De autonome dienst
Verhoren
Jacob Dekker
De autonome dienst
Verhoren
Jacob Dekker
De autonome dienst
15-11-2009 – 05-12-2009
Een dissident heeft iets gezegd over geheime diensten in een democratisch land, en dat laten de leden van de geheime dienst niet over hun kant gaan.
Personen:
Stuart, gevangene
Regis, agente van de autonome dienst
Mw. Laszlo, secretaresse
Mw. Stuart
Claudio, haar zoontje: stem
1e scène
Stuart belt met mw. Stuart
Mw. Stuart Kom gauw thuis. Maar rij voorzichtig.
Stuart waar is Claudio?
Mw. Stuart Ik heb hem op schoot. Hij is gevallen op de speelplaats, want ze duwen hem de hele tijd.
Stuart Gat in zijn kop?
Mw. Stuart Niet zo groot als het jouwe. Claudio, zeg een gedag tegen de vader.
Stuart Hallo, Claudio, ben jij het?
Claudio Dag, pappa, …
Stuart Wat hoor ik? Ben je weer aan het kleunen geweest?
Claudio Dag, pappa, …
Stuart Heb je een mooie pleister gekregen?
Claudio Ja, …
Stuart Een groene, met een auto erop?
Mw. Stuart Een gele, met een duikboot.
Stuart Ik ben echt heel erg nieuwsgierig.
Mw. Stuart Er is altijd wel wat daar! Ik loop er de hele dag aan te denken. We kunnen hem toch gewoon thuis hebben, Stuart, hoor je me?
Stuart Ik hoor je.
Mw. Stuart Nou hebben ze weer allemaal de griep, en altijd maar die verdomde snotneus.
Claudio Pappa, pappa!
Mw. Stuart Pappa komt zo thuis, lieverd.
Stuart Ik leg neer want ik verpraat mijn tijd nog.
Mw. Stuart Haast je alsjeblieft.
Stuart Ik ben er zo, kusje.
Mw. Stuart Kusje. Claudio, geef je vader een kusje.
Claudio Dag, pappa, …
Stuart Dag, lieverd, ik kom eraan.
2e scène
Regis, Mw. Laszlo, Stuart.
Regis Menner Stuart, wij rijden met U mee.
Stuart Dat zal niet gaan.
Regis Mevrouw Laszlo rijdt.
Stuart Ik rij, en laat me los.
Regis U zit achterin, naast mij.
Stuart Wie bent U? Laat me los!
Regis Handboeien!
Stuart Wat krijgen we nou?
Regis Moet U maar doen wat ik zeg.
Stuart Help, politie, ik word ontvoerd!
Regis Mevrouw Laszlo!
Mw. Laszlo Een klein prikje.
Stuart Au! Wat is … dit?
Regis Zo, dat gaat alweer beter.
3e scène
Regis, mw. Laszlo, Stuart.
Regis Zo, we zijn weer wakker.
Stuart Wakker?
Regis U zult zich wel afvragen waar U bent en waarom U hier bent?
Stuart Dus ik ben hier?
Regis Mevrouw Laszlo!
Mw. Laszlo U bent de gevangene van de autonome dienst, in detentie-blok B-24, en U bent hier om te worden verhoord over Uw uitlatingen aangaande de geheime dienst.
Stuart Autonome, geheime?
Regis Twee namen voor hetzelfde.
Stuart Ik zou daar iets over hebben gezegd?
Regis Als de verdoving is uitgewerkt keert Uw geheugen wel weer terug.
Stuart Misschien kunt U het me zo even vertellen.
Regis Ik ben agente van de autonome dienst, mevrouw Laszlo is mijn secretaresse. Mijn naam is Regis, U spreekt me aan met mevrouw.
Stuart Mevrouw, aangenaam.
Regis Als U gewoon meewerkt zijn we hier zo mee klaar.
Stuart Dat zou fijn zijn, want mijn vrouw wacht op me met het eten en haar zenuwen zijn bepaald zwak.
Regis U zult haar dadelijk zien.
Stuart Is ze hier?
Regis Waar is hier, meneer Stuart?
Stuart Detentie-blok …
Mw. Laszlo B-24.
Stuart Dank U.
Regis Zij is thuis, bij Uw zoon.
Stuart Nou, dat is tenminste iets.
Regis Ze zal toch geduld moeten hebben.
Stuart Laten we dan beginnen.
Regis Daar ben ik voor. Mevrouw Laszlo.
Mw. Laszlo We beginnen met twee maanden eenzame opsluiting in een dode cel.
Regis We hebben een wachtlijst.
Stuart Is dit een ziekenhuis?
Regis Geen slechte vergelijking.
Stuart Behalve dat er voor deze aanhouding, of opname, een arrestatiebevel nodig is.
Regis De gedachte achter een wachtlijst is de volgende. De patiënt wordt geïnstitutionaliseerd en gedraagt zich daardoor onderdaniger. Het levert ook meer geld op, want wachten maakt de mensen nog zieker van ze al zijn. Het aanzien van de instelling groeit naarmate er schijnbaar meer mensen afhankelijk van zijn, namelijk de wachtenden.
Stuart U gaat niet in op wat ik zeg.
Regis Dit is Uw eerste training. Luister goed. Mevrouw Laszlo.
Mw. Laszlo De gedetineerde moet worden doordrongen van het feit dat hij of zij volkomen van ons afhankelijk is. Afwisselend met zachte, troostende woorden en de harde hand van tortuur of dreiging daarmee wordt de gedetineerde ertoe gebracht zich aangepast te gedragen. Alleen langs die weg is bevrijding mogelijk. Laatste voorwaarde is oprechte dankbaarheid voor de moeite die de autonome zich dienst om Uwentwille heeft getroost.
Regis In een notendop.
Stuart Het is een beetje nieuw voor me.
Regis Binnenkort is het allemaal gesneden koek.
Stuart Kunt U me misschien een paar wenken geven, over hoe ik er het snelst vanaf ben.
Regis Daar is niets op tegen. Mevrouw Laszlo.
Mw. Laszlo Maar zo blijft er voor ons niets meer over om te doen.
Regis Welja, ze zijn allemaal te ijdel om het toe te geven voordat ze de dankbaarheid hebben geleerd.
Mw. Laszlo Kijk, meneer Stuart, U moet ervan worden doordrongen dat het er helemaal niet toe doet wat U zegt. Het ene moment zegt U dat het rood is, en het volgende moment dat het een krokodil is. Enige lijn, of samenhang, of voor mijn part denken dat je een vent bent als je een keer voet bij stuk houdt, of dat je een sukkel bent als je breekt, dat is allemaal onbelangrijk. Er is niemand die het wat kan schelen.
Stuart Dat gaat een heel andere kant op dan gewoon, ouderwets hersenspoelen.
Regis Heel goed, meneer Stuart.
Stuart Of iemand een of ander geheim proberen te ontfutselen.
Mw. Laszlo Allemaal niet interessant.
