Personen:

Griet, een model

Rekken, een modefotograaf

In een studio

Handeling: het model komt aan in de studio en kleedt zich om.

1e scène

Griet Ik ben op tijd.

Rekken Je bent te laat.

Griet Zal ik dan maar weer gaan.

Rekken Donder op.

Griet Eerst mijn geld.

Rekken Leg het maar op tafel.

Griet Mijn geld dat ik heb verdiend.

Rekken Met het verspillen van mijn tijd.

Griet Die kostbaar is, zeker.

Rekken Het bureau wil op tijd worden betaald.

Griet Waarmee?

Rekken Met geld dat ik over jouw rug verdien

Griet Ik verdien het op mijn rug?

Rekken Heb ik de goeie voor me?

Griet Reken maar van yes.

2e scène

Griet Mag ik wat vragen.

Rekken Ga even zitten.

Griet Ik heb haast.

Rekken Dan heb je geen tijd om op mijn antwoord te wachten.

Griet Neem je me nou in de maling?

Rekken Jazeker.

Griet Waarom doe je dat?

Rekken Om je sociale attitude in equivalente termen te reciproceren.

Griet Wat?

Rekken Omdat jij mij ook in de maling neemt.

Griet Natuurlijk niet.

Rekken Ga dan zitten.

Griet Je moet me vooruit betalen.

Rekken Zeg dat dan meteen.

Griet Je lult eromheen.

Rekken Ik betaal het bureau.

Griet Nou, en?

Rekken Zij hebben je gage.

Griet Heb je dan vooruit betaald?

Rekken Neen.

Griet Dan hebben ze mijn gage toch niet.

Rekken Jouw gage is gewoon nergens.

Griet Tel het uit in mijn hand dan is het ergens.

Rekken Vraag het bureau of ze het willen voorschieten.

Griet Treiter me niet en geef me mijn geld.

Rekken Jij doet alles voor geld?

Griet Jij toch ook. We doen toch eerlijk werk. We zijn toch geen hoeren achter de ramen?

Rekken Staat je telefoon uit?

3e scène

Rekken En wat zwabbert die broek slap om je reet.

Griet Ik ben twee tellen binnen en je hebt het al over mijn reet.

Rekken Dan kan ik je zien vertrekken.

Griet Ik ben zo uit mijn bed gerold.

Rekken Je kunt er zo weer in.

Griet Ik hoef deze broek toch niet te showen?

Rekken Je wordt beoordeeld op je broek.

Griet En veroordeeld op mijn reet, alsof het erop staat geschreven.

Rekken Is allang geregeld.

Griet Dat is jouw wrede fantasie.

Rekken Ik heb het niet van mezelf.

Griet Gaan we het doen of gaan we het uitbeelden?

Rekken Dat maakt hier geen verschil.

Griet Dan ben ik voor uitbeelden.

Rekken Het maakt mij niet uit.

Griet Jij hebt geen talent.

Rekken Wat weet jij daarvan?

Griet Iedereen zegt het.

Rekken Er bestaat voor mijn werk geen belangstelling.

Griet Dat is hetzelfde.

Rekken Het gaat bij mij om de vrouw.

Griet Het gaat niet om de vrouw, maar om de man die haar consumeert.

Rekken Ze smaakt het beste voor de wreedste fantasie.

Griet Daarom wil ik eigenlijk niet zomaar alles laten zien.

Rekken Maak meer van de vrouw, dat zou een pakkende titel zijn voor een kookboek.

Griet Ik bedoelde consumeren eerder in de zin van haar beslapen.

Rekken Beslapen! Wat een archaïsche uitdrukking.

Griet Ik wil het niet bij de naam noemen, want jij gaat er de verkeerde dingen bij denken.

Rekken En bij beslapen denk ik aan de goede dingen?

Griet Zou kunnen.

Rekken Laten we ons richten op de consument en wat die wil eten.

Griet Die eet wat wij hem geven.

Rekken Dan moeten we, God beter het, creatief zijn.

Griet Je moet geven, en een vrouw zijn, want dat is creatief zijn.

Rekken Jezelf offeren?

Griet Mezelf offeren.

Rekken Nou, ik ben er niet helemaal klaar voor.

Griet Dat komt nog.

4e scène

Griet Er is hier iemand.

Rekken Alleen wij.

Griet Iemand, die meekijkt.

Rekken Er is niemand.

Griet Je kijkt zo, alsof er een derde in de kamer is.

Rekken Ik ben alleen.

Griet We gaan met zijn tweeën, maar er is altijd een derde bij.

Rekken Dat is louter verbeelding.

Griet Als je aankomt, toen ik aankwam, toen kwam er een derde bij.

Rekken Misschien zijn wij het?

Griet Eerst alleen, toen samen - dat is eigenlijk een derde persoon.

Rekken Jij hebt aanleg voor theologie.

Griet En voor achtervolgingswaan.

Rekken Dat is hetzelfde.

Griet Het is iemand die ons ziet en hoort, door wat we zien en zeggen, en die het voor en het tegen in zich heeft, maar dan in evenwicht, en niet eenzijdig in mij, of in jou.

Rekken Je kunt proberen een deel van hem te zijn.

Griet Maar dat ben ik. Ik ben het ene deel in het andere, en ik ga er zo diep in op dat ik mezelf zie als een vreemde.

Rekken Grietje, wat denk je allemaal?

Griet Ik wil zo graag, vriendschap.

Rekken We kunnen eraan werken.

Griet Samen werken.

Rekken Ik moet werken voor jou.

Griet Dat is een bekrompen opvatting van de sociale arbeidsdeling.

Rekken Ik breng alleen maar mezelf mee.

Griet Dat is alles.

Griet Jij hebt een studio, materiaal, een positie in de wereld, en je kunt voor mij een ander krijgen.

Rekken Als je teveel praat en te weinig poetst.

Griet Dat betekent dat de derde die hier is met ons aan jouw kant staat, en van jou houdt, omdat jij alles hebt, en dat ik bijkomstig ben omdat ik niets heb.

Rekken Grietje, ik heb jou gekozen.

Griet Morgen kies je een ander.

Rekken Laten we het over vandaag hebben.

Rekken Ik exploiteer mijn jeugd, mijn sexe, mijn gezicht en ik ben niet mezelf - er is een derde bij ons.

Griet Grietje, je jaagt me de stuipen op het lijf.

Griet Het is de professionele vreemdeling.

Rekken Den boze, dat zei men vroeger.

