KRENG
Toneelspel
Jacob Dekker 2011
Aangevuld 2013
KRENG
Toneelspel
Jacob Dekker 2011
Aangevuld 2013
Kreng
27-07-2011 – 03-08-2011
toevoegingen: 21-10-2018 – 26-10-2018
Een studente Rechten gooit er met haar pet naar, maar wil wel haar tentamens halen. Ze manipuleert haar docent, haar vrienden en vriendinnen, en is verbaasd als ze niet krijgt wat ze hebben wil.
Personen:
Carmen, studente Rechten
Henry, dichter
Richard, een vriend
Penny, een vriendin
Mevrouw Beaulieu, hoogleraar
Opgedragen aan Tanja Isabelle
scène 1
Carmen, Henry
Carmen Henry, hallo zeg, Henry, wat grappig dat ik jou hier zie.
Henry Ik ben hier elke dag.
Carmen Dit is een bibliotheek, hoor.
Henry Ik verdoe mijn tijd met studeren.
Carmen Dat is het wel het laatste dat ik achter je had gezocht.
Henry Als je het niet erg vindt dan ga ik nu naar de leeszaal.
Carmen Wat moet jij dan lezen?
Henry Het is niet belangrijk.
Carmen Geef hier! Ach, gut-o-gut, Middelnederlandse dichtkunst ... waar gaat dat in Godsnaam over?
Henry Roofridders die dames opsluiten in een toren en uithongeren omdat ze van magere meiden houden en dun de mode is.
Carmen Ze moesten jou opsluiten.
Henry Nee, alleen Rechten is een echte studie.
Carmen Ja, dat is zo. Het is toch geen wonder dat onze regering gaat snijden in dit soort onzin.
Henry Het is nog niet zover.
Carmen Wacht even, Henry, het is goed dat ik je zie, want ik moet je dringend spreken.
Henry Dat kan bij dezen.
Carmen Ik heb helemaal geen tijd.
Henry Dan maken we een afspraak.
Carmen Ik pak even mijn agenda erbij. Wat is ook alweer jouw o6 nummer?
Henry Geef ik aan niemand.
Carmen Maar dan kan ik je niet afbellen.
Henry Waar gaat het over?
Carmen Het is te ingewikkeld om het zo even kort uit te leggen.
Henry Dan hoor ik het wel van je.
Carmen Blijf nou even staan.
Henry Je hebt geen tijd.
Carmen Dat is waar ook, ik vlieg van hot naar her.
Henry Stuur maar een mailtje.
Carmen Nee, dat vergeet ik weer.
Henry Maar het is belangrijk.
Carmen Daarom moeten we nu een afspraak maken.
Henry Ik ben er helemaal klaar voor.
Carmen Effe kijken, zo gauw mogelijk, hè, waar ben ik, wat dacht je van volgende week, nee nee, dan ben ik bij mijn ouders, oh wat vervelend is dat toch, dan wordt het de week daarop …
Henry Afgesproken.
Carmen Hier in de hal van de bieb.
Henry Ik zal er zijn.
Carmen Ho, nee nee, dan moet ik blokken voor mijn hertentamens, dan wordt het echt helemaal niets!
Henry Als het een dringende kwestie is kunnen we het het beste nu aanpakken.
Carmen Ik moet echt weg, Henry, dat zie je toch.
Henry Zeg nou maar wat er is.
Carmen Je bent echt heel vervelend, Henry, kun je echt niet over drie weken?
Henry Waarschijnlijk wel.
Carmen Wat is dat nou voor een antwoord?
Henry Ik plan niet zo ver vooruit.
Carmen Dat is echt jouw makke, weet je dat je bent niet planmatig, en je hebt geen doel voor ogen.
Henry Zou je denken?
Carmen Die zogenaamde dichtbundel van jou dat wordt toch nooit meer wat.
Henry Hoezo niet?
Carmen Je stelt jezelf geen doel, je haalt geen deadlines, en je blijft halverwege steken.
Henry Toevallig is mijn boek drie maanden geleden verschenen.
Carmen Waarom vertel je me dat niet?
Henry Ik heb je een uitnodiging gestuurd voor de presentatie.
Carmen Per post of per mail?
Henry Per post, heel dichterlijk.
Carmen De post! Dat lees ik toch niet.
Henry Je werd best een beetje gemist.
Carmen Oh, wat enig.
Henry Over drie weken, zelfde tijd, zelfde plaats?
Carmen Kan ik er een krijgen?
Henry Wat wil je krijgen?
Carmen Je boek natuurlijk.
Henry Het zijn geen arresten van de Hoge Raad der Nederlanden.
Carmen Ik hoop het niet, dat is echt dodelijk saai.
Henry Ze zijn op en ze groeien me niet op mijn rug.
Carmen Je bent een dichter van niks.
Henry Dat wordt wel gezegd, maar dan door mensen die mijn boek hebben gelezen.
Carmen Je bent een dichter van niks omdat je een lezer afwijst.
Henry Het boek is in druk, je kunt het zo kopen.
Carmen Moet ik niet wachten tot het in de ramsj ligt?
Henry Dat is een goed plan.
Carmen Het is maar een grapje, Henry, je kunt er toch wel eentje missen, het is voor mij!
Henry Je leest geen poëzie.
Carmen Omdat ik geen dichters ken, maar jou ken ik, dan wordt het heel anders, dan wordt het een persoonlijke ervaring tussen ons.
Henry Zou je denken?
Carmen Ik weet het wel zeker! Kom, doe de ruwe bolster maar eens van de blanke pit af. Hebben ze heel lelijk over je geschreven?
Henry Er schijnt niets van mijn werk te deugen.
Carmen Dat komt omdat ze je niet persoonlijk kennen.
Henry Als ze me kenden zouden ze niet slecht over me durven te schrijven, en nu weet ik tenminste wat de mensen echt denken.
Carmen Die lui weten niet beter dan elkaar een beetje af te zeiken. Ik laat je niet gaan voordat je me je boek hebt beloofd. En je weet dat ik haast heb.
Henry Oké. Maar ik stuur het per post.
Carmen Kun je het vanavond niet even brengen?
Henry Ik ga vanavond naar het toneel.
Carmen Hè, jakkes, wat vervelend is dat nou.
Henry Het steekt niet op een dag.
Carmen Jawel, want ik loop al drie maanden achter de feiten aan.
Henry Overmorgen heb je het in de bus.
Carmen In de tussentijd ben ik al 10 keer doodgereden. Dat hou ik niet vol!
Henry Poëzie leest men langzaam, zeggen de kenners, en komt met de post, zeg ik.
Carmen Oh, nou, je bent echt een dichter.
Henry Dank je.
Carmen Wat is dat voor een toneelstuk waar je naartoe gaat?
Henry Ibsen. Peer Gynt.
Carmen Oh, geweldig! Dat wil ik zo graag een keertje zien.
Henry Dan koop je een kaartje en ga je erheen.
Carmen Maar jij hebt toch een kaartje.
Henry Dat is voor mezelf.
Carmen Ik wed dat je het al tig keer hebt gezien.
Henry Drie keer.
Carmen Nou, dan is het toch niet nodig dat je voor de 4e keer gaat.
Henry Juist wel, elke enscenering is weer anders.
Carmen En ik heb het nog nooit gezien. Het is gewoon niet eerlijk.
Henry Ga naar de kassa, koop een kaartje, dan zien we elkaar na de voorstelling.
Carmen Daar heb ik geen geld voor. Ik leef van een studiebeurs en een baantje, weet je wel, daar moet ik het mee doen.
Henry Ik kan jou mijn kaartje niet geven en ik heb ook geen geld om er een voor je te kopen.
Carmen Jij denkt alleen maar aan jezelf. Dat is echt heel lelijk van je.
Henry Goed. Oké. Hier is het kaartje. Wat kan het mij ook schelen. Maar, op voorwaarde dat je persoonlijk verslag komt uitbrengen over de voorstelling.
Carmen Mooi, dan heb jij tijd om vanavond je boek bij mij in de bus te doen.
Henry Waar wilde je me nu over spreken?
Carmen Ik heb vliegende haast, dat zeg ik toch.
Henry Waar moet je dan naartoe?
Carmen Het is een persoon en geen plaats. Hadden personen maar zoveel geduld als plaatsen.
Henry Sorry, ik hou je op.
Carmen Mijn hoogleraar. Vroeger dacht ik dat je heel wat had bereikt als je een hoogleraar had.
Henry Vroeger was dat ook zo.
Carmen Die vrouw is zo vervelend. Als ik één minuutje te laat kom, weet je wat ze dan doet?
Henry Ze laat je zakken.
Carmen Ze gooit me eruit en zegt: mejuffrouw Carmen, u kunt bij mijn secretaresse een nieuwe afspraak maken. Die is echt gestoord.
Henry Je kunt maar beter op tijd komen.
Carmen En dan verandert je tentamen automatisch in een hertentamen. Ze ontneemt je gewoon een kans.
Henry Ben je goed voorbereid?
Carmen Ik ben onderweg om het tentamen af te zeggen. Dat kan ook alleen maar mondeling, nou vraag ik je.
Henry Ze denken dat ze heel wat zijn, nietwaar.
Carmen Ach, als ik je maar een kwart vertel van waartoe die mensen in staat zijn.
Henry Ik weet er alles van.
Carmen Studeer jij dan?
Henry Klassieke talen.
Carmen Man, je lijkt wel gek, wat is daar nou aan?
Henry Voorheen werden colleges Rechten in het Latijn gegeven. Maar toen zei de hoogleraar: Doe de gordijnen eens open, en dachten de studenten dat het een citaat uit de Codex Theodosius was.
Carmen En dat was niet zo?
Henry Het zou een gevaarlijk precedent hebben geschapen.
Carmen Goddank, maar veel verschil is er niet, want ik begrijp nog steeds niet waar die lui het allemaal over hebben.
Henry Lange colleges?
Carmen Ik zou het eerlijk gezegd niet weten.
Henry Je gaat toch wel naar college?
Carmen Wacht even, daar gaat Richard, die moet ik spreken.
Henry Vergeet het toneelstuk niet.
Carmen Het wat?
Henry Peer Gynt.
Carmen Hij heet Richard.
Henry Vanavond. Het toneelstuk.
Carmen Ibsen heet het. Nee, natuurlijk niet, ik verheug me erop. Ik ben eerder bang dat jij het boek zult vergeten.
Scène 2
Carmen, Richard
Carmen Richard, Richard, wacht even, ik moet je wat vragen.
Richard Geen moeilijke vragen, graag.
Carmen Waarom loop jij straal langs mij heen?
Richard Je was diep in gesprek.
