Honger
Toneelspel
Jacob Dekker
Toneelspel
Jacob Dekker
Honger
23-07-2017 – 16-08-2017
Naar 2 Koningen 6 en 7. Samaria wordt belegerd door de Assyriërs, en de inwoners eten hun eigen kinderen op. Een kind pikt het niet, en zoekt hulp van de profeet Elisa.
HONGER
Toneelspel
vrij naar 2 Koningen 6 en 7
Jacob Dekker
Personen:
Bennie
Simcha
Moos en Saar, ouders van Bennie
Sam en Abigail, ouders van Simcha
Elisa, profeet in Israël
Joram, koning in Israël
Saddam, Assyriër
Pé, knecht van koning Joram
1e scène
Bennie, Simcha
Simcha Bennie, ik durf niet, ik ben bang.
Bennie Heb je nou honger of niet?
Simcha De honger maakt me laf.
Bennie Dan geeft een malse schapenbout je weer moed.
Simcha Ze pakken ons, Bennie, ze pakken ons.
Bennie Dan zijn we gelijk overal vanaf.
Simcha Dan vreten ze ons op, dat doen ze, de Assyriërs!
Bennie Daar zijn zij te stom en wij te mager voor. En ze zijn dronken, hoor ze nou eens te keer gaan.
Simcha Waar, waar zijn ze?
Bennie Hou je kop laag, ze schieten er zo een gaatje in.
Simcha Wat een coole gasten!
Moet je die zien, met die krullende baard en die helm met een punt erop, zeker om de bliksem op te vangen, en die rok met bronzen platen.
Bennie Kijk, daar, een terechtgestelde.
Simcha Oh, geweldig, zo dood als een pier, maar wat hangt-ie daar raar.
Bennie Ze hebben hem achterover over een balk gelegd, rechtop gezet en een speer door hem heen gejaagd, door zijn gat, dan doet het pas echt zeer.
Simcha Dat doen ze dus met ons!
Bennie Niet met ons, wij komen alleen maar wat te bikken jatten.
Simcha Ik durf niet, Bennie.
Bennie Hou mijn hand vast, dan gaan we er samen op af. Als ze ons snappen kunnen ze er toch maar één vangen.
Simcha Mij, natuurlijk!
Bennie Ik ga niet zonder jou.
Simcha Wat heb je daar nou aan?
Bennie Ik ben je vriend, vrienden laten elkaar niet in de steek.
Simcha Maar ik jou wel, Bennie.
Bennie Toch ben je mijn vriend.
Simcha Oké, dan moet het maar.
Bennie Kom, rechtop lopen, alsof we hier kind aan huis zijn.
Simcha Maar wat gaan we dan doen?
Bennie We gaan wat te eten jatten.
Simcha Gestolen goed gedijt niet.
Bennie Ik heb die fiets toch al een hele tijd.
Simcha Het mag niet van pappa en mamma.
Bennie Dingen die niet mogen worden niet gedaan, zeker niet als je het zelf doet.
Saddam Hé, wat moet dat hier, stelletje bengels, waar hebben jullie het over?
Bennie Mijn gabber en ik barsten van de honger, meneer, en nu vroegen wij ons af of een gestolen schapenbout net zo smerig smaakt als eentje die je netjes hebt betaald.
Saddam Ik heb mijn hele leven alleen maar gestolen schapenbouten gegeten en die smaken inderdaad smerig.
Bennie Dan zullen we maar van de diefstal afzien, meneer.
Saddam Honger maakt rauwe bonen zoet, jongens, en kinderen die honger hebben is een ergerlijk gezicht.
Bennie Dat ben ik helemaal met u eens.
Simcha Ja, meneer, we zien er niet uit.
Bennie Je kunt mijn ribben tellen, mijn botten steken aan alle kanten door mijn vel.
Simcha Als ik in de spiegel kijk dan schrik ik van dat ingevallen bekkie van me.
Saddam Ik krijg er tranen van in mijn ogen.
Bennie Het komt door de belegering, ziet u.
Simcha Koning Joram laat ons verhongeren.
Bennie Er zijn voorraden, maar die liggen buiten de stad.
Simcha En er kan niemand in of uit.
Bennie We mogen ons ook niet overgeven.
Simcha We mogen geen dealtje maken.
Saddam Dat is de oorlog, jongens, de koningen lijden geen honger, het volk sterft, en pas daarna maken ze een dealtje.
Bennie Dus wij dachten, weet je wat, we gaan eens kijken of er ergens wat te bikken valt.
Simcha Want we hebben honger, ziet u, honger!
Saddam Jullie zijn lefgozertjes, jullie mag ik.
Kom, ga zitten. Hier is brood en een paar pasteitjes met spinazie en geitenkaas, en een paar flesjes pop om het weg te spoelen.
Zo, dat gaat er in als Gods woord in een ouderling.
Zeg eens, jullie zijn bijdehante gozertjes, vertel eens hoe het er in de stad voorstaat?
Bennie Welke stad?
Saddam Jullie komen niet uit Samaria?
Bennie Ja, natuurlijk, waar moeten we anders vandaan komen als we barsten van de honger?
Saddam Jullie zijn vast niet de enige die honger hebben.
Simcha Oh, nee, het is een slachting. Voor een ezelskop betalen ze vandaag de dag 80 sjekel, voor een pond duivendrek 5 sjekel. Dat zijn toch geen prijzen!
Saddam Daar heb je bij ons een hele os voor, ze brengen hem nog bij je thuis ook.
Bennie Er zijn altijd lui die profiteren van andermans ellende, meneer.
Saddam Jullie hoeven mij niks te vertellen.
Simcha En onze ouders zijn armlastige mensen.
Saddam Als ze zich overgeven zullen ze het bij ons heel goed hebben.
Bennie Daar hebben ze geen fiducie in.
Simcha Jullie komen hier namelijk met wapens en trompetten.
Saddam Dat berust allemaal op een afschuwelijk misverstand.
Wij willen juist een einde maken aan de verdeeldheid in deze wereld die ons allemaal zoveel schade berokkend.
Wij halen de volkeren links en rechts op, geven ze een nieuw gebied plus onze goedertieren God, en ze zijn snel vergeten dat ze ooit anders waren.
Bennie Ik hoor in de Sjoel dat Jah dat soort plannen ook koestert.
Simcha Jah is een echte plannenmaker, ziet u, koppie koppie die Jah.
Saddam En wat doet Jah om dat plan ten uitvoer te leggen?
Bennie Nou, om te beginnen, we moeten de ons omringende volkeren haten als de pest.
Simcha Juist ja, en die haat wordt in de regel van harte beantwoord.
Bennie Als ze ons in de weg zitten moorden we ze uit.
Simcha Dat juicht Jah van harte toe, want zo is Hij.
Saddam Maar nu wordt Hij toch in de pan gehakt, nietwaar, en Zijn volk lijdt honger.