Griet Maar jij kunt dankzij hem je artistieke ambities botvieren en een kunstenaar zijn …

Rekken Maar mijn werk is het exploiteren van jouw jeugd, Griet, je hebt me klem gepraat.

Griet Ik ben verdrietig, en ik wil weten waarom.

Rekken Dit wordt een verdomd interessante sessie, en nou uitkleden.

5e scène

Rekken Wat doe je met dat ondergoed?

Griet Verkopen, nou goed.

Rekken Word je daar nou rijk van?

Griet Ik kan er maar 365 per jaar leveren, en met het schrikkeljaar kom ik meteen in een hogere tariefgroep.

Rekken Het is gewoon vuil ondergoed.

Griet Ik geef me bloot en jij kunt dat niet accepteren.

Rekken Jij kleedt je, om je tegen mij te wapenen door mij geil te maken.

Griet Ik kleed me om me goed te voelen en te behagen.

Rekken Dat kan niet als je je decent kleedt?

Griet Mijn persoonlijkheid is belangrijker dan mijn maten.

Rekken Dat geloof ik.

Griet Je bedoelt dat ik nu eenmaal vulgair ben?

Rekken Je vermoeit je ziel.

Griet Door elke dag schoon ondergoed aan te trekken?

Rekken Met het herkauwen van alles wat je hebt gezien.

Griet Alles, dat zou me niet vervelen, juist dat het zo weinig is waarover ik denk …

Rekken Kleed je aan.

Griet Dit gedrag is onmogelijk.

Rekken Waarom ga je dan met me om?

Griet Wat moet ik met die vraag?

Rekken Het is een middel om je tot enig inzicht te brengen.

Griet Als een middel om de discussie af te kappen.

Rekken Dan werkt het niet.

Griet Je hebt me de kleren van het lijf gekeken.

Rekken Andersom is moeilijker.

Griet Jij hebt niets om te laten zien.

Rekken Dat is mijn leeftijd.

Griet Dat is je geslacht.

Rekken Dat ik niet hoef te laten slingeren om te tonen wat ik heb.

6e scène

Griet Heb je een opdracht?

Rekken Ik loop erop vooruit.

Griet Als het afketst?

Rekken Hebben we pech.

Griet Heb jij pech.

Rekken Zal niet gebeuren.

Griet Je hebt er vertrouwen in?

Rekken Neen.

Griet Waar zijn we mee bezig?

Rekken We moeten daar niet aan denken.

Griet Zonder opdracht hebben we niets om aan te denken.

Rekken We gaan iets geweldigs verzinnen.

Griet Je kunt beter iets gewoons doen.

Rekken Ik heb een cover nodig.

Griet Een advertentie op pagina soixanteneuf is net zo goed.

Griet Financieel niet, artistiek niet, niet voor mijn reputatie.

Griet Je mikt te hoog.

Rekken Ze nemen altijd wel iets van me af.

Griet Zal dat dan iets van ons zijn?

Rekken Het zal van mij zijn.

Griet Ik werk er ook voor.

Rekken Jij werkt voor je gage.

Griet Dat is maar één aspect van de relatie.

Rekken En je portfolio.

Griet Met foto's die niet zijn gepubliceerd.

Rekken Met goeie foto's.

Griet Weet je wel hoeveel er daarvan zijn?

7e scène

Griet In de natuur zijn de mannetjes de modellen.

Rekken De modellen zijn ook de mannekens.

Griet Mannequins?

Rekken Die kutFransen hebben het woord verbasterd.

Griet Manneken. Klein mannetje.

Rekken Het manneken wordt door een meisje gespeeld en hij is zodoende geslachtsloos geworden.

Griet Dubbelzijdig.

Rekken Dacht het niet.

Griet Zie je me als vrouw?

Rekken Ik hoor je de hele tijd.

Griet Mijn woord een wapen tot verweer.

Rekken Als je wist wat de woorden betekenden.

Griet Nou weet ik het weer, een manneken is een pop en de mannequin is een aangeklede pop.

Rekken Voorlopig zie ik je in Evakostuum.

Griet Ik ben een vrouw als ik naakt ben, maar geen man als ik me aankleed.

Rekken Draai je om.

Griet Neen.

Rekken Wat neen?

Griet Ik wil dat niet.

Rekken Waarom niet?

Griet Dat kan ik niet zeggen

Rekken Je wilt het niet zeggen.

Griet Dat is hetzelfde.

Rekken Onmacht of onwil, daar zit een verschil.

Griet Ik ben onmachtig het te willen.

Rekken Woordspel, steekspel.

Griet Je neemt me niet serieus.

Rekken Dat mocht je willen.

Griet Wat enig, je trekt het je echt aan, het is net zo echt als een, als een … hongerig kind.

8e scène

Rekken Wat ben je dun.

Griet Ik eet niet.

Rekken Voor je werk?

Griet Nooit.

Rekken Ik bedoel: goed, als je model bent.

Griet Het enige voordeel.

Rekken Is het psychosomatisch?

Griet Zou het niet weten.

Rekken Een kwestie van mentaliteit.

Griet Dus is het mijn eigen schuld.

Rekken Dat zeg ik niet.

Griet Het zou helpen als je het niet zei.

Rekken Grietje, dat spijt me, ik ben een oude man, ik kan het niet aanzien als jonge mensen zich zo kwellen.

Griet Honger is het mooiste dat er is. Christus wilde er niet van afzien, terwijl hij stenen in broden kon veranderen.

Rekken Ik krijg altijd honger van dat verhaal.

Griet En ik kom in een overwinningsroes.

Rekken Jullie maken mekaar stapelgek.

Griet Ja, maar je wilt er toch bijhoren.

Rekken Als je nou eet, dan eet je met de lui die eten.

Griet Jij begrijpt er helemaal niets van.

Rekken Niet bij brood alleen, moet ook worst op.

Griet Wat de levensmiddelenindustrie ons voorzet is slechter dan uitwerpselen.

Rekken Daar heb je een punt, maar om dan te verhongeren is het andere uiterste.

Griet Er is nooit wat veranderd, wat de mensen ook hebben gedaan, elkaar vermoord, of zichzelf, want dat hebben ze ook gedaan, hoe vreselijk het ook is, en de wereld verandert toch niet, we gaan er allemaal aan.

Rekken Water. Vuur. Honger.

Griet Bovendien krijg ik anders geen werk als model.

Rekken Er vallen lijken van de catwalk.

Griet Martelaressen.

Rekken Catwalk is offertafel van de schoonheid.