Carmen Welnee, ik maakte een afspraakje.
Richard Des te minder heb ik ermee te maken.
Carmen Zo lichtgeraakt.
Richard Het is een vrij land, Carmen, jij maakt afspraakjes met wie je maar wilt.
Carmen Het is niet wat je denkt.
Richard Dus jij vroeg hem niet naar de juiste interpretatie van regels 404 en 405 derde zang van de Ilias?
Carmen Jij bent flauw, zeg.
Richard Nou, wat was het? Ik ben razend nieuwsgierig wat jij met die sukkel te bepraten had.
Carmen Ik weet het niet meer.
Richard Dat is nou jammer.
Carmen Ach welnee, die jongen is zo vervelend. Hij weet dat ik ervandoor moet, maar hij houdt me maar aan de praat.
Richard Je moet er ook nog snel vandoor. Waarom laat je mij dan niet passeren?
Carmen Ik heb alle tijd van de wereld.
Richard Goed, dan zetten we deze zaak even recht.
Carmen Hij is wel een dichter, hè.
Richard Zo, daar hoor ik van op.
Carmen Hij stuurt me zijn nieuwe boek.
Richard Interessant.
Carmen En dan moet ik er natuurlijk iets goeds over zeggen.
Richard Het zal me benieuwen.
Carmen Ik moet ervandoor.
Richard Wat doe je vanavond?
Carmen Ik ga naar, waar ga ik ook alweer naartoe. Oh ja, Ibsen, toneelstuk.
Richard In je uppie?
Carmen Ik heb maar één kaartje.
Richard Gezellig.
Carmen Ik wil het zo graag zien.
Richard En andere mensen storen je maar in je genot.
Carmen Precies.
Richard Ik wist wel dat je goed was, maar dat je ook nog beter was dan ik …
Carmen Je bent jaloers! Oh, wat enig, je bent jaloers omdat ik met Henry van alles uit zijn zak sta te praten. Zoveel aandacht opeens, wat heerlijk.
Richard Het is anders helemaal niet leuk voor mij.
Carmen Het is je verdiende loon door me zo straal voorbij te lopen.
Richard Meid, ik zag je niet eens staan.
Carmen Je zei anders dat je me zag staan praten met Henry.
Richard Ik zag Henry die stond te praten met een individu van vrouwelijke kunne.
Carmen Je zei dat ik diep in gesprek was, wat impliceert dat je me daarom niet wilde storen, maar eigenlijk was je verstoord door mijn gedrag.
Richard Mensen storen door je gedrag, daar zit een grond van waarheid in.
Carmen Maar je zegt dat je me niet eens herkende.
Richard Ik hoef jou niet te herkennen om te weten dat je je storend gedraagt.
Carmen Iedere jonge vrouw die met een man praat, gedraagt zich in jouw ogen storend, want ze praat niet met jou.
Richard Ze zouden dat inderdaad moeten verbieden.
Carmen Omdat alleen jij je gezelschap waard bent?
Richard Misschien niet alleen ik, maar ik ben het altijd.
Carmen Ik begrijp niet hoe iemand zo zelfingenomen en gevoelloos kan zijn.
Richard Ik sta open voor iedere vrouw en ben een vriend voor iedere man.
Carmen Liefde is een exclusieve zaak, want een vrouw wil de enige zijn in het hart van haar man.
Richard Zolang zijn hart het zijne is heeft het tenminste twéé kamers.
Carmen Die te huur zijn voor wie het kan opbrengen.
Richard Het hart van een vrouw heeft twéé boezems, en daarmee loopt ze te koop op straat.
Carmen Jouw kamertjes zijn afgezakt tot onder de gordel en moeten nodig eens gekraakt worden.
Richard Is dat de klokkenluider van de Notre Dame?
Carmen Jij hebt zo’n muurtje om je heen, ik haat mannen die zo’n muur om zich heen hebben.
Richard Het is een olijk spelletje, Carmen, maar zodra jij geen antwoord meer weet om me te dissen ga je opeens serieus doen.
Carmen Ik ben de hele tijd serieus.
Richard Dat is fijn om te horen, want dan nodig ik je uit vanavond op de Sociëteit, we dissen mekaar een beetje en dan gaan we samen naar mijn kamertje.
Carmen Het linker- of het rechterkamertje?
Richard Ik ben klein behuisd, maar als we dicht tegen elkaar aan kruipen merken we daar weinig van.
Carmen Denk je nou dat ik met iemand zoals jij naar bed zal gaan?
Richard Ik weet ook niet wat me bezielt, maar ik weet uit ervaring dat het altijd weer meevalt.
Carmen Ik ga naar het toneel vanavond.
Richard Je gaat met mij mee.
Carmen Jij bent een hele foute jongen, zeg, je houdt me van mijn werk en je bederft mijn genoegens.
Richard Ik zal je aan het werk zetten voor je genoegens.
Carmen Wat een smerige opmerking is dat.
Richard Ik ben me van geen kwaad bewust.
Carmen Een vrouw gaat naar bed om te werken, dat bedoel je.
Richard Alsof een vrouw het werk doet.
Carmen Ik geef het je te doen.
Richard Wat kan ik eraan doen dat ik als jongetje ben geboren?
Carmen Ze hebben een jongetje van je gemaakt en nu denk je dat het zo hoort.
Richard Afgezaagde feministische theorie, hoort dat ook bij je studie?
Carmen Rechten. Ik studeer Rechten.
Richard Er zijn nog geen advocaten genoeg?
Carmen Eentje erbij zal dus niemand merken.
Richard Eentje die er ook niets van af weet zal evenmin opvallen.
Carmen Je begint me weer te dissen, hè.
Richard Het is ook zo gemakkelijk, ik schaam me er gewoon voor.
Carmen Maar het is sterker dan jezelf.
Richard Noem het macht der gewoonte.
Carmen Ik heb trouwens een afspraak.
Richard Met mij.
Carmen Jij denkt de aanhouder wint.
Richard Van jouw slechte geheugen.
Carmen Je bent een vervelende versierder.
Richard Hoe vervelender de versierder hoe meer het meisje zich vereerd voelt.
Carmen Oh, dat is zo gemeen. Jij bent zo gemeen.
Richard Als je nu maar zegt dat je vanavond komt hoef ik niet meer zo gemeen te zijn.
Carmen Je kunt toch ook aardig doen.
Richard Zoals die vervelende dichter van je? Die krijgt de klad achter zijn kont aan.
Carmen Die wilde me niet versieren.
Richard Want daar heb je zo’n hekel aan, nietwaar?
Carmen Een zeer grote hekel.
Richard En daarom vind je hem zo vervelend.
Carmen De een is vervelend, de ander is gemeen, en nu heb ik een afspraak.
Richard Nogal dringend, zeker.
Carmen Zeer dringend.
Richard En je bent bang ernaartoe te gaan.
Carmen Natuurlijk niet, ik heb het zelf geregeld.
Richard Je houdt mij aan de praat, je zaagt Henry net zo lang door totdat hij zijn hele have en goed aan jou geeft.
Carmen Een boek en een kaartje.
Richard Kan heel belangrijk zijn.
Carmen Schei toch uit, anders geeft hij het toch niet weg.
Richard Misschien geeft hij het in plaats van zichzelf.
Carmen Dat is dan beter dan dat ik hem zelf krijg.
Richard Misschien zijn een boek en een kaartje wel hemzelf, in de vorm van een voorschot.
Carmen Dat is dan knap armoedig.
Richard Dat iets van geringe waarde is, in jouw ogen tenminste, wil nog niet zeggen dat het geen grote schat is.
Carmen Een stapeltje geprinte e mails en een plaatsbewijs aan toonder?
Richard Een stuk hout, een beetje verf, prentje van een vrouw die een man te voet valt, voila een Rembrandt.
Carmen Sta jij het nou voor hem op te nemen?
Richard Hij maakt je het hof, lieve Carmen, maar jij bent te dom om dat te zien.
Carmen Jij zag het meteen, zeker.
Richard Met mijn kennersblik.
Carmen Jij dacht: daar ga ik eens een stokje voor steken.
Richard Welnee, ik liep je straal voorbij.
Carmen Ik ben jouw lieve Carmen niet.
Richard Oh jawel.
Carmen Ik vertrouw je voor geen cent.
Richard Je hoeft me ook niet te vertrouwen, je hoeft alleen maar van me te houden.
Carmen Wat zijn jouw geschenken?
Richard Mijn geschenken zijn niet van symbolische aard, hoewel ze wel ergens voor staan.
Carmen Geschenken, symbolische aard, ergens voor staan?
Richard In zijn gedichten ligt de dichter, ook gebruikt hij graag staand rijm, en de voorstelling staat voor een offer.
Carmen Ik moet die geschenken niet.
Richard Dus je bent vanavond op de Sociëteit.
Carmen Hij drong het me op, omdat hij zo nodig iets goeds over zijn werk wil horen, en een bekende moet dienen tot dat werk.
Richard Nou, tel uit je winst.
Carmen Maar jij vindt mij interessant omdat Henry mij het hof maakt.
Richard Ik doe echt iets heel anders.
Carmen Zoals?
Richard Ik versier je.
scène 3
Carmen, mevrouw Beaulieu
Mw. Beaulieu Carmen, ben je daar eindelijk! Dag jongeman, ik neem haar even van je over. Meid, ik zit al een uur op je te wachten.
Carmen Mevrouw Beaulieu, wat fijn om u te zien.
Mw. Beaulieu Ik heb me ook verheugd op je komst.
Carmen Waar wilt u me hebben?
Mw. Beaulieu In mijn spreekkamer graag.
Carmen Hebt u nog wel tijd?
Mw. Beaulieu Voor jou maak ik tijd.
Carmen Ik kom toch niet ongelegen?
Mw. Beaulieu Carmen, ik heb je uitgenodigd, ik heb het uur bepaald en nu bepaal ik de plaats.
Carmen Maar ik ben zo laat.
Mw. Beaulieu Beter laat dan nooit.
Carmen Was u dan vroeg?
Mw. Beaulieu Daar houden we het maar op.
Carmen Ik werd aan de praat gehouden.
Mw. Beaulieu Door een knappe jongeman.
Carmen Door twee knappe jongens, en de tweede jaloers op de eerste.
Mw. Beaulieu Ik zou er maar van profiteren als ik jou was; de mooie tijden gaan en komen niet terug.
Carmen Het valt me weleens moeilijk het zo te zien.
Mw. Beaulieu Je ziet door de bomen het bos niet. Kies er één uit, dan heb je ze allemaal.
Carmen Ze zijn allemaal even vervelend.
