nacht in mijn bed doorgebracht, en toestemming van de burgemeester is geen vereiste voor straatmuzikanten.
Agent Dat laatste laat ik vallen. Wat betreft de comazuipers, mejuffrouw Jamila heeft een verklaring afgelegd die Toto gedeeltelijk vrijpleit van schuld, want hij werd inderdaad gedwongen, maar hij heeft de kinderen daarna aan hun lot overgelaten. Wat betreft de ontvoering: de stukgeslagen lier waarmee Toto langs de openbare weg muziek maakt is in jouw slaapkamer aangetroffen, dus als ik jou was zou ik daarover als de gesmeerde bliksem een verklaring afleggen.
Fausta Toto heeft ten overstaan van mijn persoon eigenhandig zijn lier aan diggelen geslagen, en ik koester de brokstukken als ware het zijn gebroken hart.
Agent Jouw gebroken hart zul je bedoelen, Fausta, ach, wat hebben we je aangedaan? Ik wist gewoon dat dit verkeerd af moest lopen. Wie laat er nou zo’n vent vrij rondlopen? Alleen omdat hij zo maf praat en liedjes uit zijn mouw schudt? Moeten wij niet voor hem zorgen? Ach, Fausta, het spijt me allemaal zo.
Fausta Kunt u hem niet helpen?
Agent Ik moet de wet handhaven.
Fausta Hij hoort niet in de gevangenis.
Agent Welnee, hij moet naar de inrichting, en daar iedereen aan het lachen maken met zijn fanclub.
Fausta Wordt hij nu veroordeeld?
Agent Het zal wel loslopen. Maar hoe is het met jou?
Fausta Wat ik was, dat ben ik nu weer, maar erger.
Agent Je hebt dat orakeltaaltje van Toto aardig onder de knie gekregen, complimenten.
Fausta Ik ben weer bang in het donker. Er was ooit een held, die kwam me redden, en die is afgedwaald van de weg die hem is gewezen.
3e scène
Mevrouw Smaal, Fausta
Mevrouw Smaal Ik heb slecht nieuws, Fausta.
Fausta Mijn dikke onvoldoende blijft staan?
Mevrouw Smaal Je protest is toegewezen, mevrouw Hepp is ernstig op haar vingers getikt.
Fausta Dat is slecht nieuws?
Mevrouw Smaal Het had niet erger kunnen zijn.
Fausta Ik ben heel blij.
Mevrouw Smaal Hoe komen ze erbij, een leraar in het ongelijk te stellen, en om zo’n futiliteit!
Fausta Mevrouw Smaal, u bent er toch om mijn belangen te behartigen.
Mevrouw Smaal Zo wordt me dat echt onmogelijk gemaakt.
Fausta Mag ik de uitspraak van de commissie zien?
Mevrouw Smaal Nee, dat is tegen de voorschriften.
Fausta Kunt u het dan misschien aan me voorlezen?
Mevrouw Smaal Er staat niets in de voorschriften dat het verbiedt.
Fausta Nou, waar wacht u op?
Mevrouw Smaal Je wilt het niet horen.
Fausta Daar weet u niets van.
Mevrouw Smaal De voorschriften zijn er om jou te beschermen.
Fausta Om mij dom te houden, bedoelt u.
Mevrouw Smaal Ik houd je niet voor dom, maar je bent wel aanmatigend.
Fausta Ik zal via de rechter inzage eisen.
Mevrouw Smaal Nou dat weer!
Fausta Waar zijn trouwens die voorschriften?
Mevrouw Smaal Ik heb ze niet bij de hand.
Fausta Leest u de uitspraak maar voor, ik zal zeggen dat ik van niets weet.
Mevrouw Smaal Ik kan mijn schooltje wel dichtgooien.
Fausta Ik blijf gewoon op deze school.
Mevrouw Smaal Dan ben je zowat de enige! Drie leerlingen liggen in coma op de IC. Men maakt er al grapjes over: ze wachten op een hersentransplantatie, bij voorkeur van een ouder en daardoor wijzer iemand.
