DE GROTE POORT VAN AMSTERDAM
Komedie
Jacob Dekker
DE GROTE POORT VAN AMSTERDAM
Komedie
Jacob Dekker
De grote Poort van Amsterdam
02-02-2008 – 28-02-2008
Een studente culturele antropologie rent in paniek de straat op, ontmoet junks, dieven, Andreas Baader, kleine kinderen, een geile non, een loverboy, en reist door de onderwereld, achtervolgt door zichzelf.
Personen:
Tosca, een eerstejaars studente culturele antropologie
Norma, parkeerwacht
Viktoria, een non
Anubis, een hond
Een stem in het donker
In de eerste akte treden op:
Een zwerver
Een passant
Een kind
Een junkie
Andreas Baader
Het regent, het waait en het is nacht
Een stem in het donker spreekt kliktaal. Hij gebruikt de volgende klanken, hier weergegeven met hun symbolen:
! Tong tegen het verhemelte, en dan wegtrekken. Dat geeft een knal. Dit is de retroflex, of champagne-kurk klik.
/ tsss … Verbazing, en minachting. De dentaal klik.
+ Kus. Om dieren te lokken met een vertederend geluid. De bilabiaal klik.
≠ Tong tegen het punt vlak achter de tanden van de bovenkaak en dan terugtrekken. De alveolar, of palataal klik.
Een stem in het donker zegt: oh oh. Dit is een a en twee e's: de a is scherp, de e's zijn glijdend.
Pôp is de wijsvinger in de mond, lippen op elkaar om de vinger heen, en de vinger krachtig langs de wang naar buiten trekken.
Een stem in het donker maakt een geluid achterin de keel dat over het algemeen verbazing uitdrukt, op een kinderlijke wijze: koeing. De toon begint laag achterin de keel en stijgt sterk en scherp naar de -ing toe.
De stem gebruikt de hamza, die in het Arabisch een medeklinker is: staat niet in het alfabet, geldt wel als een letter, meestal gedragen door een alif of een waw, soms gevocaliseerd. Ik schrijf de hamza gedragen door een alif:
De hamza is een glottisslag die in het Nederlands tot klinken komt in het woord beamen: de a is hierin een krachtig uitgesproken klank waarbij het hele lichaam meebeweegt.
Andreas Baader citeert uit Liedjes van Herman Gorter en uit Die Massnahme, versie van 1931, van Bertolt Brecht. Het gedicht Meisje met hond is van Rinse Willem van der Mark.
Akte 1
1.
Tosca rent over de Pillenbrug en botst tegen een zwerver aan.
Zwerver Stom wijf
Tosca Donder op, idioot.
Zwerver Staan blijven.
Tosca Je stinkt.
Zwerver Jij moet mij compenseren.
Tosca Jij moet mij loslaten.
Zwerver Jij hebt een lekkere dikke jas.
Tosca En jij stinkt zelfs nog als het vriest.
Zwerver Als ik een jas had, dan hoefde ik mezelf niet warm te houden, met mijn eigen zeik.
Tosca Je bent bezopen.
Zwerver Ik moet steeds veel drinken om mezelf warm te houden.
Tosca Als ik jou mijn jas geef verkoop je hem om drank te kopen.
Zwerver Die ik nodig heb om warm te blijven.
Tosca Laat me los.
Zwerver Je rent als een wilde op de vlucht voor een tijger. Heb jij wat op je geweten?
Tosca Ik ben bang! Ik ben bang!
Zwerver Waarvoor ben jij nou bang?
Tosca Dat weet ik juist niet.
Zwerver Ik zou er maar eens naar gaan zoeken.
Tosca Ik ben hard op weg.
Zwerver Daarom loop je een eerlijk man van zijn sokken? Je bent me een jas schuldig.
Tosca Hou mijn jas maar vast.
Zwerver Tjonge, dat is een lekkere jas, zeg, kijk eens wat een mooie voering, zeker sits, of zo.
Tosca Cadeautje van mijn moeder, toen ik achttien werd.
Zwerver Kreeg je geen stripper?
Tosca Ik kreeg een BMW.
Zwerver Wat sta je dan te zeiken over je jas?
Tosca Ik zeik niet, jij zeikt.
Zwerver Oprotten, trut, of ik geef je een paar rammen.
Tosca Jij kan mij niet eens raken, sukkel.
2.
Tosca ontloopt de zwerver. Ze wordt in het voorbijgaan opgevangen door een passant, en ze vechten totdat hij haar eronder heeft.
Passant Tackle!
Tosca Au au au.
Passant Wat een vangst!
Tosca Help, help, help me.
Passant Sorry, sorry, zeg, heel erg sorry, maar als ik iemand zien rennen dan moet ik hem grijpen.
Tosca Ik ben een meisje, kun je wel.
Passant Oh, het is echt heel erg wat ik heb gedaan. Heb je je bezeerd.
Tosca Nou, heel erg, au au au.
Tosca huilt, en ze zitten op de stoeprand in de Damstraat.
Passant Niet huilen, niet huilen nou, lieverd, ik kan er niet tegen als meisjes huilen.
Tosca Dat hebben mannen, als je maar huilt dan kun je echt alles doen. Zoals voorbijkomen.
Passant Ik wilde je geen pijn doen, ik ben gewoon een afgerichte line-backer, ik deed het in een reflex.
Tosca Line-backer?
Passant Jij huilt echt.
Tosca Meisjes huilen altijd echt.
Passant Daarom moeten ze ook echt worden gekwetst.
Tosca Ik word liever getackeld.
