Sainte Margarite
Toneelspel
Jacob Dekker
Toneelspel
Jacob Dekker
Sainte Margarite
22-07-2013 – 25-07-2013
Is er hier geen Grietje te vinden die de duvel op het kussen kan binden? Spreekwoord. Margarite krijgt er de smaak van te pakken. Vrij naar De Gouden legende.
SAINTE MARGARITE
Toneelspel naar De Gouden Legende, of: De levens van de Heiligen van Christus’ kerk door Jacob van Vorage
Jacob Dekker
Personen:
Margarite, meisje
Polybius, prefect van de keizer
Spit, een draak
Skramp, schrijver van de prefect
Koning Salomo, een verschijning
Rokus, de beul
Het toneel is in Rome, in het paleis van de prefect Polybius, rond het jaar 300 AD, tijdens de vervolgingen door de goede keizer Diocletianus.
1e scène
Margarite
Margarite De vervolging grijpt om zich heen.
De mensen krijgen er de smaak van te pakken: de ene belijdt zijn geloof op het marktplein, en wordt gepakt, de ander geeft mensen aan; eerst een, dan nog een, tenslotte hele gezinnen.
Iedereen die iets tegen een ander heeft loopt naar de prefect.
Als je wordt aangegeven ben je schuldig.
De beul heeft lamme armen van het hangen en spierpijn van het onthoofden.
Zoals dat gaat worden de straffen gemener, want het doden van mensen gaat snel vervelen.
Pijn, wanhoop, smart worden doel op zich.
Het kan steeds worden overtroffen.
De keizer staat erbij en kijkt ernaar alsof het hem niet aangaat, alsof hij er niet mee is begonnen.
Iedereen kan de volgende zijn: ik ben de volgende.
Vanmorgen heb ik me laten dopen, namelijk, het is een keuze.
Ik ben als vrouw met de weerlozen, en dus ben ik met de Christenen.
Zoiets heeft gevolgen.
Bij mijn weten ben ik nog niet aangegeven, maar ik ben ontboden bij de prefect Polybius, en dat voorspelt weinig goeds.
2e scène
Margarite, Polybius, Skramp
Polybius Zoals je in de spiegel kunt zien, lieve Margarite, ben je een volwassen vrouw geworden.
Margarite Ik ben net 17 geworden, eerwaarde prefect.
Polybius En dus hard op weg een oude vrijster te worden.
Margarite Er zullen zich trouwlustigen melden.
Polybius In drommen, schone Margarite, want je bent de schoonheid in levende lijve, gelukkig gepaard aan een helder verstand en een degelijke opvoeding.
Margarite Ik ben er dankbaar voor, eerwaarde prefect.
Polybius Om de drommen voor te zijn, ze als het ware de pas af te snijden en jou te behoeden voor het spreekwoordelijke wangedrag van het loze gepeupel, heb ik je tot mij geroepen.
Margarite Het is een eer.
Polybius Laat de eer aan mij zijn, en zeg mij, dat een huwelijk met mij je innigste wens is.
Zeg maar ja, ik ben sedert een week weduwnaar en mijn eigen baas.
Ik zoek geen avontuurtjes, ik wens geen concubine, ik wens jou tot vrouw.
Het is de wens van een eenzaam man, het is de wens van de prefect des keizers, de keizer die zijn prefecten graag gelukkig getrouwd ziet in deze beroerde en zedeloze tijden.
Margarite U overvalt mij.
Polybius Zoals mijn liefde voor jou mij heeft overvallen.
Margarite Ik ben jong, meneer, hoe zou ik een huishouden als het uwe kunnen bestieren?
Polybius Daar hebben we onze lijfeigen slaven voor, die doen dat met plezier, en zo niet dan krijgen ze er nog niets anders voor.
Margarite Ik weet niets van het huwelijk en de plichten die het met zich meebrengt.
Polybius Je bent niet achterlijk, en ik heb een paar ouwe wijven die je het wel zullen leren.
Ga het ze maar vragen, wat jij, Skramp?
Skramp Ze zullen zeggen dat het steeds een genoegen is.
Polybius Nou, dan hoor je het van een ander.
Margarite U kent mij helemaal niet, meneer.
Polybius Wat zullen we nou krijgen?
Ik zie je toch elke dag in het badhuis, en om de week in het theater.
Je plast bevallig met het water.
Je schaterlach om die klucht beviel me uitstekend.
Wat moet ik nog meer van je weten, dan de rondingen van je heupen en de lach van je mond?
Margarite Wat er omgaat in mijn gedachten, meneer.
Polybius Hoor je dat Skramp, ze houdt de boot af.
Wat vind ik dat charmant!
Skramp Ze is verstandig, meneer.
Polybius Nou, dan weet ik toch wat je denkt.
Margarite En wat er omgaat in mijn ziel, meneer.
Polybius En dat zou mij kunnen tegenvallen, denk je?
Margarite Het is de ziel van een jonge vrouw.
Polybius Jij gaat er voetstoots van uit dat jouw vermeende gedachteleven en je geëerde zielenroerselen mij wat aangaan, of zouden kunnen interesseren.
Margarite Als ik uw toekomstige vrouw ben, zou dat uw eerste zorg moeten zijn.
Polybius De kracht van je lendenen, de gulheid van je lach, zijn mijn eerste zorgen, en de rest is je eigen zaak.
Margarite Ik dank u daarvoor, meneer.
Polybius Nou, dan zijn we eruit!
Margarite Waar uit, meneer?
Polybius We wichelen een datum, we plengen de gevergde offers en we zijn man en vrouw.
Hoeveel neem je mee? Noteren, Skramp.
Margarite Ik neem uw aanzoek, die een buitengewone eer voor mij is, in overweging, en ik zou mij nu graag willen verexcuseren.
Polybius Geen sprake van. Je gaat hier niet weg zonder je jawoord te hebben gegeven; dus ook zonder dat ben je gehouden hier te blijven.
Margarite Ik kan niet onder dwang mijn jawoord geven.
Polybius Jij praat als een vrije burger.
Skramp Dat is ze ook, meneer.
Polybius Ze is een vrouw! Ik begeer haar, dus is ze van mij.
Skramp Laat haar zogenaamd even denken, het zal aan de verbintenis de schijn van vrijwilligheid geven.
Polybius Wat kan mij dat schelen.
Skramp Het zal een betere echtgenote van haar maken.
Polybius Een paar stokslagen maken haar een betere echtgenote!
Margarite Alleen liefde maakt een vrouw, nou ja, beter, hoe zal ik het zeggen?
Polybius Het risico van het huwelijk waard, bedoel je.
Margarite U zegt het.
Polybius Het huwelijk een risico?
Margarite Voor de barende vrouw, meneer.
Polybius Daar kan ik wat aan doen?
Margarite En de trouw van mijn man.
Polybius Ik trouw? Wat heeft dat ermee te maken? Ik ben hier de baas en ik doe wat ik wil.
Skramp, grijp haar eens beet.
Skramp Ik ben schrijver, geen beulsknecht.
Polybius Moet ik dan alles zelf doen?
Margarite Raak mij niet aan. Ik ben een burger van de stad Rome, en daardoor gevrijwaard van willekeurige behandeling van de kant van justitie.