Fausta Pip le Mock, Ingerbritsen en Skpopp. Ze hebben hun leven aan mij te danken, want ik heb ze gevonden en 112 gebeld.
Mevrouw Smaal Je bent een kranige meid, Fausta.
Fausta Als ze weer wakker worden zal ik het voor ze opnemen.
Mevrouw Smaal Oké, jij wint.
Het oordeel van de commissie luidt:
1e de leerling heeft de opdracht naar eer en geweten uitgevoerd;
2e in haar werk staan geen taal- en spelfouten;
3e geen inbreuken op de logica;
4e haar werkstuk is van de voorgeschreven lengte;
5e bevat het vereiste aantal paragrafen;
6e de mening van de leerling is gefundeerd, zij het vergezocht.
Hieruit wordt het volgende geconcludeerd:
1e de lerares staat niet open voor hetgeen de leerling zegt, heeft haar daarom afwijzend behandeld en dat is een ernstige beoordelingsfout;
2e de leerling heeft het gelijk aan haar zijde;
3e haar werk wordt aan een commissie voorgelegd om het opnieuw te beoordelen;
4e het oordeel van de lerares is hierbij vernietigd.
Zo, nou, ik hoop dat je blij bent.
Fausta Wat zijn de sancties?
Mevrouw Smaal Dit is nog niet erg genoeg?
Fausta Wat gebeurt er met mevrouw Hepp?
Mevrouw Smaal Berisping, gezichtsverlies, ernstige aantasting van haar gezag.
Fausta Dat heeft ze toch zeker aan zichzelf te wijten!
Mevrouw Smaal Zo zien dieven dat niet, Fausta, die zoeken de oorzaak van hun ongeluk niet in hun eigen daden, maar in degene die ze heeft gepakt.
Fausta Mevrouw Hepp is niet voor rede vatbaar?
Mevrouw Smaal Waaruit zou dat zijn gebleken?
Fausta Kunnen we haar erbij roepen?
Mevrouw Smaal Je wilt het haar nog eens inpeperen?
Fausta Ik zal antwoorden geven, mevrouw Smaal.
Mevrouw Smaal Goed, ik haal haar uit de les, wat kan mij het ook schelen.
4e scène
Mevrouw Smaal, mevrouw Hepp, Fausta
Mevrouw Hepp Ik ben hier onder protest.
Fausta Ik ben hier om de zaak in der minne te schikken.
Mevrouw Hepp Is het daar niet een beetje te laat voor?
Fausta Ik heb nagedacht en ik wil de conclusie van mijn werkstuk herzien.
Mevrouw Hepp Ik sta hier volledig buiten.
Fausta Ik zou de les weer willen bijwonen.
Mevrouw Hepp Dan loop ik eruit!
Fausta Als u mij weer toelaat betekent dat, dat wij ons geschil hebben bijgelegd.
Mevrouw Hepp Ik zie daarvoor geen grond.
Mevrouw Smaal Ik, ik, ik, mevrouw Hepp heeft het over zichzelf, en zegt ik, ik, ik, en ik heb er genoeg van, hoort u mij, schoon genoeg!
Mevrouw Hepp U had die meid moeten verbieden een klacht tegen mij in te dienen.
Mevrouw Smaal Haar klacht is toegewezen, wat zegt u daarvan? Zo een leerling hebben wij op onze school, en u gaat er alles aan doen om haar te behouden.
Mevrouw Hepp Zoals ontslag nemen, bijvoorbeeld?
Mevrouw Smaal Dat is nu juist het enige dat ik u niet toesta.
Mevrouw Hepp Ach, met zo’n strafblad kom ik toch nooit meer aan een baan.
Mevrouw Smaal Dus u luistert naar deze begaafde leerling.
Mevrouw Hepp Onder protest.
Mevrouw Smaal Waarvan acte. Fausta, wat heb je te zeggen.
Fausta Over de gewraakte regel die ik als uitgangspunt voor mijn studie koos.
Mevrouw Hepp Fris mijn geheugen even op, aub.
Fausta Het zal nooit zijn, want daar ben ik graag.