Mw. Beaulieu Het is aan jou om ze op te voeden tot degelijke jongens.
Carmen Is vast een heel werk.
Mw. Beaulieu Het is een heel mooi werk.
Carmen Ik wil gewoon naar u toekomen, en die gasten praten maar en ze praten maar.
Mw. Beaulieu Het inderdaad moeilijk om ze beleefd af te poeieren.
Carmen Ze willen allemaal hetzelfde en ze geven er niets voor terug.
Mw. Beaulieu Dat is niet juist, lieve Carmen.
Carmen Ja toch zeker, ze willen sex, maar een goed gesprek is er niet bij.
Mw. Beaulieu Ze geven zich ook, net zo goed als jij.
Carmen Niets van gemerkt.
Mw. Beaulieu Dan heb je de juiste nog niet ontmoet.
Carmen Ik kan me er niets bij voorstellen.
Mw. Beaulieu Ga eens rustig zitten dan schenk ik een kopje thee in.
Carmen Ik heb liever koffie, alstublieft.
Mw. Beaulieu Dan zet ik koffie voor je.
Carmen Hebt u geen décafé?
Mw. Beaulieu Ook dat heb ik voor je.
Carmen Van koffie word ik bloednerveus.
Mw. Beaulieu Dat is niet de bedoeling.
Carmen Dan haal ik alles door elkaar.
Mw. Beaulieu Dit is een mondeling tentamen. Versprekingen staan niet op zwart en wit. We beginnen als jij zover bent.
Carmen Dat is echt een pak van mijn hart.
Mw. Beaulieu Heb ik zo’n slechte reputatie, dat je ertegenop ziet om bij mij tentamen te doen?
Carmen Oh nee, integendeel, ik hoor alleen maar goeie dingen over u.
Mw. Beaulieu Herhaal ze maar niet, anders ga ik nog naast mijn schoenen lopen.
Carmen U stelt me helemaal op mijn gemak.
Mw. Beaulieu Suiker en melk?
Carmen Eén zoetje graag.
Mw. Beaulieu Eén zoetje.
Carmen En van melk krijg ik uitslag.
Mw. Beaulieu Allergie?
Carmen Ik hoef het maar te ruiken en ik zit onder de puisten.
Mw. Beaulieu Zullen we dan maar beginnen?
Carmen Mevrouw, ziet u, ik zie er niet tegenop omdat u zo’n reputatie zou hebben, die u niet hebt, maar eigenlijk om een andere reden.
Mw. Beaulieu Die is?
Carmen Waar gaat het tentamen ook alweer over?
Mw. Beaulieu Decretalen.
Carmen Wat?
Mw. Beaulieu Decretalen.
Carmen Ik heb dat niet begrepen.
Mw. Beaulieu Wat heb je niet begrepen?
Carmen Hoe bedoelt u?
Mw. Beaulieu Heb je de decretalen niet begrepen, of heb je niet begrepen dat het over de decretalen ging?
Carmen In feite allebei, maar vooral het tweede waardoor het eerste me weer is overkomen.
Mw. Beaulieu Je had kunnen informeren.
Carmen Ik had wat?
Mw. Beaulieu Je had kunnen informeren waar het tentamen over ging.
Carmen Bij wie?
Mw. Beaulieu Bij mij, bijvoorbeeld.
Carmen Hoe dan?
Mw. Beaulieu Door mij te bellen.
Carmen Ik wilde u niet storen.
Mw. Beaulieu Dat is mooi van je, maar mijn secretaresse neemt de telefoon op.
Carmen Ik wilde u persoonlijk spreken.
Mw. Beaulieu Dan verbindt ze je door.
Carmen Dat wist ik niet.
Mw. Beaulieu Zo kun je je tentamen ook afzeggen.
Carmen Maar dan verspeel ik weer een beurt.
Mw. Beaulieu Die verspeel je niet door af te zeggen, maar door niet te studeren.
Carmen Ik wist niet wát ik moest studeren.
Mw. Beaulieu Je had het kunnen en moeten weten.
Carmen Moet ik dan alles zelf uitzoeken?
Mw. Beaulieu Moet je dan alles worden voorgekauwd?
Carmen Ik betaal me scheel om te kunnen studeren.
Mw. Beaulieu Dat is inderdaad een schande.
Carmen En ik word niet eens geïnformeerd over het curriculum.
Mw. Beaulieu Het curriculum is bekend, als je waar voor je geld wilt hebben dien je het te kennen.
Carmen Maar ik ken het nu eenmaal niet en daarom heb ik mijn werk niet gedaan.
Mw. Beaulieu Ik zal je vertellen hoe het zit.
Carmen Doet u dat, alstublieft.
Mw. Beaulieu Je hebt je papers niet ingeleverd.
Carmen Maar ik heb ze gemaakt.
Mw. Beaulieu Mag ik ze zien.
Carmen Ik heb een crash en mijn back up is zoek.
Mw. Beaulieu Je bent niet op college geweest. Ik ken je gezicht omdat je twee van de tien keer op de werkgroep bent geweest, en één keer heb ik je aan het eind moeten wekken. Uit de slaap der rechtvaardigen.
Carmen Ik was verhinderd.
Mw. Beaulieu Tien colleges, acht werkgroepen?
Carmen Ik weet dat het moeilijk te geloven is, daarom durf ik het ook bijna niet te vertellen.
Mw. Beaulieu Probeer het toch maar.
Carmen Mijn agenda is overvol. Zoveel mensen doen een beroep op me, zoveel dingen die ik moet regelen, er komt iedere keer wel wat tussen, en ik word er zo wanhopig van dat ik niet eens meer naar college durf te komen.
Mw. Beaulieu De colleges gaan gewoon door, of jij er nu bij bent of niet.
Carmen De drempel is zo hoog, mevrouw, en als ik er drie of vier heb gemist, heeft het dan wel zin om naar de vijfde te komen?
Mw. Beaulieu Iedere minuut die je werkt is zinvol besteed.
Carmen Maar zodoende weet ik dus niet wat er omgaat, of waar ik moet beginnen, ik ken zelfs niemand om een dictaat van te lenen.
Mw. Beaulieu De collegedictaten staan op internet.
Carmen Oh, dat is handig.
Mw. Beaulieu Je zou zonder de colleges te hebben gevolgd precies kunnen weten wat er is gezegd.
Carmen Ik heb een crash.
Mw. Beaulieu Het hele semester?
Carmen Mijn aansluiting haperde al lang.
Mw. Beaulieu Er staan hier op de UB terminals, daar kun je gratis gebruik van maken.
Carmen Op een vreemde computer kan ik niet werken. Dan zit ik bovendien tussen allemaal vreemde mensen in, en dan kan ik niet werken.
Mw. Beaulieu Je kunt ze voor een paar dubbeltjes laten printen.
Carmen Ik kan het allemaal niet bijhouden, hoor, ik weet dat soort dingen gewoon niet.
Mw. Beaulieu Colleges zijn overigens niet vrijblijvend, Carmen, je had je af moeten melden en daarvoor een geldige reden moeten opgeven.
Carmen Wat is een geldige reden?
Mw. Beaulieu Dat beoordeel ik per geval.
Carmen Mijn reden is geldig?
Mw. Beaulieu Nee.
Carmen Waarom niet?
Mw. Beaulieu Ten eerste dien je je vooraf af te melden. Je afwezigheid dient met redenen omkleed te zijn. Als een en ander onmogelijk is, dan moet ik binnen een week bericht van je hebben.
Carmen Dat is formeel en het zegt niets over de redenen zelf.
Mw. Beaulieu Door je in te schrijven voor de colleges heb je formeel ingestemd met de regels.
Carmen Waarom maakt u eigenlijk een afspraak met me, als er niets aan mij deugt?
Mw. Beaulieu Ik wist niet dat het zo erg was. Je hebt trouwens betaald, daar mag wel iets tegenover staan, zelfs als jij de waren die je koopt achteloos verkwanselt.
Carmen Wat doe ik hier?
Mw. Beaulieu Dat is de vraag die jij je stellen moet.
Carmen Ik wil ook meester in de Rechten worden.
Mw. Beaulieu Wat is daarvoor nodig?
Carmen Elke pygmee kan het worden, toch, en zijn zakken vullen met zwetsen, waarom ik niet?
Mw. Beaulieu De pygmeeën jagen liever op zwijntjes, geloof ik, maar de vraag blijft: wat is ervoor nodig om meester in de Rechten te worden?
Carmen Les, mevrouw, goed les krijgen, van docenten die je helpen in plaats van je te hinderen in je ontwikkeling, medewerking van de mensen die ervoor worden betaald.
Mw. Beaulieu Je zelfbewustzijn siert je. Wil je die opmerking over de pygmeeën terugnemen, alsjeblieft?
Carmen Ik neem het hierbij terug. Het was oneerbiedig jegens de pygmeeën.
Mw. Beaulieu Dank je.
Carmen U vindt mij niet onderdanig genoeg?
Mw. Beaulieu Je bent niet onderdanig en daarom mag ik je.
Carmen Het was echt onmogelijk voor mij om aan mijn verplichtingen te voldoen, mevrouw, het ging echt niet.
Mw. Beaulieu Ik zal je dan vertellen wat ervoor nodig is om meester in de Rechten te worden, als je dat zo nodig wilt worden.
Carmen Ik ben één en al oor.
Mw. Beaulieu Je gaat naar college, en naar de werkgroepen, zonder dat je een kater hebt. Je maakt je agenda leeg. Je gaat dagelijks naar de UB om te studeren. Je houdt mij op de hoogte van je vorderingen. Je doet je tentamens.
Carmen Mevrouw, dat weet ik toch ook wel.
Mw. Beaulieu Doe je dat niet dan moet je de studie opgeven.
Carmen U gooit mijn hele toekomst overhoop, wat denkt u wel?
Mw. Beaulieu Ik doe dat niet. Jij doet dat.
Carmen En mijn tentamen?
Mw. Beaulieu Dit was je laatste herkansing. De enige keer overigens dat je bent komen opdagen, zij het drie kwartier te laat en niet later alleen maar omdat ik je ben komen halen uit de hal waar je met jongens aan het flikflooien was.
Carmen Ik heb concentratie problemen. Teveel mensen maken zich afhankelijk van mij. Mijn familie zit me op mijn nek omdat ik niet vooruit kom met de studie.
Mw. Beaulieu Je familie betaalt?
Carmen Het kost mijn vader handen vol geld, en dat moet ik iedere keer maar weer aanhoren.
Mw. Beaulieu Misschien heb je er meer aan als je een poosje in therapie gaat, en de zaken eens op een rijtje zet, voordat je de studie voortzet, of liever gezegd begint.