Regis We zijn autonoom. Spionnen, staatsgeheimen, propaganda, daar houden wij ons niet mee bezig.
Stuart Onder welk ministerie ressorteren jullie?
Regis Een ministerie? Wat een idee!
Mw. Laszlo We bestaan niet.
Stuart Daarom weten we niet waar we zijn.
Regis Heel juist.
Stuart U bent niemand verantwoording schuldig?
Regis Verantwoording?
Stuart Aan een democratische instelling.
Regis Behalve dat de democratische instelling doet alsof we niet bestaan.
Stuart Maar dit kost toch geld.
Mw. Laszlo We leggen beslag op Uw salaris.
Stuart Waar moeten mijn vrouw en kinderen dan van leven?
Mw. Laszlo Meneer Stuart, dat is Uw zorg.
Regis Het is bovendien Uw eigen stomme rotschuld.
Stuart Dat zie ik niet in.
Regis Wij wel, en daar gaat het om.
Stuart U kunt mensen toch niet zonder vorm van proces opsluiten?
Regis Dat kunnen we wel.
Stuart Mijn vrouw zal me opgeven als vermist. Ze zet er een advocaat op.
Regis Zo, een advocaat, indrukwekkend.
Stuart Als ik eruit kom gaan jullie voor schut.
Mw. Laszlo Allemaal even naïef.
Regis Bent U gelovig, meneer Stuart?
Stuart Ja, dat ben ik.
Regis Dan hebt U een vaste stut.
Mw. Laszlo Dan zult U snel onderdanigheid leren.
Stuart Voor God, en niet voor de mensen, daar zit wel een verschil.
Regis De verhoren zullen het uitwijzen. Mevrouw Laszlo, sluit hem op.
Stuart Eenzame opsluiting?
Mw. Laszlo In een dode cel.
Stuart Dat lijkt me heerlijk.
Regis Is het ook want na twee maanden eenzame opsluiting gelooft U alles wat ik zeg.
Stuart Ik kijk ernaar uit.
4e scène
Regis, mw. Laszlo.
Regis Hoe lang zullen we hem vergeten?
Mw. Laszlo Ach, een week eenzame opsluiting is genoeg, als het niet een dag is.
Regis Grappig, dat iedereen zich voor zo sterk houdt …
Mw. Laszlo Zoals een gezond mens een zieke veracht, zoals de jeugd de ouderdom hoont.
Regis Hoe is het met jou?
Mw. Laszlo Ik ben onzeker. Als ik de straat oversteek wil ik dat iemand mijn hand vasthoudt. Ik ben genezen verklaard, wat wel bewijst wat voor stinkende wonden onze heelmeesters slaan. Maar ik leef nog. Ieder uur is er weer een.
Regis Ik ben blij dat je er weer bent.
Mw. Laszlo Ik had veel boeken in de kast staan die ik nog niet had gelezen.
Regis Dat benijd ik je.
Mw. Laszlo Misschien had ik beter tv series kunnen gaan kijken. Dat ben je zo weer vergeten. Na al die lectuur twijfel ik of ik nog wel geschikt ben voor dit werk.
Regis Twijfel? Wat heb je gelezen? Dan Brown?
Mw. Laszlo Onze tak van dienstverlening is dat linke soep. Voor ik het weet word ik ontvoerd.
Regis Als we een missie hadden.
Mw. Laszlo Neen, daar heb je weer gelijk in. Het gaat nergens meer over. Wij zijn niet voor de revolutie, en we zijn er niet tegen. We zijn gewoon autonoom.
Regis Rijmt bijna. Dan is het de halve waarheid.
Mw. Laszlo Wat is de hele?
Regis Het is waar als het rijmt.
Mw. Laszlo Daar hoeven we ons nooit meer druk om te maken.
Regis We kunnen ons bezighouden met onze cliënten.
Mw. Laszlo Ik vind deze Stuart onaangenaam. Lijkt hem heerlijk, eenzame opsluiting.
Regis Dat is bluf. Is hem gegund. Dat zal hem des te eerder doen inzien dat het zijn eigen schuld is wat er met hem gebeurt, want hij wilde onze kaarten zien.
Mw. Laszlo Eenzaam. Dood.
Regis Hij zegt dat hij gelovig is.
Mw. Laszlo Staat niets over in zijn papieren.
Regis Hoe komt hij er dan bij? Voor God, en niet voor de mensen, zei hij.
Mw. Laszlo Komediant.
Regis Of hij beseft waar hij aan begonnen is en zet vast een paar lijntjes uit. Fijn om alleen te zijn, communiceren met het hogere, daarna er eens rustig over praten met ervaringsdeskundigen.
Mw. Laszlo Dat is ons perspectief.
Regis Hebben we misschien weggegeven, in onze onachtzaamheid.
Mw. Laszlo Of hij is belezen. Er is over dit onderwerp nogal wat geschreven, namelijk. Ik ben zelfs bang dat de gedetineerden daar een houvast aan ontlenen.
Regis Daar moeten we wat op vinden.
Mw. Laszlo Gevangenschap houdt per definitie een belofte in.
Regis Je bent inderdaad soft geworden.
Mw. Laszlo Bevrijding. Door deze karaktermoord wordt de gevangene bevrijd van zijn eigen karakter.
Regis Het is pas een karakter als je dat inziet, en het een sluit het ander uit, als dat karakter is vernietigd.
Mw. Laszlo Hoe sterker zijn karakter hoe dieper hij in zichzelf teleurgesteld zal worden.
Regis Soms denk ik weleens, waarom schieten we ze niet gewoon neer. Vanuit een rijdende auto. We nemen een paar omstanders mee. Dan weet de hele natie weer dat ze sterfelijke mensen zijn.
Mw. Laszlo Binnenkort.
Regis Als we moe worden?
Mw. Laszlo Dat zijn we al.
Regis Deze halen we nog door de mallemolen, tot hij niet meer weet wat voor en achter is.
Mw. Laszlo Stuart. Oud zes en twintig jaren. Ouders, gescheiden toen hij nog een baby was. Beroepsopleiding in de administratie, later geleerd voor accountant, nog niet beëdigd. Het ongeluk begon met zijn huwelijk. Mevrouw Stuart is een neuroot. Hij is er of te laat achter gekomen of achtte het zijn plicht voor haar te zorgen. Zij neemt hem kwalijk dat zij een neuroot is, maar ze vraagt zich ondertussen af waarom hij niet van haar af gaat. Ze is bezig hun zoontje in een wrak te veranderen, louter om haar man te treiteren. Waarom pakken we haar niet, daar zouden we de mensen een dienst mee bewijzen.
Regis Het is juist de bedoeling de besten onder ons op stang te jagen. Zij is onze eerste handlangster. Zij is onze beste medewerkster. En ze kost niks.
Mw. Laszlo Ik heb de centrale opdracht gegeven haar naar ons door te sturen.
Regis Wat enig! Dan zal ik eens een goed gesprek met haar voeren.
5e scène
Regis, mw. Stuart
Mw. Stuart Waar hangt-ie uit?