Griet We gaan in onze mooiste kleren naar het blok.

Rekken Vederlicht …

Griet We dwarrelen naar beneden.

Rekken Het is eng godsdienstig.

Griet Het is gewoon een beroep.

Rekken Het is een beeld van de verwording.

Griet We willen het zelf.

Rekken Dat is een ideële voorstelling van zaken.

Griet Jij houdt echt iedereen voor dom.

Rekken Heb ik gelijk?

Griet Misschien wel.

9e scène

Rekken En je ogen staan vreemd.

Griet Pillen.

Rekken Drugs, dus.

Griet Ja, drugs.

Rekken Je zei pillen.

Griet Dan loog ik.

Rekken En nu moet ik je geloven?

Griet Kan mij wat schelen.

Rekken Je liegt, maar je bent beledigd als ik je niet geloof.

Griet Beledigd, ik?

Rekken Zo blijf je wat je bent, Griet.

Griet Lijkt me een goede zaak.

Rekken Ik hoop dat je blij bent.

Griet Ik sla een kuitenflikker, …

Rekken Zien, pillen.

Griet Rot op.

Rekken Zo, uppers en downers.

Griet Van de ene word je groot en van de andere word je klein.

Rekken Dosering, probleem?

Griet Alles tegelijk innemen.

Rekken Hier staat: drie maal daags twee tabletten, met ruim water innemen.

Griet Wat? Met water?

Rekken Jij dacht aan acqua vitae?

Griet Gewoon, met sherry, dat gaat het best, dat is nog smeriger dan die pillen, weet je.

Rekken Eens kijken, wat staat er nou op dat doosje?

Griet Geef hier!

Rekken Achter slot en grendel.

Griet Niet de sleutel opeten.

Rekken Goed idee.

Griet Durf je niet.

Rekken Er is inderdaad moed nodig om medicijnen te gebruiken.

Griet Ze zijn voor mijn moeder, maar de apotheker geeft altijd voor twee keer.

Rekken Je hebt de bijsluiter gelezen?

Griet De wat?

10e scène

Griet Als jij nou ook je kleren uittrekt dan kunnen we met elkaar naar bed gaan.

Rekken Dan wordt onze relatie persoonlijk.

Griet Hoeft niet.

Rekken Het is in ieder geval niet professioneel.

Griet Maar als model, en als fotograaf, dat we dan dieper, dan worden onze foto's persoonlijker.

Rekken Dat is niet altijd goed.

Griet Professioneel met een vrouw omgaan is weten hoe ze is in bed.

Rekken Dan voel ik opeens veel voor het celibaat.

Griet Liefde is net zo goed een beroep.

Rekken Sex is een beroep.

Griet Sex is liefde.

Rekken Daarom ga ik niet met je naar bed.

Griet Jij houdt niet van je model?

Rekken Ik bedrijf de liefde met mijn model, maar als vrouw is zij een andere zaak.

Griet Nu haal je sex en liefde toch weer uit elkaar.

Rekken Ik bracht ze ook niet samen, dat deed jij.

Griet De liefde voor je model maakt van fotografie vrijwilligerswerk.

Rekken Ik haal fotografie en liefde uit elkaar, hoewel ik van fotograferen hou en er mijn beroep van heb gemaakt.

Griet Je spreekt jezelf tegen, hoor je dan niet hoe je jezelf tegenspreekt?

Rekken Ik ben mij van geen kwaad bewust.

Griet Je oefent een beroep uit omdat je het lief hebt.

Rekken En een hoer houdt van de liefde?

Griet Het is een beroep, hoer is een beroep.

Rekken Maar geen beroep waarvan de professional ooit kan houden.

Griet Je zit vol met vooroordelen.

Rekken Het zijn conclusies bereikt na ampele overweging.

Griet Jij hoeft niet voor hoer te zitten, jij hebt makkelijk praten.

Rekken Ik hoef ook niet naar de hoeren toe.

Griet Die komen wel bij jou.

Rekken Grietje, zet dat nou van je af, hier word je verdrietig van.

Griet Helemaal niet. Hoeren neuken tenminste, dat is beter dan oorlog voeren.

Rekken Peertjes schillen is ook geen oorlog voeren en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Griet Alleen als ik aan het neuken ben hoef ik niet aan neuken te denken.

Rekken Je vermoeit je ziel met het herkauwen van steeds maar hetzelfde onkruid.

Griet Jij moet kappen hiermee.

Rekken Het is gewoon een vergelijking.

Griet Model is niet hoer.

Rekken Een hoer is geen achtenswaardige vrouw?

Griet Dat is ze wel.

Rekken En een model?

Griet Dat heeft er niks mee te maken.

Rekken Je moet je nauwkeuriger uitdrukken, Griet.

Griet Ik wil dat je me niet zo vernedert.

Rekken Er is geen sex zonder problemen.

Griet Maar ik wil het zo graag.

Rekken Dat is al een probleem.

11e scène

Griet Is dit nou method-acting?

Rekken Dit is modellenwerk.

Griet Bewaar ik genoeg afstand?

Rekken Ik verzet de rekwisieten, zo blijft het toneel.

Griet Doe ik het goed?

Rekken We zijn nog niet begonnen?

Griet Ben ik naakt genoeg?

Rekken Kan beter.

Griet Zo?

Rekken Uitstekend.

Griet Waarom is altijd de vrouw naakt?

Rekken Dat is het beeld dat levend is in de ziel van een man.

Rekken Geef ik mij bloot?

Griet Maar je kleedt je aan om je tegen mij te wapenen.

Griet Zijn we hier eerder geweest?

Rekken We zijn nooit weggeweest.

Griet Vraag ik teveel?

Rekken Daar leer je van.

Griet Waarom verberg je je?

Rekken Ik verberg me niet.

Griet Je staat niet achter de camera?

Rekken Ik kijk door de lens.

Griet Wat zie je dan?

Rekken Lieverd, ik zie jou.

Griet En met je blote oog?

Rekken Jou, maar dan zonder kader.

Griet Ik voel me zo naakt.

Rekken Trek dan wat aan je kont!

12e scène

Rekken Neen, niet die ouwe troep.

Griet Oh, neen.

Rekken Daar, wat daar ligt.

Griet Gut, ik zien het nou pas.

Rekken Gooi de rest maar weg.

Griet Dat is geld waard.

Rekken Als Brecht dat had geweten.

Griet Brecht. Pornoster?

Rekken Toneelschrijver. Bekend om zijn vuile ondergoed.