Carmen Dat is inderdaad een goed idee.
Mw. Beaulieu Dan beschouwen we dit tentamen als niet gehouden.
Carmen Ik zie niet in waarom het wel zou zijn gehouden.
Mw. Beaulieu Zoals je wilt. Ik had je een avv kunnen geven voor het feit dat je er bent en dat je je zo kranig hebt geweerd.
Carmen Hebt geweerd?
Mw. Beaulieu Je hebt gestreden voor een verloren zaak. Jammer dat het je eigen zaak is. Maar ik heb er toch waardering voor.
Carmen U trekt zich niets persoonlijk aan, hè.
Mw. Beaulieu Oh jawel, hoor. Een jonge meid zo te zien worstelen met zichzelf en met niets gaat me aan het hart. Ik ben je oudere zus, onthoud dat.
Carmen U geeft me nog een kans?
Mw. Beaulieu De decretalen. Over drie weken, zelfde plaats, zelfde tijd.
Carmen Maar dan heb ik een afspraak.
Mw. Beaulieu Over vier weken, zelfde plaats, zelfde tijd.
Carmen Dat is zo ver vooruit.
Mw. Beaulieu Je hebt één week langer om te studeren.
Carmen Ja, maar dan ga ik het voor weer voor me uitschuiven en begin ik pas op het laatste moment.
Mw. Beaulieu Met die zelfkennis gewapend ga je morgenochtend fris aan de slag.
Carmen Oké, ik ben nog jong, ik verdien een tweede kans.
Mw. Beaulieu Je zegt het.
Carmen Kan het geen ander onderwerp zijn?
Mw. Beaulieu Iets waar je ook niets van af weet?
Carmen U wilde me al een avv geven?
Mw. Beaulieu Maar jij wilde het niet hebben.
Carmen Ik heb me bedacht.
Mw. Beaulieu Te laat.
Carmen U laat me erin lopen.
Mw. Beaulieu Ik voldoe aan je wensen.
scène 4
Carmen, Penny
Carmen Penny, Penny, blijf even staan, ik moet even met iemand praten.
Penny Hou het kort, Carmen, want ik heb ontzettende haast.
Carmen Ik ben net bij dat monster van Beaulieu geweest.
Penny Wat heeft ze met je gedaan? Je ziet eruit als een beest.
Carmen Dat kreng heeft me helemaal door de mangel gehaald.
Penny Moeilijk tentamen?
Carmen Razend moeilijk.
Penny Exerpten?
Carmen Decretalen.
Penny Dat valt toch wel mee?
Carmen Heb jij het al gedaan, dan?
Penny Het is alweer een tijdje terug.
Carmen Ik moet het over twee weken doen, en jij moet me erbij helpen.
Penny Je hebt geen tentamen gedaan?
Carmen Nee, en het was mijn laatste herkansing.
Penny Dan heb je een probleem.
Carmen Ik heb net zo lang gezeurd tot ze me nog een herkansing heeft gegeven.
Penny Dan heb je een streepje voor. Ze heeft mij keihard aangepakt en ik ben er maar net doorheen gekomen.
Carmen We worden partners, Penny, ik zie het al helemaal voor me.
Penny Niet als jij je tentamens niet doet.
Carmen Ik ga ze doen.
Penny Je hebt zo te zien een grotere prestatie geleverd dan een tentamen halen.
Carmen Is het te zien?
Penny Je bent zo wit als een geep en je staat te trillen op je benen.
Carmen Oh, je moest eens weten.
Penny Wat weten?
Carmen Niks.
Penny Er is toch niets, eh, gebeurd tussen jullie?
Carmen Nee, nee, niks.
Penny Ze heeft een zwak voor studentes, dat zegt ze tenminste eerlijk. Er moesten meer meesteresjes komen, zegt ze, en daar ga ik voor zorgen, en als meesteres geeft ze het voorbeeld.
Carmen Heb jij wat met haar meegemaakt?
Penny Ze heeft me vooral intellectueel keihard aangepakt.
Carmen Ik voel me heel naar worden.
Penny Ga maar zitten, lieverd, ah gossie, wat is dat nou allemaal?
Carmen Ik weet gewoon niet wat er is gebeurd.
Penny Jij hebt toch niet bepaalde charmes in de strijd geworpen?
Carmen Zoals?
Penny Het vrouwelijke voorrecht bij uitstek.
Carmen Zeg, waar hou jij mij voor?
Penny Voor een jonge vrouw die precies krijgt wat ze hebben wil.
Carmen Omdat ik dat verdien.
Penny Krijgen wat je verdient is weer wat anders.
Carmen Heb je dat soms zelf gedaan?
Penny Wat?
Carmen Je vrouwelijke voorrecht uitgestoken.
Penny Als ik er zo gemakkelijk vanaf was gekomen.
Carmen Het is helemaal niet gemakkelijk.
Penny Oh jawel, hoor, moeder natuur heeft me de middelen verschaft, en als ik er ook nog bij glimlach krijg ik alles voor elkaar.
Carmen Waarom ga je dan nog studeren voor je tentamen?
Penny Uit zelfrespect.
Carmen En dan zo schandelijk worden behandeld.
Penny Dat is haar werk, dat laat ik haar doen, uit respect.
Carmen Hoe gaat dat dan?
Penny Het ging steeds maar over detailkwesties, logische opeenvolgingen in de gelijktijdige ruimte. Ik wist het wel, maar ik zat te hakkelen als een klein kind. Ik moest mijn antwoorden net zo lang opnieuw formuleren totdat de zinnen grammaticaal waren, inhoudelijk juist en ook nog kort en bondig. Ik zocht naar woorden, zij luisterde, en dan verbeterde ze me. Ik dacht: ik breng er niets van terecht, ik zei: ik schei ermee uit, maar daar nam ze geen genoegen mee, ze trok het uit me, ook waarvan ik geen weet had dat het in me zat.
Carmen Het lijkt wel een verhoor in een enge film.
Penny Door de Stasi.
Carmen Drie weken alleen maar exerpten leren.
Penny En aan het verhoor hou je een trauma over.
Carmen Voor een avv’tje.
Penny En jou geeft ze maar twee weken.
Carmen Daar moest ik nog om smeken.
Penny Het is wel precies wat ze moet doen, ze kan het niet cadeau geven.
Carmen Ze kickt erop dat jij zo zit te zweten, het is gewoon een aanranding.
Penny Dat is overdreven.
Carmen Je hebt niet meegemaakt wat ik heb meegemaakt.
Penny Hiermee moet je naar de decaan gaan.
Carmen Dan kan ik mijn tentamen wel vergeten.
Penny Wat is er dan gebeurd?
Carmen Dat zal jij niet weten?
Penny Het ging om de wijsheid uit boeken, niet om de schoonheid van moeder natuur.
Carmen Ze haalde me weg bij Richard.
Penny Zo, Richard heeft belangstelling voor je?
Carmen Dat kon ze natuurlijk niet uitstaan.
Penny Ik zou er ook jaloers van worden …
Carmen Maar niet heus.
Penny Hij is heel vervelend, en heel geestig. Hij is heel knap, en heel grof. En hij komt soms vreemd uit de hoek, met iets dat je raakt, of zo.
Carmen Nou, ik sla hem vanavond aan de haak.
Penny Moet ik zien.
Carmen Wedden?
Penny Om Henry.
Carmen Je mag hem hebben.
Penny Hij wil mij niet.
Carmen Wat nou weer?
Penny Hij wil jou, Carmen.
Carmen Kunnen we elkaar niet onder elkaar verdelen?
Penny Dat is het hele circus.
Carmen En dan zegt mijn hoogleraar dat ik er één moet nemen, dan heb ik ze allemaal.
Penny Dat is goede raad.
Carmen Waar bemoeit ze haar eigen mee?
Penny Een oude vrijster die weet wat ze mist.
Carmen Die weet waar ze blij mee is.
Penny Met jou zeker?
Carmen Ze weet dat ze iets te vergeven heeft en ze laat mij erom smeken.
Penny Jij hebt gesmeekt?
Carmen Ik wist meteen waar ze op uit was.
Penny Spreek je uit ervaring?
Carmen Die lesbo’s willen maar één ding.
Penny Ja, maar wat is dat dan?
Carmen Jij bent wel aardig nieuwsgierig.
Penny Ik wil weten hoe je zoiets aanpakt.
Carmen Net zat je nog te beweren dat je je rokje op zou tillen.
Penny Ik durf het niet, er zit toch wat onder, namelijk, dat ik graag voor mezelf hou.
Carmen Jonge vrouwen, met hun mond vol over sex, die moet je alles nog voordoen.
Penny Een ouder en daardoor meer ervaren persoon komt dan van pas.
Carmen Maar dan moet je die ouwe taart niet een uur lang doorzagen over decretalen.
Penny Exerpten.
Carmen Whatever.
Penny Ik kan toch niet beginnen met mijn rokje op te tillen.
Carmen Dat moet je haar laten doen.
Penny Ze maakte geen aanstalten.
Carmen Je geeft haar geen aanleiding, dan denkt zij dat je je studie serieus neemt.
Penny Dat doe ik ook.
Carmen Daar ga je de fout in.
Penny Maar ik wil helemaal niet door haar worden betast, of zo, en misschien is zij wel vies van me.
Carmen Dan kan zij niks anders doen dan jou het leven zuur maken.
Penny Het is trouwens geen ouwe taart. Je moet niet zo lelijk schelden.
Carmen Ze heeft wel erger van me tegoed.
Penny Heeft ze jouw rokje opgetild?
Carmen En eronder gezeten.
Penny Draag je dan geen onderbroekje?
Carmen Niet als ik naar een tentamen ga.
Penny Je klaagt over haar behandeling, maar je was er toch op voorbereid.
Carmen Ik kon toch niet weten dat ze zó ver zou gaan.
Penny Hoe ver is zó ver?
Carmen Het is iets tussen haar en mij.
Penny Dan is het liefde.
Carmen Ik kan sex en liefde niet los van elkaar beleven.
Penny Dus, als jij wordt aangerand, beleef je dat als liefde?
Carmen Op mijn eigen, eenzijdige wijze, ja, dat is liefde, maar niet voor haar.
Penny Voor haar is het dus een handeltje?
Carmen Zo zou liefde niet moeten zijn.
Penny Sorry, hoe dan wel?
Carmen Twee mensen die elkaar liefhebben, en open en bloot elkaar de waarheid zeggen, en elkaar zichzelf geven.
Penny Ik dacht dat het juist in het verborgene bestaat, en niet uit te spreken is. En je kunt elkaar beter niet de hele tijd de waarheid zeggen, denk ik, maar dat geven en nemen daar zit wel wat in.