Regis Mevrouw, wij weten het niet.
Mw. Stuart Is hij vermist?
Regis Ik ken hem niet, hoe zou ik hem kunnen missen?
Mw. Stuart Ik mis hem!
Regis Dan moet U hem als vermist opgeven.
Mw. Stuart Hij moet toch te vinden zijn. Als hij zijn mobieltje aanzet is hij erbij.
Regis Waar bij, als ik vragen mag.
Mw. Stuart Hij verdwijnt toch niet zomaar, hij voert iets in zijn schild.
Regis Denkt U niet meteen het ergste.
Mw. Stuart Is hij dood?
Regis Alles is mogelijk. Was Uw man depressief? Sprak hij weleens over zelfmoord?
Mw. Stuart Ik ben hier depressief.
Regis Dan sluiten we dat uit. Had Uw man een vriendin?
Mw. Stuart Heeft hij een vriendin?
Regis Dat vraag ik aan U.
Mw. Stuart Ik zou het niet weten. Wat moet hij met een vriendin?
Regis U hebt een goed huwelijk?
Mw. Stuart Natuurlijk heb ik een goed huwelijk. Waarom vraagt U dat?
Regis Het is tamelijk moeilijk met U te praten, mevrouw Stuart.
Mw. Stuart Ik wil weten waar mijn man is.
Regis Dan moet U ons helpen hem te vinden.
Mw. Stuart Door die stomme vragen te beantwoorden?
Regis Waar zag U hem voor het laatst?
Mw. Stuart Voor hij naar kantoor ging en me een kop thee op bed bracht. Claudio sliep nog. Het had gevroren. In bed was het warm. Ik zei nog: blijf lekker bij me. Stuart lachte. De beste baan ter wereld was een ijsbaan zei-die. Hij maakte me aan het lachen. Hij belde me toen hij naar huis ging. Hij stond op straat. Ik kon de kou voelen. Ik hoorde autobanden door de natte sneeuw ploegen.
Regis En sindsdien ontbreekt ieder spoor?
Mw. Stuart Dit gedonder duurt nu alweer weken. Gaan jullie nog eens wat doen?
Regis We hebben heel weinig informatie.
Mw. Stuart Als jullie zo doorgaan is hij steeds verder weg en wordt het spoor koud.
Regis Wat hebt U zelf gedaan om hem te vinden?
Mw. Stuart Ik heb ’s avonds de politie gebeld. De volgende dag ben ik naar zijn kantoor gegaan. Toen heb ik aangifte gedaan van vermissing. Zijn auto heb ik mee naar huis genomen, de sleutels zaten namelijk nog in het contact. Ik ben stad en land afgereden. Familie, vrienden, collega’s, iedereen ben ik afgegaan. Hij heeft inderdaad een vriendin. Die heb ik in elkaar geslagen.
Regis Waarvoor U moet voorkomen.
Mw. Stuart Het is het waard. En ik ben ook kwaad op hem. Zomaar verdwijnen. Zomaar een vriendin. Zomaar zijn auto laten staan. En wat erger is: zijn salaris wordt niet meer uitgekeerd. Ik leef van onze spaarcentjes. Ik heb de auto verkocht. Wat is hier in Godsnaam aan de hand? Wat moet ik denken?
Regis Hoe is Uw zoon eronder?
Mw. Stuart Hij valt iedere avond huilend in slaap. Waar is pappa? Ik weet het niet, Claudio, maar hij is weg en ik weet niet waarheen. Ik ga er kapot aan.
Regis Wees getroost, mevrouw, en zorgt U voor Uw kind. Dat is het enige wat U kunt doen.
Mw. Stuart Daar heb ik echt wat aan. Een stel professionele en duurbetaalde debielen die mij voorhouden wat ik moet doen, omdat dat het enige is wat ik kan doen. En iemand die in het niets verdwijnt, is dat soms een filosofisch probleem? Zijn salaris, waar hij recht op heeft, is hem ontnomen, zodat hij er misschien wel geen recht op heeft. Dit wijst de verkeerde kant op.
Regis Wij zullen al het mogelijke doen.
Mw. Stuart Val dood.
Regis Ik kan U hierin niet tegemoet komen, en ik zou het op prijs stellen als U ons niet meer voor de voeten zou willen lopen.
Mw. Stuart Dat is wel tamelijk gemakkelijk, want U doet niets en U bent nergens.
Regis U hebt de auto van Uw man weggehaald voordat wij die konden onderzoeken.
Mw. Stuart Daar had u vier weken de tijd voor, maar het parkeergeld moest ik betalen.
Regis U hebt de vriendin van Uw man door Uw gewelddadige interventie weinig toeschietelijk gemaakt. Zij weigert medewerking aan het onderzoek.
Mw. Stuart Welk onderzoek is dat? Een onderzoek naar het niets? Naar niemand? Naar nergens?
Regis In dat opzicht zult U nog versteld van ons staan.
Mw. Stuart Het zal wel. U bent nog erger dan Uw secretaresse die buiten staat te roken als de eerste de beste stoephoer. Als ik degene die dit op zijn geweten heeft te pakken krijg dan is hij nog niet jarig, dan maak ik hem van kant.
Regis Uw inzet en Uw ijver zijn voorbeeldig, mevrouw. Als Uw man dit weet zal het hem sterken.
Mw. Stuart Sterken? Waarin sterken, waarmee? Weet U hier meer van?
Regis Net zo weinig als U.
Mw. Stuart Deze zaak stinkt. Dit is geen gewone verdwijning.
Regis Uw gedrag grenst aan paranoïde schizofrenie.
Mw. Stuart Waarvoor ik mij heden ten dage niet hoef te schamen en wat in het onderhavige geval een goede eigenschap is in plaats van een ziekte. Ik ga nu weg, want ik sta niet voor Uw veiligheid in.
6e scène
Stuart
Stuart Een spin, die wordt opgezogen bij het stofzuigen, en een zak met stof, wat een ellendige dood sterft zo’n wezentje, onschuldige.
Dit is Nacht und Nebel.
Dit is een dode cel, wist ik veel, ik wil niet dom lijken, ik verstond dodencel …
Ik kan dus mijn eigen stem zelf niet horen. Als ik een liedje zing, en ik dood de tijd, of ik speel voor de graaf van Monte Christo, en discussiëren wil met die Ulrike - die wil ik ficken - of de lieve Sabine moed in te spreken, dan kan ik mijn eigen stem zelf niet horen.
Stilte. Waar vind je dat nog?
Holle vaten klinken het hardste, nou, dat gaat hier mooi niet op, mooi niet.
Ik probeer het met gymnastiek.
Oefeningen doen, mediteren, heen en weer lopen, maar ik kijk naar mijn handen en ik weet dat het mijn handen waren, maar ik ken ze niet.
Het houvast is weggevallen, dus zijn mijn handen nutteloos geweest.