Passant Jij bent leuk, mag ik even aan je tieten zitten?
Tosca Neen.
Passant Ik zal je bh niet onklaar maken.
Tosca Neen, zei ik, en hou je poten thuis.
Passant Gelukkig, je huilt al niet meer.
Tosca Als je maar over sex begint.
Passant Beste middel.
Tosca Een beetje aan tieten frunniken is nog geen sex.
Passant Ik ben bereid me aan jouw definitie te houden. Even frunniken dan?
Tosca Het gaat alweer beter. Ik moet er vandoor.
Passant Ik zie dat we dezelfde maat schoenen hebben.
Tosca Nou, dat is ook toevallig. Neen, ik kom zelf wel overeind, en niet aan me zitten.
Passant Mag ik je schoenen hebben?
Tosca Alleen mijn schoenen?
Passant Wat heb je nog meer?
Tosca Hier zijn mijn schoenen, en hier zijn mijn sleutels van mijn huis, OZ Achterburgwal 201 D, er staat verse thee op het lichtje.
Passant Je sokken.
Tosca Oh ja, natuurlijk.
Passant Nou, bedankt.
Tosca Niet te enthousiast graag.
Passant Je kunt het maar één keer weggeven.
Tosca Je kunt me maar één keer bedanken.
Passant Daar heb jij weer gelijk in.
3.
Tosca rent over de Dam en struikelt over een kind.
Kind Niet slaan, niet slaan, niet slaan.
Tosca Sorry, lieverd, ik zag je niet.
Kind Het spijt me vreselijk.
Tosca Wat nou?
Kind Dat ik in de weg lig.
Tosca Ik let niet op waar ik loop.
Kind Ik hoor hier niet te liggen, ik ga wel ergens anders liggen te slapen.
Tosca Jij moet naar huis, naar je moeder.
Kind Welk huis, welke moeder?
Tosca Sta je me nou in de maling te nemen?
Kind Ik lig hier voor mijn lol.
Tosca Kom eens hier, dan geef ik je een knuffie, want je bent helemaal koud en nat.
Kind Ben jij een moeder?
Tosca Dat komt nog.
Kind Mag ik dan je kindje zijn?
Tosca Ja, natuurlijk.
Kind Maar ik ben je kindje niet, boehoehoe …
Tosca Je bent wel lief.
Kind Heb jij geen huis.
Tosca Heb ik net weggegeven.
Kind Stommerd!
Tosca Ik wist niet dat jij het nodig had.
Kind Heb je wat te eten voor me?
Tosca Nou, neen, maar hier is mijn geld.
Kind Dat is veel te veel.
Tosca Denk aan de dag van morgen.
Kind Moet jij ook.
Tosca Ik ben op de vlucht.
Kind Voor de wolf!
Tosca Misschien.
Kind Dan heb je het juist nodig.
Tosca Niet waar ik heenga.
Kind Ben jij wel helemaal lekker?
Tosca Hier, mijn jurk, helemaal van zijde.
Kind Is dat nou tandartszijde?
Tosca Chinese zijde. Trek aan. Mouwen beetje oprollen, zoom een paar keer omslaan. Je ziet eruit als om door een ringetje te halen.
Kind Mooi, oh, mooi, ik lijk wel een prinsesje.
Tosca Alle meisjes zijn prinsesjes.
Kind Hoi hoi hoi!
Kind danst om Tosca heen, dan rent ze opeens weg.
4.
Tosca gaat barrevoets en in haar ondergoed de Paleisstraat in.
Een junkie schuilt tegen de muur van het paleis.
Junkie Hé, jij daar, ordinaire naaktloopster in regen en wind, kom nader tot mij.
Tosca Ik ben niet naakt.
Junkie Verrek, nou je zegt, maar je goed plakt aan je lijf, zodat ik van een afstandje zou zweren dat je poedelnaakt rondloopt.
Tosca En wat dan nog?
Junkie Dan zou ik de naakte hebben gekleed, zoals mijn plicht als christenmens het mij voorschrijft.
Tosca Vrijblijvend en belangeloos?
Junkie Je draagt een ketting met een dure steen, en twee botergeile gouden oorbellen, dat is wel genoeg.
Tosca Doe er je voordeel mee.
Junkie Dat is lachen met jou, zeg.
Tosca Je mag je kleertjes houden, hoor, ik moet er vandoor.
Junkie Ik heb een lijntje coke voor je, maar dan mag ik even aan je tieten zitten.
Tosca Goeie ruil,
Junkie Eerst je tieten.
Tosca ontbloot haar borsten.
Junkie Je albasten boezem is verscheurd van verdriet.
Tosca Mijn borsten?
Junkie Ik ben een kenner.
Tosca En een fijnproever.
Junkie Welja, het is geen brooddeeg, ze zijn het voedsel van de wereld.
Tosca Dat is lief.
Junkie Kom in mijn armen, ik hou je warm aan mijn borst.
Tosca kust de junkie en koestert zich tegen hem aan.
Tosca Zulke vuile, harde handen, hoe kunnen die zo zacht zijn?
Junkie Ze vormen zich naar de wereld en worden bakstenen van het metselen en kinderhandjes op jouw boezem.
Tosca Maar, ik ben verdrietig?
Junkie Verdriet is de melk waarmee je bent gevoed,
verdriet is het erfgoed dat je doorgeeft,
wat er in je boezem huist moet worden gedelgd
eer jij en de vrede elkaar ontmoeten.
Tosca Onmiskenbaar een Amsterdamse junk.
Junkie Snuif eens lekker op, meisje, beetje bukken, ja zo, dan kan ik bij je reet.