Skramp Ze is bovendien goed uit de kluiten gewassen, meneer, ik zou maar uitkijken, als ik u was, straks verkoopt ze u een hengst, en wat dan?
Polybius Ze kan haar mondje roeren, ze is een stil water met een diepe grond, ze is zo sterk als een stierkalf, hoe kan ik haar niet innig liefhebben?
Margarite Deze woorden doen mij echt wel iets, meneer, en ik dank u ervoor, maar u moet een huwelijk met mij uit uw hoofd zetten.
Het is overigens wel zo, dat ik de prefect des keizers nooit ofte nimmer een hengst zou verkopen, ook al zou hij er een verdienen.
Polybius Nu we het over liefde hebben, nu je me zover hebt gekregen dat ik mij bekende, nu hoeven we natuurlijk niet meer over een huwelijk te praten.
Margarite Dank u, meneer, dan zal ik nu maar gaan.
Polybius We gaan het over het concubinaat hebben.
Liefde is een goddelijke zaak, een vrouw kan ik overal krijgen.
Hebben we niet ergens een lijst, Skramp?
Skramp Mejuffrouw Margarite staat bovenaan, meneer, maar ik zal haar afvoeren.
Polybius Dank je, Skramp, wat ben ik zonder jou?
Margarite Meneer, ik kan mij alleen geven in liefde in het huwelijk.
Polybius Dat is een goedkope uitvlucht.
Skramp Zoiets heb ik nog nooit gehoord.
Margarite Als vrije burger is het mij toegestaan dit verband te leggen.
Skramp Maar dit zou leiden tot een oneindig aantal echtscheidingen.
Polybius Liefde koestert een man voor zijn concubine, je wilt liefde, nou, hier is het.
Margarite Ik zie het niet.
Polybius Ik leg de wereld aan je voeten.
Margarite De wereld is niet voor u om aan mij te geven, meneer, en wat uw persoon betreft, daar is vrijwel niets op aan te merken, maar ik heb u niet lief.
Polybius Niet, je hebt mij niet lief?
Margarite Net zo min als miljoenen anderen, die ik desondanks een warm hart toedraag.
Polybius Het gaat erom dat ik jou liefheb, Margarite, dat moet voor jou voldoende zijn.
Margarite Wat hebt u aan onbeantwoorde liefde?
Polybius En beantwoorde liefde, wat heb ik daaraan?
Margarite Wij zullen het niet eens worden.
Polybius Een flat in Rome, een villa op Capri, tolvrij reizen over de Via Appia, de zoon van een senator als echtgenoot, een vaste plaats in het theater van Marcellus, en jaarlijks een stieroffer aan Mithras op kosten van de staat.
Margarite Het is niets voor wie de liefde niet heeft.
Skramp Dat mokkel is onmogelijk!
Polybius Straks wordt in heel Rome bekend dat ik een 17 jarig mormel er niet onder heb gekregen.
De keizer verneemt het en ik vlieg er vierkant uit.
Skramp We moeten haar vastzetten.
Polybius Maar op welke grond?
Skramp De vervolgingen eisen hun tol.
Zet haar vast bij de christenhonden, hou haar er een tijdje onder en ze komt wel bij haar positieven.
Polybius Of ze is een galgenaas.
Skramp Het zou zonde zijn van zo’n lekkere meid.
Polybius Het is haar eigen schuld, en er zijn plenty lekkere meiden.
Skramp Toch niet zoals zij.
Polybius Nee, niet zoals zij.
Skramp Margarite, je onzinnige gepraat over gedachteleven en zielenroerselen, en het verbinden van liefde en het huwelijk doen de verdenking rijzen dat jij je hebt laten doppen als Christen.
Margarite Dus dit was slechts een politieverhoor en geen huwelijksaanzoek.
Skramp Je halsstarrige houding heeft daaraan niet weinig bijgedragen.
Margarite Als ik niet ben aangegeven kan ik niet schuldig zijn.
Skramp Ik geef je aan.
Polybius Nee, nee, wacht nog even.
Skramp O ja, ik geef je aan als je niet tussen nu en heden avond tot bezinning komt en op het een dan wel het andere aanbod van de prefect ingaat.
Polybius Sluit haar op in de diepste en de donkerste kerker.
Skramp Eén dag is genoeg om je gewillig, twee dagen om je krankzinnig te maken.
Margarite Ik smeek u dit niet te doen.
Polybius Je laat me geen andere keus.
Margarite Uw liefde zal versmachten in een kerker, meneer, en ik hoop dat u dat zult kunnen verdragen.
Polybius Zal jij zien wat ik kan.
3e scène
Margarite, Spit
Het is stikdonker, totdat Spit een lichtje maakt. Ze bevinden zich in een kerker 100 meter onder de grond.
Margarite Nu ben ik bij de slachtoffers, nu hoor ik bij de overgrote meerderheid, maar ik ben wel helemaal alleen.
Is dit het dan?
Ik dacht dat ik naar de markt zou worden gebracht waar de brandstapel staat, en dat ze me zouden gaan verhoren.
Met een gloeiend heet ijzer me pijnigen, ergens waar het heel erg zeer doet.
En als ik dan zou bekennen, dan zouden ze doorgaan om me de namen van de anderen te ontfutselen.
Wie heeft je gedoopt?
Was je alleen?
Totdat ik eraan bezweek.
Dan zeggen ze: ‘De getuige bood weerstand.’
Dat bespaart ze de kosten van een proces, want een Romeinse burger kun je niet zonder eerlijk proces terechtstellen.
Mijn lichaam, groot, welgevormd, uitgespreide ledematen en het hoofd aanminnig geknakt, de sporen van de marteling duidelijk zichtbaar, o, ze heeft geleden, heel erg geleden.
Spit Een fraai tableau, waarvan we er de laatste tijd tot ons genoegen veel zien.
Margarite Wat? Wat zeg je?
Spit Mooi, zo’n jonge meid, poedelnaakt op het schavot, schreeuwend om haar moeder, het hoongelach van de toeschouwers …
Margarite Wie is dat, wie ben jij?
Spit Eenzame opsluiting is niet goed genoeg voor je?
Margarite Ze zeiden dat ik hier alleen was, alleen met God.
Spit Vastgebonden over het blok, de beul die je op je reet mept met een zweep met weerhaken.
Margarite Waar ben je, dat ik je grijpen kan!
Spit Het heerlijke gegil, het zalige geschreeuw van de slachtoffers, allemaal volmaakt onschuldige mensen, dat maakt het nog fijner, nog delicater, want dan is het gegil doel op zich geworden …
Margarite Het is voor het geloof dat zij zich laten martelen.
Spit Welnee, ze vinden het heerlijk, dan voelen ze een keer dat ze leven, ze komen klaar las een bergbeek onder de handen van de beul, hun minnaar, hun geliefde, ze hebben alles over voor hun genot.
Margarite Is dit de verzoeking?
Spit Dit is wat je in je hebt.
Margarite Kan ik je daarom niet zien?
Spit Ik zal even een lichtje maken.
Margarite Maria, Heilige Moeder Gods, wees ons genadig …
Spit Excuses voor het voorkomen, maar ik heb een flemende stem, dat kun je niet ontkennen.
Margarite Mijn verbeelding speelt me parten, want een dergelijke gestalte is niet van deze, noch van gene wereld.
Spit Zal ik eens wat meer licht maken?