Griet Leuk …

Rekken Als hij daarvan had kunnen leven …

Griet Van de boel een beetje onder-, je weet wel …

Rekken Ik weet het.

Griet Het is ook geen vetpot.

Rekken Ze zeiden dat je een zomertype was

Griet Zoals de meeste.

Rekken Dus de kleuren zijn een beetje zacht.

Griet Jammer.

Rekken Daar ligt nog wat.

Griet Een overall.

Rekken Neen, toch.

Griet En nog smerig ook.

Rekken Hoe kan dat nou?

Griet Dat trek ik niet aan.

Rekken Probeer het toch maar.

Griet Me nooit niet.

Rekken Schiet op!

Griet Ik bind hem om mijn middel.

Rekken Dat is heel erg mooi.

Griet Staat die kleur me goed?

Rekken Alles valt tegen je weg.

Griet Dat is een aardig compliment, zeg, daar ben ik even stil van.

Rekken Dat zou me goed uitkomen.

Griet Je vindt me toch niet vervelend?

Rekken Neen, heus niet.

Griet Waarom zeg je het niet gewoon?

Rekken Ik heb niets te zeggen.

Griet Het blijkt uit alles.

Rekken Alles is veel.

Griet Nou, je lichaamstaal.

Rekken Je moet erover ophouden.

Griet Zie je wel, je draait eromheen.

Rekken Ben jij wel helemaal lekker?

Griet Wat moet ik dan?

Rekken Een verstandig gesprek voeren.

Griet Dit is een verstandig gesprek?

Rekken Alles heeft een rationele grond.

Griet Ik kan dit ding niet dragen.

Rekken Er gaat een suggestie van uit …

Griet Welke dan?

Rekken Van vertrekken om iets te zoeken …

Griet Zoeken, wat zoeken?

Rekken Dat weet je vaak niet.

Griet Kun je beter thuisblijven.

Rekken Je moet leren onderweg.

Griet Wat leren?

Rekken Wat je zoekt.

Griet Dan vind je het toch niet.

Rekken Dan kom je thuis.

Griet Oh ja, en daar is het dan, wat een onzin.

Rekken Het is mooi dat je je zo opwindt.

Griet Het is het verkeerde soort van opwinding.

Rekken Je windt je op omdat je bent vervreemd.

Griet Normaal praten.

Rekken Je ziet dat je jezelf niet bent.

Griet Als jij me zo'n stom ding laat dragen!

Rekken Als je het niet doet voor jezelf …

Griet Doe het dan voor mij.

Rekken Ja, precies.

Griet Maar ik moet het doen voor mezelf.

Rekken Dan gaan we naar de volgende dialectische ronde.

Griet De wat?

13e scène

Griet Ik ben zo koud.

Rekken Ik stook de kachel nog eens op.

Griet Ik ben een beetje duizelig.

Rekken Je moet iets eten.

Griet Ik moet niks.

Rekken Je doet alleen maar wat je gezegd wordt.

Griet Als ik het zou kunnen begrijpen.

Rekken En geen drugs de dag voordat je moet werken.

Griet Ik werk elke dag, net zo goed als dat ik elke dag sex heb.

Rekken Opschepper.

Griet Sex en drugs zijn één en hetzelfde.

Rekken Sinds wanneer?

Griet Sinds ik het zo heb bepaald.

Rekken Sta je achter je keuze?

Griet Ja, natuurlijk.

Rekken Je bent er omdat je ouders sex hadden, en doordat jij sex hebt is jouw kind er.

Griet Zeg, waar gaat dit over?

Rekken Je bent middel, Grietje.

Griet Maar voor mijn ouders was ik het doel?

Rekken Ze zien je.

Griet Mijn ouders geven niets om mij.

Rekken Ze dachten misschien niet aan jou.

Griet Ik denk ook niet aan mijn kind.

Rekken Ergo, je bent gedrogeerd.

Griet Je probeert me erin te luizen.

Rekken Ik probeer je op socratische wijze tot inzicht te brengen.

Griet Ik moet jouw ideeën bedenken?

Rekken Dat zou me wel van pas komen.

Griet Ik kan helemaal niet denken.

Rekken Ik graaf en wroet in je totdat de diamant boven komt.

Griet Opgedoken, gespleten, geslepen, zie de mens.

Rekken In haar facetten.

Griet Maar gedeeld, en daarom is het zo verdrietig om zo weinig te begrijpen.

Rekken Je moet even stilstaan.

Griet Ik verzuur.

Rekken Laag ademhalen, zo ja, neen, niet op je borst, op je buik.

Griet Jij bent niet creatief.

Rekken Wat weet jij daarvan?

Griet Gebruik jij geen drugs?

Rekken Wat zijn drugs?

Griet Jij gebruikt niet, dus je hebt niets van de wereld gezien.

Rekken Laag ademhalen - tegen mijn hand aan.

Griet Ik wil niet dat je aan me zit.

Rekken Maar ik wil je wat leren.

Griet Niet aan me zitten!

Rekken Ik bedoel er niets mee.

Griet Laat het dan.

Rekken Oké, ik wist niet dat je kwaad werd.

Griet Jij wilt artistiek wat voorstellen?

Rekken Een nobel streven.

Griet Jij moet centjes verdienen en mooie dingen kopen van anderen, dat is jouw nut.

Rekken Waarom zou een ander het wel kunnen en ik niet, en bovendien heeft geld er niets mee te maken.

Griet Je moet alles geven en niets achterhouden.

Rekken Aan wie, aan wat?

Griet Je moet je geven aan je model.

Rekken Een offer, voor een model …

Griet En dan moet je afwachten of ze het aanneemt, ja of neen.

Rekken Hoe ga ik dat doen?

Griet Wat is de plot, meneer Rekken, wat doen we eerst, en hoe gaan we verder, ik bedoel: begin maar bij het einde, werk dan terug.

Rekken Een naakt lichaam, van een jonge vrouw, ondervoed, wispelturig, gedrogeerd, en met een lichte geur van braaksel om zich heen, dat is een einde?

Griet Je hoeft maar te doen alsof je het ernstig meent.

Rekken Ik heb mij daarvoor opgeofferd?

Griet Zoals het je zal bekomen, zo zul je het geven.

Rekken Jij hebt ervaring opgedaan met handtastelijke en overigens futloze fotografen?

Griet Het is mijn dagelijks brood.

Rekken Hoe is het ze vergaan?

Griet Je moet je niet spiegelen aan anderen.

Rekken Zij hebben een trucje, dat verkoopt, waarom heb ik dat niet.