Mijn handen, een linker en een rechter, die zeer van elkaar verschillen, toch, als ze zijn afgehakt kun je niet zeggen welke nou de linker en welke nou de rechter was – wie heeft ooit gezegd dat ze op elkaar lijken – die niet eens elkaars spiegelbeeld zijn, of verwisselbaar, wat kan ik met zulke handen doen?
Ik stroom weg. Als water onder de drempel door, naar de oceaan, en die is groot, heel groot.
Dat is paniek.
Van de paniek ga ik hyperventileren.
Varen, draaien, zinken.
Zo gaat dat als je je geloof verliest.
Zoals de dood komt, op klaarlichte dag, weggerukt.
Mijn façade verkruimelend.
Dat is een voordeel?
Oh, dat is alweer mijn façade.
Het zou nu om mij gaan.
Ze zouden zich wel een tijdje kunnen redden zonder mij, ze zullen wel niet achterlijk zijn, ik zou eens aan mezelf moeten denken, dat zullen ze kunnen billijken.
Ik ben alleen nog maar een maag, als een kat op een flat eenzaam in huis alleen nog maar zijn voederbak heeft.
7e scène
Regis, mw. Laszlo, Stuart
Mw. Laszlo Eerste verhoor, afgenomen door Regis, assistentie Laszlo, van Stuart, E. H., tijd 01.25 uur, twee maanden na aanhouding, ondertussen verblijf in detentieblok B-24.
Stuart Uw stem, Uw stem, ik hoor Uw stem, wat is dat een mooie stem, mag ik U kussen?
Regis Loslaten! Stel je niet zo kinderachtig aan. Opstaan en niet aan haar benen zitten.
Stuart Haar voeten dan.
Regis Wegwezen!
Mw. Laszlo Vreemd. Meestal moeten ze U hebben.
Regis Ze moeten altijd mij hebben.
Mw. Laszlo Waarom moet je mij hebben?
Stuart Je praatte tegen me.
Mw. Laszlo Ik praatte over je.
Stuart Stuur me niet weg. Laat me niet alleen.
Mw. Laszlo Voorlopig niet.
Regis We vertrouwen erop dat U inmiddels Uw geheugen hebt opgefrist en dat U mij gaat vertellen waarom U hier bent, zonder dat ik erom hoef te vragen.
Stuart Geheugen. In het geheugen herinnering. Situatie detentie. Verband tussen herinnering en detentie. Te binnen brengen.
Regis In abstracto. Nu graag concreet.
Stuart Mevrouw, wat was de vraag?
Regis Waarom bent U hier?
Stuart Als U dat aan mij vraagt waarom ben ik dan hier?
Regis Precies.
Mw. Laszlo Wij zijn er om U te helpen. Wij beschermen U. Van ons krijgt U de kans om schoon schip te maken. Uw detentie heeft U al een goed eind op weg geholpen.
Regis Of was de detentie voor Uw gevoel nog te kort?
Stuart Ik dacht dat het een strafmaatregel was.
Regis Waarvoor dan?
Mw. Laszlo Detentie is een vorm van bescherming die wij bieden.
Regis Tegen beïnvloeding, begrijpt U?
Stuart Neen.
Regis Tegen alle anderen, behalve tegen ons.
Stuart Kunt U me beschermen tegen detentie?
Regis Dat zou de omgekeerde wereld zijn.
Stuart Ik zou graag af willen zien van deze bescherming en dit hele kinderachtige gedoe.
Mw. Laszlo U leert niet van Uw tegenspoed.
Stuart Ik geef het toe, Misschien kunt U een andere, een betere leerling van straat rapen. Dan bent U van mij en mijn hardleersheid verlost.
Mw. Laszlo Voor ons bent U niet verwisselbaar.
Stuart Mevrouw, mag ik U kussen?
Mw. Laszlo Neen, dat mag U niet.
Stuart Alstublieft.
Mw. Laszlo Geen sprake van.
Regis Meneer Stuart, ik lees U de volgende verklaring voor. Een land behoort geen geheime dienst te hebben.
Stuart Het is een verstandig mens die deze woorden heeft gesproken.
Regis Deze verstandige mens zegt voorts: alle overheidsdienaren behoren aan hun kleding of uniform herkenbaar te zijn, of anderszins zich terstond bekend te maken, alsmede het doel van hun aanwezigheid.
Stuart Goed gezegd.
Regis En deze mens zegt: een geheime dienst is een bedreiging voor de vrijheid van de burgers.
Stuart Het klinkt een beetje als Mao Tse Toeng. Een revolutionair is onder het volk als een vis in het water, zoiets.
Regis Wij hebben deze uitspraken uit Uw vertrouwelijke correspondentie gelicht.
Stuart Deze verstandige mens ben ik dus zelf.
Regis Mao Tse Toeng, meneer Stuart, hebt U het van hem?
Stuart Nou, neen, ik ken uitspraken van Mao alleen uit een stripverhaal over een geheim agent, 327, misschien kent U hem?
Regis Neen, die ken ik niet.
Stuart Maar dit bewijst dan toch dat ik gelijk heb.
Regis Hoe dat zo?
Stuart U hebt het briefgeheim geschonden, en zich wederrechtelijk toegang verschaft tot mijn woning om zulks te doen, om redenen die zich laten raden, namelijk het bespioneren van de burgers in hun eigen land, en toen U iets zag staan dat U niet beviel bet U tot een persoonlijke wraakactie overgegaan.
Regis Meneer, dat is toch onzin.
Stuart Ik heb antwoord gegeven op Uw vraag en ik zal U vertellen dat ik mijn lesje heb geleerd.
Regis Dat doet me genoegen.
Stuart U toonde me de leegte door middel van de eenzame opsluiting en nu is die leegte helemaal gevuld met mezelf, doordat U mij hebt herinnerd aan wat ik al wist, maar weer was vergeten.
Regis Wat fijn. Alleen jammer dat dit mijn petje te boven gaat.
Stuart Ik zou nu heel graag met mevrouw Laszlo naar bed willen gaan, dus als U ons even een uurtje of wat alleen wilt laten, dan kan ik daarna naar huis.
Regis Sluit hem op.
8e scène
Regis, mw. Laszlo.
Regis Wat heb je met die vent?
Mw. Laszlo Hij heeft wat met mij.
Regis Dat is eigenlijk mijn werk.
Mw. Laszlo Je mag het houden.
Regis Niets maakt een vrouwenhart zo koud als een man die haar te voet valt.
Mw. Laszlo Ik kan dat niet beamen.
Regis Daarom ben je niet ontvankelijk voor een dergelijke hommage?
Mw. Laszlo Hou op, alsjeblieft.
Regis Een man zoekt de sterkste, de hardste, de wreedste van zijn bewakers uit, omdat hij van haar het meest te duchten en dus het meest te verwachten heeft.
Mw. Laszlo Misschien heeft hij het in de gaten.
Regis Misschien ben jij harder dan ik.
Mw. Laszlo Reageerde ik niet goed?
Regis Hard en afwijzend. Dat zal hem aan je binden.
Mw. Laszlo En hoeveel heb jij er geneukt?
Regis Ik neuk ze niet.