Bennie Alle volkeren zullen samenkomen op de berg van Zijn Heerlijkheid en Hem aanbidden, als Hij de vrede heeft gebracht.
Simcha De berg Sion, ziet u, in al-Quds, waar de tabelnakel des Heeren staat op de dorsvloer van Aruana.
Saddam Ruil hem om voor onze God, en alles is koek en ei.
Bennie Kunnen wij ook zeggen.
Simcha Dat zeggen we ook.
Saddam Verdomd, jullie hebben verdomd een punt.
Bennie Dit is toch allemaal zinloos.
Simcha Slaat helemaal nergens op.
Saddam Toch kunnen we met deze boodschap niet bij de generaals aankomen.
Als ik zeg, stel je dat eens voor, als ik zeg:
'Jongens, we bekeren ons, we gaan met zijn allen naar de dorsvloer van Aruana, en daar aanbidden we Jah.'
Als ik dat zeg, dan gaat mijn kop eraf, ik zweer het je.
Bennie Zo blijven we wel bezig.
Simcha Het is een schande, en wij zijn het kind van de rekening.
Saddam Het wordt zoetjes aan al licht, beste jongens, jullie moesten maar eens teruggaan naar jullie vader en moeder voordat ze jullie missen.
Hebben jullie genoeg gegeten?
Bennie Ja hoor, heerlijk die spinazie pasteitjes.
Simcha Lekkere pop ook!
Saddam We moeten dit zien uit te zingen, dus, als jullie maagjes knorren en rammelen komen jullie bij ome Saddam, gesnopen?
Bennie Ja, ome Saddam!
Simcha Goed, ome Saddam!
Saddam En tegen niemand wat zeggen, hè, anders hangen we.
Bennie Nee, ome Saddam!
Simcha Natuurlijk niet, ome Saddam!
2e scène
Moos, Saar, Sam, Abigail
Moos Er is niks meer te krijgen, niks …
Saar Het geld is trouwens op.
Moos Ik moet wat gaan jatten.
Saar Dat is bij de wet verboden.
Moos De wet verbiedt zoveel.
Saar Ik wil geen gestolen voedsel eten.
Sam Voedsel? Eten? Waar?
Abigail Kop dicht, ze praten er alleen maar over.
Sam Dat moeten jullie niet doen, dat maakt het erger.
Abigail Er ook niet aan denken.
Sam Ik kan nergens anders aan denken.
Moos Ik ook niet.
Saar Waarom gaan jullie niet vechten op de wallen?
Abigail Doe een uitval, verjaag het Assyrische tuig.
Sam Het is lang geleden dat ik een zwaard nog kon optillen.
Moos Mijn strijdbijl ligt te verroesten sedert hij te zwaar werd voor mijn hand.
Saar Ik zie overal iets eetbaars in.
Abigail De mensen eten duivendrek.
Saar Dat zou me wel smaken, geloof mij maar.
Abigail Je valt er dood van neer.
Saar Maar met een volle maag, oh heerlijk, een volle maag.
Moos Ik dwaal door de straten, het is overal hetzelfde tafereel.
De mensen zijn te zwak om te bedelen.
Ze kunnen hun mond nauwelijks roeren; ze kunnen het water dat ons rest slechts in kleine kopjes naar hun mond brengen.
Sam Waar blijft De Heere?
Wanneer verjaagt hij het Assyrische tuig?
Hoe lang wachten wij op verlossing, zoals Hij ons heeft beloofd.
Waarom zitten we hier onder de muren terneer en kunnen we de levenden niet meer van de doden onderscheiden?
Saar Waar zien we nog een moeder spelende met haar kind, een moeder zogende haar baby, een bruiloft gevierd in de sjoel.
Wat moet er van ons worden, Jah?
Jah, waar ben je?
Abigail Ik zie de jonge meisjes niet meer in het rond dansen met bloemetjes in het haar.
Ik zie de jongens niet meer achtermekaar aan jakkeren en vechtend over straat rollen.
Moos Het is toch een wonder hoe Bennie, die bengel van me, zich er doorheen staalt.
Sam En dan Simcha, die kletst me de oren van mijn kop, zo tierig is-ie.
Saar Ik zie ze hand in hand rondrennen.
Abigail Ik hoor ze lachen – lachen – alsof er wat te lachen valt.
Moos Ach, ze zijn jong, ze zien de ernst van de toestand niet in.
Sam Die leven van de ene dag in de andere, gewoon voor hun blote kont weg.
Saar Ze zijn nu eenmaal anders dan andere jongens.
Abigail Ik geloof er niks van, er zit wat achter.
Saar We sparen alles uit onze mond, voor hunnie.
Abigail En ze laten het staan voor ons.
Saar Alsof het ze niet smaakt.
Moos Ze geven het aan hun lieve ouders, zo goed zijn ze nou eenmaal.
Sam Alleen daarom zijn wij er nog.
Moos Zo opofferingsgezind. Het is roerend.
Saar Ze zijn heerlijk mollig.
Abigail Met van die lekkere, ronde beentjes, en van die stevige billetjes.
Saar En hun gespierde armen.
Moos Het zijn net twee vetgemeste geitjes, rijp voor de slacht.
Sam Om te roosteren aan het spit, het vet druipt eraf, mjamm!
Saar Zeg, waar hebben jullie het over?
Abigail Onze eigen kinderen.
Moos Nou, ze zijn kosher.
Sam En opofferingsgezind.
Saar Is dat toegestaan?
Abigail Mag dat zomaar?
Moos Ik ben geen geleerde, zoals jullie weten,, maar ook al was er een wet die het verbiedt, dan zegt het spreekwoord: nood breekt wet.
Sam Als de wet niet expliciet is, dan is er altijd wel een bepaalde regel uit af te leiden.
Saar Dat is mannenwerk.
Abigail Het gaat nu om onze kinderen.
Moos De wet is van onze kinderen.
Sam Die ze zullen beërven, zul jij zien.
Saar Niet als ze opgegeten zijn.
Abigail Als ik wat in mijn maag had, dan moest ik effe kotsen.
Moos Wij zijn ook de kinderen aan wie de wet eens werd gegeven.
Sam Als ons onvervreemdbaar erfgoed.
Saar Zij zijn jong, zij hebben de toekomst.
Abigail Wij krijgen geen nieuwe zoons meer.
Moos Jah gaf Sarah nog een zoon, toen ze er niets meer van geloofde.
Sam Jaja, dat deed Hij, en hij lachte toen hij werd geboren.
Saar Maar Hij stond niet toe dat zijn vader hem offerde.
Abigail Er is geen precedent.
Saar Waarom eten we niet één van ons op?
Abigail Zoals je een huwelijk consumeert, snap je, door elkaar eerst plat te naaien en daarna op te eten.
Moos Dat doen de wilde spinnen!
Sam Dat zulk een woord jouw lippen over komt, Abigail.
Ik heb je genaaid, ja, maar door een gat in het laken, terwille van onze Simcha, die tenminste normaal huilde toen hij werd geboren, onze lieve jongen.