Griet Als je naar de anderen kijkt mag je zelf opeens niets meer.

Rekken Van wie niet.

Griet Van jezelf niet.

Rekken Maar ik ben beter dan de rest.

Griet Maar de rest heeft een beter leven.

Rekken Ik verlang naar het einde.

Griet Een naakte vrouw, meneer Rekken, dat is zo 19e eeuws, zo achterhaald …

Rekken Je lult, maar je hebt ook geen ideeën.

Griet Ik breng een plot mee in de vorm van mijn gedaante, en jij kunt er niets mee.

Rekken Als je maar een keer je mond hield.

Griet Denk het praten weg, wat zie je?

Rekken Een pratende vrouw.

Griet Ga je gang.

Rekken Ik wil je fysiek zien praten, maar niet daadwerkelijk horen.

Griet Als ik aankom met een krul in mijn schaamhaar dan kun je wel inpakken.

Rekken Is inderdaad niet zinnenprikkelend.

Griet Wordt het dan artistiek?

Rekken Hangt ervan af wat je zoekt.

Griet Ik wil beter worden.

Rekken Beter begrijpen wil je.

Griet Het betere begrijpen?

Rekken Goeie titel: het be-te-re be-grij-pen. En wat is het zelfstandig naamwoord?

Griet Als ik het begrijp dan voel ik me beter.

Rekken Weten wat beter is, is een stap vooruit.

Griet Maar wat is goed voor me?

Rekken Begrijpen.

Griet Ik wil begrijpen wat er met me gebeurt.

Rekken Je laat wel naar je kijken.

Griet Misschien wil ik dat ook wel niet.

Rekken Dan moeten we even pauzeren.

Griet Gelukkig, want ik staan hier te vernikkelen.

14e scène

Griet Er is toch iemand.

Rekken Hou daarmee op.

Griet Als jij tegen me liegt, hè …

Rekken Nou, wat dan?

Griet Dan ben je niet wat je zegt dat je bent.

Rekken Wat zeg ik dan dat ik ben?

Griet Dat is nog eens een goeie vraag.

Rekken Ik zeg niets over mezelf.

Griet Dan zal ik het voor je doen.

Rekken Ik ben benieuwd. Ik ben benieuwd?

Griet Wat een vaststelling is is een vraag.

Rekken Nu ben ik je even kwijt.

Griet Je bent benieuwd naar jezelf, want je vraagt het je af.

Rekken Griet, je bent heus heel erg vermoeiend.

Griet Ik ben benieuwd.

Rekken Naar wat?

Griet Dat is toch je vraag?

Rekken Ik ben benieuwd, Grietje, naar het antwoord op de vraag naar mezelf.

Griet Werk nou effe mee.

Rekken Oké, zeg me alles wat je weet over mij.

Griet Je bent een offer.

Rekken Van mijn eigen geduld, zeker.

Griet Dat zou kunnen, als je je ongeduld kunt overwinnen.

Rekken Dan offer ik mijn ongeduld.

Griet Ongeduld. Is dat een woord?

Rekken Het is voorzeker een ondraaglijke toestand.

Griet Je kunt jezelf vrij maken.

Rekken Door deze discussie te staken, daar ben ik voor.

Griet Wat hebben we nou de hele tijd gedaan?

Rekken Ik heb een naakt wijf in mijn studio gehaald, en ze lult me de oren van mijn kop.

Griet Gedaan, ik zei: gedaan!

Rekken We hebben weinig formele en matig geïnspireerde plaatjes geschoten, waarbij jouw reet niet één keer in beeld is gekomen.

Griet Jij moet ophouden met dat gezanik over mijn reet.

Rekken Sorry, ik heb gewoon geen ideeën vandaag.

Griet Die heb je nooit.

Rekken Zou dat mijn professionaliteit zijn.

Griet Me reet.

Rekken Ik zit in de verkeerde business.

Griet Hoe kom je hier dan?

Rekken Doelloosheid, verveling, een ander die me stuurt, ik, die geen neen zeg, ik, die ga daarheen waar ik niet moet zijn.

Griet We zullen het tegendeel bewijzen.

Rekken Ik geloof gewoon niet wat jij zegt.

Griet Ik ben het model, van mij gaat het uit, jij vangt het op.

Rekken Laat me niet lachen.

Griet Wanneer had jij je laatste cover?

Rekken Twee jaar, drie maanden, twee weken geleden. En jij?

Griet De vraag doet zich niet voor.

Rekken Wat voor blad was het. Paginawijd benengespreid? De kutclub? Naad?

Griet Ik heb nog nooit een cover gehad.

Rekken Aha, de vraag doet zich niet voor, hahaha.

Griet Dus ook niet op de cover van weet ik veel wat jij je in je hoofd haalt.

Rekken Jij bent niet ambitieus?

Griet Natuurlijk wel.

Rekken Je hebt er niet genoeg voor gedaan.

Griet Ik ken de goeie mensen niet.

Rekken Maar nu ken je mij.

Griet En ik laat je niet meer gaan voordat we samen een cover hebben.

Rekken Het zit niet in me.

Griet Het zit in mij.

Rekken Het is alles wat ik haat.

Griet Laten we het samen haten.

Rekken Dat is pervers.

Griet Als we dat nou niet vergeten …

Rekken Grietje, je doet veel te hard je best.

Griet Ik wil ook een cover.

Rekken Ben je niet te goed?

Griet Ik ben niks dan een ander niet is.

Rekken Een cover, jullie haat ik, ik haat jullie, hoe kan dat zijn?

Griet Het is de mogelijkheid die we zien.

Rekken Maar als dat echt zo is?

Griet Dan moeten we uitkijken, jongen, dat het niet met ons aan de loop gaat.

Rekken Dan ga ik denken dat ik wat ben.

Griet Wat we zijn moeten we verliezen.

Rekken Voor een cover?

Griet De cover krijgen we terug.

Rekken Eén weekje in de kiosk, en weg is het.

Griet Sommige covers duren een maand.

Rekken Eén maand, één jaar, wat dan nog?

Griet Of nooit.

Rekken Dat zou mooi zijn.

Griet We moeten een plot hebben.

Rekken Een mooi plot nooit.

Griet Een plot in beeld, dat is kunst.

Rekken Maar we willen een cover.

Griet Die krijgen we cadeau, als we het hoogste zoeken.

Rekken Wat weet jij nou van het hoogste?

Griet Het is wat jij zoekt.

Rekken Mijn hinderlijkste pose.