Margarite Ik zal levend verbranden.
Spit Ik zal je koesteren in mijn vleugelen.
Margarite Ben jij een engel?
Spit Ik ben precies wat jij wilt dat ik ben.
Margarite Dit kan ik niet willen.
Spit O jawel, en in de hoogste nood ben ik tot je gekomen.
Margarite Ga jij mij redden?
Spit Dat kun je zelf wel.
Margarite Hoe ga ik dat doen?
Spit Te rechter tijd zal je wat invallen.
Margarite Haal me hier uit.
Spit Je wilt hier zelf zijn.
Margarite Ja ja, tot mijn enkel in de drek, zeker, in het stikkedonker en bijna geen lucht om adem te halen.
Spit Slachtoffer, dat ben je, waarom ga je anders over tot het Christelijk geloof.
Margarite Het is barmhartig, genadig, liefdevol.
Spit Het is het lichaam van God, uitgespreid en vastgespijkerd op het hout van Colgota, bloedend, kronkelend, stikkend in de brandende zon.
Margarite Het is de dood van de zonde en de wedergeboorte in de Genade.
Spit Het zijn de knechts die het harde hout oprichten, en die de spijkers erin rammen, het is gewoon te erg voor woorden.
Margarite Zegt een monster uit de afgrond.
Spit Zegt de spiegel van je ziel.
Margarite Ben ik hier soms bij de duivel te biecht?
Spit Je bent verdeeld tegen jezelf, Margarite, en ik ben hier om je over die kwestie te beleren.
Margarite Ik accepteer niet dat onschuldige mensen uit hun huizen worden gesleept en doodgemarteld voor wat ze geloven.
Spit Daarvoor hoef je je toch niet bij ze aan te sluiten?
Margarite Om ze te helpen zich te verweren.
Spit Dat doen ze nu juist niet, ze laten zich lijdzaam en soms zelfs enthousiast naar het schavot slepen. Dat is het unieke van de Christenvervolgingen, het genot namelijk waarmee ze hun dood ondergaan.
Margarite Het is uit afkeer en haat jegens het vlees dat de zonde beherbergt.
Spit Daarom kun jij ook alleen in de hoogste verdrukking en de ergste pijn tot een orgasme komen, hoewel orgasme hier misschien niet het juiste woord is.
Margarite Ik verbied je zo over deze zaak te praten.
Spit Het gaat op in jouw geval, Margarite, je hoeft het alleen nog maar te ontdekken en te belijden en te ondergaan …
Margarite Dus dit is de duisternis, dit is de afgrond.
Spit Van je eigen ziel, Margarite.
Margarite O, de schande overleef ik niet.
Spit Daardoor ben je rijp voor het martelaarschap.
Margarite Ik verafschuw mezelf.
Spit Ik begrijp het, maar al te goed, een wezen in mijn gedaante alleen kan jou begrijpen.
Margarite Ik wil zó niet zijn.
Spit Toch ben je het, ook in jouw verheven gedaante van jonge vrouw, recht van lijf en leden, met alles erop en eraan, geschapen voor de liefde, voor een gezonde kinderschare, en daarom plezierig om kapot te maken.
Margarite Ik wil worden liefgehad …
Spit Je zult de tegenstellingen tot een eenheid moeten brengen, en overleven.
Margarite In deze wereld, waarvoor?
Spit Voor je kinderen, zorg en steun voor anderen, een gesel voor je vijanden. Dat is eenheid, lieve Margarite.
Margarite Je verleidt me tot het opgeven en verloochenen van mijn maagdom.
Spit Een gezonde sexuele relatie, met een aardige vent, wat dacht je daarvan?
Margarite Mijn maagdom is mijn schat die ik bewaar voor Christus.
Spit Hij heeft niks beters te doen?
Margarite Ik doe ermee wat ik wil.
Spit Ga je gang, koester het in je gedachten aan geweld en gevoelens van repressie, dat zal de zaak erger en erger maken.
Margarite Ik zal de verzoekingen het hoofd bieden.
Spit Ik wijs je slechts de weg, als je vriend, en je zult aan me denken als je jezelf ontdekt.
Margarite Ik heb vrede met mijn kerker, ik ben hier thuis, want ik verdien mijn straf.
Spit Ik zal je laten waar je bent, maar het doet me verdriet dat je er zo over denkt.
Margarite Het is hier donker, en koud, en nat.
Spit En het stinkt.
Margarite En het stinkt.
Maar in mijn ziel zie ik het licht van het geloof en daarin kijk ik gestaag en onbevreesd.
Spit Je bent er nog maar net, Margarite, wacht maar tot je hier een paar weken hebt gezeten.
Margarite Jij hebt het geloof niet, dus je kunt er niet over meepraten.
Spit Er is niets dat ik zo graag toegeef.
Margarite Ik onderga het, ik zeg wat het is.
Spit Ga je gang.
Margarite De zonde is het vlees ingeschapen, en het genoegen dat ik, volgens jou dan, beleef aan naakte mensen die vakkundig worden doodgemarteld, is zo een zonde, die een vrouw zoals ik niet in haar gemoed kan dulden.
Ik ben verdeeld tegen mezelf?
Dat is de strijd, met het zwaard dat Christus in deze wereld heeft gebracht, waarmee wij de zonde in het eigen gemoed bestrijden.
In plaats van eraan toe te geven.
Spit Kranig gesproken!
Margarite En nou eruit!
Spit Ik zal jou eens vertellen waar dat standpunt jou, voorlopig nochtans, heeft gebracht.
Op het hoogtepunt van de vervolgingen ben je tot het geloof overgegaan, want je identificeert je met de slachtoffers.
Je ziet de slachtoffers zo graag dat je je bij ze wilt voegen.
Je hebt namelijk zoveel genoegen beleefd aan hun terechtstellingen dat zij wel iets goeds en verhevens moeten belichamen.
Je hebt de overgave waarmee ze zich laten doden in verband gebracht met de liefde voor Christus.
Je wilt ze die liefde geven door ze dood te martelen.
Maar omdat je een door en door goed meisje bent, wil je dat niet op je geweten hebben.
En daarom ben je nu hier.
Margarite Ik zal je nooit ofte nimmer geloven.
Spit Kijk in de afgrond, en je ziet mij.
Margarite Ik zal het vermijden.
Spit Dan zal ik groeien, en groeien, en groeien.
Margarite Ik zal jou verjagen met een enkel woord.
Spit Doe dat eens.
Margarite Jij ziet een schoon gekleurd, levendig geschilderd tafereel voor je, dat werkt op je goede smaak en je esthetische gevoelens, en voordat je het weet beleef je er genoegen aan dat er zich de vreselijkste dingen afspelen.
Dat is wat het toneel met je doet.
Wat is een goede terechtstelling anders dan een spannende voorstelling?
Wat maakt het uit dat het echt is?
Wat kan het jou nog schelen dat er mensenlevens mee zijn gemoeid?
Alle rollen zijn verwisselbaar, want het zijn maar acteurs.
Beul, slachtoffer, toeschouwer; ze maken er samen het beste van.
Dan opeens besef je wat je doet, en dat dit zo niet door kan gaan, dat de band van mens tot mens je verbiedt dit een ander aan te doen, en dat het genot een perverse afwijking is, die door de overheid is geschapen.
