SAINT CHRISTOPHE
De legende van de heilige Christoffel, martelaar voor het geloof.
Naar De gouden legende, of De levens van de heiligen van Christus' kerk door Jacob van Vorage.
Mirakelspel
JACOB DEKKER
SAINT CHRISTOPHE
De legende van de heilige Christoffel, martelaar voor het geloof.
Naar De gouden legende, of De levens van de heiligen van Christus' kerk door Jacob van Vorage.
Mirakelspel
JACOB DEKKER
Sainte Lucie
23-06-2005 – 14-07-2005
Lucia brengt haar zieke moeder naar het graf van de Heilige Agathe, die haar geneest van haar kwalen. De keizer vervolgt de Christenen, en hoewel Lucia bijstand krijgt van de engelen, kan ze de problemen niet de baas.
Personen:
Het Kindeke
De Heilige Christoffel
Nicée
Aquilinie
De Prefect
Soldaatje
Op het podium staat een standbeeld van de keizer van Rome
1e scène
Het Kindeke, Christoffel.
Het Kindeke Je kan me lekker toch niet pakken!
Christoffel Zal jij zien wat ik kan. Kip, ik heb je!
Het Kindeke Hahaha! Je bent aardig snel voor zo'n logge vent. Nog eens. Nog eens.
Christoffel Ho, hier blijven jij, ik blijf niet aan de gang.
Het Kindeke Je kan me lekker toch niet pakken!
Christoffel Hier heb ik je al bij een lurf, kwaaie aap, en blijf nou eventjes stil zitten aub.
Het Kindeke Ik wed dat ik kan ontsnappen.
Christoffel Top! Kan je toch niet. En, weg is-ie.
Het Kindeke Je kan me lekker toch niet pakken! Vette logge dikzak. Mispoes! Vette logge dikzak.
Christoffel Ik ben een beetje achter adem, geloof ik.
Het Kindeke Jij bent oud.
Christoffel Dat zegt een kind.
Het Kindeke Gaan we nou nog oversteken, of hoe zit het? Dat lummelt maar rond aan de oever van een rivier, en als er een klant komt dan ben je moe.
Christoffel Waarmee ga jij betalen?
Het Kindeke Met een tekening, meneer.
Christoffel Weten je ouders waar je bent?
Het Kindeke Ik ben mijn eigen vader.
Christoffel Met zo'n instelling krijg je het nog zwaar te verduren in je leven.
Het Kindeke Zover is het nog lang niet.
Christoffel Je doet je moeder veel verdriet, wist je dat?
Het Kindeke Neen, dat wist ik niet.
Christoffel Je zwalkt bij nacht en ontij langs de weg, je speelt wilde spelletjes en je jaagt de mensen de stuipen op het lijf.
Het Kindeke Heb jij weleens naar je eigen gekeken? Van dat porem van jou gaan de honden aan de haal.
Christoffel En je scheldt oudere mensen uit, dat is heel lelijk van je.
Het Kindeke Jij hebt mooi niks over mij te vertellen, en je moet je kop houden over mijn moeder.
Christoffel Heb je geen honger, moet je niks eten?
Het Kindeke Ik wil naar de overkant, zet me over, dan ben ik van dat gezeur van jou af.
Christoffel Klim maar op mijn rug, mijn jongen, dan maken we er werk van.
Het Kindeke Hoi hoi hoi!
Christoffel Het is maar een klein eindje, maar toch een heel eind voor zo'n klein opdondertje zoals jij.
Het Kindeke Ik ben zo groot als de wereld.
Christoffel Dat dacht je maar.
Ho, wat is dat, het water staat in mijn broek, en het wast tot aan mijn middel.
En het is geeneens geen regentijd.
Hou je vast, jongen, klim op mijn nek, want het water staat me tot de lippen.
Het Kindeke Hou vol, meneer, we zijn er bijna.
Christoffel En wat ben jij zwaar! De dikke dames zijn er niks bij. Ik zak weg in de modder en mijn rug kraakt onder dit gewicht.
Het Kindeke Gewoon doorgaan. Je kunt het. Ik heb je nog gewaarschuwd, maar niemand luistert ooit naar een ander.
Christoffel Dat moet jij nodig zeggen. Zo'n klein poestig opscheppertje, moet ik die op zijn woord geloven?
Het Kindeke Dus is het de boodschapper en niet de boodschap.
Christoffel Die is voor jou.
Het gaat alweer, ik voel de kracht terugkeren in mijn benen. Het komt op de benen aan, wist je dat?
Het Kindeke Ik geloof het.
Christoffel Daar zijn we aan de kant. Jongen, klim voorzichtig naar beneden. Ben je erg nat geworden?
Het Kindeke Het mag geen naam hebben.
Christoffel Nou, ik ben anders zeiknat, moet je kijken, ik drijf weg.
Kind, je hebt me aan groot gevaar blootgesteld en je was zo zwaar voor me alsof ik de hele wereld op mijn schouders droeg. Ik heb nog nooit zoiets zwaars gedragen.
Het Kindeke Verbaas je maar niet, Christoffel, je had niet alleen de hele wereld op je schouders, maar je hebt de schepper van de wereld gedragen, want ik ben Christus jouw koning, en om het te bewijzen moet je je stok in de aarde planten en hij zal bloemen en vruchten dragen.
Christoffel Bloemen? Vruchten?
Het Kindeke Om daarmee je honger te stillen, na deze zware arbeid in mijn dienst.
Christoffel Mmmmm, dadeltjes! En om de dooie dood geen slechte.
Het Kindeke Als ik wat doe dan doe ik het goed.