Mw. Laszlo Neuken ze jou?
Regis Ik verneuk ze.
Mw. Laszlo Geef antwoord.
Regis Het is nooit bij me opgekomen.
Mw. Laszlo Dus je houdt deze zaken gescheiden.
Regis Ben jij mij soms een beetje aan het pesten?
Mw. Laszlo Ik vind dat je onprofessioneel reageert. Wat maakt het uit wie de gevangene te voet vals, zolang hij maar onderworpen is.
Regis Ik waarschuw je werk en plezier strikt te scheiden.
Mw. Laszlo Ik zou het plezierig werk vinden om met die man naar bed te gaan. Hij heeft het. Een vrouw, en wat voor een; een vriendin, wie weet wat hij nog meer doet. Hij is kwetsbaar op dat punt. De eenzaamheid betekent voor hem dat hij geen vrouwen ziet. Dan verhoren wij hem, twee vrouwen, en daar geniet hij van.
Regis Jij gaat je boekje ver te buiten. Moet ik je van de zaak afhalen?
Mw. Laszlo Ik denk hardop mee. Ik onderwerp me aan jouw gezag. Ik kan het niet helpen dat jij een keer niet bent uitverkoren.
Regis Ach, het laat me koud.
Mw. Laszlo Mij niet, maar ik hou het voor me.
Regis We moeten onze werkwijze afstemmen op zijn zwak voor vrouwen.
Mw. Laszlo Er is niets zo burgerlijk als een rokkenjager.
Regis Daarmee krijgen we hem wel klein.
9e scène
Regis, mevrouw Laszlo, Stuart, mevrouw Stuart op video.
Mw. Laszlo Tweede verhoor, afgenomen door Regis, assistentie mw. Laszlo, van Stuart, E. H.: 04.15 uur, detentieblok B-24.
Stuart Uw stem is heerlijk, mevrouw.
Mw. Laszlo Dank U. Luistert U ook naar wat ik zeg?
Stuart Zeg wat U wilt. De klank van Uw stem verheugt me, ik verbeeld me dat U gepassioneerd tot mij spreekt, op een intiem plekje, waar we samen met zijn tweetjes onder de maan …
Regis Genoeg!
Mw. Laszlo Het onderwerp van dit verhoor is de vraag hoe U tot de gewraakte uitspraken over de staat en haar geheime dienst bent gekomen.
Stuart Niet uit eigen ervaring, maar de ervaring heeft ze wel bevestigd.
Regis U denkt dat wij geen poot hebben om op de staan, nietwaar?
Stuart Als U daarmee niet ontrief, neen, U hebt geen poot om op te staan.
Regis Dat betekent dat U de zaak van een kant hebt bekeken. U hebt maar een sentiment gekend. En U hebt de zaak niet diep genoeg doordacht.
Stuart Toch wel.
Regis Laat maar eens horen.
Stuart Ik sta mijn kant van de zaak voor, de anderen moeten voor zichzelf zorgen, ik ben gekke Gerrit niet.
Regis Uitstekend.
Stuart Mijn sentiment was meer een gevoel, van angst, begrijpt U wel, van gezonde achterdocht.
Regis Jegens wie, of wat?
Stuart Een grote, kapitaalkrachtige orde die mij ieder moment kan vermorzelen, als het maar eens bij iemand opkomt.
Regis Maar dat is toch onzin. Waarin zat het U dan tegen dat U achterdocht kreeg? Wie deed U iets aan, dat U bang werd?
Stuart Alle instituties waren een hindernis. School, studie, het huwelijk, zelfs een buitenechtelijke relatie was een gevangenis voor me.
Regis Ik ga nog geloven dat Uw eenzame opsluiting kan worden opgevat als een bevrijding.
Stuart Dat is een gedachtekronkel die ik niet kan volgen.
Regis U bent blij dat U eventjes mag praten, ik heb daar begrip voor. Maar weest U nu eens redelijk. U hebt toch aan de gevestigde orde hard meegewerkt toen U studeerde, en aan het werk ging en verzekeringen afsloot. Uw houding jegens studie, werk en echtgenote getuigt van geen enkel respect, maar U was toch bang voor de gevolgen die deze houding zou kunnen hebben voor U persoonlijk. De anderen, die konden U helemaal niets schelen.
Stuart Natuurlijk wel.
Regis Natuurlijk niet. Jatten voor de baas, maar niet heus: alleen maar jatten voor u zelf. Trouw zweren aan Uw vrouw, en Uw vriendin beloven dat U van Uw vrouw af zult gaan. Tegen Uw zoontje zeggen dat U eraan komt, lieve jonen, ik ben zo thuis, terwijl U een paar uurtjes hebt overgewerkt. Een bange burgerman die zich in letterlijk alles heeft aangepast, maar die er toch in zijn vrije tijd een gratuite eigen mening op nahoudt en klachten heeft over de inrichting van de maatschappij. Wie denkt U wel dat U bent, meneer Stuart?
Stuart Ik ben degene die jullie autonome dienst in leven heb geroepen, en het spijt me heel erg dat ik het nu niet even weg kan denken.
Regis Uw vrouw zal het niet bij wegdenken willen laten. Want zij die doorgaat voor een kreng en een hysterica, houdt er heel andere gewoontes op na dan U, haar wettige echtgenoot.
Stuart Ik dacht dat ik recht had op lichamelijke mishandeling.
Mw. Laszlo Dat komt de volgende keer.
Stuart Dit gaat nog een tijdje zo door?
Mw. Laszlo We schieten al flink op.
Regis Uw echtgenote zoekt U. Ze weet nu veel meer van U dan eerst, en haar liefde is er niet door bekoeld, integendeel, ze staat in vuur en vlam voor U, alsof ze U slechts verwijt dat ze niet wist wat voor een misselijk mannetje U bent voordat U van de aardbodem verdween. Wat had U niet kunnen beleven als U haar steeds de waarheid had verteld? Dan was U geen kleine burgerman geweest, maar een groot man teder bemint door zijn vrouw, een lichtend voorbeeld voor zijn zoon.
Stuart Wilt U beweren dat ik U en Uw instellingen heb opgeroepen, omdat ik een kleine burgerman ben?
Regis We schieten inderdaad flink op.
Mw. Laszlo U hebt talent. Misschien kunt U bij ons komen werken.
Stuart Ik verschaf jullie werk, mag dat ook?
Mw. Laszlo Vertel eens wat U weet over Uw vrouw. Denkt zij na over de staat, of over de geheime dienst? Heeft ze daar gedachten over? Hebt U haar beïnvloed?
Stuart Is ze hier?
Regis Niet in levende lijve, maar ze heeft een videoboodschap op u-tube gezet, die ik voor U zal afspelen.