De overheid vervolgt, in haar naam wordt er gemarteld, naar haar voorbeeld wordt het gemoed gevormd.
Spit Je ziet een onschuldig natuurlijk genot als een hoger geestelijk goed dat gelijk staat aan de naastenliefde en dus in het gemoed moet worden bestreden.
Margarite Ik weiger het anders te zien.
Spit Je zult nog versteld staan van jezelf.
Margarite Dat sta ik nu al.
Spit Kom even onder mijn vleugel, dan zal ik deze cel voor je inrichten.
Margarite Als je dat maar laat.
Spit Nu gaat het om mijn gemoed, en hou maar even je adem in, het is zo gepiept.
4e scène
Margarite, Skramp
De cel is verlicht, er staat een chaise longue, een ijskast en meubeltjes.
Skramp Margarite, ben jij het?
Margarite U wenst?
Skramp Je hebt je hier aardig ingericht, zeg.
Margarite Onze goede keizer Diocletianus wenst dat zijn gevangenen degelijk worden gehuisvest.
Skramp Ja, dat is zo, hij kent zijn plicht als geen ander.
Maar zo netjes, zo keurig, het lijkt hier wel een Zwitsers chalet, 100 meter onder de grond wel te verstaan.
Margarite U komt informeren naar mijn welzijn?
Skramp Inderdaad, je welzijn, en of je nog iets nodig hebt, misschien, zeg het maar.
Margarite Vrijlating van alle politieke gevangenen, opschorting van de vervolgingen, rehabilitatie van de slachtoffers.
Skramp Ik zal het overbrengen.
Margarite Fijn, en wilt u mij nu excuseren, ik zit in eenzame opsluiting.
Skramp Misschien kan ik voor jou persoonlijk iets doen.
Je zit hier maar, helemaal in je eentje, zonder gezelschap, zonder de steun van een man.
Margarite U moest eens weten wat voor een steun ik heb.
Skramp Je hebt je geloof, ja, ik heb erover gehoord, het moet iets geweldigs zijn.
Margarite Ook dat, ja, ook dat.
Skramp Hoe is het mogelijk dat de lucht hier zo zuiver is, alsof ik des morgens vroeg mij vermei aan een grazige beemd, terwijl de lichamen van de heiligen toch een veel, wat zal ik zeggen, veel zwaarder parfum verspreiden.
Margarite U kent de lichamen van de heiligen?
Skramp We slaan de graven en de tomben van de heiligen kapot en verbranden de lichamen, op bevel van onze goede keizer Diocletianus.
Margarite Hoe zijn de lichamen der heiligen?
Skramp Ik heb op het slagveld gestaan, en doden bij duizenden gezien.
Vooral een dag of wat na de slag begint het me toch te stinken, het is met geen pen te beschrijven.
De doden vergaan snel vooral in de open lucht, maar de lichamen van de heiligen liggen er ongerept en rustig bij, alsof ze slapen en ieder moment kunnen worden gewekt.
En dat als je bedenkt hoe sommigen van die stumpers aan hun einde zijn gekomen.
Margarite Ze zijn te ruste gelegd in afwachting van de Jongste Dag, die aanstaande is.
Skramp Nou, daar is dan iets tussen gekomen.
Margarite Het is nog niet genoeg dat jullie de levenden doden, jullie moeten ook hun graven nog schenden?
Skramp En het is geen onaangenaam werk.
Er stijgt zo’n zalige reuk op uit hun graven, er gaat zo’n rust en vrede van ze uit, dat je het gewoon voor je plezier doet, terwijl het je plicht is.
Er zitten een hoop knappe jonge meiden tussen, die nog voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt
Margarite Zou u misschien nu willen vertrekken?
Skramp Het is inderdaad een schande wat ze allemaal met die geile meisjes doen, maar nu tref ik het beter, want naar het me dunkt ben jij hier levend begraven.
Margarite Onze goede keizer beveelt je ook mijn lichaam te verbranden?
Skramp Daar komt het tenslotte toch van, dus waarom erop te wachten.
Margarite Ik kan wel wachten.
Skramp Onder deze omstandigheden hou je het nog wel even uit, denk ik, en als je mij nu terwille bent, ik Skramp, een nederig schrijvertje in dienst van de keizer, dan kun je hier nog best een tijdje ongestoord zitten, maar dan bedoel ik niet met je tenen te spelen.
Margarite Dus mijn eenzame opsluiting is een gunst uwerzijds en ik tel daar enige welwillendheid op sexueel gebied tegenover.
Skramp Precies!
Ik dacht dat dit veel moeilijker zou gaan, na dat ellendige onderhoud met de prefect.
Nou, je hebt hem wel even laten zweten, hij wist op het laatst geen andere uitweg dan je te laten opsluiten.
Knap gedaan, hoor.
Skramp Dank u, dat is een compliment waar ik best gevoelig voor ben.
Skramp Vind je me soms aantrekkelijker dan de prefect?
Margarite Ik heb teveel ontzag voor de prefect, hem lieg ik niets voor, maar zo’n sukkel als u kan ik alles wijsmaken.
Skramp Ja, natuurlijk, we hoeven elkaar geen mietje te noemen.
Margarite Ik stel me hier een groot genoegen van voor.
Skramp En anders ik wel.
Margarite Ik ben niet goed genoeg om vrij te laten?
Skramp Je bent een verdachte van Christelijke sympathieën, denk je dat we die zomaar los laten rondlopen?
Margarite Ik ben niet goed genoeg voor een gesprek?
Skramp Ik praat de hele tijd met je.
Margarite Om mij het bed in te praten.
Skramp Een andere reden om met een vrouw te praten kan ik me niet voorstellen.
Margarite Daar ben ik dus wel goed voor?
Skramp Wat bedoel je daarmee?
Margarite Ik ben maar voor één ding goed?
Skramp Dat zeg ik toch niet.
Margarite Ik zeg het.
Skramp Ja, maar dat neem ik niet.
Margarite Het is toch zo.
Skramp Je minderwaardigheidscomplex maakt je ongeschikt voor de liefde.
Margarite En als ik een mooie vrouw was?
Skramp Je bent een mooie vrouw!
Margarite Ik wil meer voor u zijn dan een mooie vrouw.
Skramp Wat wil je zijn?
Margarite Je enige vertrouwelinge.
Skramp Dat kunnen we regelen.
Margarite U moet het me tonen.
Skramp Zeg me hoe, en het is gedaan.
Margarite Kleed u naakt uit en leg u neer op mijn chaise longue.
Skramp Ik dacht al, waar heeft ze die chaise longue voor nodig?
Margarite Er is overal aan gedacht.
Skramp En jij, kleed jij je naakt uit?
Margarite U moet me even helpen met mijn korset.
Skramp Een kolfje naar mijn hand.
O, het lichaam van een jonge vrouw te bevrijden uit haar baleinen, en naakt voor me te zien, zoals moeder natuur haar heeft gefabriceerd, de benen als van een gazelle, de bevallige lijn van haar heupen af te tasten met de palm van mijn hand, die heerlijke, strakke buik en die frisse, stevige borsten die uit de borstkast springen als twee jonge hondjes, die heerlijke gespierde armen om mijn hals, o, als ze levend en wel zijn, zijn ze me toch nog veel liever.