Christoffel Dat blijkt wel, mjam mjam mjam, lekker die dadeltjes.
Het Kindeke Je zocht de grootste, Christoffel, om die te dienen, en je ziet, ik ben de kleinste van allemaal.
Christoffel Maar je hebt mij nog om je te dienen.
Het Kindeke Dat is een hele geruststelling.
Christoffel Ik zal je dragen op mijn schouders, door de dadels in mijn maag.
Het Kindeke Het is eigenlijk door de vasten dat je me in je lichaam draagt, maar dat moet je niet al te letterlijk nemen.
Christoffel En ik draag je in mijn hart door het geloof.
Het Kindeke En op je lippen door de belijdenis en door de verkondiging.
Christoffel Dat is wel een beetje moeilijk. Kan ik niet gewoon veerman blijven? Ik kan dat goed en ik doe dat graag.
Het Kindeke Je zult de ongelovigen overzetten naar het geloof, naar het hemels Athene, mijn stad, waar ik Romein ben.
Christoffel Ik heb geen poot om op te staan.
Het Kindeke Ik zal je helpen. Ga naar Samos, verkondig het geloof en bekeer de menigte in mijn naam.
Christoffel Samos? Nooit van gehoord. Is het nog ver?
Het Kindeke Vooruit, naar Samos en geen uitvluchten.
Christoffel Ik ga al, ik ga al.
2e scène
Christoffel, Soldaatje
Christoffel Ga naar Samos, zegt-ie, verkondig het woord, dat was makkelijk gezegd, ik versta geen woord van wat die boeren hier klappen, en als ik zelf mijn mond opendoe en zeg goedemorgen, lekker weertje hebben we, dan rollen ze over de grond van het lachen.
Er zijn hier ook Christenen, en een van hen vouwde zo zijn handen, en dan zei-die wat, iets heel mafs, dat klonk als megabbel megabbel.
Laat ik dat ook maar eens doen, al weet ik niet waar het goed voor is.
Heer, leer mij te spreken.
Ik ben hierheen gekomen, een roteind lopen, op uitdrukkelijk bevel, en nu moet U de rest even voor me doen, Heer, leer mij te spreken en ik zal Uw woord verkondigen.
Soldaatje Wat moet dat hier? Wat is dat voor een loos gewawel?
Vent, sta op, en loop door, je houdt het verkeer op.
En als ik je toevallig een goede sovjet mag geven, loop dan niet te koop met dat ellendige geloof van je.
Als je alleen al de schijn wekt dan koken ze je in de olie.
Christoffel Neen, maar, het helpt.
Soldaatje Koken in de olie helpt? Tegen de schurft?
Christoffel Ik versta je opeens.
Soldaatje Dat is niet zo'n wonder als je wel denkt. Het is pas een wonder als je naar goede raad luistert.
Christoffel Die heb ik even gemist.
Soldaatje Misschien heb je hier wel oren naar.
Kijk, dit is een roede, gemaakt van mooi buigzaam hout, met een harde, metalen knop er bovenop.
Dat komt aan, vooral als ik er een beetje werk van maak, zie je, zo een beetje uit de heup een mep uitdeel.
Christoffel Waarom zou jij een mep uitdelen.
Soldaatje Omdat je me verveelt! Hier. En nog eentje. Hier! En nog eentje.
Christoffel Au au au. Hou daarmee op, ik ga al weg.
Soldaatje Zo, komt er even eentje overeind. Jij bent goed uit de kluiten gewassen, zeg. Ik denk dat ik je maar te vriend ga houden.
Christoffel Ik ben een Christen, en daarom zal ik me niet wreken voor deze schandelijke behandeling.
Allemachtig, wat doet dat zeer, zeg.
Soldaatje Ik zei het nog, het is een stok uit duizenden.
Christoffel Ik heb er ook een.
Soldaatje Ik zie hem. Mooie stok. Maar ik ben je vriend, onthoud dat.
Christoffel Met mijn stok zal ik tonen dat ik je hebben kan.
Soldaatje Je hoeft het niet te bewijzen, ik geloof je op je woord.
Christoffel Zo plant ik mijn stok in de aarde.
Goede burgers van het gastvrije Samos, verzamelt U rondom mijn stok, en zie hem aan, voor wat hij is: dor, droog en dood, en hard, het hout waarmee de beledigde man de hem aangedane smaad kan wreken door het te breken op het hoofd van de onverlaat die hem te na komt.
Maar zie dit hout, dat levenloos was, dat nog goed was voor de wraak en het vuur, om daarin te zijn verdoemd en te worden verteerd in alle eeuwigheid.
Zie dit hout aan, dat is als de ziel van een verstokt en verhard mens, die zijn naaste mishandelt en slaat en daarmee zichzelf verdoemt tot het eeuwige vuur.
Dit hout dat nu verzoening zoekt in de schoot van moeder aarde, die de schoot is van onze heilige kerk.
Ik kniel neer voor dit hout en roep om het behoud van Uw zielen, die verstokt zijn, en als teken draagt dit hout de bloemen van de blijde boodschap en de zoete dadels die de zoete vruchten zijn van het vrome geloof.
Amen
Soldaatje Ze knielen neer! Wat bezielt jullie? Sta op, loop door, jullie houden het verkeer op.
Christoffel Ze knielen omdat ze bekeerd zijn, stommeling.
Soldaatje Bekeerd? Nou dat weer. Waarom?
Christoffel Het hout waarmee ik jou niet je hersens heb ingeslagen, dat geeft bloemen en vruchten. Dadeltjes, hier, neem er ook eentje.