Mw. Stuart Eduard, Eddy, ik ben het, Eva. Waar zit je? Ik mis je. Kom naar huis. Alles wordt onder mijn kont vandaan verkocht. Het is jouw schuld, lul. Ik kan niets meer betalen, maar ik heb een baantje als serveerster en we krijgen huursubsidie, want we zijn in de Bijlmer gaan wonen en ik ben heel erg eenzaam. Er wordt helemaal niet naar je gezocht. Ze zeggen dat je gewoon met de noorderzon bent vertrokken, maar als dat waar is dan zul je dit ooit een keer zien, Eduard, en dan weet je dat ik heel erg veel van je hou, en dat we voor je klaarstaan, als …
Regis Genoeg.
Mw. Laszlo Uw vrouw heeft de politie bedreigd. Ze moet voorkomen wegens belediging van ambtenaren in functie.
Stuart Mag ik raden wie dat zijn?
Mw. Laszlo U bent met de noorderzon vertrokken. U hebt gedaan wat U in Uw hart altijd al wilde doen. Ertussenuit knijpen, de boel de boel laten en heel ergens anders doen alsof U helemaal geen burgermannetje bent.
Regis Met een hypotheek en een ongevallenverzekering.
Mw. Laszlo Een vrijstaand huis in Amstelveen, met een tuin voor de kinderen.
Regis De enige die het goede arbeidersbewustzijn heeft dat is Uw zogenaamd neurotische vrouw, die gewoon haar handen uit haar mouwen steekt en bier tapt en broodjes met worst serveert voor schaftende bouwvakkers.
Stuart Ik ben trots op haar.
Mw. Laszlo Zolang zij volhardt in haar zogenaamde trouw aan U, trouweloze, houden we U hier vast.
Regis Zo helpt ze ons.
Mw. Laszlo Want iedereen helpt ons.
Regis Ook U hebt ons geholpen, meneer Stuart, trouwe belastingbetaler aan de grote, kapitaalkrachtige orde die U zo bedreigend vindt.
Mw. Laszlo Wat is onze orde zonder angst?
Regis Wie zorgt ervoor dat U bang bent?
Mw. Laszlo U zelf, meneer Stuart.
Stuart Dit is meer een catechisatie dan een verhoor.
Regis De tape, mevrouw Laszlo.
Mw. Stuart … je thuiskomst, Dennenoord 439, dan lig ik voor je klaar met mijn benen gespreid om je te ontvangen in mijn schoot, want er is niets waar ik zo naar verlang als een keer stevig met je te neuken, en …
Mw. Laszlo Ze noemt de dingen gewoon bij de naam.
Regis Hoe komt zo’n vent aan zo’n vrouw?
Mw. Laszlo Ze ligt er klaar voor. Speelt ze al met zichzelf?
Regis Staat helaas niet op u-tube.
Mw. Laszlo Zou toch veel meer kijkers trekken.
Stuart Mag ik het hele filmpje zien?
Regis Ze gaat nog wat huilen.
Mw. Laszlo Bent U daar tegen bestand?
Stuart Misschien niet.
Regis U moet de hoop laten varen.
Mw. Laszlo We laten U niet meer gaan.
Regis We kunnen die werkende vrouw eenvoudig laten verrekken.
Mw. Laszlo Daarvoor hoeven we maar een kleine burgerman uit de samenleving te verwijderen.
Regis Omdat die toevallig iets heeft gezegd.
Mw. Laszlo U wist zelf niet eens meer wat.
Regis Hoe moet Uw vrouw er dan achter komen?
Stuart Is dit een manier om het cellenoverschot te vullen? Dan is mijn hoop gevestigd op de criminaliteit.
Regis Sluit hem op!
10e scène
Regis, mevrouw Laszlo, mevrouw Stuart.
Mw. Stuart Jullie weten waar hij is. Geef hem aan mij terug.
Regis U doet alsof hij van U is.
Mw. Stuart Wat dacht je dan, ik ben met hem getrouwd.
Regis U weet nu toch meer van hem af dan U lief is?
Mw. Stuart Ik kan geen goed woord over hem zeggen, maar geen kwaad woord van hem horen.
Regis Toch gedraagt U zich wanordelijk zodra er iets over hem bekend wordt.
Mw. Stuart Alsof ik niet in mijn recht sta.
Regis Een jonge vrouw mishandelen, politie agenten met fysiek geweld bedreigen. Wat bereikt U daarmee?
Mw. Stuart Het was lekker die trut verrot te slaan. En die smeris lokte me uit.
Regis En U scheldt Uw man uit, op u-tube.
Mw. Stuart Ik ben de enige die hem mag uitschelden.
Regis U dient Uw echtgenoot te respecteren.
Mw. Stuart Ga je hem dat ook vertellen? Of geldt dat verwijt alleen voor mij?
Regis Ik kan hem niets vertellen.
Mw. Stuart Je kunt mij ook niks vertellen. Wanneer gaan jullie je werk doen? Zoeken jullie hem soms op u-tube?
Regis U komt hier om ons te vertellen hoe we ons werk moeten doen?
Mw. Stuart Jullie moeten die aanklachten tegen mij wegwerken, hoe heet het, seponeren.
Regis Daartoe hebben wij geen bevoegdheid.
Mw. Stuart Ik was mezelf niet. Jullie moeten een verklaring afleggen, zodat ik vrijuit ga.
Regis U bent schuldig aan mishandeling en bedreiging.
Mw. Stuart Daar gaat het niet om. Ik kan die boetes niet betalen. Straks staan we op straat. Ik heb ook nog een klein kind.
Regis Dat zijn de gevolgen van Uw wangedrag. Laat het een les voor U zijn.
Mw. Stuart Jullie verdienen hier slapend je geld. Of hij weg is of terugkomt maakt voor jullie niets uit. Waarom wordt zijn salaris niet doorbetaald? Waarom is er geen internationaal opsporingsbevel uitgevaardigd? Wie zijn jullie eigenlijk?
Regis Als het afhangt van onze prestaties of wij worden betaald of niet is er helemaal niemand meer die dit werk zal willen doen.
Mw. Stuart Dat is dan stukken beter dan wat er nu wordt gepresteerd, namelijk minder dan niks.
Regis Wat zijn salaris betreft: hij is zonder opgave van reden afwezig. Zijn werkgever heeft het recht zijn salaris in te houden. Er zijn regels waaraan wij ons te houden hebben in dit land.
Mw. Stuart Als die regels wat betekenden dan waren jullie op zoek, dan hebben jullie hem al gevonden, dan kon ik hem mee naar huis nemen.
Regis Wat zou U thuis met hem doen?
Mw. Stuart Hem platnaaien tot hij niet meer weet wat boven en onder is.
Regis Even serieus.
Mw. Stuart Ik denk dat ik best een hartig woordje met hem te spreken heb.
Regis Zou hij dat weten?
Mw. Stuart Reken maar van yes.
Regis Misschien ziet hij er wel tegenop om naar huis te komen.
Mw. Stuart Hij heeft vast een goeie smoes.
Regis Misschien wil hij niet naar huis komen. Hebt U daar wel eens aan gedacht? Misschien is hij dat burgerlijke rotbaantje bij die schaamteloze dievenbende wel spuugzat. Misschien kotst hij van Amstelveen. Misschien baalt hij van zijn vriendin. Misschien wil hij niets meer met U en dat kind van U te maken hebben. Misschien overschat U Uzelf, mevrouw, en jaagt U op een schim.