Junkie trekt Tosca's broekje naar beneden en betast haar billen.
Tosca neemt een ruime snuif.
Junkie Nat, strak, heerlijk om te bepotelen, het geluk loopt me gewoon in de armen vandaag.
Tosca maakt zich los.
Tosca En dan gaat het weer aan de haal.
Junkie Laat me niet alleen, lief meisje, ik weet niet eens je naam.
Tosca Tosca, mouri, mouri …
Junkie Va, Tosca, va, va …
5.
Tosca loopt de Nwe Zijds op, linksaf de Wijdesteeg in waar een dode haar opwacht. De dode heeft zich een kogel door het hoofd geschoten, het is Andreas Baader.
Andreas Halt, Tosca, stomme kut, schoothondje van de bourgeoisie, halt, zeg ik, en warm mij aan je levende vlees …
Tosca schrikt hevig en staat verlamd.
Andreas … want de revolutie is het grote neuken, en schieten en neuken zijn een en hetzelfde, en zodoende heb ik op het laatst gewoon mezelf geneukt …
Tosca … verneukt …
Andreas … een daad van eenmalige, absolute zelfbeschikking.
Ik zag mijn bloed nooit
In zo'n golf
Zoals er spoelde door mijn hart
Mijn liefste
Toen ik jouw gezicht ooit zag
Hier in Holland
Leef ik je leven
In de muziek der dromen
Zwak voel ik mij, ernstig
Vrouwe van de revolutie
Met jou, met jou
Zal ik neuken.
Tosca Maar, arme jongen, onterechte klootzak, terrorist, je bloed is in een golf over straat gelopen, en je bakt een ongedesemd brood in mijn oventje.
Tosca inspecteert de dodelijke wond in het achterhoofd van Andreas.
Andreas Dit is het bewijs van mijn inzet, dat ik voorop ben gegaan in de strijd.
Tosca Wat was dat dan?
Andreas Ik ben Andreas Baader, en jij bent de nieuwe revolutionaire.
Tosca Raf! Raf! Raf!
Andreas Je bent gevlucht, je bent ontkomen aan de knellende banden van het bezit en het burgerdom, en je hebt mij gevonden, die jou is voorgegaan.
Tosca Andreas, waarheen?
Andreas Jij vangt mijn wind niet, mijn wind vangt jou.
Tosca Het is waar, als een weggelopen kind ben ik met de wind mee gevlucht.
Andreas Je bent de weg van alle vlees gegaan
Met de heersende wind mee gewaaid
Buiten de roes, de bedwelming en de consumptie om
In de wildernis die je hebt gemaakt door naakt te gaan
Temidden van het beschaafde klootjesvolk
In het magisch centrum Amsterdam
Dat een toeristische attractie is geworden
Daar ga jij door de grote poort
Daar heb je alles achtergelaten
In de breuk van de rede
Op de weg naar het geloof van en in de nieuwe mensheid
Tosca Als jij eens wist hoe dood je bent.
Andreas Door jou herleven we.
Tosca Andreas, je bent zo'n knappe man,
waarom heb jij je leven gegeven
voor een vrouw die alleen in dromen bestaat?
Er is geen eenheid in de droomwereld
Tenzij je droomt over de liefde
Want je was een geschenk
Alle mannen haatten je
Alle vrouwen hadden je lief
En waar ben je nu?
Oh oh oh, wat ben je koud
Geef me je hand, Andreas
Andreas De revolutie is mijn vrouwe.
Tosca En vrouwen zijn kutten op benen.
Andreas Wat dacht je dan?
Tosca Dan is iedereen dood.
Andreas Het was ons niet vergund te leven zonder te doden, nog niet, maar niet alleen anderen, vaak doden we onszelf, als het nodig is.
Tosca Dan huil ik om de revolutie.
Andreas Ik ben de laatste liefhebber van Duitsland.
Tosca Gadverdamme.
Andreas Wij hebben met een kleine voorhoede van tegen elkaar verdeelde elite-troepen heel West Europa gedestabiliseerd.
Tosca Dan worden jullie bedankt.
Andreas Jij bent nu al gezien, op een bewakingscamera, maar ze zullen nooit zien met wie jij spreekt.
Tosca Weet ik het zelf?
Andreas Jij hebt je ontdaan van het bezit dat je is toegevallen over de rug van het geknechte proletariaat …
Tosca Niemand weet nog wat dat betekent.
Andreas Daarom is het nog wel de waarheid.
Tosca Ik heb mijn eten weggegeven, maar daarom heb ik toch wel honger, en mijn kleren, maar daarom ben ik toch wel koud en nat.
Andreas Dat is het leven van een revolutionair.
Tosca Ik was opeens bang. Ik ben gewoon gestoord. Misschien gaat het weer over.
Andreas Je zult nooit mee terug kunnen keren, mijn lieve Tosca, je zult onderduiken in de illegaliteit, want dat is de breuk van de rede, laten we samen gaan, schieten en neuken, want …
Tosca Dat is toch hetzelfde. Nou, daar krijg je mij niet voor. De Rote Armee Fraktion heeft zich opgeheven, en het geweld als de weg naar de bevrijding een dwaalweg genoemd. Sorry kon er niet af.
Ze zijn teruggekeerd naar het jongerenwerk.
Andreas Zoals ik nu.
Tosca De maatschappij wordt niet beter.
Andreas Je zult de rede en het geloof ooit met elkaar vullen, Tosca, als het zover is, denk dan aan mij.