Mevrouw Smaal Wat zal nooit zijn, als ik vragen mag?
Fausta Twee mensen beloven elkaar, elkaar nooit te zullen verraden.
Mevrouw Smaal Dat moet haast wel op een ramp uitlopen.
Fausta Dat is het ook.
Mevrouw Hepp Ter zake, graag.
Fausta Het is geen poëzie, maar een uitspraak in een bepaalde geest gedaan, die ik tot ready made heb bevorderd.
Het is niet metrisch, het is niet berijmd.
Het klinkt hooguit een beetje oosters, en nogal krom, zoals een vertaling van Leopold uit een dode taal waarvan geen mens zelfs de naam weet.
Het kent een andere ratio.
Het is slechts fragment en daardoor voor velerlei uitleg vatbaar.
Zoals een onsamenhangende, ongrammaticale wartaal, mits in kleine stukjes onder elkaar gezet op een verder lege bladzijde, tot poëzie wordt bevorderd, maar dat natuurlijk niet is.
Mevrouw Smaal Fausta, doe je hiermee ook afstand van de belofte die de zinsnede inhoudt?
Fausta Dit is slechts analyse.
Mevrouw Hepp Top! Als je dit nu meteen had gezegd, dan hadden we hier niet gezeten.
Mevrouw Smaal U bent tevreden, mevrouw Hepp?
Mevrouw Hepp Ik neem haar graag weer op in mijn les.
Mevrouw Smaal Alsof dat aan u was.
Mevrouw Hepp Ik doe gewoon alsof.
Mevrouw Smaal Gelet op het niveau van de leerling en de capaciteit om deze kwestie zonder ontslagen en schorsingen te schikken is dit een aanbeveling voor ouders om hun kind hier op school te doen.
Mevrouw Hepp Ik beschouw het als een eer een uitspraak van de commissie aan mijn broek te krijgen, want dat betekent dat ik ergens voor sta.
Mevrouw Smaal Fausta, dank je wel.
5e scène
Pip le Mock, Ingerbritsen, Skpopp, Fausta, Toto, Jamila
Toto Je hebt me verraden, Fausta, je bent een verrader. Ik klaag je aan omdat ik je aanklaag als verrader omdat je me hebt verraden, en ik beklaag je omdat een verrader zijn de hoogste straf is die een mens kan krijgen in het intermenselijke verkeer van mens tot mens, ik klaag je aan omdat ik je beklaag in die hoedanigheid.
Ik klaag jullie aan, hangjongeren op jullie hangplek waar jullie rond hangen. Jullie hebben mijn lier gesaboteerd, Pip le Mock, Ingerbritsen en Skpopp toen mijn lier jullie was toevertrouwd, zij het niet in goed vertrouwen, maar als chantage middel om mij aan te zetten tot het verstrekken van alcoholische dranken aan minderjarige hangjongeren die hier rond hingen op hun hangplek.
Wat moet er van je worden, Fausta, die braaf met de socialen hebt aangepapt en ze in je zak hebt gestoken, die met de politie omgaat alsof het oude jongens krentenbrood is met de prinsemarij, Fausta, die je hebt afgewend van de enige echte Toto van de hele wereld?
Pip le Mock, Ingerbritsen, Skpopp, willen jullie van hangjongeren hangvolwassenen worden en tenslotte hangbejaarden, met jullie voor een belangrijk gedeelte weggespoelde hersenschors waarmee al het redelijke van een menselijk wezen het riool in is gevloeid met een niet onbelangrijk gedeelte van jullie lever waarin waarheid schuil gaat als de uil in een kerktoren die vliegt in de schemering?
Jamila De bewijslast is overweldigend. Wat is de eis?
Toto Mijn lier.
Fausta Een lier, is dat ook goed?
Toto Een lier is een lier, dus geef maar hier.
Fausta En dan nog iets. Als ik niet middenin de nacht van mijn bed wil worden gelicht, is dat een redelijk verlangen en geen daad van vijandschap. Als ik op mijn school decanen en leraren tegen elkaar uit wil spelen, dan doe ik daar goed aan. Jij hebt daar helemaal niks mee te maken.