Griet Blijf dan maar even zo staan.

Rekken Leuk, Grietje, heel leuk, maar ik ben de fotograaf en dit is de omgekeerde wereld.

Griet Dan is dat onze plot.

Rekken We lijken wel balletmeesters op zoek naar een motiefje.

Griet Dat we vinden door om mekaar heen te draaien.

Rekken Wie krijgt de credits?

Griet De man met het contract.

Rekken En wie de roem?

Griet Die het van ons jat en in kleine pakketjes aan de man weet te brengen.

Rekken Dat is de cover in een oplage van 100.000.

Griet Ik wil een cover, want een cover is 100.000.

Rekken 100.000 x 1 & hetzelfde. Boeiend.

Griet Zo word je collectief bezit.

Rekken Door het privé bezit van een tijdschrift.

Griet Het is een rare wereld.

Rekken Geef mij nou maar weer die camera.

Griet We moeten doen alsof hier iemand is.

Rekken Er is niemand.

Griet Er is een derde, die ons fotografeert.

Rekken Ik heb wel een zelfontspanner.

Griet De zelfontspanner is de derde hier aanwezig.

Rekken Als ik hem met mijn ogen dicht afstel is het alsof hij een eigen leven leidt.

Griet Dan leidt hij een eigen leven.

15e scène

Rekken Wat is de plot?

Griet De fotograaf offert zich voor zijn model.

Rekken Voor de cover?

Griet De cover komt eruit voort

Rekken Jij bent zeker van je zaak.

Griet Ik vind het een goed plot.

Rekken Wat is het beeld?

Griet Je geven en een vrouw zijn.

Rekken Dit is geen verdedigbaar standpunt.

Griet Je staat op je handen.

Rekken Op mijn handen?

Griet Omdat je bent geofferd.

Rekken Maar dat kan ik niet.

Griet Je staat niet. Je hangt.

Rekken Die is onder de gordel.

Griet Kun je op je hoofd staan?

Rekken Tegen de muur.

Griet Dat is geen porem.

Rekken Ik kan moeilijk aan het plafond gaan hangen.

Griet Maar dat is geniaal! Je gaat aan één been aan het plafond hangen.

Rekken Je slaat door.

Griet Fotograaf bungelt aan het plafond, ontkleed model staat naast hem.

Rekken Een plot, een beeld. Veel te moeilijk.

Griet Ik geloof niet eens dat ik het zelf heb verzonnen.

Rekken Het is een tarot kaart.

Griet Een taart kaart? Dat is voor de toetjes in een restaurant.

Rekken De kaart van een waarzegger, De Gehangene.

Griet Gadverdamme.

Rekken Het is Odin, die zichzelf offert. Eigenlijk moet hij nog worden gespietst.

Griet Oh, wat eng.

Rekken Je hebt het inderdaad niet zelf bedacht.

Griet Maar dit doen we niet.

Rekken Het is zeer beeldend. Ik ben er voor om dit te doen.

Griet En wie is Odin?

Rekken Germaanse godheid, die zijn gunsteling bedeelt met geluk.

Griet Een nazi.

Rekken Als alle nazi's goede Germanen waren geweest waren ze gestorven met hun leider.

Griet Als ik dat had geweten.

Rekken Je werkte er naartoe, en nu doe je alsof ik te ver ga.

Griet Ik schrik van wat ik bedenk.

Rekken De authenticiteit is onmiskenbaar.

Griet Dit zien ik nog geeneens als ik trip.

Rekken Zo is het genoeg.

Griet Ik wil dit niet.

Rekken Griet, het is maar een spelletje, en bovendien gaat het om een cover …

Griet De fotograaf is de godheid, die het lot van de aan hem geofferde modellen deelt.

Rekken Het is een tikje modernistisch, maar er is geen haan die daar naar kraait.

Griet Jij hebt hier modellen aan één been opgehangen aan het plafond.

Rekken Het was overdrachtelijk bedoeld.

Griet Nu krijg ik het pas echt koud.

Rekken Trek wat aan.

Griet Oh, dit is mooi zeg.

Rekken Jij bent mooi.

Griet Ik ben een zomertype, ik sta niet met alles.

Rekken En jutezak met een gat voor je hoofd en twee gaten voor je armen en jij staat er goed mee.

Griet Dat is zulke onzin.

Rekken Jij zult mij flankeren als ik mij vestig in mijn gedaante van Odin.

Griet Je zult je alleen maar bezeren.

Rekken We zullen triomferen.

16e scène

Griet Je moet dit niet doen.

Rekken Ik verlang ernaar.

Griet Hoe kan dat?

Rekken Ik ben moe van altijd maar hetzelfde.

Griet Dat zei je over mij.

Rekken Dat was een projectie.

Griet Het herkauwen van steeds maar dezelfde weed …

Rekken En nooit meer high worden.

Griet Ik help je niet.

Rekken Ik kan het zelf.

Griet Je moet het niet te strak aan je voet vastmaken.

Rekken Ik zal eraan denken.

Griet Je moet je zakken leegmaken, anders valt alles op de grond.

Rekken Jij denkt aan alles.

Griet Waarom is dit nodig?

Rekken Ik kan anders niet leven.

Griet Je zul het leven erbij laten.

Rekken Zo'n vaart loopt het niet, het is geen catwalk.

Griet De intentie is hetzelfde.

Rekken Jullie denken ook niet aan de dood als je erop stapt.

Griet Ben je weleens in de kleedkamer geweest?

Rekken Het gaat om het licht, niet om de schaduw.

Griet Je weet niet wat je zegt.

Rekken Zit het zo goed, denk je?

Griet Nou, de band moet de voet bij de enkel houden, dan stroomt het bloed nog door het scheenbeen en over de wreef.

Rekken Je bent technisch onderlegd.

Griet Los, los dat ding.

Rekken Geef me mijn touw terug.

Griet Ik geef het niet.

Rekken Geef terug.

Griet Je bent te zwaar.

Rekken Dat touwtje houdt me wel even.

Griet Ik laat toch niet los.

Rekken Haha, nou vang ik je erin, als ik wil dan wurg ik je ermee.

Griet Niet doen, alsjeblieft, maak me alsjeblieft niet dood.

Rekken Als ik je van kant maak heb ik mijn touw.

Griet Hou hiermee op, je zult je eigen nog vermoorden.

Rekken Eerst jou.

Griet Oké, oké, ik geef me over.

Rekken Geef je over.

Griet Ik geef me over.

Rekken En laat me los!