Tosca Andreas, ga niet weg, ik ken jou niet, ik wil met je praten, lieveling, ik wist niet dat je zo'n knappe man was. Hoe kon jij mensen vermoorden?
Andreas trekt zich terug, sprekend, herhalend:
Andreas Furchtbar ist es zu töten / Aber nicht andere nur, auch uns töten wir, wenn es nottut.
Tosca houdt haar handen op haar oren en huilt hard.
Akte 2
Tosca, Norma.
Norma Hé, naaktloopster, donder op, of ik verzuip je.
Tosca Ik ga al weg.
Norma Ja, dat gaat zomaar niet, je loopt nog een longontsteking op.
Tosca Ik ben een sterk meisje, en van het rennen word ik gauw weer warm.
Norma Meid, het hagelt en het vriest.
Tosca Ik ben al weg, mevrouw, wilt U mij loslaten.
Norma Naar binnen jij, wat bezielt je, je bent een onzedelijk kind zo in je blote reet bij nacht en ontij over straat te zwalken, schaam jij je niet!
Tosca Het is mijn eigen schuld.
Norma Hebben ze je beroofd, arm meisje.
Tosca Ik heb alles weggegeven, en ik heb een dode revolutionair gekust.
Norma Die domme meiden van tegenwoordig. Je kust een revolutionair en daarbij haal je zijn zakken leeg.
Tosca Ik zal eraan denken.
Norma Zo, een warme jas om je heen, dat is beter.
Tosca Ik was zo bang, mevrouw.
Norma Jij? Bang? Jij bent een rijkeluisdochtertje, ik zie het aan alles, ik ken de mensen. Wat heb jij nou om bang voor te zijn? In je warme kamer, met de thee op het lichtje en de gouden kooi op de televisie.
Tosca Op mijn kamertje, hoog boven de burgwal, de boomtakken voor de ramen, en daarin de maan die voorbij jakkert, het handboek Keesing open op tafel, ik lees erin, er staat:
… have eaten the forest not its trees but its animals and are suffering the consequences in terms of increased warfare, treachery, and infanticide and a brutal sex life …
naast een afschrift van de giro, helemaal rood,
mijn gsm met hijgtoon
een bericht uit Groningen over mijn studiefinanciering
ik moet punten tonen, anders krijg ik niks meer
mijn verlopen OV jaarkaart
een uitnodiging voor een feestje
waarvoor ik een nieuwe jurk moet kopen
want alle chicks moeten een maffe jurk dragen
een briefje van mijn docent Methoden & Technieken, dat ik wegens herhaalde absenties van de colleges geen punten meer zal krijgen voor mijn tentamen
een kaart van mijn moeder: ze heeft een nieuwe vriend
een kaart van mij:
mam, wat fijn, nu heb je twee dochters bij drie verschillende mannen
en ik loop de straat op
ik geef mijn jas aan een zwerver
mijn schoenen en mijn huis aan een passant
mijn jurk en mijn geld aan een kind dat op straat slaapt
een junkie geeft me een lijntje coke dan mag hij mijn tieten en mijn kont bepotelen
oh,
zegt hij,
je albasten boezem is verscheurd van verdriet
ik loop tegen de schone Andreas op,
revolutionair uit de mythische voortijd van de jaren '70
en hem kus ik,
want hem heb ik lief.
Norma En toen verscheen je op de monitor van de bewakingscamera's.
Tosca Er was een breuk in de rede
Norma Wat is rede?
Tosca Het in en het uit.
Norma Daarbuiten is niets.
Tosca Dan ga ik daar heen.
Norma Er is alleen rede.
Tosca Oh, zo banaal, niet te dragen zo banaal
Norma Rede, en breuk, maar wat is er aan de andere kant?
Tosca Ik wil het nu zien.
Norma Te zien is er niets.
Tosca Dan wil ik niets zien. Ik wil het menselijke opgeven, als de voorhang scheurt en ik het vuur in ga, want ik ben de spiegel van mijn eigen wereld en ik kan er niets in zien.
Norma Je zoekt een groot gevaar.
Tosca Ik wil gelijk zijn aan mezelf, in de gelijktijdigheid van mezelf in tijd en ruimte als geheel.
Norma Dat is de dood, en je weet niet wat de dood is.
Tosca Ik weet heel goed wat de dood is, want die heb ik achter me gelaten.
Norma Je bent op de vlucht naar de dood toe.
Tosca Ik ben voor het leven, maar niet tegen de dood, in deze strijd zonder wapens, van de geest, die brandt van dorst naar gerechtigheid.
Norma Jij zoekt De Grote Poort van Amsterdam. Het is een tijd geleden dat er iemand voor is geweest.
Rumoer, opeens, Sirenes, voetstappen, gebonk.
Stem Tosca! Tosca! Tosca!
Norma Wie is Tosca?
Tosca Ik ben Tosca.
Norma Ze zoeken je.
Tosca Niemand heeft mij ooit gezocht.
Norma Nu ben je weggelopen. Dat mag niet.
Tosca Ik moet er vandoor. Bedankt voor de jas, en voor dit gesprek, enzo, dag lieverd.
Stem Tosca! Tosca! Tosca!
Tosca Waar is De Grote Poort van Amsterdam?
Norma Nou, er staat een poortje in de tuin van het voormalige Rijksmuseum, maar dat is eigenlijk de poort van de stad Groningen - en die krijgen die boeren mooi niet terug - en dan is er nog de Haarlemmerpoort, maar die is weer niet zo groot vergeleken bij het Muiderpoort station …
Tosca Jajaja.
Norma Het is een poort van de geest, zie je.
Tosca Ik wil erdoorheen!