Soldaatje Mmmmm, lekker zeg, zalig. Maar, dat is een wonder. Dat mag niet. Ze bekeren zich omdat je een wonder hebt verricht. Wat faciel.
Christoffel Dit zijn de zoete vruchten van het geloof, iedereen geniet ervan, kijk, iedereen eet ze.
Soldaatje Dit moet je voortaan laten, je moet in het vervolg als een gewoon mens mij de hersens inslaan.
Christoffel Toen ik nog een gewoon mens was kon ik je verkreukelen tussen duim en wijsvinger, van mijn linkerhand.
Maar een Christenmens doet zoiets niet.
In de toekomst zal dat blijken.
Soldaatje Maken wij het nog mee?
Christoffel Bekeer je, net als deze mensen hier, en het komt naderbij.
Soldaatje Ik moet het met mijn meerdere overleggen.
3e scène
Soldaatje, Prefect.
Prefect Wat is dat voor een lawaai? Het lijkt wel alsof er brand is, zoveel mensen zijn er op de been.
Soldaatje Er is een Christenmens in de stad, heer, hij is bezig iedereen stapelgek te maken.
Prefect Jij laat hem zijn gang gaan? Arresteer die man.
Soldaatje Dan heb ik assistentie nodig, want het is een gezonde jongen en goed uit de kluiten gewassen.
Prefect Hoeveel man heb je nodig?
Soldaatje Met twee centuries moet het lukken.
Prefect Tweehonderd man?
Soldaatje Dat zeg ik.
Prefect Dit gaat de verkeerde kant op. Vroeger waren het wijven en afgebeulde slaven, maar dezer dagen sturen ze handwerkslieden op ons dak. We houden het niet tegen die lui.
Soldaatje Hij heeft een staf, heer, en die kan hij bloemetjes laten krijgen, zomaar van het ene op het andere moment, en dadeltjes, heerlijke dadeltjes.
Prefect Jij hebt ze gegeten?
Soldaatje In het kader van het politioneel onderzoek.
Prefect Als ik twee centuries uitstuur om één man te arresteren dan sta ik erop als een incompetente slappeling
Soldaatje Dit kan zo ook niet doorgaan.
Prefect Twee centuries zijn genoeg om een staatsgreep te plegen.
Soldaatje Een wat, heer?
Prefect Een greep naar de macht, lummel.
Ach, hoe lang geleden zijn de tijden van Caesar en Vespasianus.
Twee soldaten die het bevel om de vloer aan te vegen opvolgden zonder te protesteren gaf ze al dromen in over het imperium!
Niemand kent meer de aloude zonde van de staatszucht.
Wat is er van Rome geworden?
Soldaatje Mooie stad, Rome.
Prefect Ga die man halen. En neem die staf mee.
Soldaatje Het zijn echt de heerlijkste dadeltjes die U ooit hebt gegeten.
Prefect Gisteren zijn er twee vrouwen opgepakt.
Soldaatje Dat zijn geen Christenen, heer.
Prefect Ze verkochten hun lichaam langs de kant van de weg.
Soldaatje Net als de handelaren in vijgen, heer.
Prefect Breng ze bij me.
Soldaatje Zoals U wilt, heer.
Prefect Jij bent toch niet zelf bekeerd?
Soldaatje Waarvoor houdt U mij?
Prefect Je hebt van die dadeltjes gegeten. Ik heb gehoord dat de Christenen allerlei geheimen van de natuur kennen, dat ze wonderen verrichtten. Hoe doen ze dat?
Soldaatje Ik ben ongevoelig voor het bovennatuurlijke, heer, maar dat is niet het enige wat ze hebben.
Prefect Ze zijn bewapend?
Soldaatje Ja, en ze zijn sterk ook, maar wat ze dus hebben is dat ze zich niet verweren.
Prefect Maar je wilt wel twee centuries om die man te arresteren.
Soldaatje Als hij weer van zijn geloof afvalt hakt hij me in de pan.
Prefect Dan hoef je hem niet te arresteren.
Soldaatje Hij heeft dus die stok, heer, en ik zeg nog tegen hem: kom op, wees een vent, en sla die stok op mijn kop kapot, en wat denkt U, hij verdomde het gewoon.
Prefect Zo is Rome niet groot geworden, maar zo gaat het wel naar de verdommenis.
Vooruit, erop af!
4e scène
Prefect, Nicée, Aquilinie.
(Nicée en Aquilinie komen vechtend binnen)
Nicée Ik eerst, ik eerst, ik eerst.
Aquilinie Opzij, rotmeid, ik ben de oudste, jij komt achter mij.
Nicée Daar is helemaal geen bewijs voor.
Aquilinie Ik heb veel meer verstand, verstand komt met de jaren.
Nicée Als je nou zegt dat je reet dikker en zwaarder is dan de mijne, dan mag je de oudste zijn.
Aquilinie Als jouw tieten platter zijn.
Nicée Als jouw dijen net kazen zijn.
Aquilinie Ik zal je in de heupzwaai nemen.
Prefect Schei uit met dat gedonderjaag, of ik knoop jullie tegelijk op aan dezelfde galg.
Wie is Nicée, wie is Aquilinie?
(Nicée en Aquilinie praten door elkaar heen en gebruiken de namen door elkaar heen)
Prefect Laat maar! De beul vraagt niet naar jullie namen, het doet hem niets wie hij opknoopt.
Nicée Wat hebben we gedaan?
Aquilinie Wie heeft ons aangebracht?
Prefect Jullie zijn hoeren en jullie eigen klanten hebben jullie aangebracht omdat ze jullie zat zijn, onzedige vrouwen.
Nicée We kregen een huwelijksaanzoek.
Aquilinie Voor te trouwen.