Carmen Dat is zuiver geestelijk.
Penny Nee hoor, dat is lichamelijk.
Carmen Dan wordt het een uitwisseling van diensten.
Penny Dat is het ook, en geschenken en diensten horen erbij.
Carmen Je lijkt wel zo’n grietje dat het doet voor een reep chocolade.
Penny Het grietje krijgt een reep chocolade, omdat hij misschien niet meer heeft om haar te geven.
Carmen Al geeft hij haar de hele wereld, dan nog is het een deal.
Penny Het is wezenlijk anders dan een deal. Wie weigert er nou een reep chocola of de hele wereld als het van een geliefde komt?
Carmen Voor jou staat een reep chocolade voor de hele wereld?
Penny Overdrachtelijk gesproken is het meer dan de hele wereld, want hij bewoont die wereld.
Carmen Ik begrijp jou niet.
Penny Ik weet het ook niet, hoor, ik krijg niet eens een reep chocolade.
Carmen Ik krijg een hertentamen.
Penny Ik vind het knap van je.
Carmen En van Henry krijg ik een boek, en een kaartje voor het toneel.
Penny Toneel, wat mooi.
Carmen Ibsen, van ene Peer.
Penny Oh, dat zou ik zo graag willen zien.
Carmen Ga naar de kassa en koop een kaartje.
Penny Die 9 0/0 btw kan ik er niet bijleggen.
Carmen Pech gehad.
Penny Maar, jij wilde niets van hem hebben.
Carmen Ik wil zijn boek en zijn kaartje.
Penny Doe je daar ook je rokje voor omhoog?
Carmen Je bent een gemene meid, je toont geen enkel gevoel voor mijn ellende.
Penny Het spijt me heel erg, Carmen.
Carmen Ja, zeg dat maar, dat zeggen vrouwen zó gemakkelijk, en ze menen er geen woord van.
Penny Ik meen het wel, hè, loop nou niet weg.
scène 5
1. Carmen, Richard
Carmen Heb je nog wat?
Richard Je hebt alles weggesnoven.
Carmen Doe nou niet zo lullig.
Richard Het is op, schoon op, ik kon mijn eigen neus er amper tussenkrijgen.
Carmen Jij hebt altijd nog ergens een beetje zitten, kom op, voor de dag ermee.
Richard Ik zal eerst wat moeten gaan halen.
Carmen Nou, doe dat dan, wat sta je hier nog?
2. Carmen, Penny
Carmen Hé, Penny, valt er nog wat te versieren?
Penny Ik dacht dat jij naar het toneel was.
Carmen Welk toneel?
Penny Op het kaartje van Henry.
Carmen Ik was er echt niet toe in staat, joh, een hele avond zitten koekeloeren naar mensen die doen alsof.
Penny Ik had het zo graag willen zien, dat zei ik nog.
Carmen Nou, het is niet mijn kaartje, dus ik kan het niet zomaar weggeven.
Penny Maar jij gebruikt het niet.
Carmen Ik ben niet verplicht om het te gebruiken.
Penny Nu blijft die plaats leeg.
Carmen Ik heb een rotdag gehad, ja, kan dat gezeur nu alsjeblieft ophouden!
Penny Wat zal Henry zeggen?
Carmen Ik zeg gewoon dat ik wel ben geweest.
Penny Maar hij zal vragen stellen over de voorstelling.
Carmen Ik vraag wel aan Richard waar dat rotstuk over gaat.
Penny Dat is anders dan de voorstelling.
Carmen Ik verzin wel wat. Toneel dat is toch met zijn allen over mekaar rollen en schreeuwen om het hardst, nou, een kind kan de was doen.
Penny Ik had het Henry wel willen vertellen.
Carmen Ik zei: koop een kaartje en ga naar de kassa, maar jij was te zuinig.
Penny Het is gewoon anders dan een kaartje van Henry krijgen.
Carmen Welnee, het is precies hetzelfde stuk.
3. Carmen, Richard
Carmen Ben je daar eindelijk.
Richard Een deal maken is een kunst waarbij tijd geen rol speelt.
Carmen De hoofdrol, bedoel je, ik snak naar snuif.
Richard Een beetje voorzichtig ermee, het is geen talkpoeder voor je billetjes.
Carmen Dat komt straks.
Richard Daar verheug ik me best een beetje op.
Carmen Wat een rommel is dit, zeg.
Richard Niet alles tegelijk, graag.
Carmen Hou op, en zit niet aan me.
Richard Ik zou graag zelf nog wat willen, aub.
Carmen Dit is toch geen waspoeder, hè? Bah, wat heb jij je in je handen laten drukken?
Richard Je hebt er geen verstand van, naar het blijkt, want dit was kwaliteit AAA.
Carmen Vertel eens gauw waar Ibsen over gaat, want straks moet ik Henry even afbluffen.
Richard Ibsen?
Carmen Van Strindberg, of zo’n pruikenkop, weet ik veel.
Richard Dat is toch veel te moeilijk voor jou.
Carmen Daarom ga ik er ook niet heen.
Richard Strindberg ontwaakt bij dageraad in een Gotische kamer, hij danst met Anitra de dienstmaagd, hij schiet zichzelf per ongeluk een kogel in zijn kruis en wordt opgevreten door de trollen die een erfelijke ziekte hebben die zijn dochter weer van hem heeft.
Carmen Echt heel moeilijk, dus.
Richard Omdat hij een leugenaar en een fantast is, namelijk, met een verdraaid handschrift.
Carmen En zodoende houdt hij de toeschouwers een spiegel voor?
Richard Van verre.
Carmen Jij bent ook al niet te volgen.
4. Carmen, Penny
Penny Het spijt me voor je, dat je zo’n rotdag hebt.
Carmen Mij ook. Er is alleen niets meer aan te doen.
Penny Je ogen staan vreemd.
Carmen Wat wil je, ik heb een heel moeilijk leven.
Penny Als van iemand die iets heel verkeerds heeft gebruikt.
Carmen Ik ben helemaal clean, als je dat soms bedoelt. Dat heb ik lang geleden afgezworen. Maar het was leuk, ik heb er veel van geleerd.
Penny Wat dan?
Carmen Dat je het niet moet doen.
Penny Dat had ik je zo wel kunnen vertellen.
Carmen Het gaat om de ervaring, die mag je niet missen.
Penny Als ik jou zo zie weet ik wel wat ik mis.
Carmen Is dat soms een steek onder water?
Penny Jazeker.
Carmen Jaloers kreng dat je bent.
Penny Zou ik kunnen zijn geweest, als jij echt naar het toneel was gegaan.
Carmen Penny, hou op ver dat walgelijke toneelstuk.
Penny Hoe weet je nou dat het walgelijk is als je er niet naartoe gaat?
Carmen Je probeert mij te vangen met mijn eigen woorden, maar ik trap er niet in.
5. Carmen, Richard
Carmen Jij bent toch een vreemd geval, hoor.
Richard Compliment?
Carmen Je dealt, je kent je klassieken, je bent ordinair tegen vrouwen …
Richard Ik ben ordinair tegen jou.
Carmen Je bent ordinair tegen vrouwen, en je bent ook nog eens knap.
Richard Heb je ook nieuwe gegevens?
Carmen Wat studeer jij eigenlijk?
Richard Theoretische Natuurkunde.
Carmen En je bent een nerd.
Richard Ik neem evenveel bulten aan als mijn omgeving kuilen heeft.
Carmen Nou, dat belooft wat.
Richard Het komt goed.
Carmen Ik heb zelf alleen maar gebreken.
Richard Zoals?
Carmen Als ik immers geen goede eigenschappen heb, dan heb ik wel slechte.
Richard Onberispelijke logica.
Carmen Ik luister niet, ik zeur en ik zanik. Ik laat me door andere mensen leven.
Richard Zoals de meeste van ons.
Carmen Jij toch niet.
Richard Het is al heel wat als een mens het weet.
Carmen Waarom ben jij geen dichter?
Richard Ik heb wel het gemoed, maar niet de gave van het woord.
Carmen Heeft Henry dat dan wel?
Richard Ik zou zijn boek moeten lezen.
Carmen Hij brengt het me vanavond.
Richard Aha, dan heb ik iets om naar uit te kijken.
Carmen Het is voor mij, ja.
Richard Maar ik ga het lezen.
Carmen Jij vindt eigenlijk dat ik het niet waard ben om mee om te gaan.
Richard Er zit nog wel iets in je.
Carmen Oh, je bent ordinair.
Richard So far, so good.
Carmen Je vergooit jezelf aan mij, omdat je dacht dat Henry mij wilde, alleen maar daarom.
Richard Je inzichten zijn interessant en het overwegen waard.
Carmen Dat pantser van jou stelt niets voor, weet je dat.
Richard Nee, dat weet ik niet.
Carmen Maar ik prik erdoorheen.
Richard Au au au …
Carmen Dat woordje ken je wel.
Richard Oerkreet.
Carmen Jij bent het niet waard dat ik met jou omga, zo is het.
6. Carmen, Henry
Henry Carmen?
Carmen Wat er van haar over is.
Henry Eh, ik ben even confuus.
Carmen Wat is er met je?
Henry Ik dacht: Carmen zit hoog en droog in de schouwburg naar Peer Gynt te kijken.
Carmen Ibsen, bedoel je.
Henry Ibsen, ja.
Carmen Ik moet even naar het toilet.
Henry Dat kan straks.
Carmen Zeg, wie denk je wel dat je bent?
Henry Waar is het kaartje?
Carmen Welk kaartje?
Henry Waarom geef je het niet terug?
Carmen Ja, het is nou al zowat afgelopen.
Henry Ik bedoel: voordat je besloot om niet te gaan.
Carmen Dat heb ik niet besloten, dat is gewoon gebeurd.
Henry Je hebt het me afgetroggeld.
Carmen Laat dan eens een keer niet zo over je heenlopen, man.
Henry Jij bent niet goed wijs.
Carmen Moet ik dan in een stoffig theater gaan zitten kijken naar en stuk uit het jaar nul?
Henry Ik vraag je dat niet, dat wilde je zelf.
Carmen En ik heb me bedacht.
Henry Iemand anders had kunnen gaan.
Carmen Ik ben het vergeten.
Henry Ik had zelf kunnen gaan.
Carmen Dat moet je voortaan maar doen.
Henry Heb je mijn boek al gevonden?
Carmen Ik ben niet thuis geweest.
Henry Ik wil het terughebben.
Carmen Dat is geen dingen weggeven, Henry, om ze weer terug te nemen.