Norma Oh, ik had mijn mond moeten houden. Dit leidt tot imitatiegedrag, net als jezelf opknopen.
Stem Tosca! Tosca! Tosca!
Tosca Ik word geroepen, wijs me de weg.
Norma Het is een orakelplaats. Het is de duisternis, waarin je onder het juk doorgaat. Het is de schoot van moeder aarde.
Tosca Ik kom er wel achter. Waar is het?
Norma Kijk, deze spelonk is De Grote Poort van Amsterdam.
Je moet er met je voeten vooruit doorheen, ik duw je, en dan word je over je hele plot geschaafd, alsof je een komkommer bent die door een dunschiller wordt gehaald.
Tosca Oh, maar dat is heerlijk!
Norma Mag ik je duwen?
Tosca Bewijs me die grote gunst, lieve mevrouw.
Norma Jij bent bijzonder.
Tosca Dat wil ik niet.
Norma Ik vind je bijzonder.
Tosca Hou daarmee op.
Norma Het is de waarheid.
Tosca Tussen ons.
Norma Ik heb je lief.
Tosca Daar hebben we het niet over.
Norma Ik wil het weten.
Tosca Hier, neem mijn kus.
Norma Je maakt me gelukkig.
Tosca Er is een breuk.
Norma Tussen jou en mij?
Tosca In mij.
Norma Ik kan je genezen.
Tosca Je zult me haten.
Norma Niet.
Tosca Wel.
Stem Tosca! Tosca! Tosca!
Norma Twee vaardige mannen bouwden het heiligdom van Lebadeia, en Apollo prees hen, en vroeg ze: wat willen jullie voor dit heerlijke werk hebben?
Ze zieden: het hoogste goed.
Daarop liet de godheid ze zachtjes inslapen.
Tosca Hetgeen alles zegt over hoe de goden het leven van de mensen zien, maar niets over hoe het is.
Norma Je zult het aanstonds horen.
Het lawaai neemt toe. Gebeuk op de deur.
Tosca gaat met haar voeten vooruit voor de poort liggen en Norma duwt haar er doorheen.
Tosca schreeuwt het uit van de pijn.
Akte 3
Donker. Lawaai. Opeens: stilte.
Stem
Ssst ≠ !
!koeing ohoh pôp
+ !krrr
stem man in ziel vrouw
kant om van zijn
≠ / mmm
! ! !
ssst ≠ !
zijn niet nieuw
ver her er ken
nen nen nen
ohoh na na pôp pôp
schrijf het op de lul
wrijf de lul op
wordt het een boek
!koeing pôp kwakkk
geen is aan zich wat het heel is aan niets
wint de held nu van jou held in jou
schoon vrouw nat naakt mij zwart diep nacht wil
vrees borst prangt
stoot stoot stoot
woord uit stoot ik stoot woord uit mijn woord
ik stoot U uit
waar jij mij bent nacht zwart
waar jij bij mij en wees jij mij jij
!k to niek
zijn niet nieuw
deel al het leed in de la de la met mij met jouw
tem ik jou met mij
ka ka ka
brand brand brand
de tijd lijdt om jou om mij
ben nep ben pen
ssst ≠ !
!koeing oh oh pôp
+ !krrr
zijn niet nieuw
mmm
mmm
mmm
Akte 4
Tosca, Victoria. Bij Het Lieverdje. Tosca ligt op de grond, tegen de sokkel van het beeld aan, naakt, drijfnat, ze is lelijk toegetakeld.
Viktoria Ik zie het niet.
Ik zie het niet.
Er ligt daar geen kind.
Naakt als uit de moederschoot.
Ik hoef haar niet te helpen.
Ik was er niet bij.
Tosca kreunt hevig
Viktoria Als je kreunt moet ik je helpen. Hou daarmee op.
Tosca Ik zal het niet meer doen.
Viktoria Beloof je dat?
Tosca Ik beloof het.
Viktoria Nou, dan moet ik je wel helpen.
Tosca Een non? Nou dat weer.
Viktoria Zeg, jij bent toch niet door De Grote Poort van Amsterdam gegaan? Zeg dat het niet zo is!
Tosca Ik ben door De Grote Poort van Amsterdam gegaan. En nu doet alles me zeer.
Viktoria Doe het dan niet.
Tosca Bent U er doorheen geweest?
Viktoria Ik kijk wel uit. Dergelijke heidense gebruiken en demonische rituelen zijn ongepast voor een bruid van Christus.
Tosca Neemt U me niet kwalijk.
Viktoria En, hoe is het?
Tosca Het is alsof ik een rauw ei heb gegeten.
Viktoria Jaja, dat zeggen ze dan.
Tosca Ik kreeg een klap voor mijn kop. Toen kwam ik bij mijn positieven. Ik hoorde een stem, die hele vreemde klanken uitstootte. Ik ben weggerend. En toen kreeg ik weer een klap voor mijn kop, of misschien liep ik ergens tegenaan. En nu?
Viktoria We gaan naar mijn huisje. Ik woon hier op de Begijnhof. Dan kun je me alles rustig vertellen bij een kopje stevige bouillon.
Tosca Ik herinner me niets.
Viktoria Het komt allemaal weer terug.
Tosca Herinneren, dat is terugkomen?
Viktoria In een andere gedaante, want het geheugen is selectief.
Tosca Geheugen is een verzameling gegevens waaruit de herinnering put om terug te keren naar wat ik heb gezien.
Viktoria Gehoord. Daarom was het donker. Het geheugen werkt met de herinnering door het woord, maar het woord verandert door het werken van de gedaante, en de herschepping is vaak heel anders dan wat het woord ooit baarde.