Jamila Nochtans is Toto van mening dat jij je beginselen hebt verloochend door een deal te sluiten met wat hij als de vijand beschouwd.
Fausta Ik word gedwongen mijn gedrag in de ene wereld aan te passen aan de eisen die worden gesteld in de andere. De nuchtere werkelijkheid van mijn school is een andere werkelijkheid dan de poëtische waarin ik met Toto leef. Te verlangen dat ik me in de eerste gedraag als in de tweede is een appel willen eten van een perelaar. Als Toto mij wil leiden in de wereld van de poëzie, laat mij hem leiden in de nuchtere werkelijkheid. Ik eis het onmogelijke, want ik ben een redelijk mens ontstoken in liefde voor mijn eigen lieve Toto.
Jamila Toto, repliek graag.
Toto Als ik wil worden geleid naar de nuchtere werkelijkheid, wat dat ook moge zijn, zal ik me melden.
Jamila Meld je je?
Toto Ik meld me. Zal jij eens zien wat een puinhoop ik daarvan kan maken.
Fausta Daar verheug ik me op.
Jamila Blijft over de klacht tegen Pip le Mock, Ingerbritsen en Skpopp.
Pip le Mock Mmm skkrr, mmm skkrr, mmm skkrr.
Ingerbritsen Hopopopoi. Hopopopoi. Hopopopoi.
Skpopp Ach en wee, ho maar, ik ga niet mee, ho maar, ik ga niet mee.
Toto Met jullie kan ik praten, jullie neem ik mee naar de nuchtere werkelijkheid.
Jamila Daar zijn ze inderdaad mee geholpen.
Pip le Mock, Ingerbritsen en Skpopp zingen
Wij gaan zingend langs uw deur
Met afgemeten en slepende tred
Om met onze zang te leur'
We draven van flat tot flat
En zingen uit volle borst
Alle lieve kinderen uit hun bed
Opdat zij leven gelijk een vorst
Zonder de dope en zonder de drank
Bevrijd voor eeuwig van hun dorst
En nuchterheid zijn is onze dank
Toto Bezopen liedje, maar mooi gezongen.
Pip le Mock We hebben gezongen.
Ingerbritsen We gingen zingend langs de deuren.
Skpopp We zamelden ingezameld geld in voor een verzameling geld.
Pip le Mock We zeiden, hé, jullie, we zamelen geld in voor de lier.
Ingerbritsen Voor de ingezamelde lier van Toto.
Skpopp De lier? Ja, de lier, de lier van Toto.
Pip le Mock Dat Fausta die ons heeft gered Toto zijn lier kan teruggeven, als het ware.
Ingerbritsen Die wij per ongeluk en zonder dat we er wat aan konden doen kapot hebben gemaakt dat-ie onbruikbaar en kaduuk was.
Skpopp En Toto, goeie Toto niet meer wist wat-ie ermee aan moest, zo was het.
Pip le Mock We missen aleen nog een paar miljard hersencellen.
Ingerbritsen We zijn de tel kwijt, maar het zijn er tig, echt tig!
Skpopp Veel tig, ja, maar we kunnen beter worden van het zingen en van de muziek, want wij willen wel nuchter zijn, maar we willen ook poëzie.
Toto Nou, wat zei ik?
Toto slaat zijn lier aan
Ik ben de lierzanger Toto
Toto de lierzanger ben ik
Getroost ga ik heen
Achter de muziek aan
Dien ik zelve maak
Op mijn lier, op mijn lier
Volg mij in de rijdans
Op zoek naar de nuchtere
De nuchtere beschonkene
De beschonken nuchtere
Die de lier kan schenken
Ingezameld van deur tot deur
De nuchtere werkelijkheid
In de roes van mijn lierzang
Mijn lierzang in de roes
Alleen ik, tot de lierzanger
Kan de nuchtere beschonkenen
En de beschonken nuchtere
Leiden naar de nieuwe Mensheid
Voorbij de zuilengalerij
Uit de beschutting tegen de regen
Naar het zonovergoten land