Henry Nee, het is parels voor de zwijnen gooien.
Carmen Dat is heel lelijk van je, Henry, je weet helemaal niet waarom ik me heb bedacht, maar je staat wel klaar om me te veroordelen.
Henry De Stadsschouwburg is geen stoffig theater.
Carmen Dat neem ik terug.
Henry Oké, dat accepteer ik, maar ik wil twee dingen weten. Ten eerste waarom je je hebt bedacht; en ten tweede waarom je mij zo dringend moest spreken dat we elkaar pas over drie weken kunnen ontmoeten.
Carmen Ik moet jou dingend ergens over spreken?
Henry Het onderwerp wordt niet veranderd.
Carmen Wat is het onderwerp?
Henry Waarom ben jij niet naar het toneelstuk geweest terwijl je dat wel van plan was.
Carmen Ik zag er tegenop. Je laat me ook maar in mijn eentje gaan. Je geeft geen tekst en uitleg; ik moet nota bene van Richard horen waar het over gaat. Ik was bang om te gaan.
Henry Waarover moet jij mij spreken, en ik bedoel: uitgerekend mij spreken en waarom kan ik dan evengoed zowat niet op je agenda komen?
Carmen Ik weet het niet, en daarom stelde ik het uit.
Henry Je merkt wel zeker dat je je er beter uit kunt praten als je gewoon de waarheid vertelt.
Carmen Ik maak het goed met je, promise.
Henry Dat heb je al gedaan.
Carmen Dat moet je me maar eens uitleggen.
Henry We hebben de hele nacht nog voor ons.
Carmen Een hele nacht om te praten?
Henry En om andere dingen te doen.
Carmen Wat stel je je daarbij voor?
Henry Bij kaarslicht en een glas wijn praten over Ibsen.
Carmen Daar weet ik helemaal niks vanaf.
Henry Dan licht ik je voor.
Carmen Ik heb geen affiniteit met dat onderwerp.
Henry Maar je was toch nieuwsgierig, je wilde er per se heen.
Carmen Dat herinner ik me niet zo.
Henry Maar je had opeens last van drempelvrees.
Carmen Wie, ik?
Henry Je ging niet, want je voelde je alleen.
Carmen Je schijnt mij beter te kennen dan dat ik mezelf ken.
Henry Ik raad er maar op los.
Carmen Ik vind dat heel vervelend.
Henry Dat spijt me dan.
Carmen Je vult zomaar wat voor mij in.
Henry Heb ik niet een klein beetje gelijk?
Carmen Dat doet er niet toe.
Henry Je was vol goede moed, toen ik je sprak, wanneer was het?
Carmen Ik heb geen idee.
Henry Je wilde Peer Gynt zien.
Carmen Ibsen.
Henry Je troggelde me mijn kaartje af, je was gemotiveerd.
Carmen Voor wat?
Henry Om naar het toneel te gaan.
Carmen Oh, dus niet om jou je kaartje af te troggelen?
Henry Dat was wel een vermakelijk spel, misschien had ik het wat moeten rekken.
Carmen Ik had haast.
Henry Om een kwartier lang met Richard te kunnen praten.
Carmen Ook, ja, dat ook. Dat was heel erg leuk.
Henry Maar we hoeven niet over Ibsen te praten.
Carmen Kun jij dan ergens anders over praten?
Henry We kunnen praten over de studie Rechten.
Carmen Alsjeblieft!
Henry We kunnen praten over de liefde.
Carmen Dit gaat de verkeerde kant op.
Henry Praten kost niets.
Carmen Je wilt me in bed praten.
Henry Ho ho, je loopt er te ver op vooruit.
Carmen Je praat alsof je een recht op me hebt, of zo.
Henry Het recht tenminste om je veilig thuis te brengen in de toestand waarin je nu verkeert.
Carmen Mijn toestand, wat is mijn toestand?
Henry Gedrogeerd.
Carmen Je bent niet goed wijs.
Henry Het is zorgwekkend.
Carmen Ik ben niet gedrogeerd. Ik ben niet gedrogeerd. Ik ben niet gedrogeerd.
Henry Van wie heb je die bende?
Carmen Dat gaat je niks aan.
Henry Van Richard, zeker, die heeft altijd wat op zak om meisjes plat te krijgen als ze niet uit zichzelf gaan liggen.
Carmen Je bent een jaloers kreng.
Henry Ja, ik ben een jaloers kreng.
Carmen Gut, Henry die zich uitspreekt.
Henry Tjonge, Carmen die iemand herkent.
Carmen Dit is geen leuk spelletje.
Henry Ik breng je naar huis, en ik stop je onder de wol.
Carmen Niet praten, niet neuken?
Henry Voor alles is een tijd.
Carmen Waarom moet je mij hebben?
Henry Wat moet ik met een ander?
Carmen Ik moet eerst naar het toilet.
7. Carmen, Richard
Carmen We moeten gauw wegwezen, Henry is hier, en als hij me snapt dan is het gedaan met me.
Richard Ik stuur Penny wel op hem af.
Carmen Nee, niet Penny.
Richard Oké, dan sneaken we door de achterdeur.
Carmen Je bent een schat.
Richard Gaan we naar mijn huis.
Carmen Nee, nee, ik heb er ontzettende behoefte aan om thuis te zijn.
Richard Zoals je wilt.
scène 6
Carmen Richard
Richard He, dat is het boek.
Carmen Wat voor boek?
Richard Van Henry.
Carmen Geef hier, dat is voor mij.
Richard Zo te zien is hij een onvervalste verzensmid.
Carmen Ga er maar een kopen als je er een wilt hebben.
Richard Hij zal het mij niet cadeau doen, want ik heb er echt belangstelling voor.
Carmen Jij bent zo zelfingenomen, wat is het toch lastig om daarmee om te gaan.
Richard Luister, ik lees hier: In de mensen wordt de roep gelegd. Vijfvoetig vers in trocheeën, metrisch naar een snellopend kinderrijmpje; je ziet de mensen ergens achteraan hollen. Maar het heeft ook een berustende toon, de toon van de gelatene die dit zijn onheuse tijdsgewricht niet kan veranderen, ook al zou hij dat willen.
Carmen Ik ben een boon als ik hier iets van begrijp.
Richard Hier is je boek. Lieverd, dan kun je het zelf beoordelen.
Carmen Wat een lullig boekie.
Richard Onaanzienlijk.
Carmen Zoveel wit op de bladzijden …
Richard En geen plaatjes.
Carmen Nou, plaatjes, dat hoeft niet per se, maar ik wil wel wat te lezen hebben voor mijn geld.
Richard Het was een geschenk.
Carmen Het zat niet eens ingepakt.
Richard Je bent toch geen klein kind, Carmen.
Carmen Natuurlijk niet. Een vrouw zoals ik hoeft geen dichtbundels cadeau te krijgen.
Richard Jij wilt a man after midnight.
Carmen Ja, dat wil ik, dat wil ik.
Richard Kom dan eens hier en geef me een kus.
Carmen Ik dacht dat je er nooit mee zou komen.
Richard Dan kleed ik je uit en kan ik je mooie lichaam overal kussen.
Carmen Als je maar niet metrisch gaat rennen.
Richard Ik ga pas op de plaats maken.
Carmen Ik wil ritmisch bereden worden.
Richard Ik sla de maat.
Carmen Vind je me mooi?
Richard Ik vind je heel mooi.
Carmen Je moet rekening houden met mijn maagdom.
Richard Dat meen je niet.
Carmen Ik ben maagd, en ik wil hier geen nare herinnering aan overhouden.
Richard Ik zal je de nacht van je leven bezorgen.
Carmen Oh Jezus, nou moet ik weer huilen.
Richard Wat is er dan, lieverd.
Carmen Ik moet gewoon zo huilen.
Richard Kom eens hier bij mij, zo, tegen mijn hart.
Carmen Oh, dit wordt niks, ik kan er niet meer mee ophouden.
Richard Het gaat zo weer over.
Carmen Je kent me nog niet.
Richard Ik wil je leren kennen.
Carmen Dit heb je vast nooit eerder meegemaakt.
Richard Het gebeurt geregeld.
Carmen Zal wel aan jou liggen, dan.
Richard De tranen van een ander betrekken op jezelf is een domme vorm van zelfoverschatting.
Carmen Ik snap nooit wat jij zegt.
Richard Meehuilen is geen troosten.
Carmen Jij denkt dat je slim bent?
Richard Ik hoop het.
Carmen Waarom janken ze zo?
Richard Waarom huil jij zo?
Carmen Sex zonder liefde is een zonde tegen de Heilige Geest.
Richard Jij weet niet hoe een kerk er van binnen uitziet, dus je houdt je mond over de Heilige Geest.
Carmen Ik moet denken aan mijn vorige vriendje, en die sukkel heeft me zo slecht behandeld in bed.
Richard Je bent nog maagd, zeg je, dus die optie ben je kwijt.
Carmen Misschien wil jij liever met Henry.
Richard Dan was ik met hem geweest.
Carmen Ik weet het niet. Ik weet het gewoon niet. Het heeft geen grond, en dat is het hem juist.
Richard Je ontspant je, dan komt het verdriet boven.
Carmen Heb jij dat niet?
Richard Ik voel het verdriet altijd.
Carmen Dus je huilt veel?
Richard Van binnen.
Carmen Wat erg.
Richard Ik fantaseer over vrouwen, wat ik allemaal voor streken met ze ga uithalen, tot wederzijds genoegen, maar halverwege smelt ze in tranen weg, zelfs in mijn verbeelding.
Carmen Dat is jouw intuïtie over hun mentale toestand.
Richard Plus mijn rijke en bittere ervaring op dit gebied.
Carmen Je bent een bijzondere man.
Richard Ik wou dat ik een domme kracht was.
Carmen Oh, het houdt niet meer op, het wil niet meer ophouden.
Richard Niet in slaap vallen. Ik wil nog een glimlach op je gezicht zien voordat je in slaap valt.
Carmen Het is te laat, het is voor mij te laat.
Richard Het is niet te laat zolang je nog één minuut te leven hebt.
Carmen Het is toch zonde van al die jaren dat je hebt gehuild.
Richard Die ene minuut van blijdschap is je beloning voor je strijd en je ijver.
Carmen Jij moet dominee worden.
Richard Je mag nooit vluchten voor het verdriet dat je voelt, maar het beleven en onderzoeken.
Carmen Jij maakt me helemaal gek.
Richard Jij moet een glaasje warme melk drinken en braaf gaan slapen.
Carmen Met jou in huis zeker, mooi niet, oh, ik kan maar niet ophouden.