Moos We moeten iets eten.
Sam Wat dan ook.
Moos Dus, onder welke omstandigheden is het voor de ouders toegestaan hun eigen kinderen op te eten?
Saar Het is toch van de gekke dat Jah ons zo in de steek laat dat we onze eigen kinderen moeten eten.
Moos Maar Hij laat ons niet in de steek.
Hij heeft ons de wet gegeven en wij houden ons onverkort aan de wet, en we hebben door de wet zelfs weer te eten.
Tel uit je winst.
Abigail De wet, die kun je niet eten.
Sam Het is een boekrol, die smaakt zoet als honing.
Abigail Al smaakte de wet naar zand en grind met een hand pekel, dan was het nog zoet.
Moos Ik heb hier een exemplaar van de wet.
Abigail Geef hier, dat ik ete.
Moos Afblijven! Dit ete men niet. Men eet de wet niet.
Effe kijken, effe bladeren of ik iets kan vinden dat in onze kraam te pas komt.
Daar heb ik het, ik zocht het al:
Doch naar allen lust uwer ziel zult ge slachten en vlees eten, naar de zegen des Heeren, uws Gods, dien Hij u geeft in al uw poorten: …
Saar Zo weet ik er nog wel een paar.
Moos Nou, laat ze maar horen.
Saar Ik mag het oneens zijn met de uitleg van de wet, daarvoor zijn wij Jahs volk.
Moos Maar je bent een vrouw.
Saar Zoals Jaël en Debbie, ja, zoals zij.
Moos Je haalt ouwe koeien uit de sloot.
Saar Dat zijn geen ouwe koeien!
Sam Waar het hier om gaat is dat Jah ons te eten geeft door Zijn wet, die ons ontslaat van ons geweten, namelijk dat wij ook net als een ander weten dat je je eigen kinderen dus niet opeet.
Moos Je valt me af, Sam, doe dat niet, het gaat om ons overleven.
Sam Oké, ons overleven, maar laat de wet hier buiten, alsjeblieft, de wet draagt geen schuld aan wat wij doen; Jah draagt geen schuld.
Moos Ik dacht, ik help jullie een handje.
Sam Je wordt bedankt voor de moeite.
Abigail Moos, Sam, ik heb honger, van al dat gepraat wordt het alleen maar erger.
Saar Goed, we eten er een op. Als het nog langer duurt eten we er nog een op, en daarna beginnen we aan elkaar.
Moos We beginnen met Simcha.
Sam We beginnen met Bennie.
Saar Niet mijn Bennie!
Abigail Niet mijn Simcha!
Moos Allebei, zeg ik. We slachten ze en we pekelen ze.
Sam Als we er één slachten blijft de ander langer goed, ik heb namelijk een hekel aan gepekeld vlees.
Moos Is mensenvlees trouwens kosher?
Sam Niet nog een keer beginnen, alsjeblieft.
Saar Laten we opschieten, straks hoeft het niet eens meer.
Moos We loten erom.
Sam Getal onder de twaalf!
Moos Mooi niet! We laten de jongens loten.
Sam Dan is het hun eigen schuld, slim van je.
Moos Het is onze schuld, Sam, daarom doen we er zo moeilijk over.
Sam Oh, ik ben zo moe, waarom maken we geen dealtje met de Assyriërs?
Moos Koning Joram rukt je kop eraf als je je dat alleen maar afvraagt.
3e scène
Moos, Sam, Saar, Abigail, Bennie, Simcha
Moos Jongens, luister, jullie weten hoe beroerd het ervoor staat, en dat wij allen vrezen voor ons leven.
De vervloekte Assyriërs staan voor onze poorten en onze nederlaag is aanstaande.
Wij nu, zijn oud en der dagen zat, wij hechten niet meer aan het bestaan.
Maar jullie zijn vrolijke gasten, jullie zijn jong, speels en levenslustig.
Jullie moeten worden gered.
Dus we hebben een plan op touw gezet om jullie de stad uit te smokkelen en naar al-Quds te sturen, waar jullie veilig zijn.
Het probleem is dat we slechts één jongen tegelijk de stad uit kunnen smokkelen.
De ander moet nog effe wachten.
Wij, jullie ouders kunnen niet kiezen, daarom moet het lot de eerste die vertrekt aanwijzen.
Ik heb hier de lootjes, een lange en een korte.
Ga je gang.
De winnaar moet zich vanmiddag achter het huis laten ophalen.
Allemaal ogen dicht, moge Jah ons genadig zijn.
4e scène
Als tevoren
Bennie Dit vind ik toch wel een beetje moeilijk.
Moos Je trekt gewoon een lootje, en Jah kiest één van jullie uit.
Bennie En als ik nou aan het langste eind trek?
Simcha Bennie trekt namelijk altijd aan het langste eind.
Moos Dan gaat Bennie eerst.
Bennie Dan moet ik mijn gabber achterlaten.
Moos Hij volgt snel genoeg.
Bennie Waar plaats is voor één is plaats voor twee.
Moos Ja, natuurlijk, denk je dat ik achterlijk ben?
Bennie Daarom zeg ik het niet.
Moos Wij hebben al ons geld uitgegeven aan eten, er is niet genoeg meer om voor jullie allebei de overtocht te betalen.
Bennie Maar dan kan er maar één gaan, en zal de ander niet kunnen volgen.
Sam Ik heb nog wat uitstaan, dat ga ik verzilveren, maak je geen zorgen.
Bennie Ik maak me wel zorgen, want wat moet er van jullie worden, onze lieve ouders die dit allemaal voor ons doen?
Sam Maak je over ons nou maar geen zorgen, jullie moeten worden gered.
Bennie Wie zijn de smokkelaars?
Moos Mijn neef Dave. Je kent hem niet, maar hij is een echte crimineel, een gouwe jongen, hij krijgt het voor elkaar.
Bennie Dave?
Saar Ja, Dave, ja, moet ik je nou nog dwingen om te gaan, kwaaie aap.
Bennie Te gaan? Er is nog geeneens niet geloot.
Saar Schiet dan op, trek een lot, de kans verloopt. Dave kan ook een ander meenemen.
Bennie Simcha, ken jij ene Dave die wij niet kennen hoewel hij een neef van mijn vader is?
Simcha Ik ken een heleboel Daves, maar deze ene niet, denk ik.
Bennie Is-ie hier ergens?
Moos Dave wordt gezocht door koning Joram, want koning Joram heeft mensensmokkel ten strengste verboden.
Bennie Moeten wij een crimineel vertrouwen, hoewel hij een neef van mijn vader is die mij verder onbekend is?
Moos Hij is je enige hoop.
Bennie Als koning Joram ons pakt maakt-ie ons allemaal van kant.
Moos Koning Joram heeft wel wat anders aan zijn hoofd.
Abigail Simcha, trek jij maar het eerst, want Bennie wil niet worden gered.