Nicée Maar we konden zo gauw niet aan een bruidsschat komen.
Aquilinie Waar moeten zedige jonge dames die vandaan halen?
Nicée We zijn arme weesjes.
Aquilinie Dus, toen wilden ze het ons voorschieten.
Nicée Ze verdeelden de kosten.
Aquilinie Onder een man of zestig, nou, dat loopt aardig op.
Nicée Toen hebben we ze bedankt, want we zijn nou eenmaal dankbare meisjes.
Prefect Ik heb een man voor jullie.
Aquilinie Eén, voor ons tweetjes.
Nicée Waar moet dit naartoe?
Prefect De keuze is aan jullie. Of ik laat jullie meteen ophangen, of jullie knappen eerst een karweitje voor me op.
Aquilinie Dat moet dan wel een heel rottig karweitje zijn.
Prefect Jullie moeten een man verleiden.
Nicée Dat wordt moeilijk, De mannen in Samos zijn allemaal even kuis en gesteld op zedige omgang met de leden van het andere geslacht.
Aquilinie Daarom zijn wij ook zo verbaasd over onze arrestatie, en over de aanklacht, en niet te vergeten de dreigende taal die U uitslaat.
Nicée Waar moet het heen als overheidsdienaren dergelijke plannen smeden om de burgers te corrumperen.
Aquilinie En om trouwlustige jonge dames aan te zetten tot prostitutie.
Nicée Zo gaat het land naar de verdommenis.
Aquilinie Wat is het voor een vent?
Nicée Is hij een beetje groot geschapen?
Aquilinie Wat schuift het?
Nicée Wij willen eerst geld zien.
Aquilinie Voor we worden opgeknoopt.
Nicée Contanten, graag.
Prefect Het is een veerman, hij is een Christen, en hij wordt nu hierheen gehaald door twee centuries.
Nicée Vallen de twee centuries ook onder het contract?
Aquilinie Dan kost het meer, namelijk.
Prefect Centuries hoeven niet te worden verleid. Het gaat om die ene man. De enige kuise man in heel Samos. Breng hem ten val en jullie levens worden mogelijk gespaard.
Nicée Wij hebben heel Samos genaaid.
Aquilinie Twee keer.
Nicée Deze krijgen we er ook onder.
Aquilinie Als ik mijn reet laat zien beginnen de dooien te rukken.
Nicée Zeg toch niet altijd van die smerige dingen, over dooien, enzo, die rukken niet, en al deden ze het wel, dan doen ze het onder de grond.
Prefect Jullie zijn geknipt voor dit karwei. Ik heb nog nooit zo'n stelletje krankzinnigen bij elkaar gezien.
Aquilinie Dat komt omdat zij alles nadoet van mij, gewoon omdat ik de oudste ben.
Prefect Men ziet dat wel vaker bij zusjes.
Aquilinie Ze doet me zo goed na dat ik mezelf niet meer herken.
Nicée Zo blijven we vreemden voor elkaar.
Aquilinie Terwijl we elkaars levende evenbeeld zijn.
Nicée Je bent niet jezelf, omdat je doet wat een ander wil.
Aquilinie Maar je weet niet wat die ander wil.
Nicée Je zegt niet wat je zelf denkt.
Aquilinie En toch is de gedachte die je uitspreekt niet die van de ander.
Nicée Terwijl je dat wel denkt.
Aquilinie Zo kan iedereen alles maar met ons doen.
Prefect Dat is precies de bedoeling.
Aquilinie U hebt geen idee wat ze allemaal willen.
Nicée Als zij het doet denk ik dat ik het ook wil.
Aquilinie Maar we gaan er nu zelf eentje pakken.
Nicée Het is allicht beter dan bungelen aan de galg.
Aquilinie Ik stel me er echt wat van voor.
Nicée Ze zeggen dat je klaarkomt als ze je opknopen.
Aquilinie Alleen als je het zelf doet.
Nicée Doe ik het voor je, dat is hetzelfde als je het zelf doet.
Prefect Schei uit met die onzin! Jullie zijn hier bij de vriend, niet bij de vijand.
Nicée De vriend wil ons klaarmaken aan de galg?
Aquilinie Als de vijand dat wil overtreffen dan ben ik daar best nieuwsgierig naar.
Prefect De Christenen maken mijn soldaten belachelijk met hun vermeende geweldloosheid.
Maar wat is de vrijheid van Rome zonder geweld?
Wat is de veiligheid van de gelovigen, en de ongelovigen, zonder de Romeinse cohorten?
En wat is de toekomst van Rome als die lui allemaal zo kuis zijn en geen kindertjes verwekken?
Ik hoor dat hun verlosser een kindeke is.
Dus zet ik jullie in als mijn cohorten. Ten aanval! Bestorm de vijand tot-ie een hartverzakking krijgt!
(Nicée en Aquilinie stemmen in)
5e scène
Christoffel, Soldaatje
Christoffel Wie zoekt U?
Soldaatje De Prefect stuurt ons om U te arresteren en voor hem te brengen.
Christoffel Als ik niet wil maken jullie me niks.
Soldaatje Als U niet wilt, ga vrij heen, we zullen zeggen dat we U niet hebben gevonden.
Christoffel Dan riskeer je decimering van je centuries.
Soldaatje Dat moet dan maar zo zijn.
Christoffel Neen, zo zal het niet zijn. Ik ga met jullie mee.
Soldaatje Vertelt U eens, meneer, hoe is het nou zo ver met U gekomen?
Christoffel Ik ben Kanaäniet, maar ik raakte op drift, want er was in heel Kanaän niemand zo groot en zo sterk als ik.