Richard Ik kan je niet hier laten, badend in je tranen, want daar kan ik niet mee leven.
Carmen Dat zal toch moeten.
Richard Dacht het niet.
Carmen Oké dan oké, maar je slaapt naast het bed op de grond.
Scène 7
1. Carmen, Penny
Penny Ik zag je vertrekken met Richard.
Carmen Nou, dan kon jij je ontfermen over Henry.
Penny Die was opeens onvindbaar.
Carmen Die zocht zeker naar iets.
Penny Ik weet wel wat hij zocht.
Carmen Haal je geen dingen in je hoofd, hè.
Penny En Richard, hoe was het met Richard?
Carmen Hoe bedoel je?
Penny In bed! Hoe was hij in bed!
Carmen Ga met hem naar bed dan kom je er vanzelf wel achter.
Penny Hoe leg ik dat aan?
Carmen Je tilt je rokje op.
Penny Dat doe ik, maar dat werkt niet.
Carmen Pap aan met Henry, zorg dat Richard het ziet, en je zit geramd.
Penny Wat ben jij geraffineerd, zeg.
Carmen Maar is het ook de moeite waard, dat is de vraag.
Penny Nou, was het de moeite waard?
Carmen Zo’n grote bek; een dergelijk klein piemeltje. Dat maakt je klaar met filosofie over de condition humaine, want met wat anders kan hij het niet. Wat een teleurstelling. Je moet toch afgaan op wat ze zeggen, en praten kan hij wel, dus dan tuin je er met open ogen in. En dan die houding van hem, zogenaamd dat je hem niets wijs kunt maken. Je kunt niks zeggen of hij ondervraagt je eindeloos, alsof het een verhoor is. Je moet hem zijn zin geven, en pamperen in je eigen bed nota bene.
Penny Het gaat dus weer helemaal nergens over.
Carmen Ach, een man is maar wat een vrouw van hem maakt.
Penny Wat was er van hem te maken?
Carmen Knuffelbeertje, zoals ik er als klein kind een had, als ik huilde in bed om me te troosten.
Penny Daar heb je een kerel toch niet voor.
2. Carmen, Henry
Carmen Niet naar je boek vragen, want ik ben er nog niet aan toegekomen.
Henry Vertel het me over drie weken maar.
Carmen Over drie weken?
Henry We hebben een afspraak.
Carmen Ik zal eens in mijn agenda kijken.
Henry Maar we hebben het al gehad waarover we het zullen hebben.
Carmen Wat was dat dan?
Henry Niets.
Carmen Neem me niet in de maling.
Henry Nee, hoor, want dat had ik niet kunnen verzinnen.
Carmen Dus we schrappen de afspraak?
Henry We zouden het over het niets kunnen hebben.
Carmen Iets kunnen doen, bedoel je.
Henry Doe maar eens een voorstel.
Carmen Dat is niet aan het meisje.
Henry Misschien heb je trouwens tegen die tijd mijn boek gelezen.
Carmen Ik moet leren voor een tentamen. Exerpten.
Henry Drie weken achter elkaar?
Carmen Het gaat om mijn toekomst.
Henry Dus je bent al begonnen?
Carmen Ik ben vandaag veel te moe.
Henry Wat is er met je?
Carmen Het was een hele wilde nacht.
Henry Heeft Richard van zich doen spreken?
Carmen Nou, nogal, ja.
Henry Bespaar me de details.
Carmen Details, zeg je, noem het maar details! Die jongen heeft een stuk aan zijn lijf hangen waar je bang van wordt. Ik ben heel wat gewend, natuurlijk, maar dit was toch weer een nieuwe ervaring. Maar wat heb je er ook wat aan? Kijk, het vrouwelijke geslachtsdeel plooit zich naar wat er wordt ingevoerd. Dus, zoals men dan zegt, alles meer dan een mond vol is toch teveel. En dan de doorbloeding van zo’n vooruitgestoken deel dat buiten alle proporties opzwelt! Er is geen knappe erectie van te maken, hoe je ook je best doet, en ik versta de kunst heus wel …
Henry Carmen, zo is het wel genoeg.
Carmen Sorry hoor, ik moet het toch ook kwijt.
Henry Je doet alsof het een straf is.
Carmen De liefde is een straf. Iedereen doet er heel gewichtig over, en iedereen is o zo prestatie gericht op dat gebied, maar het is huilen met de pet op. We laten elkaar in de waan en bezorgen elkaar een leuke reputatie.
Henry Jij bent Richard nu aan het afbranden.
Carmen Hij verdient niet beter.
Henry Jij kiest hem uit.
Carmen Hij versiert mij.
Henry Maar hij kon van jou geen erectie krijgen, zelfs geen kleine.
Carmen Je bent echt heel vervelend, Henry, je bent er niet bij geweest en je weet niets van ons af.
Henry Ik weet wel genoeg.
Carmen Je stelt me teleur.
Henry Ik hoop het van harte.
Carmen Zo ga je niet met mensen om. He, blijf nou even staan, waar ga je naartoe?
Henry Ergens waar het minder stinkt.
Carmen Ik ruik anders niks.
Henry Dan is het mijn bovenlip.
Carmen Waar heb jij het over?
Henry Dat ik jouw gezelschap niet meer waardeer.
Carmen En je wilde niets liever dan mij naar huis brengen.
Henry Voordat je er tussenuit kneep met een ander.
Carmen Wat haal jij je in je hoofd?
Henry Ik haal mij in mijn hoofd dat jij me in de maling neemt waar ik bij sta, en dat ik daar een beetje genoeg van heb gekregen, dank je wel.
Carmen Dit is echt niet te geloven.
Henry Ik heb me heel erg vergist.
Carmen Jongen, dat gebeurt iedereen elke dag.
Henry Ik van plan er iets van te leren.
3. Carmen, Penny
Carmen Zeg, heb jij Henry een beetje tegen mij opgezet?
Penny Als ik dat kon dan had ik het wel gedaan.
Carmen Wat een smerige rotmeid ben jij, zeg.
Penny Ik ben nog lang niet rot genoeg.
Carmen Zal ik jou eens op je sodemieter slaan.
Penny Dat lijkt me geen goed idee, Carmen.
Carmen Ik lust je rauw.
Penny Toch niet, lieve Carmen, ik heb zwarte band karate, dat je het maar even weet.
Carmen Dan kun je heel hard schreeuwen, enzo, en tegen de muur slaan.
Penny Carmen, laat me los.
Carmen Hier, deze heb je verdiend.
Au, wat doe je nou?
Penny Ik weer een slag af. Zachtjes, want anders breek ik je arm nog.
Carmen Grote bek. Hier! Au, au, au, hou daar eens mee op.
Penny Ik moet me door jou laten slaan?
Carmen Klets, die is raak!
(Carmen en Penny raken slaags. Carmen is geen partij voor de geoefende Penny en krijgt op haar donder)
4. Carmen, Penny, mevrouw Beaulieu
Mw. Beaulieu Zeg, wat is dat hier! Carmen, Penny! Zijn jullie helemaal gek geworden?
Carmen Die rotmeid valt me aan en slaat me verrot, en ik weet niet eens waarom.
Penny Mevrouw Beaulieu, goedemorgen.
Mw. Beaulieu Goedemorgen, Penny. Mag ik vragen waar jij mee bezig bent?
Mw. Beaulieu Ik geef Carmen hier een pak op haar sodemieter, want daar heeft ze om gevraagd.
Carmen Dit is zo erg! Ik kom hier om te studeren, en iedereen zeurt aan mijn kop en voor ik weet krijg ik links en rechts klappen.
Mw. Beaulieu Penny, laat haar aan mij over.
Penny Mevrouw, ik heb spijt van wat ik heb gedaan.
Mw. Beaulieu Jij kunt wel knokken, zeg, knap werk.
Penny Zwarte band karate, mevrouw.
Mw. Beaulieu Een groter en zwaarder meisje een pak rammel geven, dat is kranig van je.
Carmen Het is een laffe en laaghartige aanval, ik was er niet op verdacht.
Mw. Beaulieu Moet ik hier werk van maken, Penny?
Penny Eigenlijk wel, mevrouw, want ik ben heel fout geweest.
Carmen Ze zegt het zelf, ze zegt het zelf!
Mw. Beaulieu Ik wou dat ik zo had leren knokken, Penny, ik benijd het je zeer. Je zult een groot strafpleiter worden, want je bent een echte straatvechter.
Penny Ik mag dit eigenlijk niet doen.
Mw. Beaulieu Dan vraag je straf aan je leermeester in je dojo.
Penny Dat zal ik doen, mevrouw.
Mw. Beaulieu En nou opdonderen. Nee, jij niet, Carmen, jij komt met mij mee.
Carmen Waar is dat goed voor?
Mw. Beaulieu Ik moet dat blauwe oog van je behandelen en voor die schrammen heb ik wel een pleistertje.
Carmen Ik moet weg, ik moet studeren.
Mw. Beaulieu Jij moet met mij meekomen en mij vertellen wat er aan de hand is.
Carmen Er is niks aan de hand.
Mw. Beaulieu Meekomen, jij.
Penny Dag, mevrouw.
Mw. Beaulieu Dag, lieve Penny. Gaat het een beetje met je?
Penny Maakt u zich geen zorgen, mevrouw, ik heb zelden zo genoten.
8e scène
Carmen, mevrouw Beaulieu
(Mevrouw Beaulieu bet Carmens oog, bepleistert haar schrammen en geeft haar een glaasje water)
Carmen Dank u, mevrouw, dat u mij hebt gered.
Mw. Beaulieu Je was geen partij voor haar.
Carmen Wie gaat er nou een robbertje vechten, hier in de UB?
Mw. Beaulieu Dat vraag ik me ook af.
Carmen Hoe komt die meid aan zoveel kracht?
Mw. Beaulieu Ze oefent elke dag.
Carmen Au, wat doet dat een pijn, zeg.
Mw. Beaulieu Je ziet er beroerd uit, Carmen, het is zonde dat ik het zeg.
Carmen Ik heb het ook heel zwaar, heel zwaar, en de hele wereld is tegen me.
Mw. Beaulieu De hele wereld?
Carmen Het is de ongelogen waarheid.
Mw. Beaulieu Waar heb je gezeten?
Carmen Waar ben ik niet geweest?
Mw. Beaulieu Begin maar bij het begin.
Carmen Nou, ik ben meteen aan de studie gegaan, want die tweede kans grijp ik natuurlijk met beide handen aan.
Mw. Beaulieu Je laatste kans, bedoel je.
Carmen Dat bedoel ik.
Mw. Beaulieu Wat ben je gaan studeren?
Carmen Dat weet u toch wel!