Margarite Uwe lof is een hulde aan mijn jeugd, meneer, u maakt me week en zacht.
Skramp En ontvankelijk, mag ik hopen.
Margarite Maar gaat u toch liggen, ontspan, en sluit uw ogen.
Skramp Zo, is het zo goed?
Margarite Zo is het goed.
Skramp Zo’n lekker bedje, je zou nog voor je plezier in de nor zitten, en bedekt door 100 meter aarde zal niemand ooit zien wat we hier uitspoken, we kunnen ons eens helemaal laten gaan, lieve Margarite.
He, wat doe je nou?
Waarom zitten mijn handen vast, zeg, en mijn benen?
Wat heb je gedaan?
Margarite Dat zijn nou baleinen, meneer, waarmee een vrouw zit ingesnoerd.
Dan weet u ook eens hoe dat is.
Skramp Ach, bondage, wat charmant, wat een grappige verrassing!
Maar maak me nou weer even los, wil je?
Skramp Nee, sorry, dat wil ik niet.
Skramp Maak me los, want dit is niet grappig meer.
Skramp Even een echt lekker buigzame balein uitzoeken.
Ja, deze is goed, die neem ik.
Hoor eens, wat een aangenaam geluidje dat maakt!
Lekker zwaaien vanuit de pols en de snelheid het werk laten doen.
Skramp Margarite, dit is niet wat ik in gedachten had.
Margarite Het gaat erom wat ik in gedachten heb.
Ontspan, geeft u zich er maar aan over.
Skramp Au! Niet doen. Au, au!
Ik smeek het je, laat me gaan.
Au, au, au! Wat doet dat een pijn.
Au, au, au!
Margarite Zo, dat was om er een beetje in te komen, een inleidende beschieting, zogezegd.
Was dat nou niet knap, zoals ik u in de luren heb gelegd?
Skramp Het was een vuile rotstreek!
Margarite Hier! En nog eens hier!
Ik vroeg u wat.
Skramp Wat, wat vroeg je dan?
Margarite Of dat nou niet knap was, zoals ik een volwassen man in de luren legde.
Skramp Ja, dat moet ik toegeven, enorm knap, maak je me dan weer los?
Margarite Netjes vragen.
Skramp Maak me alsjeblieft los, lieve Margarite, dank je wel, alsjeblieft.
Margarite Ik ben uw lieve Margarite niet.
Skramp Nee, dat ben je inderdaad niet, je bent een gemeen, sadistisch kreng.
Margarite Ach, dat klinkt me nu als muziek in de oren.
Skramp Een gladprater ben je, een achterbakse leugenaar, je durft wel nu ik lig vastgebonden en dat niet eens vrijwillig.
Margarite Als je niet vrijwillig lag vastgebonden zou ik je meteen losmaken.
Skramp Nu weet ik het! Jij bent gedoopt, jij hoort bij die vervloekte sekte van de Christenen.
Margarite Zo zie je, dat de Christenen de waarheid ook uit de vervolgers kunnen slaan.
Skramp Alarm! Wacht, er zit hier een Christen. Alarm!
Margarite U hebt Christenen aangegeven, nietwaar?
Skramp Zoals mijn plicht het mij voorschrijft.
Margarite En hun bezittingen geconfisqueerd.
Skramp Voor de schatkist van onze goede keizer Diocletianus.
Margarite Waaruit u zich steeds zo rijkelijk bedient.
Skramp Laster, en leugens.
Margarite Hier! En nog eentje, hier!
Skramp Au, au, au!
Ja, ja, ik heb een klein strijkstokje, zo eentje voor een klein viooltje, anders valt het op en blijft er voor de prefect niets meer over.
Margarite Je hebt de heiligen van Christus’ kerk verraden en uitgeplunderd.
Skramp De keizer beveelt het!
Margarite Ze zijn gehangen, onthoofd, gekookt in olie, hun ingewanden zijn voor hun ogen verbrand.
Skramp Je bent goed op de hoogte.
Margarite Ik sla je helemaal verrot!
Skramp Is dit je naastenliefde?
Margarite Dit is mijn genoegen.
Skramp Je staat jezelf klaar te maken, gemene meid die je bent.
Margarite Wat dacht je, dit is een heerlijk tafereel, en ik wil er eens met volle teugen van genieten.
Skramp Het is duidelijk dat onze goede keizer Diocletianus de Christenen niet voor niets vervolgt.
Margarite gaat door Skramp te geselen tot ze van uitputting op haar knieën valt.
5e scène
Margarite, koning Salomo
Salomo Margarite, lieve dochter, slaap je dan?
Wat lig je daar toch eenzaam en alleen op een bed van ontucht en boze dromen?
Liggen je afgematte leden slap terneer, en rust je jonge, o zo zware hoofd dan op het kussen?
Welke dromen bezoeken je sponde in de eeuwige nacht van je ziel?
Laat mij je koesteren in mijn armen, schone jonge vrouw, hoop van je ouders, oogappel van het volk, enige schat die de natuur de mensen heeft gegeven.
Och, kenden wij de waarde van schoonheid en liefde, wij zouden wierook voor je branden en mirre aandragen om je te eren.
Margarite Ik waak over mijn schuld, en kijk in de zwarte afgrond van mijn ziel.
Salomo Je hebt een corrupte agent van de repressie gegeseld met de roede van je bondage.
Margarite Ik deed het omdat ik mijn kruis erbij opwreef, en zijn smeekbeden verhoogden mijn genot.
Salomo Je bent een keertje lekker klaargekomen, meid, dat werd een keer tijd, je bent al 17 jaar.
Margarite Ik dacht, als ik een keertje klaarkom dan is dat mooi, dan krijg ik dat van mijn man, en ik deed het met hem.
Salomo Of van je vrouw.
In mijn harem hadden ze alleen mij, dus ze waren op elkaar aangewezen.
Wat ze niet allemaal uitspookten, dat wil je niet weten.
Margarite Wie bent u?
Salomo Ik ben de koning Salomo, wijste aller koningen.
Ik praat met je over de verdeeldheid, nu het nog kan.
Margarite Vóór de scheuring des rijks?
Salomo Dat nemen we hier als vingerwijzing aan, lieveling, want het een is niet meer waard en het ander niet beter als het eenmaal uit elkaar is gehaald.
Margarite Ik zal u dan zeggen wat ik ervan weet.
Ik zei dat ik het geweld verafschuwde, en ik beweende de slachtoffers.
Ik koos partij voor de slachtoffers, middenin het gevaar van de vervolgingen.
Slachtoffers gaven me namelijk een heerlijk gevoel. Niet alleen zoete tranen, ook spanning, genot, vreugde. Ik dacht dat het heerlijk was om slachtoffer te zijn, en dat geen prijs te hoog was om erbij te horen.
Maar ik heb mezelf ontdekt.
Ik heb aanleg voor beul, erger nog, ik heb plezier in het vak.
Nu ben ik vervreemd van mezelf, want wie zichzelf leert kennen, krijgt een afkeer van zichzelf.
U had me eens moeten zien, als de engel der wrake, sluw, genadeloos, honend, gewelddadig.
Salomo Je loopt gevaar voor een hele grote huichelaar te worden versleten.
Margarite Ik wist dat ik op moest houden, maar de drift dreef me voort, en ik stortte me er halsoverkop in.