Ik ging op zoek naar de grootste heerser ter wereld. Dus ik vind de koning in de Dekapolis, en die nam me in zijn dienst.
We legden steden in de as, we maakten vrouwen zwanger en we deden alles wat erin ons opkwam.
Tijdens een feestje zong de nar een liedje over de duivel, en toen diens naam viel sloeg de heer mijn vorst een kruisje.
Ik vroeg: waarom doe je dat?
Hij zei: want ik vrees de duivel.
Dus de duivel was groter dan de heer mijn vorst, omdat hij hem vreesde.
Ik zocht de duivel en vond hem in zijn stinkende poel van zwavel, en ik zei: heer, U wil ik dienen.
Hij nam me genadig aan en we hebben samen heel wat rottigheid uitgehaald en mensen het leven zuur gemaakt.
Op een dag trokken we door de Negev en de duivel ziet een kruisbeeld staan en daarvoor maakte hij een klein omweggetje.
Ik vroeg: waarom doe je dat?
Hij zei: want ik vrees Kristus.
Dus Kristus is groter dan de duivel mijn heer omdat hij Hem vreesde.
Ik zocht Christus, maar ik vond Hem niet.
Ik informeerde en men verwees mij naar een kluizenaar die in de woestijn woonde en die man kon mij inlichtingen verschaffen.
De heilige man zei: ja, Hem ken ik.
Ik vroeg: waar is Hij?
Hei zei: Hij is in jou.
Ik zei: dat is kras.
Hij zei: je moet vasten, maar dat kon ik niet.
Hij zei: je moet bidden, maar dat had ik nooit geleerd.
Hij zei: ga dan de rivier bewaken als pontmeester, dat is goed werk voor een stevige jongen zoals jij, en dan komt Christus vanzelf wel naar je toe, mettertijd.
Nou, dat heb ik geweten.
Soldaatje Heeft hij U slecht betaald?
Christoffel Ons loon is niet van deze wereld, maar wat het is dat moet je me niet vragen, want dat weet ik niet.
Maar als je het me toch vraagt, dan denk ik dat het loon gewoon je zuivere geweten is.
Soldaatje Dat is voorwaar een mooi ding. Ik heb er nooit anders dan in lovende woorden over horen spreken.
Maar hoe zit dat met Uw geweten? U hebt immers de koning in de Dekapolis en de duivel in eigen persoon hand- en spandiensten verleend.
Steden in de as leggen. Vrouwen verkrachten. Mensen het leven zuur maken. Kattenkwaad uithalen.
Niet kunnen vasten. Niet kunnen bidden.
Dan komt U tot inkeer en dan krijgt U spijt.
Dat is allemaal een beetje moeilijk te volgen.
Christoffel Ik ben de wereld moe geworden. En opeens moest ik iets doen dat mijn krachten te boven ging, en dat ik alleen met Zijn hulp kon volbrengen.
Ik heb berouw van wat ik uitgevreten, en ik weet dat ik niets kan doen.
Soldaatje U was beter af zonder het geloof, meneer, want U bent U zelf gaan haten.
Christoffel Dat is niet wat ik voel, Soldaatje, want de Heere heeft mij juist zo gemaakt als dat ik ben, dus daar moet ik het gewoon mee doen, maar ik wil mezelf verbeteren en worden zoals Hij, en daarom neem ik mezelf niet zomaar zoals ik ben.
Soldaatje U staat ook bloot aan vervolging. Ik weet daar alles van, want ik ben daarbij ingeschakeld, maar ik kan niet begrijpen waarom dat moet gebeuren.
De gevangenissen puilen uit, de beulen komen handen te kort om ze allemaal netjes en zo gruwelijk mogelijk af te maken.
Waar is dat allemaal goed voor?
Christoffel Dat zullen we straks aan de Prefect vragen. Dat is een bestudeerd mens. Hij is aangesteld om voor ons te zorgen. Als hij het niet weet, wie dan wel?
Soldaatje Onze Prefect is een goede Prefect, maar hij leeft een beetje in het verleden.
Hij denkt dat Rome nog is wat het was ten tijde van onze goede keizer Marcus Aurelius, maar dat is eeuwen geleden en nu vermoorden de Romeinen elkaar en de barbaren lopen ons onder de voet.
Christoffel Rome gaat voorbij, maar wij erven het, bekeer je en je hebt het terug, het hemelse Rome waar de verlosser Romein is.
Soldaatje Ik bekeer me.
Christoffel Ik neem je aan, wees gezegend in het geloof, en hou het nog een tijdje voor je.
Soldaatje Ik kan de schande niet meer dragen. Ik werp mijn wapens weg en ik volg U.
Christoffel Neem je wapens op en verdedig Rome. Breng mij naar de Prefect, want ik moet die goede man dringend spreken.
Er is een ik weet niet wat over me gekomen. Een heimwee. Ik ben zo ver weg van huis.
Soldaatje Volgt U mij, vader. Misschien kunt U me ondertussen even beleren. Ziet U, waarom worden hun gered omdat ze geloven en de anderen die niet geloven niet. Het is geen misdaad om niet te geloven, wees nou redelijk.
Christoffel De mensen nemen alles letterlijk. En als ze het een opgeven willen ze meteen wat anders hebben. Het is geen verlies- en winstrekening. Als je gelooft heb je alles, en geloof je niet dan heb je dat niet, maar je mist niks totdat je alles hebt en dan mis je het ook niet.
Soldaatje Dus, we zitten gewoon goed?
Christoffel We zitten gewoon goed.
6e scène
Christoffel, Nicée, Aquilinie
Nicée Wat doet-ie?
Aquilinie Hij bidt.