Bennie Ik wil dat we allemaal worden gered.
Moos Jongen, mijn zoon, je hebt een leeuwenhart, ik weet het, jij bent de troost van mijn oude dag.
De gedachte dat jij hier zult sterven samen met mij is onverdraaglijk.
Saar Ga de vrijheid tegemoet, red jezelf, lieve jongen, met jouw verstand sla je je erdoorheen in dat achterlijke al-Quds, ik weet dat je het kunt, je bent niet voor niks zo'n moeilijke jongen.
Abigail Je bent het lichtende voorbeeld voor mijn Simcha, die beste brave jongen, moet ik dan aanzien dat hij voor mijn ogen van de honger sterft?
Bennie Zover is het nog niet.
Zien wij eruit als jongens die aanstonds de pijp aan Maarten geven?
Abigail Nou, neen, en dat verwondert ons niet weinig.
Jullie weerstand is wonderbaarlijk, vooral voor jongens in de groei kunnen jullie goed tegen de honger.
Saar Wij vragen ons in gemoede af hoe het mogelijk is.
Bennie We zijn tevreden met wat we krijgen.
Simcha Voor ons is het plenty.
Moos Jullie slaan je erdoor.
Sam Dat rechtvaardigt onze investering in jullie toekomst.
Saar Jullie zullen ons dankbaar zijn.
Abigail Op jullie schouders rust de toekomst van Israël.
Moos Trek een lot, of moeten wij het voor jullie doen?
Simcha Jij eerst, Bennie.
Bennie Niks ervan, mijn gabber eerst.
Simcha Oké dan, daar gaat-ie.
Moos Heb je 'm?
Simcha Ik heb 'm.
Moos Nou jij, Bennie.
Bennie Maakt het nog wat uit?
Moos Hoe bedoel je?
Bennie Er is er maar één over.
Moos Ja, dat is de ander.
Bennie Simcha heeft de langste, of hij heeft de kortste.
Moos Dan hoef jij niet meer te trekken, bedoel je?
Bennie Ook omdat ik het verdom.
Moos Dan doe je het niet, etterbak!
Sam Hoe doet het wel, want ze moeten hun loten met elkaar kunnen vergelijken.
Moos Dat kunnen wij ook wel voor ze doen.
Sam Dan is de loting onzuiver.
Saar Bennie, jij saboteert de boel, waarom doe je dat?
Bennie Het is gewoon niet eerlijk.
Saar Eerlijker kunnen we het niet maken, gemakkelijker wel. Trek je lot, en schik je erin.
Bennie Geef het maar hier.
Moos Je moet het trekken.
Bennie Ik moet helemaal niks.
Moos Formeel heb je gelijk, maar – Sam, grijp hem eens bij zijn lurven – ook onder dwang kun je aan de rituele voorwaarden voldoen.
Saar Grijp hem!
Abigail Ik heb hem!
Moos Sam, pak zijn hand, mooi, trek de hand weer weg en hij heeft een lot getrokken.
Sam En opdonderen jullie, die komedie heeft nu lang genoeg geduurd.
5e scène
Bennie, Simcha
Simcha Wat doe jij nou moeilijk, man!
Bennie Ik voel nattigheid.
Simcha Het zijn onze bloedeigen vaders en moeders.
Bennie Wie is mijn ome Dave?
Simcha Nou, het zwarte schaap van de familie, of zo.
Bennie Dat ben ik.
Simcha Misschien heb je het van hem.
Bennie Onze vaders en moeders doen aan de edele wetenschap der mispogelogie.
Iedereen gaat een paar keer per dag over de tong, behalve mijn ome Dave.
Simcha Kun je nagaan hoe diep het zit.
Bennie En dan, naar één tegelijk?
Wij zijn kleine jongens, weet je nog, wij passen rechtop in de eerste de beste proletarische winkeljas.
Wat nou loten!
Simcha Da's waar ook, onze loten. Hé, die van mij is lang, zeg.
Bennie Die van mijn is langer.
Simcha Het zal niet.
Bennie Maar, wat is nou het winnend lot?
Simcha Het langste natuurlijk, vandaar, aan het langste eind trekken.
Bennie En jij trekt aan het kortste eind?
Simcha Ja, en dat betekent pech gehad, volgende keer beter.
Bennie Maar jij bent mijn vriend.
Simcha Wat zou dat?
Bennie Ik gun jou het winnende lot.
Simcha Echt?
Bennie Nee, dat zeg ik zomaar voor de lol!
Simcha Wil je dan niet weg?
Bennie Waarom zouden wij weg willen?
Simcha Nou, ik weet niet of je het hebt gemerkt, maar het is oorlog en we lopen gevaar dat we allemaal van kant worden gemaakt, vandaag nog of anders morgen wel.
Bennie Wij hebben te eten, ome Saddam zorgt voor ons.
Simcha Ome Saddam is niet in zijn eentje! Hij is met tienduizenden krankzinnige idioten het land binnengevallen.
Bennie Er is geen weg uit de stad. Ome Saddam heeft ons ook gesnapt.
Simcha Oké, wat moet je voor dat lot hebben.
Bennie Het is een beschikking van Jah, en dus niet voor geld te koop.
Simcha Hou het dan maar.
Bennie Van mij mag je het hebben.
Simcha Volgens mij zie jij spoken, Bennie, zit er soms wat in die pop van ome Saddam?
Bennie En wat is nou al-Quds?
Niemand van al-Quds steekt een poot uit om ons te helpen.
Silo, dat zou nog kunnen, of Nazareth – desnoods – maar al-Quds niet, zeker niet, dat ellendige gat.
Simcha Bennie, je bent ondankbaar, je verwerpt een beschikking van Jah, dat is hovaardij.
Bennie Sinds wanneer doet Jah aan de staatsloterij?
Simcha Sinds Hij ome Daves stuurt om kleine jongens te redden.
Bennie Ze hebben de lootjes niet gezien, Simcha, dus we kunnen allebei een lang of een kort lootje laten zien, als die fukking ome Dave van me ergens opduikt.
Simcha Ik ben voor allebei een lang lootje.
Bennie Dat maakt geen verschil, sukkel, ze moeten ons sowieso allebei laten gaan.
Simcha De kans verloopt met dit slappe geouwehoer.
Bennie Wat zeggen we tegen ome Saddam?
Simcha Ome Saddam is van de vijand, wij vreten hem uit, dat is alles.
Bennie Ik wil je gewoon niet alleen laten gaan, Simcha, ik ben bang.
Simcha Ik niet, deze keer, want mijn maagje is gevuld en dus ben ik vol goede moed.
Bennie Ik niet. Wie is mijn fukking ome Dave? Wat moet ik in dat smerige al-Quds? Wat moet ik zonder mijn gabber?
Simcha We zijn gauw genoeg weer samen.
Bennie Hier, ik breek mijn lot, zodat het korter is dan het jouwe, zeg maar dat ik zo teleurgesteld was dat ik ben weggerend.