Salomo Een paar van zulke grietjes in mijn harem en mijn geluk was volmaakt geweest.
Margarite Het was er niet gezelliger op geworden.
Salomo Maar wel spannender.
Margarite Ach, ze zeggen niet voor niets, dat je de zonde moet vermijden.
Salomo Zeggen zij die haar kennen, maar dat maakt je juist zo nieuwsgierig.
Margarite De vervolgingen maakten mij nieuwsgierig en het beulswerk heeft het in mij gewekt.
Salomo Dat is de nefaste invloed van je omgeving juist toen jouw gevoelens tot ontwikkeling kwamen.
Je bent gevoelig, beïnvloedbaar, en slim.
Het voorbeeld dat je kreeg moest je wel vormen.
Margarite Ben ik er dan willoos aan overgeleverd?
Salomo Het voltrekt zich.
Margarite Als een noodlot, edele koning?
Wat was het uwe?
Salomo De harem van mijn goede vader, de koning David, die hele hordes naakte vrouwen tegelijk liet baden terwijl hij toekeek.
Ik weet niet beter of ik doe het met 40 wijven tegelijk.
Margarite Toch was er één die u eronder kreeg.
Salomo Ik werd een oude man, zoals dat gaat, en ik kreeg er een toegestuurd, als deel van een schatting, en in mijn ogen was zij een kind.
Ik naaide haar niet, hoewel ze al dertien jaar oud was, maar ik liet haar paardje rijden op mijn rug als op een ezeltje en ze mepte me met een zweepje.
We hebben samen heel wat afgelachen, want ze was geestig en lief.
De jeugd is de vreugde van je ziel als je oud wordt.
Ik bracht haar op tijd naar bed, dan deden we een gebedje tot de god die ze uit haar vaderland had meegenomen.
Ik dacht: als ze eraan toe is gaat ze mee naar de tempel om de enige God in Al-Quds te eren.
Margarite U liep andere goden na.
Salomo Je slijpt het te scherp, Margarite, en je moet jezelf leren nemen zoals je bent.
Margarite Ik dacht het niet, o koning Salomo, ik dacht het niet.
Salomo Je houdt jezelf voor wijs. Doe dat niet.
Margarite U hebt makkelijk praten, met uw bad vol naakte vrouwen.
Dat is een verheven aanblik, want er is niets ter wereld zo heerlijk als het menselijk lichaam badend naakt.
Uw ziel is schoon en heerlijk, dankzij de goede zorgen van de koning David uw vader.
Daarom had u de jonge maagd zo lief.
Maar ik ben voorgoed verpest en verwoest door die nachtmerrie van het geweld dat onze goede keizer Diocletianus heeft ontketend, en dat hij nu niet meer in de hand heeft.
Salomo Jouw ziel is schoner dan de mijne, want jij lijdt werkelijk.
Ik had het gemakkelijk, want ik heb jouw aanleg niet, noch het ellendige Christelijke geloof met dat slachtoffer gelazer waar niemand ze om vraagt.
Ik heb gewoon maar genomen wat me werd gegeven.
Jij wijst het af, en daarmee voltrekt zich een gruwelijk onheil, omdat je jezelf veroordeelt.
Margarite Help mij dan, wijze koning, geef mij raad.
Salomo Het is niet toegestaan jezelf te veroordelen, en over schuld te spreken waar geen strafbare feiten zijn gepleegd.
Margarite Geldt dat dan voor de ziel?
Salomo Dat geldt alleen voor de ziel.
Margarite Ik heb er grote moeite mee om dit slappe geouwehoer te geloven, heer koning Salomo.
Salomo Respect, graag, ik ben nog steeds de koning Salomo.
Margarite En zodoende weet ik het een en ander over u.
Salomo Ik dacht dat ik het met dat ezeltje rijden wel had gehad.
Margarite U had een bepaalde vaas, tot de rand toe gevuld met demonen.
Salomo Ik dacht dat ik dat in de doofpot had gestopt.
Margarite Dat was de doofpot, want de demonen kwamen uit uw eigen ziel.
Het verhaasten van de dood van uw vader, omdat u popelde om de troon te bestijgen.
Toen de Ark des Verbonds uit de geschiedenis verdween.
En u een harem opbouwde waarin dingen gebeurden die dertien jarige meisjes niet willen meemaken. En volwassen vrouwen evenmin.
Uw politie die joeg op de Israëlieten toen ze uw regering beu waren en naar hun tenten trokken.
De willekeur waarmee u regeerde in Al-Quds, ten koste van alles en iedereen.
U, zoon van Batsheba, die uw vader had geroofd van haar wettige echtgenoot.
Kortom, een doofpotje om u tegen te zeggen, met een stevig dekseltje erop.
Salomo Dat is jouw manier, nietwaar, de mensen laten lullen en ze dan pakken op hun eigen woorden.
Salomo Ik geef de machtigen en de rijken wat ze verdienen.
Salomo Jij bent een machtige en een rijke.
Margarite Ik werp het purper en het goud van mij af.
Salomo Dat komt je nog duur te staan.
Margarite De doofpot moest worden vernietigd, samen met haar inhoud.
Salomo Ik gaf daartoe last, maar je weet hoe dat gaat.
Margarite Ze dachten: die koning Salomo, die gooit een kostbare vaas weg, want hij heeft er zeker een teveel. Nou, wij komen er juist een tekort, dat is ook toevallig, die pikken we in, want dit weegt nogal, er zit vast en zeker een hoop geld in.
Salomo Wat baat de macht, waartoe bevelen gegeven, als de mensen toch gewoon hun eigen gang gaan.
Margarite En de volgende morgen stond alles in de krant.
De gemoedsrust die u zocht, werd teniet gedaan.
De enig ware God, vereerd in Al-Quds, haalde u in en geselde u met de waarheid.
Salomo Wat is waarheid?
Margarite Dat weet u net zo goed als ik.
Salomo Zeg het me toch maar.
Margarite De verdeeldheid, tussen mijn sadistische neigingen en mijn identificatie met het slachtoffer, is mijn ziel.
Ik heb geen duivels en engelen nodig, die ben ik allemaal zelf.
6e scène
Margarite, Rokus
Rokus Juffrouw, sta mij toe de knie voor je te buigen, en je liefelijke hand te kussen.
Margarite Wie, of wat ben jij nou weer?
Rokus Het is mijn gewoonte niet mij aan de veroordeelden voor te stellen, ik zou er overigens dagwerk aan hebben, en ik ben toch wel herkenbaar aan mijn masker.
Margarite Jij bent Rokus, de beul van de prefect.
Rokus De beul in dienst van de prefect, bedoel je natuurlijk.
Margarite Was het maar zoals ik zei.
Rokus Dat is precies mijn punt, juffrouw, het gerucht gaat namelijk dat u talent hebt.
Margarite Voor veroordeelde, jawel, maar het is nog niet zover.
Rokus Formaliteit.
Margarite Jij zult me wel een bekentenis afdwingen?
Rokus Bij jonge meisjes is het weleens lastig, ze zijn sterk en gemotiveerd, maar ze gaan allemaal voor de bijl.
Margarite Hoe doe je dat?
Rokus Het maagdom maakt ze weerbarstig en sterk, maar zodra je daar een stokje voor steekt zijn ze als was in je handen.