Griet Ik wil niet dat je dit doet.

Rekken Hou ik jou tegen als jij je voor jan en alleman uitkleedt?

Griet Dat is jouw makke.

Rekken De vergelijking slaat nergens op.

Griet Jij gaat bungelen, tussen hemel en aarde, en ik doe nooit wat anders.

Rekken Maar voor mij is het nieuw, en nou jij weer …

Griet Als je het doet loop ik weg.

Rekken Verdien je niks.

Griet En jij hebt geen cover.

Rekken Je moet me nu loslaten.

Griet Ik ben zo bang.

Rekken Grietje, lieveling, niet huilen.

Griet Ik moet gewoon huilen.

Rekken Daar kan ik niet tegen.

Griet Maak me dan niet aan het huilen.

Rekken Wacht, ik schiet een paar plaatjes van je.

Griet Oh neen, hè, geen foto's, me hele mascara druipt van mijn kop af.

Rekken Juist mooi, echte tranen, zichtbaar gemaakt door kleurstoffen.

Griet Ik ben geen biologisch preparaat.

Rekken Huil nou even, Griet, dit is geweldig.

Griet Oh, nu zijn het bittere tranen.

Rekken Die andere waren?

Griet Zout.

Rekken Verschil?

Griet Nu laat je me alleen.

Rekken Oh, Griet, dat spijt me, ik dacht alleen maar aan mezelf, geef me een kus, laten we het goedmaken.

Griet Oh, ik moet zo huilen.

Rekken Alweer?

Griet Deze zijn van vreugde, die zijn zoet.

Rekken Help me, als je mijn vriendin bent.

Griet Je chanteert me.

Rekken Dat wil ik niet.

Griet Je bent gefixeerd op een ideetje.

Rekken Een goed ideetje.

Griet We krijgen betere ideetjes.

Rekken Eerst dit doen.

Griet Laten we even wachten. We moeten ademhalen.

Rekken Dat is waar, en jij moet je tranen drogen.

Griet Oh, nou begin ik alweer.

Rekken Hoe smaken ze nu?

Griet Alle smaken van de regenboog.

Rekken Mallerd, de regenboog, dat zijn kleuren.

Griet Het is het zonlicht dat door mijn tranen schijnt.

Rekken Dat is mooi, we moeten zoiets doen met de belichting.

Griet We moeten wachten tot we weer op adem zijn.

17e scène

Griet Mag ik een sigaretje roken?

Rekken Tuurlijk.

Griet Het je wat te bikken?

Rekken In de ijskast.

Griet Verdomme, die kutpillen zijn uitgewerkt.

Rekken Al een tijdje.

Griet Hoe weet jij dat nou?

Rekken Je huilde.

Griet Dat is niet de bedoeling.

Rekken Je krijgt ze niet.

Griet Ik heb honger, ik wil mijn pil.

Rekken Er ligt brood in de trommel en worst in de ijskast.

Griet Ik krijg zo'n reet van worst.

Rekken Dat mag ik hopen.

Griet Ik moet het zelf weten.

Rekken Ik mag je tegenwerken om je te helpen.

Griet Straks begint het.

Rekken Begint wat?

Griet Ontwenningsverschijnselen.

Rekken Sprookjes.

Griet Waarin de heksen feeën worden door hun pilletje in te nemen.

Rekken Ze hebben je voorgedaan wat je moet voelen.

Griet Gevoel, dat is zo'n ellende.

Rekken Hier, drink er wat bij, je eet toch geen droog brood.

Griet Het is zo raar om wat in je maag te hebben.

Rekken Je hebt het niet echt.

Griet Wat niet?

Rekken Eetstoornis.

Griet Ik word gestoord van eten.

Rekken En van sex.

Griet Dat haal jij er ten onrechte bij.

Rekken Het is allemaal consumptie.

Griet De ene consumptie is de andere niet.

Rekken We zijn in dienst van het bezit.

Griet Wat ik bezit is wat ik slik.

Rekken De vernedering.

Griet Je wilt ergens heen en het bevalt me niks.

Rekken De eetstoornis is een opstand tegen het consumeren.

Griet Ja, en?

Rekken Wat je nodig hebt wordt je onthouden. En je wordt de illusie verkocht dat je het zelf wilt.

Griet Jij denkt dat eten goed is, wij hebben dat omgekeerd.

Rekken Leg uit.

Griet Eten of niet-eten zijn expressiemiddelen van verschillende schoonheidsidealen.

Rekken Jij kiest de decadentie.

Griet Dat woord heb ik nooit helemaal begrepen.

Rekken Je maakt van de bijzaak de hoofdzaak.

Griet Maar mijn hoofdzaak draagt niets meer in zich van jouw bijzaak.

Rekken En, heb je nu honger?

Griet Ik barst van de honger, dat is een ontwenningsverschijnsel, daar heb ik pillen voor.

Rekken Wil je niet iemand kussen?

Griet Ja, dat wil ik, maar niet nu.

Rekken Wanneer wel?

Griet Eerst mijn pillen.

Rekken Maar dan voel je het niet meer.

Griet Dat is precies de bedoeling.

Rekken Je weet wat je doet, en ergens heb ik daar waardering voor.

Griet Krijg ik nu mijn pillen?

Rekken Je hebt ze verdiend.

Griet Dank je.

Rekken Hier, fles sherry.

Griet Ha, zalig, zeg, de sherry is het leukste van het pillen slikken, weet je dat?

Rekken Maar je hebt gegeten.

Griet Dat kots ik er wel uit.

Rekken Gaan we nou beginnen?

Griet Waarmee?

Rekken Is het een upper?

Griet Het is zeker geen downer.

18e scène

Griet Het model moet dit doen.

Rekken Een vrouw, die staat op de sociale arbeidsdeling, ik had het kunnen weten.

Griet Laat mij het doen.

Rekken Oké, dan kan ik zien hoe het gaat.

Griet Aan mijn voet, zo ja, en dan langzaam ophijsen, dat ik niet mijn kop stoot.

Rekken Je weegt niks.

Griet Dat is modellenwerk.

Rekken Griet, het ziet er geweldig uit.

Griet Ik krijg een kop als een boei.

Rekken Dat gaat zo over.

Griet Oh, het is echt eng.

Rekken Hou-en zo, zo ja, je handen achter je rug, je been gebogen achter je andere been, mooi zo.

Griet Bij aankoop van deze kleren krijg je er een galg bij om ze voordeliger te doen uitkomen, maar je hebt een vriend nodig om je op te knopen.