Simcha Jij bent een echte bloedgabber, Bennie, wat moet ik zonder jou?
Bennie Ga nou maar, ga nou maar.
Simcha Waarheen? Waar naartoe?
Bennie Ome Dave. Al-Quds. In je eentje.
Simcha De profeet heeft gezegd dat de Assyriërs zullen worden verjaagd.
Bennie Wanneer gaat hij dat doen?
Simcha Hij niet, Jah.
Bennie Welke profeet?
Simcha Elisa, die bijlen laat drijven als ze zijn gezonken in de Jordaan, enzo.
Bennie Die kale neet?
Simcha Kijk maar uit, hij heeft kleine kinderen laten verscheuren door een beer toen ze hem uitlachten om zijn kale knetter.
Bennie Het is net een biljartbal. Ik zal zeggen dat ik een carambole over drie banden ga stoten als ik hem op het laken krijg, die hufter.
Kan hij de Assyriërs niet eerder wegjagen, als hij het zo goed weet?
Simcha Oké, ik dacht, misschien kun je hem zoeken, misschien kan hij je helpen.
Bennie Ik kijk wel linker uit.
Simcha Nou, dan ga ik maar.
Bennie Ja, dat is goed, pas op jezelf, kijk goed uit.
Bennie Dat zal ik doen.
6e scène
Moos, Sam, Saar, Abigail, Simcha gekneveld
Moos Het is net als een geit slachten, Sam; met een mes de halsslagader en de luchtpijp doorsnijden en klaar is Kees.
Sam Moet hij niet eerst worden verdoofd?
Moos Dat is niet kosher, je wilt toch geen onrein vlees eten?
Sam Dat zou toch wat zijn, als we gedwongen werden een varken te eten!
Saar Stil maar, jongen, ome Dave komt zo.
Abigail Waar is Bennie?
Moos Die komt zo wel naar huis. Het is beter dat hij dit niet ziet, hij mocht eens argwaan krijgen.
Sam Ik kan mijn eigen zoon niet slachten, sorry, maar dat gaat gewoon niet.
Moos Laat mij maar, dan slacht jij Bennie, dan staan we weer quitte.
Saar Is het mes gezegend?
Abigail Het is afgewassen. Wat ben jij opeens kieskeurig?
Moos We gaan niet nog eens beginnen.
Sam Schiet op, de jongen is bang, maak er alsjeblieft een einde aan.
Moos Daar gaat-ie dan!
Abigail Laat me hem vasthouden, oh, wat is zijn bloed rood, wat spuit het eruit.
Rustig maar, lieve jongen, het is zo voorbij.
Rustig, rustig. Een keer diep ademhalen, en blazen! En weg is hij.
Net als toen hij werd geboren, zo gaat hij dood.
Oh, wat heb ik opeens een verdriet, ik moet zo huilen.
Saar Kom maar, lieverd, kijk er maar niet meer naar, laat de mannen het afhandelen, kom mee, dan gaan we de oven opstoken.
Sam Arme jongen, arme brave goedgelovige slimmerik, wat lig je hier stil.
Moos Niet naar kijken, we slachten hem en dan is er niets meer van hem te zien.
Sam Het duizelt me van de honger.
Moos Nog even, en we vullen onze maag. Kijk eens, wat een edel vlees.
Sam Dat moet wel een zoon van mij zijn.
Moos Jammer, dat we er niet nog een paar hebben.
Sam Ik maak me toch zorgen, normaal zijn Simcha en Bennie zowat een Siamese tweeling en nu is Bennie opeens in geen velden of wegen te bekennen.
Moos Ha, de vrouwen stoken de oven op, dat wordt smullen.
7e scène
Saar, Abigail
Abigail Het is zoet, het vlees van mijn jongen.
Saar Jong en edel is het, vooral nu het even is bestorven.
Abigail Zou ik nu zijn jeugd, zijn kracht, zijn goedheid krijgen?
Saar En zijn herinneringen?
Abigail Maar niet zijn toekomst.
Saar Die is nu weer aan jou, om te delen met Israël.
Abigail Jij krijgt ook wat van hem mee.
Saar Zoals jij aanstonds van mijn Bennie, zal jij zien.
Abigail Hij zal zo wel thuiskomen.
Saar Je wist anders niet wat die twee allemaal uitspookten.
Abigail En waarom ze groeiden als kool en zo goed in hun vlees zitten – zaten – zitten …
Saar Jah heeft voor ze gezorgd.
Abigail En zodoende voor ons.
Saar Waar zijn Sam en Moos?
Abigail Ze zoeken Bennie, zeggen ze, maar het is een mooie afleiding, want de buren hebben de gestookte oven geroken en ze liepen te hoop voor de deur.
Saar Laat ze hun eigen kinderen opeten.
Abigail Die zijn allemaal vel over been.
Saar Van mij krijgen ze niks.
Abigail Ik vind het echt heerlijk vlees.
Saar Hopelijk duurt het beleg nog even, dan moeten we Bennie ook opeten.
Abigail Worden we net zo eigenwijs als dat stuk vreten.
8e scène
Bennie, Elisa
Bennie Meneer, bent u de profeet in Israël?
Elisa Ze zeggen het.
Bennie Die bijlen laat drijven als die zijn gezonken?
Elisa Ik kan me niet herinneren dat ik het niet heb gedaan.
Bennie Ik kom bij u.
Elisa Ik zie het.
Bennie Ik zit met een bepaalde vraag, ziet u.
Elisa En je denkt, zo'n profeet dat weet wat.
Bennie Ja, dat dacht ik. Is dat zo gek?
Elisa Welnee, vraag maar op.
Bennie Heb ik een fukking ome Dave?
Elisa Ome Saddam, bedoel je?
Bennie Hoe weet u dat nou?
Elisa Als jij mij houdt voor een profeet dat weet wat, dan weet ik zoiets.
Bennie Maar heb ik een fukking ome Dave?
Elisa Een ome Saddam, die heb je, van een fukking ome Dave weet ik niks.
Bennie Mijn fukking ome Dave brengt mijn beste vriend Simcha nu in veiligheid buiten de stad.
Elisa Dat lijkt me sterk.
Bennie Mijn fukking ome Dave is een beruchte crimineel, die niemand wil kennen totdat ze hem een keer nodig hebben.
Elisa Ik wou dat ik een fukking ome Dave had.
Bennie Volgens mij bestaat hij helemaal niet.
Elisa Waarom vraag je het dan aan mij?
Bennie Mijn vader en moeder zeiden: 'Fukking ome Dave brengt jou en Simcha één voor één de stad uit.'
Elisa Waarom niet allebei tegelijk?
Bennie Dan brengt hij jullie naar al-Quds.
Elisa Al-Quds? Zijn ze nou helemaal belazerd?
Bennie Simcha en ik moesten loten, wie of er het eerst mocht gaan.
Elisa En Simcha trok aan het langste eind.