Margarite Ik ben blij dat ik met een vakman te maken heb.
Rokus Van een vakman kun je het leren, lieve juffrouw.
Margarite Leren bekennen, ja, ik wil er zo wel voor uitkomen dat ik me heb laten dopen.
Rokus Het beulswerk leren, bedoel ik.
Margarite Ik heb geen ambities in die richting.
Rokus Dat heb je wel. Ik heb het toegetakelde lichaam van de schrijver van de prefect gezalfd en verbonden, en hoewel hij niet op de gevoeligste plekjes was geraakt, was het toch met overgave en talent gedaan.
Margarite Ik stelde mij slechts teweer vanwege oneerbare voorstellen zijnerzijds.
Rokus Dat doet-ie altijd, maar hij heeft deze keer zijn vet gekregen.
Margarite Jij hebt hem verzorgd?
Rokus Ik weet wat breekt, en ik weet wat heelt.
Margarite Ga jij mij breken, of ga jij mij helen?
Rokus Mijn vorige knecht heeft de hand aan zichzelf geslagen.
Ik had me in hem vergist, want in plaats van hard werd hij week.
Hij wilde zijn plicht doen jegens onze goede keizer, en dat is de verkeerde motivatie.
Jij hebt de schrijver van de prefect eigener beweging en voor je genoegen verrot geslagen, en dat is de juiste motivatie.
Een jonge, knappe meid als beulsknechtje, dat ziet er kek uit, dat maakt de toeschouwers geil en het schouwspel stichtelijk.
Kom op, dan gaan we beginnen. Ik heb er een paar die er rijp voor zijn, en het potje staat al op het vuur.
Margarite En als ik bedank.
Rokus Dan is het potje voor jou.
Maar bedank liever niet. Ik sta er alleen voor en als er onverhoopt iets met mij gebeurt, moet de keizer de Christenen dan soms eigenhandig om zeep helpen?
Denk daar eens aan.
Margarite Waarom kunnen de Christen niet netjes worden onthoofd?
Waarom moeten ze worden gemarteld?
Waarom moeten de mensen die gruwelen toch aanzien?
Rokus Als we snel korte metten maken is het geen straf meer voor ze.
Ze gaan ergens naartoe, zeggen ze, waar het beter is dan hier.
Beter dan het keizerrijk, nou, dat moet wel heel wat zijn!
Meteen doodslaan bevredigt niet.
Ze staan daar levend voor je, en hup, pats, weg zijn ze.
Dat is toch geen terechtstellen?
Zeker niet in het openbaar, want dan moet je er een schouwspel van maken. De woede van de keizer moet duidelijk zichtbaar zijn; zijn verdriet is onverteerbaar, en zij zullen het aan den lijve ondervinden.
Als de dood dan geen straf is voor ze, dan is de pijn dat toch wel.
De pijn brengt ze misschien nog tot rede, en zweren ze dat achterlijke geloof af en worden weer belastingbetalende burgers, zoals het hoort.
Het publiek verveelt zich snel, er moet steeds meer sensatie, meer ceremonieel bij te pas komen, en meer gegil.
De mensen moeten worden afgeschrikt, en de afschrikwekkende werking moet worden opgevoerd voordat men afstompt en er genoeg van krijgt.
Daarom zijn de vervolgingen ook periodiek. Het komt op en het verdwijn weer.
Margarite Dank u voor deze interessante uiteenzetting.
Ik ben onder de indruk van uw kennis van zaken en uw nuchtere kijk op deze zaak.
Rokus Jij kunt niet alleen je leven redden, en de keizer een plezier doen, jij kunt ook een heerlijk leventje leiden.
Je hebt gegeseld, je hebt je roeping gevonden. Ontken het maar niet.
Volg je roeping, geniet ervan zolang de vervolging deze keer duurt.
Margarite Ik zal de vervolging niet overleven.
Rokus Ik heb de schrijver van de prefect aan de praat gekregen, lieve kind, met een zacht lijntje, en wat hij over jou vertelde was verbazingwekkend.
Hoe je hem met hoon overlaadde.
Hoe je speelde met zijn hoop.
Hoe je hem naar je pijpen liet dansen.
Hoe de woede in je ziel om zich heen greep toen je de smaak eenmaal te pakken had.
Hoe je klaarkwam als een bergbeek.
Je ontstak de wellust aan de marteling, daardoor ben je een grens overgegaan, naar de misdaad, en wie is de beul als zij geen misdadigster is?
Margarite De beul is dienaar van het gerecht.
Rokus De beul bedient zich van het gerecht.
Margarite Zoals de groten der aarde?
Rokus Zo wast de ene hand de andere.
Margarite Maar niet in onschuld.
Rokus Dit riekt naar verboden geschriften.
Margarite Ik heb ze onlangs gelezen, dus ik zit nog wat magertjes in mijn citaten.
Rokus Deze was in ieder geval genoeg om je te veroordelen.
Margarite Wil je mij dan, alsjeblieft, meteen het hoofd afslaan.
Rokus Als gelijkgestemde wil ik jou geen kwaad doen.
Margarite Of nee, liever niet, martel mij gruwelijk. Laat mij voelen dat ik deze wereld haat.
Rokus Als ik je er een genoegen mee kan doen.
Margarite Dat is het niet, het is juist uit ongenoegen.
Rokus Jij moet leven, mijn lieve schat, om hiermee in het reine te komen.
Ik bied je dat leven, neem het aan uit mijn handen.
Margarite Het leven dat ik ontvang uit handen van de beul gaat ten koste van het leven van anderen.
Rokus Dat is hun leven, en hun dood.
Margarite Ik wil zijn zoals zij.
Rokus Willen zij zijn zoals jij?
Margarite Natuurlijk niet, en daarom roepen ze mij tot zich.
Rokus Je bent niet verwisselbaar, en je hebt het recht je eigen geluk na te streven.
Margarite Een geluk dat ligt in het genot dat ik voel als ik een ander geweld aandoe?
Rokus Je bent het je bewust geworden nu je nog heel jong bent, dus is het de weg die je is gewezen, en het is godslasterlijk van dezelve af te wijken.
Margarite Niet alleen dat, ik heb ook nog berouw.
Rokus Berouw dat het genot niet duurt, berouw dat je nog geen schade genoeg hebt aangericht, berouw dat je niet de hele wereld onder je mes kunt laten bloeden.
Margarite Ik wil de wereld overwinnen, maar niet op die manier.
Rokus Je God is heerszuchtig en wreed, door je de wereld te geven als wat moet worden overwonnen.
Margarite Met liefde en niet met geweld.
Rokus Ik zie het er nog niet van komen.
Margarite Jij kunt helpen.
Rokus Nee, nee, nee, aan mijn lijf geen polonaise, ik heb het veel te goed hier.
Margarite Maar als je hier niet meer bent.
Rokus Dan ben ik weg, en ik heb mijn lolletje gehad.
Margarite Een beul die niet weet wat de dood is, is ongeschikt voor zijn job.
Rokus Jammer, maar ik ben heel druk, ik moet er weer eens vandoor.
We zien elkaar spoedig weer, en dan voor het laatst, hoop ik.
Margarite Lig ik dan niet voor je klaar?
Moet jij niet eerst ergens een stokje voor steken?