Rekken Ha, je rok valt, ik bedoel: klimt.

Griet Neen, niet zo.

Rekken Ja, wel zo, hou je rok vast, dat wil zeggen naar beneden, ik bedoel: naar boven.

Griet Ik lijkend wel een omgekeerde Marilyn Monroe.

Rekken Je gezicht is zo heel anders.

Griet Jij draait je foto's nooit eens om?

Rekken Mijn foto's wel, maar ik heb nog nooit een model op haar kop gezet.

Griet Ik zie een catwalk voor me, in een vleeshuis, de modellen komen langs voor de slotparade, met hun enkels aan vleeshaken …

Rekken Je vraagt je in gemoede af waarom die schapen dan zo mager moeten zijn.

Griet Dit is verwording.

Rekken Dit is een geniaal idee.

Griet Ik heb me nog nooit zo klote gevoeld.

Rekken Nog even volhouden, grietje.

Griet Ik verzuur.

Rekken Niet zo spartelen, het is dadelijk voorbij.

Griet Laat me naar beneden!

Rekken Rustig nou, je maakt het jezelf moeilijk.

Griet Naar beneden! Naar beneden! Naar beneden!

Rekken Sereniteit, dat wil ik, overgave, dat is de plicht van het offer.

Griet Ik word helemaal gek, alsjeblieft help me help me.

Rekken Dit is heel onprofessioneel van je.

19e scène

Rekken Doe ik het zo goed?

Griet Mijn enkel zachtjes wrijven.

Rekken Je deed het zelf.

Griet Ik raakte in paniek.

Rekken Kusje erop.

Griet Jaja, kusje erop.

Rekken Glaasje water.

Griet Je moet dit niet doen.

Rekken Het experiment is geslaagd, we gaan over tot het echte werk.

Griet Je bent te zwaar.

Rekken Ik kan zelf helpen met hijsen.

Griet Je voet houdt het gewicht niet.

Rekken Mijn voet is zo sterk als mijn gewicht.

Griet Ik ben nog geen vijftig kilo en ik ben jong en lenig.

Rekken Dus kan een ouder, meer ervaren iemand dit beter.

Griet Dat is een verkeerde conclusie.

Rekken Je stelt je op, schuin achter mij en je kijkt in de camera.

Griet Ik stem hier niet mee in.

Rekken Je hebt het bedacht, je hebt het voorgedaan, en nu kun je dus niet meer terug.

Griet Ik heb spijt.

Rekken Te laat.

Griet Pijn in mijn hart, pijn aan mijn voet.

Rekken Het is zo weer over.

Griet Ik. Wil. Niet.

Rekken Jij geeft jezelf, ik geef mezelf terug.

Griet We zullen er allebei aan kapot gaan.

Rekken Dat is de loop van de wereld.

Griet We worden uitgelachen.

Rekken Toegejuicht.

Griet Dan komt de hoon er nog bovenop.

Rekken Er zal over worden gesproken.

Griet Ik ben bang.

Rekken En je hebt net je pillen op.

Griet Dit is sterker.

Rekken Grietje, lieveling, maar dat is dan toch geweldig!

Griet 't Zal wel.

Rekken Ik ga van start.

Griet Je komt niet van de grond.

Rekken Ik ben er al bijna.

Griet Je kunt jezelf niet ophijsen.

Rekken Help me dan eens een keertje.

Griet Je kunt jezelf niet offeren, dat doet een ander.

Rekken Doe jij het dan.

Griet Ik heb genoeg aan de gedachte.

Rekken Het is maar een beeld dat we maken.

Griet Een beeld dat te echt is.

Rekken Speel mee, Griet, ik speel met jou mee.

Griet Daar ga je dan - en hop hop hop - en vast zit de man!

Rekken De camera gaat beginnen. Stel je op, Grietje, voor ons meesterwerk.

Griet Waar kijk ik?

Rekken In de camera.

Griet Je staat, je hangt er goed op, erbij.

Rekken In de lens bedoel ik.

Griet Ik sta naast jou.

Rekken Zoals afgesproken.

Griet Zo?

Rekken Zo is-tie goed.

20e scène

Rekken Het is echt heel erg.

Griet Dat zei ik.

Rekken Ik wil naar beneden.

Griet Ik zei: doe het niet, en toen werd je nieuwsgierig.

Rekken Ik ben bevredigd.

Griet Ik smeekte je om me neer te laten, maar je hebt er lang mee gewacht.

Rekken Om plaatjes te schieten.

Griet Hé, mijn pillen beginnen te werken.

Rekken Net op tijd.

Griet Gut, ik voel me echt heel erg slim.

Rekken En terecht, Griet, jou komt hiervoor alle eer toe.

Griet En het werk.

Rekken Dat valt te bezien.

Griet Het is mijn geestelijk eigendom.

Rekken Ik heb het uit je gehaald, zoals, zoals …

Griet Een mijnwerker een diamant haalt uit de duisternis en de nacht.

Rekken Mooi gezegd.

Griet We hadden het er al over.

Rekken Maar tenslotte verdient de handelaar er het meeste aan.

Griet In Oliedollars.

Rekken En daarvoor maken wij de hele dag ruzie, en knopen we elkaar op aan het plafond.

Griet We moesten samenwerken, maar doen dat in feite niet.

Rekken We zien het gemeenschappelijke belang niet.

Griet Wat zou dat zijn?

Rekken Zeg, dit is geen leerstuk van Brecht, haal me gauw eens naar beneden.

Griet Zijn het nou films, zijn het nou pixels?

Rekken Voorzichtig aub.

Griet Ze zijn echt mooi.

Rekken Je kunt ze nu jatten, Griet, maar je komt er niet ver mee.

Griet Neen, want ik heb geeneens een opdracht.

Rekken Ik ook niet.

Griet Dit is wel heel wanhopig allemaal.

Rekken Als je me nu even neer takelt wordt het alweer veel beter.

Griet Zinloze daad van agressie.

Rekken Watte?

Griet Je daar te laten hangen.

Rekken Alle agressie is zinloos, en alle tortuur leidt tot een bekentenis, maar de hulp in nood helpt in ieder geval het slachtoffer.

Griet Het is beter als jij jezelf redt.

Rekken Dat is zo.

Griet Kun jij jezelf redden?

Rekken Ik zou beter zijn dan jij, Grietje, want jij hebt mijn hulp aanvaard.

Griet Daarvoor ben ik een vrouw.

Rekken Laat mij een vrouw zijn.