Bennie Ja, dat wel, maar eh, ik had in de gauwigheid een langer lootje gemaakt, voor het geval dat, ziet u.
Elisa Dus nu moet jij worden gered en naar dat smerige al-Quds gaan.
Bennie Nou, nee, want ik heb hem het langste lootje gegeven, overdrachtelijk gesproken.
Elisa Dat kan ik even niet volgen.
Bennie Doet er niet toe, hij is weg.
Elisa Edel van je, zo opofferend, je beste vriend, ik ben bepaald ontroerd, alleen jammer dat ik er geen woord van geloof.
Bennie Ik hecht geen geloof aan mijn fukking ome Dave.
Al-Quds kan me gestolen worden.
Mijn vader en moeder deden raar.
Ik vertrouwde het niet.
Elisa Dat is weer niet zo mooi van je, maar nu spreek je wel de waarheid.
Bennie Ik sta er ook best een beetje dubbel in. Enerzijds mijn eigen leven, anderzijds dat van mijn beste vriend.
Elisa Dat wist je niet.
Bennie Een kind kon het raden, dat is hetzelfde.
Elisa Luisterde Simcha naar je?
Bennie Dacht het wel, ik ben Bennie, wat ik zeg dat gebeurt.
Elisa Je had met hem kunnen onderduiken, bij mij.
Bennie Ik kon niet weten hoe hij dat op zou nemen.
Elisa Misschien beter dan je denkt.
Bennie Ik heb er verdriet van.
Elisa Ik ook, en ik smeek de Heer der Heerscharen bij dag en bij nacht om onze verlossing.
Bennie Ik dank u, o profeet dat weet wat, in Israël.
Elisa Elke dag is de verlossing nabij, vooral nu de kinderen voor zichzelf beginnen te denken.
Bennie Ik vraag asiel.
Elisa Niemand zal je aanraken.
Bennie Ik wil Simcha zoeken.
Elisa Misschien weet ome Saddam meer.
Bennie Hoezo?
Elisa Hij staat op wacht.
Bennie Ik breng u naar hem toe.
9e scène
Moos, Sam, Saar, Abigail, koning Joram, Pé
Sam Smerige linkmiegel, lelijk varken dat je bent, je hebt hem verstopt!
Moos Ik zeg je, hij zit ondergedoken bij de profeet Elisa.
Sam Daar heb je hem natuurlijk zelf naartoe gebracht, smerige leugenaar.
Moos Ik zweer je, bij Jah die leeft, dat heb ik niet gedaan.
Saar Wij haten die ellendige profeet bijna net zo erg als koning Joram zelf.
Abigail Jij zat je tegoed te doen aan mijn Simcha, je likte je vingers erbij af, maar je wilt geen offer brengen voor een ander.
Saar Wat heb jij geofferd? Ben jij Simcha? Lag jij op het hakblok? Je hebt je eigen kind opgegeten alsof het de eerste de beste geit was.
Sam Ik breng deze zaak voor de koning!
Abigail, ga jij hem smeken.
Kijk, daar loopt hij heen en weer op de afgestreden muur.
Ach, onze arme koning, hij moet zich steunen op de schouder van zijn knecht.
Roep hem aan, maak onze klacht kenbaar.
Abigail Koning Joram, goede koning, ik kom als smekeling en roep u aan, want mij is groot onrecht gedaan.
Joram Spreek, goede vrouw, is er dan nog onrecht in tijde van oorlog?
Abigail Help mij, heer koning!
Joram Van de dorsvloer? Van de wijnpers? Ik heb niets meer, niets.
Abigail Wij hadden een zoon, die we hebben gezoden en gegeten, samen met onze buren.
Vandaag zouden wij hun zoon zoden en eten, maar ze hebben hem verstopt.
Sam Hij zit ondergedoken bij de profeet Elisa.
Joram Zie, ik scheur mijn kleren, en ik ga ik zak en as, dat dit in mijn tijd geschiedt – oh, schande, oh, schande – en ik zweer dat Elisa's hoofd zal vanavond niet meer op zijn romp staan.
Ik ruk zijn kop eraf!
Moos Wij zijn bij de juiste persoon gekomen, want koning Joram haat de profeet erger dan wij.
Sam Waarom eigenlijk?
Moos Hij houdt de koning de wet van Jah voor als het de koning niet uitkomt.
Saar Hij heeft tientallen kleine kinderen die hem uitlachten om zijn kale knetter door een beer laten verscheuren.
Sam Wat een rotstreek!
Joram Pé, ga heen, en breng mij het hoofd van Elisa, op een bord graag.
Abigail En het kind?
Joram Welk kind?
Abigail Dat ze bij hem hebben verstopt en dat moet worden gezoden en gegeten.
Joram Het kind ook.
Pé Dood of levend?
Joram Dat maakt niet uit.
10e scène
Bennie, Elisa, Saddam
Elisa Bennie, beste jongen, ik weet niet hoe ik het brengen moet, maar ik heb zo'n diep donkerbruin vermoeden dat het met Simcha niet goed is afgelopen.
Bennie Is-ie gepakt? Verraden door mijn fukking ome Dave? Hebben ze hem in al-Quds gestenigd? Want dat doen ze, die van al-Quds, die zijn helemaal gek.
Elisa Ja, dat is zo, die zijn helemaal gek, maar ik denk dat hij niet in al-Quds is, en jouw fukking ome Dave bestaat niet, dus die kan hem niet hebben verraden, en de Assyriërs pakken kleine jongens niet.
Bennie Oh, nee?
Elisa Ze hebben jullie ook niet gepakt.
Bennie Nee, dat is waar.
Elisa Ze hebben jullie te eten en te drinken gegeven.
Bennie U weet echt alles.
Elisa Ik hoef maar naar die bolle kop en die dikke kont van je te kijken om te snappen hoe het in elkaar zit.
Waarom hebben jullie niks voor jullie ouders ingepikt?
Bennie Ome Saddam wilde het onder ons houden.
Elisa En gelijk heeft-ie, maar het heeft wel bepaalde gevolgen gehad.
Bennie Wat dan, wat dan?
Elisa Ik ben bang dat Simcha niet verder is gekomen dan het hakblok van zijn vader en de keuken van zijn moeder.
Bennie Hakblok? Keuken?
Elisa Waarop zijn vader de geiten slacht.
Waar zijn moeder het vlees braadt.
Stil maar, mijn beste jongen, stil maar, het is te erg voor woorden.
De honger heeft het de mensen aangedaan.
Ik weet het ook niet, ik weet het ook niet …
Saddam Bennie, ben jij dat?
Wat heb je met hem gedaan, kale neet, laat hem eens los!
Bennie Ome Saddam, hij is mijn vriend, mijn vriend, weet je wel.
Saddam Een vriend van Bennie is een vriend van mij.
Jongen, waarom heb je zo'n verdriet?
Waar is Simcha?
Je gaat me toch niet vertellen dat er wat met hem is gebeurd!