Tosca Dit is nog moeilijker dan wat ik hoorde.
Viktoria Dan was het kinderpraat.
Tosca Ja, want de stem maakte geluiden die niet in onze taal zijn.
Viktoria Nog niet.
Tosca Geen is aan zich wat het heel is aan niets.
Viktoria Heel juist. Nu zie je wel in dat je geen geluiden nodig hebt die niet in onze taal voorkomen om toch onverstaanbaar te zijn.
Tosca Mijn geheugen is geen onbekend land, en niet selectief, want ik weet heel goed wat er met me is gebeurd.
Viktoria Positieve definitie, graag.
Tosca In mijn geheugen kan ik nagaan wat me is overkomen, en door erover na te denken kan ik er zin en betekenis aan geven.
Tosca Kom maar binnen, lieverd, dan zet ik je bij de kachel op de praatstoel. Trek dit aan, want ik zie ze al vanachter de geraniums loeren en er wordt hier zo ongelofelijk geroddeld, jaloerse krengen, kunnen het natuurlijk niet uitstaan dat ik een naakte griet aan de haak heb geslagen.
Viktoria trekt haar habijt uit en ze draagt eronder jarretelles en kanten ondergoed, dat de billen bloot laat, en ze heeft een mes met een riem aan haar kuit gebonden.
Tosca Dat had ik er niet onder gezocht.
Viktoria Dan heb je geen fantasie.
Tosca Van de kerk kun je alles verwachten.
Viktoria Ik ben geen non, maar ik word niet lastiggevallen op straat als ik een habijt draag.
Tosca Die moet ik onthouden.
Viktoria En niet vergeten.
Tosca Vergeten, is dat een daad van de herinnering?
Viktoria Van de repressie, zegt men, maar de werking van de geest blijft een raadsel. Ik weet wel dat de geest zich vormt naar wat je ervaart, en dus bestaat door de herinnering.
Tosca De geest is veranderlijk.
Viktoria In het veranderlijke ligt waarschijnlijk de essentie van het behoud, maar daarin moet je opgaan, en het is al veranderd zodra je het uitspreekt.
Tosca Zijn niet nieuw.
Viktoria Wat hoorde je nog meer?
Tosca Kant om van zijn.
Viktoria Het zijn dat haar niet-zijn heeft aan zichzelf, en door de reflectie van het zijn in het niet-zijn tenslotte zichzelf ziet, als iets dat niet nieuw is, maar het zijn zelf.
Tosca Een enkel woord dat in vruchtbare aarde valt en tot een heel boekwerk wordt.
Viktoria Dat klinkt weer niet authentiek.
Tosca Het is de mop van de handtas van olifantenlullenleer.
Viktoria Ken ik die?
Tosca Als je erover strijkt wordt het een hutkoffer.
Viktoria Flauw, hoor.
Tosca Stem man in ziel vrouw.
Viktoria Dat is beter. Het niet-zijn van jouw persoon als meisje is een jongen.
Tosca Dit gaat toch niet de verkeerde kant op, hè?
Viktoria Het zijn symbolen en tegenstellingen, maar de stem die je hoorde dat ben je zelf.
Tosca Sprekend uit mijn eigen geheugen?
Viktoria Sprekend vanuit het zijn.
Tosca En het is een brand.
Viktoria Maar niet ongrammaticaal.
Tosca Het klonk een beetje krom.
Viktoria Dat is om je aandacht te trekken, maar het is samen te vatten en gewone, grammaticale zinnetjes.
Tosca Ik zie nog niet hoe.
Viktoria Je bent de roep gevolgd, toen ben je onderhouden over de herkenning van jezelf in jezelf, wat gepaard gaat met een gevoel van hevige verbranding, door hitte of koude, die overigens louter van de geest is.
Tosca Het was vreselijk.
Viktoria Neen, het was heerlijk.
Tosca Ik was zo bang, dat ik hard ben weggerend.
Viktoria Je zult worden gehard door ontbering en vervreemding, je zult jezelf verliezen in verlangen naar De Grote Poort van Amsterdam en je zult haar nooit meer kunnen vinden.
Tosca Ben U er doorheen geweest?
Viktoria Mocht ik willen. Ik ben niet geroepen, noch uitverkoren om te gaan. Uitgerekend een prutste zoals jij, die wordt geroepen en die is uitverkoren.
Tosca Het is helemaal geen voorrecht.
Viktoria Dat zeggen de rijken.
Tosca U stelt het zich verkeerd voor en daarom kunt U de drempel niet vinden.
Viktoria Jij weet het beter?
Tosca U moet alles opgeven, het hele Begijnhof met alle roddelaarsters die in haar zijn, en de doden moeten u raad geven, want het is een revolte.
Viktoria Tegen wie? Tegen wat?
Tosca Tegen de rede.
Viktoria Die is heilig en onveranderlijk.
Tosca Die is gebonden aan plaats en tijd, en ik kan die opheffen door op te gaan en te branden in het, in het, in het weet ik veel wat het is.
Viktoria Zijn niet nieuw?
Tosca Zijn niet nieuw.
Viktoria gooit Tosca op de grond en neemt haar in de houdgreep.
Viktoria Wat ben je lief, wat ben je mooi, wat ben je gezond en sterk en wat heerlijk dat ze je zo hebben toegetakeld, ik ben helemaal geil van snijwonden en blauwe plekken, ik ben helemaal geil van je, ik wil al je striemen met kussen overdekken, je mag me naaien met een aubergine, je mag me helemaal verrot slaan, als je me maar wilt kussen.