Rokus Dat komt goed, geloof mij maar.
Margarite Je wilt je genot niet verhogen?
Ben jij bang voor een maagd die zich aanbiedt om jouw heerlijke kracht te voelen in haar schoot?
Ik geef me aan jou in de liefde, en jij neemt mij in de dood.
Rokus Margarite, je bent zedeloos.
Margarite Ik ben geil, van de man zie mij zal martelen, want daar verlang ik naar.
Rokus Je verleidt mij?
Margarite Bied dan eens geen weerstand, mijn vriend, daar heb je toch zelf ook zo’n hekel aan.
Rokus Ach, Margarite, wat ben je lief, wat ben jij een tov wijf.
Margarite Mijn bedje is gespreid, kom bij me liggen en blijf een uurtje.
Rokus O, maar dat is heerlijk, heerlijk, heerlijk.
Margarite Kom maar, lieverd, kom maar.
Rokus Jij hebt veel liefgehad, dus zal je veel worden vergeven.
Margarite Hé, een citaat!
Rokus Wat ik niet allemaal hoor als ik ze op het rad leg.
Margarite Ik lig op het rad, mijn beul, mijn lieveling en ik wil je liefhebben.
Rokus Als de verhoren allemaal zo verliepen dan wil iedereen wel beul worden.
Margarite Te sterven in jouw armen zal de menigte bewegen het geloof aan te nemen en men zal in drommen in je armen vallen.
Rokus Ik naai ze stuk voor stuk het paradijs is.
Margarite Beloof me dat je me niet zult sparen.
Rokus Ik beloof het.
Margarite Wreder. Harder. Gemener.
Rokus Wreder. Harder. Gemener.
Margarite Dat zal je gemakkelijk vallen als je in mijn armen bent klaargekomen.
Rokus Als jij zover bent, dan ben ik het ook.
7e scène
Margarite, Polybius, Skramp
Polybius Je ziet er niet uit als een vrouw die een dag in een donker hol heeft doorgebracht, Margarite.
Margarite Het was niet echt een donker hol
Polybius Je bent er een paar uur geweest, maar je ziet eruit alsof je er een jaar hebt gezeten.
Skramp Een donker hol is voor een onschuldige een beproeving, meneer.
Polybius En voor een onschuldig meisje een logeerpartijtje?
Skramp Haar schuld staat vast, meneer, ze heeft het onze beul bekend.
Polybius Wat een ellende.
Margarite, wat heb jij daar uitgespookt?
Margarite Ik heb goede gesprekken gevoerd met intelligente mensen.
Polybius De gevangenis van onze goede keizer is verworden tot een Atheense academie, en als ik ergens een hekel aan heb!
Skramp Het kreng heeft zichzelf veroordeeld, meneer, doet u Rome een genoegen en maak korte metten met haar.
Polybius Doe jou een genoegen, bedoel je.
Jij hebt je op je sodemieter laten slaan door een grietje van 17 jaar oud.
Ze heeft haar cel gemeubileerd en gestoffeerd.
Ze heeft les gekregen in dialectiek, Bijbelse geschiedenis, in geselen, in theologie en in copuleren.
Ze heeft de beul een beurt gegeven die hem heugen zal.
En ik wil haar hebben, want ze brengt mijn hoofd op hol.
Margarite, dit keer is het geen aanzoek, het is geen oneerbaar voorstel, het is een bevel.
Trouw met mij. Red je leven. Ja of ja.
Margarite Een vrouw zoals ik, prefect, en een man zoals u, daar kan niets goeds van komen.
Polybius Dat is ook helemaal niet de bedoeling.
Margarite Ik ben geen maagd meer.
Polybius Dan weet je tenminste hoe het moet.
Margarite Ik heb mij aan een ander gegeven, uw beul is u voor geweest.
Polybius Dan heeft de beul het vuile werk weer eens voor me opgeknapt.
Margarite Ik draag zijn kind.
Polybius Ik zal het mijn naam geven, wat kan hij zich nog meer wensen?
Margarite Kan dan niets u vermurwen?
Polybius Nee, natuurlijk niet, dat is de spanning, dat is de sensatie.
Een vrouw die mij weerstaat, een vrouw die in betrekking staat tot ktonische krachten, die met jan en alleman naar bed gaat, voor haar doe ik alles.
Margarite Alles is veel, en u hoeft mij alleen maar te veroordelen.
Polybius Dat is mijn plicht als prefect, maar meer dan dat is mijn plicht als man, en dat is jou tot vrouw te nemen en je te redden.
Margarite Waarvoor, meneer?
Polybius Om mij op te winden, wat dacht je?
Een man zoals ik, in mijn positie, die een vrouw begeert, moet haar krijgen.
Het is toch een kleinigheid vergeleken bij het besturen van de goede stad Rome.
Margarite Een man zoals u die macht heeft de vervolgingen te staken en de stad te behoeden voor het zedelijk verval waaraan zij te gronde gaat.
Polybius Dat is grote politiek, en daar moet jij je buiten houden.
Margarite Ik ben er als burger bij betrokken.
Polybius Als Christen ben je als burger gediskwalificeerd.
Margarite U vernietigt het betere deel van de natie.
Polybius De natie is groot genoeg om het verlies te dragen.
Margarite Dan kunt u uw kleine verlies ook wel nemen.
Skramp Dit is onbegonnen werk, meneer.
Polybius Ze was al een kenau, maar ze heeft er in één nacht veel bijgeleerd.
Skramp Lever haar over aan de beul, zet haar uit uw hoofd.
Polybius O, dit valt mij zwaar.
Skramp Ze is een gevaar voor de staat, meneer.
Polybius Ik zie dat maar al te duidelijk in.
Maar als ze nu eens aan onze kant stond, stel nu eens, dat zij de machtige partij was, wat zou dan de macht van Rome toenemen en groeien en heersen over de hele wereld.
Nu hebben ze het nog over liefde, en menen ze wat ze zeggen.
Straks hebben ze het zwaard in handen en beginnen ze wild om zich heen te slaan.
Skramp Zo gaat dat in de wereld, meneer.
Polybius Ze zijn offervaardig, en dus wreed.
Skramp Laten we ons teweerstellen.
Margarite Kan ik gaan. Ik heb nog een hoop te doen.
Polybius Naar het schavot kun je gaan.
Zal ik je brengen?
Margarite Als u mij de eer wilt doen, meneer.
Polybius Ik kan je niet anders aandoen, dan eer.
8e scène
Margarite, Rokus
Margarite is gemarteld. Ze kan amper staan. Ze staat voor het blok. Rokus is gemaskerd en leunt op een slagzwaard.
Margarite Dit is dan de gedaante van mijn ziel, en kijk er maar eens goed naar, want waar zie je dat nog?
Ik had nog veel meer streken uit willen halen, want ik heb er nog lang geen genoeg van, maar niet mijn wil geschiede.
Ik bid naarstig voor mijn ziel, dat me alles zal worden vergeven.
Ik bid naarstig voor meneer mijn beul hier, die leunt op zijn zwaard, dat het hem licht valle het tegen mij, zijn innig geliefde, op te heffen.
Ik bid naarstig voor alle vrouwe in barensnood, dat ze hun dochters en hun zoons gezond en wel ter wereld brengen, en dat ze niet opgroeien voor galg en rad, zoals ik.