Bennie Ik heb het uit de tweede hand.
Elisa Ik heb het ook niet met mijn eigen ogen gezien, maar ik weet het wel.
Bennie Simcha is geslacht, gezoden en opgegeten.
Saddam Ongepekeld?
Bennie Ze hebben een hekel aan gepekeld vlees. Mijn ouders, bedoel ik, en de zijne, die vinden dat niet lekker.
Saddam Dat moet ik even verwerken, zeg, dat is toch niet te geloven, daarvoor heb ik hem gevoederd en gedrenkt, dat hij dit zou overleven, maar om te worden opgegeten – door wie, zei je?
Bennie Zijn vader en moeder en mijn vader en moeder.
Ik ben de volgende, ziet u, ome Saddam, daarom ben ik naar de profeet dat weet wat gegaan, en wij komen bij u.
Mijn ouders zijn mijn ergste vijand.
Elisa Zo spreek je niet over de ouders, Bennie, je dient ze te vereren.
Bennie Mijn ouders, die mij verlootten, die mijn beste vriend hebben geslacht, gezoden en opgegeten?
Elisa Ze hebben je het leven gegeven.
Bennie Daar herinner ik me niets van.
Een man en een vrouw zijn middel, het kind is doel.
Het kind brengt daarna zichzelf voort.
Eitje, spermacel – beng! Een nieuwe wereld is geschapen, autonoom, van zijn eigen, en op een gegeven moment perst-ie zijn eigen eruit.
Die twee anderen hebben liggen naaien: zij spreidde haar pingpong beentjes, hij pompte zijn harde plasser erin, en ze dachten geen moment aan mij.
Waarom vraten ze mekaar niet op toen ze toch bezig waren?
Jah, die kende mij van de baarmoeder af: Jah, die kende Simcha: Jah.
Hij gaf ons de wet, wee hij die zich er niet aan houdt.
Elisa Hij heeft talent.
Saddam Zulke gasten slacht je niet, je zoodt ze niet en je vreet ze niet op.
Elisa Ondertussen wordt er naar hem gezocht. Koning Joram bemoeit zich ermee en ik kan het kind niet beschermen.
Saddam Ik kan hem te eten en te drinken geven, maar in het kamp valt hij op met zijn eigenaardige tongval.
Elisa Er is een andere oplossing, maar dat is een beetje ondankbaar jegens u, meneer ome Saddam.
Saddam Ik ben soldaat tweede klasse, ik ben wel wat ondankbaarheid gewend.
Elisa En, wat vindt u van de oorlog?
Saddam De oorlog is een prachtig werk, die wordt gevoerd tot heil van de mensheid, om vrede te brengen tussen alle van elkaar vervreemde volkeren dat ze weer broederlijk zullen samenleven.
Elisa U hebt goed naar uw officieren geluisterd.
Saddam Volgens mij is het lekker knallen met zijn allen, en zoveel mogelijk schade aanrichten voordat onze moeders en onze vrouwen erachter komen wat we aan het uitspoken zijn, daarom gaan we ook graag naar het buitenland, dan zien ze het niet.
Elisa Ik hoor dat de Assyriërs nergens bang voor zijn.
Saddam Ze kennen geen vrees.
Elisa Dat is niet hetzelfde?
Saddam Zij vrezen niets of niemand, maar ze zijn bang dat ze tenslotte, als ze iedereen hebben overwonnen, zichzelf zullen verslaan.
Elisa Enig idee hoe ze dat zullen gaan doen?
Saddam Bij gebrek aan een vijand, waarschijnlijk.
Ik heb weleens gedacht dat dat dan eindelijk de vrede zal brengen, als we onszelf in de pan hebben gehakt.
Dan vraagt een mens zich wel af waar-ie aan begonnen is, nietwaar?
Elisa Ik ben je zeer erkentelijk voor het delen van deze informatie, meneer ome Saddam, en daarom verzoek ik u, u met mij in veiligheid te brengen, want ik ga nog hedennacht de Assyriërs van voor onze muren verjagen.
Saddam Uw volk zal mij naar het leven staan.
Elisa U hebt één mensenleven gered en daarmee een hele wereld. Er zal u geen kwaad geschieden.
Bennie En ik sta voor u, ome Saddam, als een vestingmuur rondom een tuin.
Elisa Hij heeft enorm veel talent.
Saddam En hij kan eten als een dijker.
Elisa Zo mag ik het horen.
11e scène
Bennie, Elisa, Saddam, Pé
Elisa Kijk nou toch eens, daar is reeds de beulsknecht van koning Joram, die eruit op is gestuurd om mijn moede hoofd van mijn romp te scheiden.
Saddam Het is een snelle dood, vermits de beul maar raak slaat.
Elisa Deze hier is zeer kundig.
Saddam Ik ben blij dat te horen.
Elisa Waar is je meester?
Op wiens schouder moet hij nu steunen, nu jij op het oorlogspad bent?
Pé Heul jij nu met de vijand, gemene verrader, ga jij zo voor onze verlossing werken?
Saddam Zeg, speelgoedsoldaat, respect!
Pé Zo, overloper, wat ga jij mij doen?
Saddam Wat jij kunt dat kan ik beter, dus je blijft met je graftengels van de profeet af.
Pé De profeet belooft ons al een paar maanden lang ons te zullen verlossen van deze belegering, en nu haalt hij de vijand binnen de muren.
Saddam Strikt genomen zijn we hier in niemandsland, stomme idioot, dus laat dat zwaardje van je maar even zakken.
Pé En, Elisa, profeet in Israël, wat zeg je nu?
Elisa Nog voor morgen de avond valt zal één schepel tarwebloem voor één sjekel worden verkocht, en twee schepel gerst ook voor één sjekel.
Jij zult het zien, maar er niet van eten.
Pé Profetenpraat!
Elisa Praten is mooi werk.
Pé Jij kunt helemaal niks.
Bennie Hij laat bijlen drijven die zijn gezonken.
Pé In de Jordaan zeker!
Die is zo smerig daar kun je met een tractor overheen rijden zonder dat-ie zinkt.
Dat is wel wat anders dan een heel leger totaal krankzinnige Assyriërs in de pan hakken.
Elisa Ik ga ze alleen maar wegjagen, ze hoeven niet dood, want ik hoor dat hun moeders en hun vrouwen thuis met smart op ze zitten te wachten.
12e scène
als tevoren met koning Joram, Moos, Saar, Sam, Abigail
Joram Elisa! Elisa! Jij bent er geweest, moordenaar, crimineel, nu heb je weer een kind ontvoerd.
Hoe lang moet ik dit nog dulden?
Elisa Koning Joram! Ik meende reeds een heel smerige lucht in mijn neus te krijgen, van gebraden mensenvlees waaraan jij je tegoed hebt gedaan.
Deze keer ben je wel heel ver gegaan, leugenaar, misselijke vent.
Joram Kinderlokker.
Elisa Kattenmepper.