Mw. Beaulieu Zeg het maar.
Carmen Exerpten.
Mw. Beaulieu Goed dat ik je nog even spreek.
Carmen Hoezo?
Mw. Beaulieu Decretalen! Carmen. Decretalen!
Carmen Oh ja, decretalen. Dat vechtpartijtje heeft me toch harder aangegrepen dan ik dacht.
Mw. Beaulieu Je hebt zo te zien de hele nacht doorgeleerd.
Carmen Nee, nee, dat is niet goed, ik heb mijn ontspanning bijtijds gezocht.
Mw. Beaulieu Heel verstandig.
Carmen Ik ben naar een toneelvoorstelling geweest.
Mw. Beaulieu Wat enig! Ik ben dol op toneel. Wat heb je gezien?
Carmen Eh, Gynt van Peer Ibsen.
Mw. Beaulieu Juist ja. Vertel eens over de enscenering.
Carmen De wat?
Mw. Beaulieu Hoe ze het stuk hebben opgevoerd en wat hun visie op de menselijke waardigheid is.
Carmen Ze moeten toch gewoon opdreunen wat de schrijver heeft opgeschreven.
Mw. Beaulieu Als het een beetje acteurs zijn wel, maar het gaat om het hoe.
Carmen Kunt u dat misschien even uitleggen?
Mw. Beaulieu Wat heb je gezien op het toneel, Carmen, daar gaat het om.
Carmen Nou, gewoon, mensen die doen alsof ze een ander zijn.
Mw. Beaulieu Was je overtuigd?
Carmen Daar zijn ze toch acteurs voor.
Mw. Beaulieu Wie speelde Peer?
Carmen U geeft geen antwoord als ik wat vraag.
Mw. Beaulieu Dat kan ik wel, maar dat wil ik niet, en jij wilt het niet, want je kunt het niet.
Carmen Het was een rotstuk, nou goed.
Mw. Beaulieu Peer Ibsen, van Gynt.
Carmen Strindberg! U weet niet eens waar ik het over heb.
Mw. Beaulieu Er was een vader die besteedde zijn dochter uit, maar het kind kreeg de erfelijke aandoening van haar vader en ze begon wild om zich heen te schieten.
Carmen Juist. Allemaal heel erg. Ik snap niet dat je er voor je plezier naartoe gaat.
Mw. Beaulieu Ik snap dat wel.
Carmen Wat is daaraan te snappen?
Mw. Beaulieu Let je op, want ik ga nu toch een vraag beantwoorden.
Carmen Het zal tijd worden.
Mw. Beaulieu Je ziet voor je ogen hoe de mensen elkaar voor de gek houden, ten koste van zichzelf.
Carmen We moeten een toneelstuk zien om dat te leren?
Mw. Beaulieu Ik geef alweer antwoord.
Degenen die de boel in de maling nemen moeten naar het toneel gaan, maar helaas, het is voor ze bestemd, maar ze gaan er niet naartoe.
Carmen Dus degenen die gaan hoeven het niet meer te leren?
Mw. Beaulieu Die worden getroost met hun bestaan.
Carmen Ik had dus net zo goed thuis kunnen blijven.
Mw. Beaulieu Ik ben bang dat je gelijk hebt.
Carmen Ik voel me alweer beter, ik ga er maar eens vandoor.
Mw. Beaulieu Je hebt de gedichten van Henry gelezen?
Carmen Henry? Gedichten? Oh ja, er was één bepaalde regel, wat was het ook alweer, eh, iets met mens en menigte en dan nog iets met de vorm, ik zit daar niet zo goed in.
Mw. Beaulieu Vind je het mooi?
Carmen Ik vind het prachtig! Ik draag het bij me, ik laat het niet met rust.
Mw. Beaulieu Mag ik het eens zien?
Carmen Hé, wat gek is dat, ik heb het toch altijd bij me, waar is het nou, hé, wat flauw is dat, ik heb het uitgerekend vandaag thuis laten liggen.
Mw. Beaulieu Nou, dat is jammer, zeg.
Carmen Maar, u bent hoogleraar decretalen, wat kan u poëzie nou schelen?
Mw. Beaulieu Het een sluit het ander uit?
Carmen Er is geen droog brood in te verdienen, en dichters zijn allemaal mesjogge.
Mw. Beaulieu Henry is mesjogge?
Carmen Als hij gedichten schrijft wel.
Mw. Beaulieu Dus daarom ga je met die andere knappe knul.
Carmen Richard? Ja, dat is een echte vriend, een man met vooruitzichten.
Mw. Beaulieu Zeker niet onbelangrijk.
Carmen Maar hij is moeilijk in de omgang.
Mw. Beaulieu Hoe dat zo?
Carmen Kweenie, gewoon, moeilijk.
Mw. Beaulieu Is hij niet invoelend?
Carmen Voor geen meter! Hij troost me niet, hij praat niet met me, hij leeft zomaar in zijn eigen wereldje.
Mw. Beaulieu Zo zijn ze nu eenmaal.
Carmen Precies, ze zijn ze, en je hebt niks niemendal aan ze.
Mw. Beaulieu Ze nemen je niet mee naar het toneel, ze praten niet met je, en toch zijn andere vrouwen jaloers op je.
Carmen U zegt het zoals het is, mevrouw, en waar heb ik het aan te danken?
Mw. Beaulieu Dat zal ik je vertellen.
Carmen En ik hou niet eens van jongens.
Mw. Beaulieu Waarom maak je ze dan horendol?
Carmen Ze dringen zich op. Dan denk ik: het hoort zo, maar als het puntje bij het paaltje komt dan voel ik niets.
Mw. Beaulieu Dat is wel heel sneu voor je.
Carmen Ik moet aan het werk, mevrouw, ik moet gaan studeren voor mijn tentamen.
Mw. Beaulieu Niet zolang deze kwestie niet is opgehelderd.
Carmen Het is zo klaar als een klontje, ik voel me sterker dan ooit.
Mw. Beaulieu Slechts de waarheid versterkt de geest en maakt het hart moedig.
Carmen U praat net zo raar als een toneelspeelster.
Mw. Beaulieu Ik was de aangever, om jou werd gelachen.
Carmen Er valt niks te lachen.
Mw. Beaulieu Het is inderdaad om te janken.
Carmen Dat doet u toch echt uzelf aan, wat kan ik daaraan doen?
Mw. Beaulieu Hangt dit wangedrag jou je strot nou niet uit?
Carmen Neemt u mij nou in de maling?
Mw. Beaulieu Dan weet jij ook eens hoe dat is.
Carmen Ik had beter van u verwacht, maar u bent net zo erg als de rest.
Mw. Beaulieu Je ziel is vermoeid, je hart is leeg en je voert geen moer uit.
Carmen Ik krijg alles voor elkaar, en ik krijg altijd mijn zin.
Mw. Beaulieu En vervolgens doe je er niets mee.
Carmen Ik heb toch maar mooi dat hertentamen versierd.
Mw. Beaulieu Dat je zou kunnen halen, wat me erg zou verheugen.
Carmen Zelfs Penny kon het halen.
Mw. Beaulieu Dan zul je net als zij hard moeten gaan studeren.
Carmen Penny heeft het gemakkelijk. Ik heb het moeilijk.
Mw. Beaulieu Zij heeft het moeilijker dan jij, want de jongens zien haar niet staan, en jou wel.
Carmen Begrijpt u dan niet wat een last dat is voor een jonge vrouw?
Mw. Beaulieu Nee, dat begrijp ik niet.
Carmen Wat weet een oude vrouw daar nou van?
Mw. Beaulieu Wat weet een jonge vrouw van de liefde?
Carmen Sorry, ik kan u niet verstaan …
Mw. Beaulieu Ik zei: wat weet een jonge vrouw van de liefde!?
Carmen U bent toch ook jong geweest, nou, hebt u er dan niks van geleerd?
Mw. Beaulieu Dat jong zijn een last is die met de dag lichter wordt.
Carmen Eindelijk, ik hoor een verstandig woord.
Mw. Beaulieu Maar de jaren wegen soms dubbel zo zwaar.
Carmen Och, gossie …
Mw. Beaulieu Als je jonge mensen ziet die er zo’n puinhoop van maken.
Carmen Ik weet wel een manier om u te troosten.
Mw. Beaulieu Je kunt je tentamen halen, echt naar het toneel gaan, Penny je excuses maken en meesteresje in de Rechten worden.
Carmen Welnee, mevrouw Beaulieu, u weet toch wel wat ik bedoel.
Mw. Beaulieu Ik weet het echt niet.
Carmen Zoals Penny haar tentamen heeft gehaald.
Mw. Beaulieu Je suggestie is in deze context absoluut verwerpelijk.
Carmen Ze heeft het me zelf verteld, hoe u haar bij haar kruis hebt gegrepen en haar een voldoende hebt gegeven toen ze zich niet verzette.
Mw. Beaulieu En til je rokje maar niet op, want ik ben toevallig wel van de jongens en jonge meiden maken me misselijk.
Carmen Maak het de kat wijs.
Mw. Beaulieu Carmen, trek je kleertjes aan en maak dat je wegkomt.
Carmen Gaan we nou opeens nuffig doen?
Mw. Beaulieu Dit is aanranding, Carmen, hou ermee op.
Carmen Omdat het tegen de wet is?
Mw. Beaulieu Ook dat, ja, je weet er kennelijk toch iets vanaf.
Carmen Wat zegt de wet?
Mw. Beaulieu De wetgever zegt dat verbintenissen worden aangegaan met wederzijdse instemming.
Carmen En die ontbreekt zogenaamd van uw kant?
Mw. Beaulieu Volledig.
Carmen Maakt de wet geen uitzondering voor een kus?
Mw. Beaulieu Er zijn altijd zoveel uitzonderingen dat je je afvraagt waar het nog toe dient.
Carmen De wet is opgesteld om toe te staan wat is verboden.
Mw. Beaulieu Ach, Carmen, dat is de oplossing van het proces tegen Josef K.
Carmen Stuur me naar de zitting, dan win ik die zaak voor hem.
Mw. Beaulieu Leve de dader die vrijuit gaat, is het geen schande?
Carmen Daar weet ik niets van, maar kust u mij eens, kus voor de verandering eens een slimme meid.
Mw. Beaulieu Ik ken wel een methode om een domme meid slim te maken.
Carmen Ik brand van nieuwsgierigheid.
Mw. Beaulieu Net zoals je zitvlak straks zal branden, lieve schat.
Carmen Nee, dat gaat echt niet door!
Mw. Beaulieu Oh jawel, dat ga ik doen, want daar heb ik nou eens echt zin in.