Tosca vrijt heftig met Viktoria, ze komt klaar, waarop Viktoria haar greep even verslapt en Tosca zich vrijvecht.
Viktoria Dat was een goeie move.
Tosca Ik heb er vandaag heel wat bijgeleerd.
Viktoria Een naakte chick, een kind nog, midden op straat, een geschenk uit de hemel, maar niet voor mij, oh oh oh, niet voor mij.
Tosca Het is jammer voor je. Je bent goed, maar je hebt het verpest.
Viktoria Was ik als non dan beter?
Tosca Ik ben het vergeten.
Viktoria Je hoeft niet sarcastisch te worden.
Viktoria jaagt Tosca achterna.
Akte 5
Tosca rent in de armen van Anubis.
Tosca Meneer, redt u mij, er zit een geile non achter me aan.
Anubis Raf! Raf! Raf!
Tosca Een hond? Nou dat weer.
Anubis Heb jij weleens naar jezelf gekeken?
Tosca Ik ben van de soort die sterker was en daardoor overleefde.
Anubis De officiële termen daarvoor luiden: the survival of the fittest, en als ik in het huidige tijdsgewricht om me heen kijk, en mijn oren te luisteren leg bij de heersende mening, dan zie ik geen enkele aanleiding om die stelling te onderschrijven.
Tosca Waar is die non nou opeens?
Anubis Je hebt haar eruit gelopen, misschien?
Tosca Oh, man, wat ben jij een engerd!
Anubis Dan zal mijn uiterlijk haar hebben afgeschrikt?
Tosca Mag ik je aaien?
Anubis Alleen op mijn hoofd en tussen mijn oren.
Tosca En wat een lief nat neusje heb je.
Anubis Niet aan mijn neus zitten, aub.
Tosca Kom, neem mijn hand, hier is mijn hand, dan laat ik je uit. Meisje met hond.
Anubis Dat is net een gedicht.
Ken je het? Gaat zo;
Hier de stok
Gooi de stok
Haal de stok
Geef de stok
Meisje met hond
Denkend hem een plezier te doen oefent zij haar machtswellust uit.
Tosca Dat is inderdaad heel erg geil. Als ik pindakaas in mijn kruis smeer ga jij me dan effe lekker beffen!
Anubis Zo is het wel genoeg …
Tosca Ik vind je gewoon lief.
Anubis Je loopt erbij als mevrouw Eva onze moeder, maar dit is niet de tuin van Eden, mademoiselle, oh neen, en daarom trek je dit colbert aan en je houdt mijn hand vast, dan breng ik je naar huis.
Tosca Ik heb geen huis.
Ik ben ontkomen.
Ik ben door moeder aarde opgenomen.
De ouden hebben tot me gesproken.
Ik ben op straat gesmeten.
Ik ben aan het geloof ontsnapt.
Anubis Goed werk. Wat zeiden de ouden?
Tosca Zijn niet nieuw. Deel al het leed. Geen is aan zich wat het heel is aan niets.
Anubis Het is lang geleden dat de ouden zoveel hebben gesproken.
Tosca Het was een wedergeboorte.
Tosca Je hebt geestelijk schipbreuk geleden, en toen ben je hier aangespoeld. Dat is je hele wedergeboorte. Je denkt dat je heel wat hebt gezien, maar dit is slechts het begin der smarten.
Tosca Is de dood de enige uitkomst?
Anubis Om over jezelf te beschikken. Daarvoor zijn ook andere manieren.
Tosca Ik wil niet meer redelijk zijn. Ik wil branden. Ik wil leven.
Anubis Dat is mooi, want je bent niet in dienst van de rede, de rede is in dienst van jou.
Tosca Oh, je jasje is lekker warm.
Anubis Ik ben een warmbloedig dier.
Tosca Maar dat ben ik ook. Hoe kan ik je kussen, zeg, hoe ik je kan kussen …
Anubis Zijn. Niet. Nieuw.
Tosca Ik wil je kussen, mag ik je kussen …
Anubis Zijn niet nieuw is de ervaring, het tegendeel van de ervaring en het overzicht dat de geest verkrijgt van het onverenigbare, dat voor onze ogen verschijnt, als het uitgangspunt zelve, zonder dat we het als zodanig herkennen, maar het overzicht is bepaald gewonnen.
Tosca Ze zeiden: deel al het leed.
Anubis Waardoor het leed een deel wordt van de ervaring, die de liefde is.
Tosca Deel dan wat lief is met mij, ik geef me aan jou, mijn hondje …
Anubis De dood is het geschenk van de liefde.
Tosca Daarom geef ik de liefde liever weg …
Anubis Voorheen werd zijn niet nieuw verbonden met een bepaalde ontwikkeling van de maatschappij, die dan moest leiden tot een betere wereld, want een socialistische, waardoor de hele redenering helaas tijdelijk in diskrediet is geraakt.
Tosca Op z'n hondjes, dat vind ik geil, dan voel ik je lul zo goed, zie je dan niet dat ik me aanbied, hier onder het standbeeld van Wilhelmina wil ik je teefje zijn, ik ben je hondje, ik ben je hondje …
Anubis Zeg, neem je me nou in de maling!
Tosca Waar kan ik eens genaaid worden? Is er dan niemand die een beetje goed kan naaien?
Anubis Je drijft het anarchisme te ver.
Tosca Ik wil de leden delen, het leed delen, het lid bedelen, ik bedoel om het leed, ik smeek om het lid, ik wil ontmaagd worden door mijn hondje, dat zijn en niet-zijn zoveel genot van elkaar hebben blijkt immers uit de paringsdaad.