Nicée Nou, hij heb een vrij normaal postuur.
Aquilinie Hij knielt.
Nicée Tjonge jonge, zeg, dan zal-ie wel een hele grote hebben.
Aquilinie Opzij, hij is van mij!
Nicée Deze, die is voor jou.
Aquilinie En deze, die is voor jou.
(De dames rollen vechtend over de vloer)
Christoffel Wat moet dat hier?
Nicée Ooh, wat is-ie groot.
Aquilinie Wat heerlijk als je zo groot bent.
Christoffel Toen ik groot werd begon ik ook mijn kop te stoten.
Nicée Over welke kop heb je het, malle jongen.
Aquilinie Je moet je kop er niet tegen aan stoten.
Nicée Je moet hem erin stoten.
Aquilinie Recht op en neer.
Nicée Met een heerlijke grote bleke blote kont.
Aquilinie Met twee roomblanke borsten. Of met zwarte joekels voor mijn part.
Nicée Of met een bruine reet.
Aquilinie Maar als de benen worden gespreid dan is alles roze.
Christoffel Nou is het genoeg geweest. Wie zijn jullie?
(Nicée en Aquilinie praten door elkaar heen en gebruiken de namen door elkaar heen)
Christoffel Hier, jij! En jij daar, hou je kop dicht.
Nicée Ik ben Aquilinie.
Aquilinie Neen, dat was ik.
Nicée Dan ben ik Nicée.
Aquilinie Neen, dat ben ik.
Christoffel Jij bent Nicée.
Nicée Ik ben Nicée.
Christoffel Je krijgt je naam van mij, hoor je dat? En jij daar, jij bent Aquilinie.
Aquilinie Het is niet waar.
Christoffel Kom hier. Zo, zo is-tie goed, kom maar, ik heb nog een arm over. Fijn, dat je bij me bent. Jij bent Aquilinie.
Aquilinie Ik ben Aquilinie.
Christoffel Ik ben Christoffel, en ik ben blij dat jullie er zijn, want het begon hier behoorlijk eenzaam te worden.
Nicée Zullen we dan nu gaan neuken.
Aquilinie Jajaja, laten we gaan neuken.
Christoffel Ik heb veel geneukt, maar ik heb medelijden gekregen met de vrouwen.
Nicée Dat is onnatuurlijk.
Christoffel Wat nou, onnatuurlijk. Zoals jullie met de deur in huis vallen, dat is geen gezond sexleven.
Aquilinie Ik heb nog nooit een man meegemaakt die zoveel weerstand bood.
Nicée Ik dacht dat wij dat moesten doen.
Aquilinie Niet dat we het doen, dat zou de omgekeerde wereld zijn, alleen soms, beroepshalve.
Christoffel Een geregeld sexleven, ritueel gesanctioneerd, door het sacrament.
Nicée Daar kunnen wij niet aan beginnen.
Aquilinie Wij zijn gewoon stoephoeren.
Christoffel Wat jullie waren brengt jullie tot het geloof, want jullie hebben veel liefgehad waardoor jullie veel vergeven zal worden. Het berouw zal jullie nader tot de Heere brengen en jullie hebben nog een heel leven voor je met je man en met je wettige kinderen.
Nicée Ze zullen ons met de vinger nawijzen.
Aquilinie Ze zullen zeggen dat we schijnheilige wijven zijn en onze mannen belazeren waar ze bij staan.
Nicée En dat zou de ongelogen waarheid zijn.
Aquilinie Want we zijn nou eenmaal wat we zijn.
Nicée We hebben nooit wat anders geleerd.
Aquilinie Wat we doen dat doen we goed, je zult het zelf meemaken.
Christoffel De wereld zal jullie verachten en daardoor zijn jullie bij Christus, want Hij vergeeft het omdat jullie vrouwen zijn naar Zijn hart.
Nicée Ze zeggen dat Hij een Kindeke is.
Christoffel Zo openbaart Hij Zich weleens aan de gelovigen die ongeveer dat niveau hebben, maar Hij is ook de Heer der heerscharen.
Aquilinie Waarom verovert Hij dan niet even Rome en maakt een einde aan de vervolging?
Christoffel Hij heeft Rome allang in bezit genomen. Het is altijd van Hem geweest.
Nicée Zijn eigen Rome heeft Hem terechtgesteld.
Christoffel Om Rome te bekeren.
Aquilinie Is Hij aan het kruis ook klaargekomen?
Christoffel De overlevering zegt daarover niets.
Nicée Zou interessant zijn om te weten.
Christoffel Hij heeft geleden.
Aquilinie Oh, wat erg is dat, wat vreselijk, die terechtstellingen maken me zo vreselijk verdrietig.
Christoffel Niet bang zijn, die weg gaan we allemaal.
Nicée Als we jou nou hadden, als echtgenoot, om ons te beschermen, voor ons te werken en om alle kwaadsprekers in elkaar te rammen, dat zou handig zijn.
Christoffel Ik ben niet trouwlustig.
Aquilinie Dan tatoeëer ik je naam op mijn andere bil.
Christoffel Je andere bil?
Aquilinie Op de ene staat de naam van de pooier die ons heeft gekocht toen we werden geboren.
Nicée Dan weten de andere pooiers dat ze met hun graftengels van ons af moeten blijven.
Christoffel Wie ben je?
Nicée Ik ben Nicée.
Christoffel Heb je je bil weleens gezien?
Nicée Nou, neen, ik ben geen slangenmens.
Christoffel Van wie ben je?
Aquilinie Ik ben Aquilinie, en mijn bil heb ik nog nooit gezien, hoewel me word verzekerd door mensen die er verstand van hebben dat mijn bil er wezen mag, en ik ben van mijn eigen. Denk ik.