Mw. Stuart Alleen een nietsnut zoals jij kunt zulke misselijke onzin bedenken. Je weet niets van hem af en je lult uit je nek. Die achterbakse leugenaar, die erotomaan, had geen twijfels over het bestaan. Daar was hij simpel genoeg voor. Je wilt mij in verwarring brengen, en twijfel zaaien in mijn hart. Misschien houdt je man niet meer van je? Dat is op dit moment niet uit te maken. Het gaat erom wat ik weet. Ik hou van hem, en daar ga ik op aan.
Regis Wij doen al het mogelijke om U te helpen.
Mw. Stuart Zorg dat die zaakjes worden geseponeerd.
Regis Dat kan ik niet.
Mw. Stuart Vaardig een arrestatiebevel uit.
Regis Daarvoor bestaat geen aanleiding.
Mw. Stuart Bedankt. Ik moet nu helaas gaan. Ik heb werk, zie je, dat echt gedaan wordt.
Regis Goedemorgen, mevrouw Stuart.
11e scène
Regis, mevrouw Laszlo.
Regis Oh, wat is liegen toch heerlijk! Ik zou ervoor gekust willen worden.
Mw. Laszlo Laat mij je kussen.
Regis Bah, zeg, waar hou je me voor.
Mw. Laszlo Voor een vrouw die smacht naar de liefde.
Regis Je zult jezelf bedoelen.
Mw. Laszlo Ik ontken het niet.
Regis Dat zou je wel moeten doen, want op deze manier word je ongeschikt voor dit werk.
Mw. Laszlo Ik zie dat de lustgevoelens worden opgewekt door het wangedrag, en dat niet het wangedrag voortkomt uit een ontspoorde lust.
Regis Je weet er aardig wat van.
Mw. Laszlo Ik leer mezelf kennen, en het is geen onverdeeld genoegen.
Regis Waarom kus je me niet?
Mw. Laszlo Alleen met jouw toestemming.
Regis Ik geef je toestemming de gevangene te kussen.
Mw. Laszlo Dat is slechts mijn wens, en we hebben het nu over de jouwe.
Regis Ik heb mezelf weer in de hand. Het zal niet meer gebeuren.
Mw. Laszlo Is de liefde dan alleen nog maar een manier om gevangenen te kwellen?
Regis Dat is ons werk.
Mw. Laszlo Nu wil ik niet werken, niet nu ik jouw nood heb gezien, nu wil ik liefde.
Regis Je gaat je boekje te buiten.
Mw. Laszlo Dit is geen regeling uit het boekje. Jij wilt een kus. Ik ben er voor je.
Regis Het gevoel dat werd opgewekt door de leugen wil jij bevredigen?
Mw. Laszlo Jij vindt dat ik me daarvoor moet schamen?
Regis Dit begint op sexuele intimidatie te lijken.
Mw. Laszlo Het is een liefdesverklaring.
Regis Het is een manier om je meerdere te koeioneren.
Mw. Laszlo Om haar te bevredigen.
Regis Dat je zulke woorden in je mond durft te nemen.
Mw. Laszlo Bevredigen.
Regis Dat woord, ja.
Mw. Laszlo Zalig woord. Vrede schenken, aan een getourmenteerde vrouw, haar over het hoogtepunt van haar marteling heenbrengen. Dan lig je in mijn armen, met behuilde ogen, bevredigd.
Regis Ik heb er geen behoefte aan.
Mw. Laszlo Ik wel. Ik wil je zuchten oogsten, je tranen opvangen, je kussen, en de verrukking van je lichaam meebeleven, dichtbij je in mijn bed, dat is voor mij het hoogste goed.
Regis Je stelt je vreselijk aan.
Mw. Laszlo Kom dan bij me. Zo, zo is het goed. En leg je hoofd aan mijn borst, en vertel me wat je hebt gedaan.
Regis Ik heb Fidelio in hoogsteigen persoon een rad voor ogen gedraaid, ik heb mijn machtspositie ten volle uitgebuit jegens een wanhopige, weerloze en straatarme vrouw, en toen heb ik het ergens diep van binnen voelen krimpen, krimpen en nog eens krimpen, en ik werd er heerlijk zacht van, ik wilde een kus …
Mw. Laszlo Neem deze kus dan, leg je hand in je kruis en wrijf jezelf eens op, je kunt het zelf het beste.
12e scène
Stuart, mevrouw Laszlo, mevrouw Stuart op video.
Mw. Laszlo Derde verhoor, afgenomen door mij, Laszlo, van Stuart, E. H., tijd 22.45 uur, detentieblok B-24.
Stuart Waar is die andere?
Mw. Laszlo Welke andere?
Stuart Jullie bouwen het af? Eerst twee, dan een, tenslotte helemaal niemand meer.
Mw. Laszlo Dat is best mogelijk.
Stuart Ik ben tot alles bereid.
Mw. Laszlo We zullen het zien.
Stuart Niet zien, zeggen! Ik zeg het. Ik ben tot alles bereid, want ik kan er niet meer tegen.
Mw. Laszlo Waar niet tegen?
Stuart Ik moet eruit, want ik word gek. Ik ben het al. Het is al te laat, voor mij, te laat.
Mw. Laszlo Laat mij dan voor U zorgen.
Stuart Gaat dit nog voorbij?
Mw. Laszlo Het is zo weer voorbij. Alles wordt anders. Dan komen we elkaar tegen, op een feestje ter ere van die goeie ouwe tijd, toen we nog met zijn allen werden onderdrukt, maar wat hadden we het goed, en dan zeg ik: ik was het met je eens, beste jongen, helemaal met je eens, maar stel nu eens dat ik dat had laten blijken, dan had ik gezeten waar jij nu zit.
Stuart Je haalt de tijden door elkaar.
Mw. Laszlo Hoe dat zo?
Stuart Ik ben het met je eens, daarom zou ik nu zitten waar jij ooit zat.
Mw. Laszlo Ik ben het met je eens, maar dat deed nooit ter zake, want ik heb de sleutel en jij zou die moeten zien te krijgen.
Stuart Je speelt met me.
Mw. Laszlo Dat doet U met mij.
Stuart Dus je speelt mee.
Mw. Laszlo Ik vind het een leuk spel.
Stuart Je ging er toch eerst niet zo in mee.
Mw. Laszlo Ik begin me in te leven.
Stuart Je hebt een plan.
Mw. Laszlo Het is meer een plannetje.
Stuart Ik wil het horen.
Mw. Laszlo Onze verhouding roept bepaalde gevoelens bij me op.
Stuart Die heb ik nog nooit eerder gehoord.
Mw. Laszlo U kende ook nog nooit een vrouw zoals ik.
Stuart Ik vind dit een leuk plannetje.
Mw. Laszlo Het is mijn werk om ze te bedenken.
Stuart En, is dat plannetje nieuw voor je?