Anubis De ouden kiezen hun boodschappers onzorgvuldig.
Tosca Boodschapsters. Vanaf heden zijn alle woorden in onze taal vrouwelijk.
Anubis Komaan, de dag breekt aan, ik breng je naar huis, want deze nacht heeft je getekend voor het leven.
Tosca Ik kan het iedereen aanbevelen.
Anubis Er komt nog meer, want ik zal aan jouw verlangens voldoen.
Tosca Hoi hoi hoi!
Anubis Ik zal er de gehele mannelijke bevolking van Amsterdam bij inschakelen, de kennels incluis.
Tosca Ik wil De Grote Poort van Amsterdam zijn!
Anubis Het zal je aan niets ontbreken.
Tosca Ik zal alles weggeven.
Anubis Je treft de juiste afnemer.
Tosca Het is heerlijk om op de vlucht te slaan
en door De Grote Poort van Amsterdam te gaan.
Het is heerlijk om door de kou en de nacht
en door het vuur en de hitte van de dag
Voor eeuwig in beweging van vechtpartij naar vechtpartij te rennen en te rennen
Anubis Eeuwig in beweging.
Tosca Het woord te verspreiden dat ik spreek uit de grote poort, als het orakel, als haar vrouwe, op de drievoet boven de rokende afgrond zetelend, bungelend met mijn voeten boven de duisternis en de dood.
Anubis Ik heb zelden zulk geschikt materiaal voor een werkneemster van straat geraapt. Ik geloof, lief meisje, dat we binnen zullen lopen.
Tosca In de veiligheid van het stormachtige leven van een jonge heldin.
Anubis Ik ben niet meer zo jong als ik was, maar ik heb de eeuwige jeugd.
Tosca Kijk, daar aan de overkant, daar is mijn kamertje, althans, dat was mijn kamertje.
Anubis We zullen je er een geven die wat dichter bij de grond is.
Tosca Oh ja, dichtbij de aarde, ik wil me op haar uitstrekken, in haar warme schoot liggen, haar voelen, haar hardheid aan den lijve ondervinden.
Anubis Zij zal je bedje zijn.
Tosca Wat ben je lief, wat ben ik blij dat ik jou heb gevonden.
Anubis Ik neem je zoals je bent.
Tosca Ik heb alles gegeven om jou te vinden.
Anubis Als je iets wilt kost dat niet minder dan alles.
Tosca Dat kan zo in een gedicht.
Anubis Het komt uit een gedicht.
Tosca Ssst ≠ !
Anubis Dat klinkt geil!
Tosca Ssst ≠ !
Anubis Raf! Raf! Raf!
Tosca !koeing ohoh pôp pôp
Anubis Je maakt me gek. Je maakt me gek!
Tosca + + +
Anubis Oh, ik kus voetjes …
Tosca mmm
Mmm
Mmm
Anubis Ik kus je knietjes, ik kus je billetjes, ik kus je kopje.
Tosca Oh, heerlijk, die natte neus in mijn kut!
Anubis Ik rij hem als een dief.
Tosca Kom maar liever, kom maar lekker klaar, ik wil alles voor mezelf, ik wil het er middenin.
Anubis We zijn er. Nou, wat denk je ervan?
Heel Amsterdam staat gereed voor de poort, voor zijn deel van het leed, hun deel ferm in de hand, en jij opent de deur en jij leidt ze naar binnen.
Tosca Wacht even. Dit is een raam, met een rood licht, en dit is een peeskamertje.
Anubis De poort is eng. Dat is de bedoeling, anders trekt het geen klanten - het woord zegt het al - maar ze kunnen er één voor één doorheen.
Tosca Jij bent een loverboy.
Anubis Een die bij nacht en ontij op pad is om voor zijn clientèle de beste waar te zoeken.
Tosca Jij gaat een pak op je lazer krijgen, boy.
Tosca slaat Anubis helemaal inelkaar.
Tosca Weerloze meisjes inpalmen, kwetsbare grietjes beïnvloeden, jonge vrouwen dwingen tot prostitutie, drugs in hun cola doen, maar nu heb je de verkeerde voor je, hufter, want ik ben toevallig door De Grote Poort van Amsterdam gegaan en ik ben helemaal nergens bang voor.
Tosca deel rake klappen uit.
Anubis Au au au.
Tosca Ssst ≠ !
Anubis Hou daarmee op. Ik smeek het je …
Tosca Ssst ≠ !
Anubis Genade! Genade …
Akte 6
Tosca
Ik heb mijn hele leven nog niet zoveel mensen gekend
Alsof ik in een bos heb gewoond
De ouden, de jongen en de honden hebben met me gepraat
En ze hadden een plan met me
Maar welk plan heb ik met mezelf?
De tijd lijdt om mij.
Ik, een jonge vrouw op de vlucht voor zichzelf.
Ik ben mijn tijd.
Kijk, daar achter het raam, waar ik woonde, daar woont nu een ander.
Hallo! Hallo! Hallo!
Vlucht nu het nog kan.
Ren met mij vooruit, wat kan het jou schelen, ik ben het, Tosca, ik ben Tosca, en ik heb je lief.
De dingen buigen zich over je heen en ze jagen je op de vlucht, wacht maar totdat je ze goed genoeg kent.
Je wordt opnieuw geboren in de nacht en de kou.
Mijn moeder is mij allang vergeten, ik ben mijn eigen moeder
Ik ben het zelf, ik ben niet nieuw.
Ssst ≠ !
Ssst ≠ !