Nicée Je werkt op mijn gemoed.
Christoffel Heb je dat dan?
Nicée Ja, natuurlijk.
Christoffel Laat dat dan eens zien.
Nicée Als ik een man omhels dan huw ik hem en ik ontvang mijn bruidsprijs als mijn loon.
Aquilinie Daarvan bouw ik mijn bruidsschat op zodat ik ooit met een rijke kerel kan trouwen.
Christoffel De schat die jullie verzamelen wordt in de hemelen beheerd en als Christus je huwt zal Hij jullie de hemelen teruggeven en de engelen, zullen je dragen in den hoge.
Nicée Ik zie het helemaal voor me.
Aquilinie We hebben ons gewenteld in de drek, en we zullen aanzitten op de ereplaats in de hemel.
Christoffel Dat is Zijn weg. Van de zonde komt al het goede.
Nicée Heer, ik bekeer me.
Aquilinie Onderwijs ons in het geloof, goede Christoffel, want jij hebt ons een hart gegeven.
Nicée We kunnen Hem alles zelf vragen, over dat kruisigen, enzo.
Aquilinie Ik denk dat we in den hoge gewoon aan de lopende band zullen klaarkomen.
Nicée Ik wil zo graag een keer klaarkomen.
Aquilinie Je hoort er zoveel goeds van.
Nicée En je wordt er daar niet om geminacht.
Aquilinie Welneen, ze zeggen: kom maar, lieverd.
Nicée Er is dus niet zoveel verschil met deze wereld.
Aquilinie Ik tatoeëer een kruis op mijn andere bil.
Christoffel Deze wereld gaat helemaal op in de hogere.
Nicée Ik zie het.
Aquilinie Ik zie het.
7e scène
Prefect, Soldaatje, Nicée, Aquilinie
Prefect Wat zijn jullie opeens decent gekleed.
Nicée Het was steenkoud in de bajes.
Aquilinie We verloren wel zestig procent van onze lichaamswarmte
Nicée Gewoon omdat we geen broekje droegen.
Aquilinie Nu moeten we veel uittrekken, dat maakt de kerels heet en dat drijft de prijs op.
Prefect Jullie verzinnen het waar ik bij sta.
Soldaatje Er moet daar beneden wat aan de vloerverwarming worden gedaan, heer.
Prefect Ik stuur twee centuries en twee furies naar beneden en jullie komen boven met klachten over de verwarming?
Dit is helemaal misgelopen.
Vertel op, hoe is het met die grote lummel gegaan? Is hij bezweken? Heeft hij gezondigd tegen zijn geloof?
Nicée Nou, enorm. Enorm gezondigd.
Aquilinie Hoewel wij natuurlijk niet weten wat de zonde is. Misschien kunt U het nog een keer uitleggen, maar in bedekte termen graag, we zijn dames.
Prefect Heeft hij jullie geneukt?
Nicée Oh, is dat de zonde.
Aquilinie Ik dacht juist dat het zonde was als je het niet deed.
Prefect Soldaatje, wat is hier aan de hand?
Soldaatje Gewoon.
Prefect Jullie verbergen iets voor me.
Soldaatje Zoals, heer?
Prefect Lichaamsbedekkende kleding. Ontwijkende antwoorden.
Soldaatje, Ga die lummel halen.
En jullie, hier is het beeld van onze goede keizer.
Nicée Waar is het?
Aquilinie Wat is het?
Nicée Is dat onze goede keizer?
Aquilinie Wat een man.
Prefect Hier is de offerschaal, jullie zullen plengen voor onze goede keizer, want hij is jullie heer en niemand anders.
Nicée Dat is niet mogelijk.
Aquilinie Dit is namelijk een zwijnenstal, en geen tempel.
Nicée Voor wij kunnen offeren aan onze Heere moet deze stal worden gereinigd.
Aquilinie Dat is een vroom werk, meneer, dat wij gaarne op ons willen nemen.
Prefect Nou, dat is taal naar mijn hart. Ga je gang!
(Nicée en Aquilinie binden een touw om de nek van het standbeeld van de keizer en trekken het vervolgens met vereende krachten omver)
Prefect Wat heeft dit te betekenen?
(Nicée en Aquilinie knielen neer, bedekken hun hoofd, en zij bidden)
Prefect Dit is geen offer voor onze goede keizer! Dit is heiligschennis.
Die lummel heeft jullie bekeerd.
Jullie zijn een stelletje hoeren van niks. Eén kerel, die bovendien al jaren droogstaat, en hij bekeert jullie.
Wat is dit voor een wereld?
Nicée Dit is Rome, meneer, en nu stilte graag.
Aquilinie U hindert vrije burgers in het uitoefenen van hun godsdienstige plichten.
(Soldaatje en Christoffel komen op)
Prefect Soldaatje, voer deze vrouwen af en stel ze terecht. Maak er een wreed spektakel van. Ik wil gegil horen, minstens een half uur lang.
Soldaatje Ik ga met ze mee, heer, want ik dorst naar het martelaarschap. Ik wil er ook weleens bijhoren.
Prefect Dit heb jij me geflikt, stuk ellende! Mijn centuries en mijn furies heb je van me vervreemd. Daar zul je voor boeten.
Christoffel Als U zich bekeert hebt U ze allemaal weer terug.
Draag ze op te bidden tot de Heere en ze zijn allen weer de Uwen.
Prefect Mooi niet. Dit is Rome. Wij geloven in de god van het geld en de god van de oorlog. Daar zijn wij nou groot mee geworden en jij hoort erbij net zo goed als een ander. Buig je nek, en Rome beschermt je.