Mw. Laszlo Ja, het is nieuw voor me, heel nieuw. Ik ben ernstig ziek geweest, moet U weten. Kanker. Zonder te overdrijven kan ik zeggen dat ik heb geleden. Ik ben teruggekeerd uit de diepste duisternis, die misschien wel erger is dan de dood. Chemo. Bestraling. Amputaties en reconstructies. Wat zeg je van mijn haar? En nu wil ik liefde, diep op de bodem van de hel, want U roept bepaalde gevoelens bij me op, die ik mij herinner uit de mythische voortijd van mijn pijn en mijn eenzaamheid.
Stuart Dit is je werk?
Mw. Laszlo Dit is het enige werk.
Stuart Zo vang je terroristen?
Mw. Laszlo Ik doe mijn werk als ik terroristen vang?
Stuart Ik heb een voorwaarde.
Mw. Laszlo We maken een deal, dat is geil, dat doen hoeren, daar ga ik voor.
Stuart De tape van mijn vrouw, zou ik die een keer in zijn geheel mogen zien?
Mw. Laszlo Ik speel hem af terwijl ik op Uw schoot zit, met Uw lul in mijn kut, dan kunt U er over mijn schouder naar kijken.
Stuart Het is een eerste klas arrangement.
Mw. Stuart … want er is niets waar ik zo naar verlang als een keer stevig met je te neuken, en je klaar te maken waar en hoe je maar wilt. Ik ben zo eenzaam! De verzekering voor tegen onze begrafenis is vervallen, ik heb je moeten uitschrijven bij de zorgverzekeraar, en je computer is gecrasht met al je games en je pornosites, ik wist niet dat er zulke dingen bestonden! Ik ben verhoord door de recherche. Ze denken dat ik er meer van weet dat jij weg bent. Ze denken dat het verzekeringsfraude is. Heb jij soms een strafblad? Ik zei: ja, ik weet er alles van, die smerige hufters van de geheime dienst houden mijn man gevangen, en ik kan jullie precies vertellen waar hij zit, maar dat was belediging van een ambtenaar in functie en daar krijg ik een douw voor. Ze liegen en bedriegen en ze dekken elkaar. Het is helemaal vastgelopen. Iedereen kijkt mij erop aan dat jij bent verdwenen. Of ik heb je van kant gemaakt en aan de meeuwen gevoerd. Of ik ben zo’n rotwijf en je bent er vandoor gegaan. Of ik speel met je onder een hoedje. Hoe dan ook ben ik veroordeeld.
Mw. Laszlo Je vrouw is niet van jouw niveau, hè, arbeiderskind, hart op de tong, neurotisch, kijkt naar de TV. Je vraagt je af: waar zit haar verstand? In haar hart, meneer Stuart, waar het hoort. En niet in de bankrekening, of in je lul, of in het Leerboek Eenvoudig Boekhouden.
Stuart Is er nog meer?
Mw. Laszlo We kunnen dit fijne verhoor nog uren voortzetten, en herhalen zo vaak als U maar wilt.
Stuart Het is heerlijk om haar zo te zien. Wat een verrukkelijke vrouw is ze. Ik heb haar verwaarloosd en genegeerd, en, kijk nou eens wat een kracht, wat een mooi karakter. Ze kijkt dwars door het hele vuile spelletje heen.
Mw. Laszlo Dat is inderdaad een prestatie van formaat voor zo’n eenvoudig persoon. Het zal nog moeite kosten haar aan het lijntje te houden.
Stuart Het is net alsof ik haar karakter en haar trouw op de proef heb willen stellen.
Mw. Laszlo Als U onzeker bent, dan had U dat moeten doen.
Stuart Het lucht me geweldig op haar zo te zien.
Mw. Laszlo En als U haar weer terugziet?
Stuart Zal ze zeggen dat ze haar plicht heeft gedaan.
Mw. Laszlo U gaat dus niet zeggen dat de autonome dienst geen bestaansrecht heeft?
Stuart Dat zal ik blijven zeggen.
Mw. Laszlo Ook met Uw hoofd tussen mijn borsten?
Stuart Tussen je gereconstrueerde borsten.
Mw. Laszlo Genoeg! Echte borsten of niet, en wat ruime kut op de koop toe, maar het heeft U niet verhinderd om erin klaar te komen.
Stuart En jij, wat heb jij ervan terechtgebracht?
Mw. Laszlo Ik heb mijn plicht gedaan.
Mw. Stuart Stuart! Kom naar huis, alsjeblieft, maak het weer goed met me.
Stuart Zet dat af!
Mw. Laszlo Zullen we U de straat opgooien, naakt en zonder papieren?
Stuart Lijkt me toepasselijk.
Mw. Laszlo Of zullen we U nog een paar jaar in eenzame opsluiting houden?
Stuart eenzaam opgesloten, dat was nog de beste tijd, voor de verhoren, het proces, de veroordeling, maar alleen in retrospectief.
Mw. Laszlo U geeft mij niet de liefde die ik verlang, en U bespot mij om mijn ziekte.
Stuart Ik ben in jouw hand. Geef me de vrijheid die ik bemin, als je van me houdt.
Mw. Laszlo En wat heb ik dan?
Stuart Dat je meer hebt gedaan dan je plicht, en dat je mijn liefde verdient.
Mw. Laszlo Dat is onmogelijk. Wat heb ik aan Uw liefde als U vrij bent, want dan verlang ik niet naar U.
Stuart Dan zijn we niet voor elkaar gemaakt.
Mw. Laszlo Oh, deze liefde is bitter.
13e scène
Regis, mevrouw Laszlo.
Mw. Laszlo Zij zegt: maak het goed met me. Ze voelt zich schuldig aan zijn verdwijning.
Regis Dat is mooi.
Mw. Laszlo We laten hem nog een tijdje verrotten.
Regis We maken haar het leven zuur tot ze groen en geel ziet.
Mw. Laszlo Toch hebben zij gelijk.
Regis Maar wij hebben het genot.
Mw. Laszlo Het is wel ver gekomen met ons.
Regis Wij hebben onszelf gevonden en we genieten van onze vrijheid.
Mw. Laszlo Ik heb toegegeven aan een bepaalde neiging.
Regis Je hebt je hart gevolgd.
Mw. Laszlo Voor mijn part was het mijn hart, maar het is toch een liefde die ten koste gaat van de gijzelaar die ik bemin, en ik kom er niet helemaal uit.
Regis Je denkt teveel en je bent te weinig filosofisch, vooral nu je een keer bent bevredigd – oh, dat heerlijke woord – en je de weg is gewezen, want waarom moet je zijn liefde hebben, als je de mijne hebt?
Mw. Laszlo Ik zal hem beminnen. Ik voeg toe aan de eenzaamheid en de stilte, de honger en de kou. Ik wil hem zien gloeien van zijn morele superioriteit, ik wil hem zich zien warmen aan de kolen van zijn bewondering voor zijn vrouw. Hij zal me eeuwig dankbaar zijn voor de liefde die ik hem zal geven.