Joram Valse profeet.
Elisa Tiran.
Joram Kale neet.
Elisa Ouwe zak.
Saddam Schei daarmee uit, jullie lijken wel een stel kleine kinderen.
Koning Joram, wilt u onderhandelen over de overgave van Samaria?
Dat zou mij een promotie kunnen schelen, ziet u, en misschien wordt de stad dan deze keer niet helemaal uitgemoord.
Joram Er wordt niet onderhandeld zolang er nog één Assyriër met één voet in Israël staat.
Saddam En niet later zeggen dat ik het niet heb geprobeerd.
Joram En jij, kwajongen, ga jij eens als de gesmeerde bliksem terug naar je vader en je moeder, dat ze niet kunnen zeggen: men lene een kind …
Bennie Wie zijn mijn vader en moeder?
Moos Ik ben je vader, stuk ellende dat je bent!
Saar En ik ben je moeder, lieve jongen.
Bennie Ik eer mijn vader en mijn moeder, maar vanaf heden ben ik mijn eigen baas, want u hebt zich van mij losgezegd.
Moos Integendeel, we wilden je juist in je geheel in ons opnemen.
Saar Om je voor erger te behoeden.
Bennie Jullie zien misschien een wereld voor je waarin voor jongens zoals ik geen plaats is.
Jullie zien misschien een gejaagde voor je, een ontheemde en een vreemdeling in een vreemd land.
Jullie willen misschien niet dat ik het verdriet en de ellende van de toekomende tijd zal zien.
Jullie willen overleven misschien om jullie woord bewaarheid te zien worden.
Jullie willen je zoons je misschien herinneren als zuiver, voor eeuwig jong en vol goede moed.
En misschien denken jullie dat het aan jullie is om daarover te oordelen; dat het niet aan mij is om het een of het ander te kiezen.
Kies ik voor het leven in de toekomende tijd?
Heeft Jah mij gekend van de baarmoeder af om zijn wereld te ontvluchten?
Hebben jullie mij de waarde van het bestaan getoond door mij te zien als consumptiegoed?
Heeft het verlies van mijn beste vriend mij soms tot mens gemaakt?
Het is maar een vraag.
Ik ben de hoop van Israël, en de dag van onze verlossing is nabij zolang ik de adem in mijn neus heb, zolang mijn mond Jah kan prijzen.
Joram Hij heeft talent.
Elisa Ik heb hem ontdekt.
Saddam Wat een geweldenaar.
Bennie Ik kan ook heel goed gekke bekken trekken.
Elisa Straks.
Moos Koning Joram, geef ons onze zoon terug.
Joram Die kleine linkmiegel, de hoop van Israël?
Elisa Het is niet anders.
Saar Sla die valse profeet zijn kop eraf!
Joram Donder op, jullie, deze jongen staat vanaf heden onder mijn bescherming, want de profeet in Israël heeft hem ontdekt die door Jah is gezonden om ons te verlossen.
Elisa Eerst nu versta ik de tekenen, oh koning, je hebt het juiste woord gesproken, en ik voel de kracht van Jah nu eerst door mij heen stromen, en ik zal in Zijn Naam mijn hand uitstrekken naar het leger van de Assyriërs.
Joram Het zal een keer tijd worden.
Elisa Opzij!
13e scène
als tevoren
Elisa De nacht valt en de duisternis hult de aarde in haar afgrond.
Jah zegt: 'Ik roep de roofvogels uit het oosten.'
Jah zegt: 'Ik laat de Leviathan bulderen in de oceaan in het westen.'
Jah zegt: 'Uit de hemelen regent het donder en bliksem.'
De hengsten hinniken van bloeddorst, en trappelen het gras plat onder hun edele hoeven als de stormloop begint.
De beer is los.
De infanterie rukt uit het kamp; hun pieken glanzen als gouden sterren.
De soldaten heffen hun bloedstollende marslied aan.
Voorwaarts gaat het vaandel van de koning.
De inleidende beschieting begint; de aarde scheurt open terwijl het bakstenen regent.
(geluidseffecten)
14e scène
als tevoren
Saddam Dat lijkend waarachtig wel een Assyrische heerschaar die tot de frontale aanval overgaat.
Elisa Zoiets had ik in gedachten.
Saddam Onze eigen vijand …
Elisa Het wapen is het gevaarlijkst voor wie het hanteert.
Saddam Wat zei je?
Elisa Wie met het zwaard leeft zal door het zwaard vergaan.
Saddam Jaja.
Elisa Maar het is slechts een spel van licht en donker.
Saddam Ik leg mijn zwaard neer, profeet dat weet wat, en ik zweer de oorlog af.
Joram Pé, ga jij eens kijken hoe het met de Assyriërs is gesteld.
Wat maken ze een lawaai, dat is niet pluis.
Saddam Ik hoor de trompetten de aftocht blazen, koning Joram, een geluid dat mij altijd zoet in de oren klinkt.
Elisa Zij nemen vast de wijk, voorlopig zijn we ze kwijt.
Joram We wachten de rapporten af.
Elisa Ik heb ze toch maar mooi verjaagd, zeg nu zelf.
Joram Dat deed Jah, en jij bent ermee gered.
Sam Heer koning, er worden voorraden de stad binnengebracht.
Joram Het lag opgeslagen in de bergen in het zuiden, maar ik kon het de stad niet binnenhalen, sorry. Ik zeg toch: sorry!
Abigail Ik hoor dat één schepel tarwebloem één sjekel kost en twee schepel gerst ook één sjekel.
Pé Eén sjekel! Dat zijn pas prijzen.
Nog meer goed nieuws, oh koning, de vijand is vertrokken.
We zijn vrij.
Het kamp is verlaten, en die idioten hebben alles achtergelaten.
Moos Kom op, jongens, daar is een rijke buit voor ons allemaal.
Sam Laten we ze plunderen.
Joram Pé, hou ze tegen, het kamp van de vijand is koninklijk domein.
Pé Halt! Op last van de koning.
Moos Houw hem neer.
Sam Daar, beulsknecht, een mes tussen je ribben.
Elisa Zei ik het niet? Daar is je knechtje Pé, koning Joram, zo dood als een pier.
Joram De wereld wordt er niet beter op.
Saddam Zegt u dat wel, heer koning.
Joram Het is beter dat jij maakt dat je wegkomt, Saddam.
Het volk is ziedend, je bent niet veilig.
Saddam Ik heb hier inderdaad schoon genoeg van.
Dag Bennie, ik ben trots op je, dat weet je wel, hè.
Bennie Ja, ome Saddam.
Saddam Ik ga naar Masr, daar heb ik veel goeds van gehoord; grote vleespotten en zo, de hele dag in de schaduw van de palmbomen zitten, daar is vast wel wat te verhapstukken voor een flinke vent als ik.
Bennie Goed, ome Saddam, maar ga in vredesnaam met een wijde boog om dat achterlijke al-Quds heen.