Christoffel Ik heb een god van de liefde.
Prefect Fijne liefde, je kunt niet eens een paar hoeren plat naaien, zo groot als dat je bent.
Christoffel Een paar hoeren waren genoeg om Uw god van zijn voetstuk te halen en in het stof te werpen.
Nicée & Aquilinie in koor Ga dokters halen om Uw goden te genezen.
Prefect Deze sterke jongen is in zijn eentje wel in staat om het beeld van onze goede keizer weer op zijn plaats te zetten.
Christoffel Ik pieker er niet over.
Prefect Rome is de grootste staatkundige schepping van de mensheid. Ik ga niet werkeloos toekijken hoe het naar de verdommenis gaat.
Christoffel Moet je daarvoor onschuldige mensen openbaar terechtstellen?
Prefect Dat is één van de deugden van de Republiek, dat het gerecht zijn werk doet in het openbaar.
Christoffel Het is moreel verval. Het is plezier in doden, het is ontwrichting van de maatschappij. En de overheid maakt zichzelf belachelijk.
Prefect Jij hebt hoeren bekeerd. Dat neem ik je kwalijk.
Christoffel Ze waren er klaar voor.
Nicée & Aquilinie in koor Wij waren klaar, wij waren klaar, oh, zo klaar ervoor.
Prefect Een belangrijke stedelijke voorziening heb je beroofd van twee werknemers.
Ik veroordeel jullie allen ter dood.
Soldaatje, Nicée & Aquilinie in koor Hoera hoera hoera! Ter dood, ja, ter dood. Hoera hoera hoera!
Christoffel U moet ons vrijlaten. We zijn nuttige burgers van Rome.
Ik, bijvoorbeeld, verrichtte een belangrijke openbare dienst en ik verlang naar mijn standplaats, want ik hou van mijn werk.
Prefect Je bent opstandig en ongehoorzaam. Je zult de dag van morgen niet meer beleven.
Christoffel Het zij zo.
Maar ik geef hier blijk van mijn goede wil, want ik zie dat U lijdende bent aan een smerige wonde veroorzaakt door een pijl die U heeft doorboord. Wrijft u zich in met mijn bloed, dat het bloed is van een martelaar van Kristus' kerk en U zult van Uw kwaal zijn genezen.
U bent ziek omdat U de burgers van Rome doodt, maar U zult zich bekeren door dit wonder.
Prefect Dat wordt dan lachen.
Weg met jullie.
Ik, een pijlwonde, je bent niet goed wijs.
(Christoffel huilt, de anderen vertrekken juichend en dansend)
8e scène
Het Kindeke, Prefect.
(De Prefect lijdt aan een wonde)
Het Kindeke Zijn ze dood?
Prefect Zo dood als een pier.
Het Kindeke Was nog een heel werk zeker.
Prefect Die ene hebben we gehangen en daarna gevierendeeld.
De andere hebben we in het vuur geworpen, maar ze sprong er levend en wel weer uit. Toen hebben we haar maar haar kop afgehakt.
Soldaatje is onthoofd, burger van Rome, kun je niet zomaar voor je plezier martelen, er zijn grenzen.
Christoffel hebben we met ijzeren staven geslagen, we hebben een gloeiende helm op zijn hoofd gezet en we hebben hem geroosterd op een roodgloeiende stoel.
Het mocht echter niet baten.
Zat-ie daar gewoon te zingen.
Een hele centurie heeft hem met pijlen beschoten, maar die bleven halverwege in de lucht stilstaan.
Het Kindeke Waar de pijl is vult hij de hele ruimte, en daar kan hij dus niet bewegen.
Waar de pijl niet is kan de pijl evenmin bewegen.
Prefect Je gelooft het pas als je het met je eigen ogen ziet.
Eén van de pijlen schoot toen naar mij toe, en heeft mij verwond.
Het Kindeke Dat zei hij al.
Prefect En nu moet ik me inwrijven met zijn bloed?
Het Kindeke Zit niks anders op. Kom, ik zal je wel even helpen.
Prefect Aah, zeg, dat is beter.
En die goede man heb ik laten doden, een heilige.
Het Kindeke Hij zei nog: doe het niet, maar jij was eigenwijs.
Prefect En nou heb ik spijt.
Het Kindeke Te laat. Bij hun leven zijn ze misdadigers, maar ze liggen koud onder de grond of het zijn heiligen.
Prefect Is er dan geen hoop? Is Rome dan verloren?
Het Kindeke Rome is van mij, want ik ben Romein.
Prefect Vergeef me, vergeef me.
Het Kindeke Het is wel moeilijk.
Prefect Dat begrijp ik.
Het Kindeke Je hebt de mijnen vervolgd en gedood. Wat dacht je daarmee te winnen?
Prefect U stuurt ze.
Het Kindeke Welneen, ze gaan zelf, want ze zoeken mij en jullie met je gebazel over Rome en macht hinderen ze in hun ontwikkeling.
Prefect U redt ze niet.
Het Kindeke Dat verwijt neem ik je heel erg kwalijk.
(Het dondert en het bliksemt)
Het Kindeke Gooi ik ze in het vuur? Verwoest ik Rome? Rome heeft mij gedood, maar ik ben haar vijand niet. Ik wil Romein zijn, want Rome is mijn stad, en ik kan geen Romein missen.
Laat het je gezegd zijn.
Prefect Heer, wat moet ik doen?
Het Kindeke Bekeer je. Als je me pakken kunt.
(De Prefect probeert Het Kindeke te pakken, maar Hij ontsnapt tenslotte)